Vorig verslag van het Overijsselpad Volgend verslag van het Overijsselpad terug naar het overzicht van het Overijsselpad Terug naar het overzicht van de LAW's, streek- en NWBpaden op de homepage van Henri Floor Terug naar de homepage van Henri Floor Het Overijsselpad

3e wandeldag, woensdag 12 december 2001.

Nederlands Hervormde Kerk te Balkbrug bij Dedemsvaart We hadden lang geslapen, ruim 10 uur. In hotel d’Olde Heerd werd veel gerookt en het behang en kasten waren allemaal donker van kleur. Om 8.45 uur begaven we ons op pad. Het was mistig met een zicht van ±300 meter. Het was een km lopen naar het centrum van Balkbrug. Hier kochten we in een supermarkt lekkere broodjes. We verlieten Balkbrug en vlak voor het einde van de bebouwde komen staken we een vaart over en liepen we verder parallel aan de verkeersweg richting Ommen. Het was nu meteen veel rustiger op de weg, die overging in een fietspad. Meteen na de gemeentegrens kwamen we in Ommerschans, gemeente Ommen.
Oorsprong bedelaarskolonie Ommerschans
In 1818 werd de Maatschappij van Weldadigheid opgericht, welke tot doel had de verpaupering van de steden tegen te gaan. De teruggekeerde soldaten uit het legioen van Napoleon konden moeilijk of geen werk krijgen en trokken bedelend door de dorpen en de steden. De Maatschappij van Weldadigheid meende hun te kunnen helpen door hen grote stukken woeste grond te laten ontginnen en het laten maken van goederen, die tegen gezette prijzen verkocht zouden worden. Zo werden de zogenaamde Vrije Koloniën Frederiksoord, Willemsoord en Wilhelminaoord, respectievelijk genoemd naar Prins Frederik, de beschermheer van de Maatschappij, Koning Willem en Prinses Wilhelmina, gesticht.
Al spoedig bleek er grote behoefte te bestaan aan koloniën, die bestemd konden worden voor het opnemen van personen van ‘minder zedelijk en goed gedrag’. Daarmee bedoelde men bedelaars en vagebonden in het hele land, maar ook gezinnen die niet bedelden, maar ook niet meer waren op te leiden tot een zelfstandig bestaan. Voor deze categorie behoeftigen was geen plaats in de Vrije Koloniën. Voor het onderbrengen van deze mensen en van vondelingen en weeskinderen, sloot de Nederlandse regering een contract met de Maatschappij van Weldadigheid. Met het oog hier op kreeg de Maatschappij in 1819 het verlaten fort de Ommerschans, in de Overijsselse gemeente Ommen, van de Nederlandse Regering in gebruik. In de Ommerschans werden eerst de kolonisten ondergebracht die zich schuldig maakten aan 'zeedeloosheid', luiheid of brutaliteit, en vervolgens - na een landelijk bedelverbod - grote groepen bedelaars uit alle provincies.
Ommerschans
Wie van Ommen naar Balkbrug rijdt via de Balkerweg, komt door een historisch belangrijk gebied, maar dat zal niet opvallen. Hier lag een schans van militaire betekenis, later veranderd in een werkgemeenschap - zoals Veenhuizen, Frederiksoord en Willemsoord - voor de verarmde stadsbevolking uit het westen van het land. Later werd Ommerschans een opbergplaats voor landlopers en bedelaars. Geleidelijk is dit geworden tot wat het nu is: een Rijkspsychiatrische inrichting. Bij dit bezit van het ministerie van justitie hoorde vrij veel bos. Het beheer hiervan was uitbesteed aan Staatsbosbeheer dat het later de volledig in eigendom kreeg. Nu is het een afwisselend bosgebied met nogal wat, bijna 200 jaar oude, eikensingels. Van de oorspronkelijke schans is, bij de slinger in de weg, nog iets terug te vinden. Wegen en paden zijn vrij toegankelijk.
We bleven de rest van de dag door de gemeente van Ommen lopen, zo groot is Ommen. Bouw- en weilanden bepaalden het nu volgende gebied wat we doorkruisten. Over voornamelijk zandwegen bereikten we buurtschap Arrierveld. Nu volgden we een lange rechte weg. Bij een golfbaan sloegen we af. Nu werd het weer wat mooier met bosgebied. In Hoogengraven hadden we een rust in café restaurant De Bootsman. Hier dronken we koffie en aten soep. We liepen onder de weg Ommen-Coevorden door en betraden nu opnieuw een bosgebied. De markering was hier niet al te best en het was goed oppassen geblazen. Na een graspad langs een sloot voegde het Pieterpad zich hier tezamen met het Overijsselpad. En dat zouden we grotendeels blijven volgen tot even voor Holten. De samenvoeging van de twee paden werd ook nog door een wandelwijzer aangegeven en we bevonden ons hier in buurtschap Stegeren. Even later bereikten we de stuw in de Vecht. Nu zetten we koers naar buurtschap Junne. We liepen langs een bospad met een bordje opengesteld waarop een plaatje was geplakt met het wapen van Landgoed Junne. Bij een boerderij in Junne stond een bordje "bed and breakfast". Een zandweg met talrijke plassen werd gerenoveerd door over het pad zand te egaliseren.
Zandvlakte bij Ommen met de naam Sahara We liepen weer door bosgebied en staken een spoorlijn over. Nu liepen we langs een zandvlakte met de naam Sahara. We kwamen we een wandelaar met dagrugzak tegemoet die een wandelroute aan het uitzetten was met behulp van gekleurde draden. We liepen zuidelijk langs de de Besthmenerberg.
Dit is een heuvel (32,7 m) met een verhaal: Krishnamurti was here. De Indiase wijsgeer kreeg in 1924 met zijn 'Orde van de Ster van het Oosten' het landgoed Eerde geschonken van de baron Van Pallandt, die net als vele andere volgelingen geloofde dat Krishnamurti de reïncarnatie van Jezus was. De nieuwe wereldleider had op de berg een eigen meditatielaantje en liet een openluchtthea-ter bouwen, waar massa's mensen tijdens 'Sterkampen' hun licht kwamen opsteken. Na vijf jaar hield Krishnamurti het voor gezien: hij vond dat de leden van de orde zich te veel aan persoonsverheerlijking overgaven, terwijl de theosofie juist van mensen vraagt je eigen pad te kiezen. Hij hief de orde op en gaf het landgoed in 1931 weer terug aan de baron. Maar de basis voor Ommen als toeristische trekpleister was gelegd.
Voorbij het Besthmenerven liep een moeilijk te volgen kronkelpad. Bij de Hamerweg kwam het Pieterpad er weer bij. Even verderop verlieten we het parkoers en liepen naar ons overnachtingadres De Herbergier te Ommen.
naar de top van deze pagina

Henri Floor & Coos Verburg