We hadden goed overnacht in Eerde-Veghel. Bij het overnachtingadres was een grote tuin annex mini-camping. Vanwege de warmte hadden we buiten het ontbijt. We werden door de reisleider naar de Markt in Veghel gebracht. Hier vervolgden we op woensdag
25 juli 2012 ons pad over het Airbornepad.
We liepen al meteen even van de route af voor een bezoek aan Villa Klondike. In de gevel zat namelijk een afbeelding van de Airborne-arend. Bovendien was de villa de moeite waard om te fotograferen. We hadden de voorgaande middag al wat rond gelopen op de Markt in Veghel zodat we meteen de route konden oppakken.
Het herenhuis in eclectische stijl (Villa Klondike) is in 1878 gebouwd in opdracht van notaris De Kuyper en heeft tussen 1913 en 1969 als dokterswoning gefunctioneerd o.a. voor dokter Verbeek. Tijdens de Tweede Wereldoorlog is het huis in 1944 door eigenaar dokter Kerssemakers beschikbaar gesteld aan kolonel Johnson die commandant was van het 501ste regiment van de 101ste Airborne Divisie. Als codenaam kreeg deze commandopost de naam Klondike naar het gebied met deze naam in noord-west Canada waar het Canadese regiment vandaan kwam. De kale kop van een adelaar, die is afgebeeld in de top van de gevel, verwijst naar het embleem van de 101ste Airborne Divisie. Tussen 1969 en 1986 was in hier het RIAGG gevestigd.
In 1986 werden de Zusters Franciscanessen van Veghel eigenaar en lieten het restaureren en uitbreiden tot Generalaat (zetel van het Generaal Bestuur).
Het was al meteen korte broeken weer. We keken naar een brievenbus. Ik had de voorgaande dag in Sint Oedenrode een ansicht gekocht. Nadat ik de briefkaart geadresseerd had aan Coos (mijn vrouw) had ik nog geen brievenbus gevonden, maar nu vond ik er snel een. Dat was nabij de Nederlands Hervormde, thans PKN, kerk.
Het was al vroeg op de dag warm. Bij het verlaten van Veghel liepen we zoveel mogelijk in de schaduw. We liepen eerst om Mariaheide heen om vervolgens door de noordkant van het dorp te lopen. We verlieten Mariaheide over een dijk bij een wit oud spoorhuisje waarlangs vroeger een spoorlijn heeft gelopen. Dit was het zogenaamde Duits lijntje (Boxtel-Wesel). Bij de oversteek van de Leijgraaf was het spoor nog wel aanwezig.
Het Duits Lijntje is van oorsprong een unieke verbinding tussen Oost en West. De spoorlijn is in 1873 geopend door de Noord-Brabantsch-Duitse Spoorwegmaatschappij (NBDS). Het doel van deze lijn was het tot stand brengen van een rechtstreekse korte verbinding tussen de zeehavens Vlissingen, Antwerpen en Rotterdam en het Duitse achterland.
Het goederen- en personenvervoer zijn tot omstreeks 1910 van betekenis geweest als onderdeel van de internationale verbinding tussen Londen en Berlijn en verder oostwaarts richting Vladivostok. Na faillissement van de NBDS werd de lijn door de NS uitgebaat. In 1950 werd de lijn voor personenvervoer gesloten. En in 2004 beëindigde de NS het goederenvervoer op het laatst overgebleven stuk van Boxtel tot Veghel.
Omstreek 1900 was Boxtel door het Duits Lijntje uitgegroeid tot een belangrijk knooppunt in het Europese spoorwegnet. Talrijke vorsten reisden in deze periode via Boxtel. Ongetwijfeld maakten ook vele bedevaartgangers de rit over het Duits Lijntje om in Boxtel het Heilig Bloedwonder te gedenken. Het kunstwerk bij station Liempde herinnert aan deze periode.
Het Duits Lijntje vormt een belangrijke ecologische verbinding tussen het Dommeldal en De Geelders. Het spoor loop dwars door De Geelders, één van de belanrijkste natuurgebieden van nationaal landschap Het Groene Woud. Er wordt een nat "kralensnoer" gerealiseerd tussen beide gebieden om ze zo te verbinden. Doelsoorten voor deze EVZ zijn onder andere kamsalamander, groene kikker, bont dikkopje, bunzing, das, boomkikker en libellen.
Het Duits Lijntje was hoofdzakelijk bedoeld voor het internationale postverkeer. Ook werd het spoor gebruikt door reizigers. De meeste bekende reizigers waren wel de mensen van adel. Zo hebben Keizer Willem II en Kanselier Bismarck over het Duits Lijntje gereisd.
Op weg naar zijn nicht koningin Victoria van Engeland kreeg de Duitse keizer Wilhelm II uit handen van de stationschef van Gennep een telegram met het bericht dat hij opa was geworden.
De Duitse kanselier Bismarck reisde uit Frankrijk over Antwerpen en Roosendaal naar Berlijn terug toen zijn trein tussen Uden en Mill stopte. Naar verluidt keek hij boos uit het raam en zag hoe een boerke uitstapte en naar zijn huis wandelde. De boer had grond verkocht voor de bouw van het Duits Lijntje op voorwaarde dat op zijn verzoek de trein bij zijn huis zou stoppen.
Bij Uden was een parkoerswijziging. Wandelaars voor ons liepen nog de oude route. De parkoerswijzigingen staan op een apart papier en niet altijd werd dit papier geraadpleegd. De anderen waren te ver voor ons om hen te waarschuwen voor de parkoerswijziging.
Vlak voor het klooster stond de reisleider met een vrucht. Daarna vervolgden we ons pad en bekeken het klooster van buiten. We kwamen in het centrum van Uden. Bij mij kondigde zich een sanitaire stop aan en noodgedwongen brachten we derhalve een bezoek aan een lunchroom. We konden hier aangenaam in de schaduw zitten. We lieten ons een beker Latte Macchiato goed smaken.
We liepen verder en kwamen langs de Sint Petruskerk. We bekeken de kerk nog van binnen. Over de Kapelstraat en het Oude Kerkpad werd een militaire begraafplaats bereikt. We kwamen verderop in Uden langs een gebouw waarvan een de gevel de vormen van een gevel van een kasteel had. Verder kwamen we langs een in 1885 gebouwd huis dat onderdeel was van het voormalige College van de Kruisheren.
Deze dag hadden we onze lunch bij een boerderij langs de Grensweg hoek Lange Voorstraat te Uden. We konden hier aangenaam in de schaduw zitten.
Door natuurgebied De Maashorst werd buurtschap Brand bereikt. Daarop werd de plaats Zeeland bereikt. Bij restaurant De Pannenkoekenbakker haalden we een stempeltje voor onze stempelkaart. In het centrum van Zeeland kwamen we langs de Rooms Katholieke H. Jacobus de Meerdere kerk. Buiten Zeeland volgden we een paar lange wegen in de brandend hete zon.
In buurtschap Kreitsberg hadden we nog een laatste verzorgingspost. Daarna kwamen we nog door bosgebied Reekse Heide. Aan de rand van Reek was het eindpunt voor deze dag. We werden door de reisleider naar ons overnachtingadres in Grave gebracht. 's Avonds aten we warm in stempelpost De Poort van Grave. We zaten buiten op het terras. Het eten duurde heel erg lang. Tijdens de nagerechtsessie maakte ik nog een rondwandeling door Grave en maakte de nodige foto's.