Graaf en Gravin van Buren tocht met WS78 vanuit Tiel

Op za­ter­dag 4 ok­to­ber 2014 or­ga­ni­seer­de WS78 de Graaf en Gravin van Buren tocht van­uit Tiel. De start was van­uit sporthal Westroijen van Sport Plaza Tiel.

Toen wij op het station van Tiel aankwamen waren wij verbaasd dat er helemaal niet gepijld was naar de start. Toevallig had ik de route op mijn GPS gezet. Verschillende wandelaars, waaronder één van de drie oprichters van WS78, waren dank­baar met mij mee te kunnen lopen. Want het was een flink geslinger naar de start.

Zo'n eer­ste tocht in het nieu­we win­terseizoen is altijd net een soort nieuw­jaars­re­cep­tie. Veel wandelaars, die we in de zo­mer­pe­ri­o­de niet zien om­dat ieder zijn eigen tocht loopt, zagen we nu weer. Nieuw dit seizoen is dat de markering met gele linten gebeurt. Voor­gaan­de ja­ren werd met wit­te linten gemarkeerd.

De bebouwde kom van Tiel werd snel ver­la­ten. Ach­tereenvol­gens kruis­ten we de A15 snel­weg en de Betuwerou­te. We zagen zowaar een trein rijden op de Betuwerou­te.

Vol­gens www.keyrail.nl rijden er wekelijks on­ge­veer tus­sen de 450 en 500 trei­nen van en naar het Europese ach­terland o­ver de Betuwerou­te. De trei­nen zijn beladen met heel ver­schil­len­de producten en stoffen. Dat loopt uiteen van computers, witgoed, kolen, erts, staal, hout, auto’s tot chemische stoffen. De Betuwerou­te is speciaal ontworpen om al­le categorieën stoffen op een veilige ma­nier te kun­nen vervoeren.

De Betuwerou­te is de goederenspoor­lijn tus­sen de Rotterdamse ha­ven en de Duit­se grens bij Ze­venaar. Het nieuw aan­ge­legde tracé loopt voor 80 procent paral­lel aan de snel­weg A15. Dit is de spoor­lijn die Keyrail exploiteert.

De Betuwelijn is de spoor­lijn voor personentrei­nen tus­sen Elst en Dordrecht via Geldermalsen. De­ze wordt te­gen­woor­dig de Merwede-Lingelijn ge­noemd. De ver­war­ring o­ver de naam blijft ech­ter bestaan, om­dat politiek, pers en publiek de Betuwerou­te soms nog blij­ven aan­dui­den als de Betuwelijn.

We volg­den de Betuwerou­te westwaarts. O­ver het Zoelensepad, o­vergaand in de Zoelenseweg, werd Zoelen be­reikt. Het meest markante ge­bouw in het cen­trum van Zoelen was de Ste­fa­nus­kerk. Maar bui­ten het cen­trum zagen we ook mo­len De Korenbloem. We had­den in­mid­dels de Linge o­ver­ge­sto­ken en zagen langs de oe­ver e­ni­ge vissers met hun visserstenten zitten.

Na on­ge­veer 3½ km o­ver asfaltwegen te heb­ben gelo­pen, volg­de nu een hele mooie onver­har­de rou­te o­ver landgoed Zoelen en kwa­men daar­bij langs kasteel Soelen. Er was hier een omleiding en we troffen hier de e­ni­ge modder tij­dens de­ze tocht.

Op weg naar Kerk-Avezaath lie­pen we o­ver de Munnikweg. langs de kant van de weg stonden 5 klei­ne aanhangwagens ach­ter een klei­ne tractor die gevuld was met pas geplukte appels. E­ven ver­der­op wer­den we ingehaald door een wandelaar die uit één van de aanhangwagens een appel had gepakt en de­ze nu aan het opeten was. De Dorps­straat werd be­reikt. Langs de­ze weg stonden tal­rij­ke gro­te ou­de woonhui­zen. Sommige van die hui­zen wer­den op de ge­voelige plaats vastgelegd. Net bui­ten de bebouwde kom van Kerk-Avezaath werd op 10 km de soeppost be­reikt. We lieten ons de tomatensoep goed sma­ken.

Re­la­tief snel vervolg­de we ons pad. Want we wa­ren al ver in de denkbeeldige ach­terhoede beland. Bij het ver­la­ten van Kerk-Avezaath stond een fraaie handwijzer die naar Tiel, Zoelen en Buren wees.

O­ver een aan­tal rustige asfaltwegen, naar Randstad begrippen, werd Buren be­reikt. Hier werd bij­na elke straat bezocht. Zo kwa­men we langs de Weeshuiswal met daarop 2 ou­de ka­non­nen, het Museum der Koninklijke Marechaussee te Buren, de Prins van Oranje mo­len, de Sint Lambertuskerk, het standbeeld van Willem van Oranje - Anna van Buren - Filips en Maria, het museum Buren & Oranje en de Bui­tenhuizerpoort.

O­ver de Korne, een zijri­vier van de Linge, werd nu koers gezet naar Erichem. Na de Sint Joris kerk was in het Dorpshuis de gro­te rust op 22 km. Na een welverdiende rust vertrokken we, nog net voor de pijlophalers, als laat­ste de gro­te rust. Het was nu heel stil op de rou­te. Erichem werd o­ver een smal grintpad ver­la­ten. Bij­na aan het einde van dit pad was een echtpaar noten aan het oprapen. Zij boden mij er een aan die ik later thuis samen met Coos op at.

We kwa­men uit op de Mo­lensteeg. We verbaasden ons dat langs de kant nog palen stonden van bovengrondse e­lec­tri­ci­teits­be­dra­ding. Zo te zien wa­ren ze ech­ter niet meer op het e­lec­tri­ci­teits­net aangeslo­ten.

Op weg naar buurt­schap Bergakker werd de Betuwerou­te en de A15 o­ver­ge­sto­ken. Daarop werd Kapel-Avezaath be­reikt. In een tuin langs de Mo­lenweg stond een heel ingenieus zilverkleurig apparaat dat niet te omschrijven valt. Kijk daarom maar op onderstaande foto.

De rou­te voerde o.a. door Kerk-Avezaath en Kapel-Avezaath. Het leek mij wel aardig wat ach­tergrond-informatie op te zoeken van de Avezathen:

Toen na de 4e eeuw de Romeinen weg wa­ren, was het ge­bied in de­ze omgeving ver­la­ten. Hier en daar zul­len nog wel en­ke­le bewoners zijn ach­tergeble­ven. En­ke­le eeuwen later vestigden zich weer nieu­we bewoners in de Betuwe. Het wa­ren de stroomrug- gronden die een menselijk bestaan hier mogelijk maakten. Stroomruggen zijn gronden die wat hoger lig­gen in het landschap door­dat de zwaarste grondde­len het eerst zinken. Zo ook in de Avezathen. Men maakte ge­bruik van de vruchtbare ri­vierklei om in de le­vensbehoefte te voorzien en bouwde opstal­len waar men samen met de die­ren kon wo­nen. Hier­door ontstonden klei­ne leefgemeenschappen zo­als de Avezathen. In de­ze periode wa­ren het vooral de Ger­maan­se goden als Wodan en Donar, de goden van don­der en bliksem,die het geestelijk welzijn van "de Betuwnaren" bepaalden. In de 7e eeuw be­gon de opmars van het Christendom. Be­kende na­men als Willibrord en Bonifatius heb­ben daartoe hun steentje bijgedragen. In de­ze tijd vermengde het christendom zich met de na­tuurlijke omgeving.

De tijd van Karel de Gro­te brak aan, wat welvaart en rust met zich mee bracht. In­mid­dels was ook het Christendom tot de Avezathen doorgedrongen. In de­ze tijd woonden en­ke­le tien-duizenden mensen in Ne­der­land. Dorps­ge­meen­schap­pen van een hon­derdtal mensen wa­ren in staat om een kerk te bouwen. Aan­van­ke­lijk van hout. De invloedssfeer van Tiel, waar in de 9e eeuw de St. Walburgkerk al was ge­bouwd, doet zich dan gelden. Men kan er van­uit gaan dat de kerk te Avezaath al in de 10de eeuw is ge­bouwd. Vol­gens het oudst be­kende document m.b.t. de kerk wordt het kerkge­bouw van Avezaath op 4 ju­ni 1007 door bisschop Notger van Luik geschonken aan de abdij van Thorn. De­ze benedictijner abdij werd in 992 gesticht door graaf Ansfried en zijn vrouw. Ansfried zou later bisschop wor­den van Utrecht. De abdij van Thorn heeft tot aan het be­gin van de 17e eeuw het collatie-recht gehad o­ver de Avezaathse kerkgemeenschap. Het collatierecht is het recht om geestelijken te benoemen in de dorpen van Avezaath.

Het woord Avesaet komt uit twee taalge­bieden. ‘Sate’ be­te­kent in het OudNe­der­lands woning en ‘ave’ be­te­kent in het Oudgermaans eeuwen. Vrij vertaald be­te­kent het zoiets als: “De woning van de ou­de heer. De oud­ste vermelding van Avezaath stamt uit het jaar 709. Er zijn 15 schrijfwijzen van Avezaath be­kend.

Bij Wadenooijen werd de Linge gekruist. Na het voor­ma­li­ge sta­tionsge­bouw van Wadenoyen volg­den we paral­lel de spoor­lijn naar Tiel. Na­bij sta­tion Tiel-Passewaaij was op 30 km de koffiepost. We troffen hier een man die e­ni­ge da­gen tevoren bij het uitstappen van zijn auto zijn knie had verdraaid. Zijn vrouw had te­gen hem gezegd dat hij daarvoor naar de huisarts moest gaan. Maar dat wilde hij niet, want de huisarts zou kun­nen zeggen dat hij voorlopig maar niet moest wande­len.

Voor­dat ik aan de­ze tocht be­gon had ik bij mijzelf gezegd dat ik blij was als ik tot aan de gro­te rust kon lo­pen. Dit om­dat ik wat ge­zond­heids­pro­ble­men heb. Maar bij de gro­te rust aangeko­men ging het zo goed, dat ik besloot om door te lo­pen tot aan de koffiepost. Van­af de gro­te rust reed eenmaal per uur een bus en van­af sta­tion Tiel-Passewaaij reed twee­maal een trein. Hier besloot ik de wan­de­ling af te breken en met de trein reden we huiswaarts.

Bij de start trof ik een wandelaarster waarmee ik al een tijd via Facebook bevriend was. Maar we had­den el­kaar nog nooit met een wan­del­tocht getroffen. Om­dat haar profielfoto op Facebook heel duidelijk is, herkende ik haar me­teen. Zij herkende mij niet om­dat ik op mijn profielfoto een andere afbeelding heb staan. Voor al die wandelaars, die op Facebook zitten kan ik melden dat ik een groep heb aangemaakt met de naam "WS78 wandelaars". Als u, geachte lezer, daar be­lang­stel­ling voor heeft en nog geen lid bent, dan kan u zich daarvoor aanmelden. De groep telde op 5 ok­to­ber 179 leden.

Het was een hele aardige tocht ge­wor­den. Er wa­ren 261 deelenemers. Wij dan­ken de or­ga­ni­sa­tie har­te­lijk voor de­ze tocht.

Klik HIER voor de betekenis van de buttons die boven aan dit verslag staan.

Henri Floor