Vorig verslag van het Overijsselpad Volgend verslag van het Overijsselpad terug naar het overzicht van het Overijsselpad Terug naar het overzicht van de LAW's, streek- en NWBpaden op de homepage van Henri Floor Terug naar de homepage van Henri Floor Overijsselpad van 10 t/m 14 december 2001 en 29-30 maart 2002

4e wandeldag, donderdag 13 december 2001.
Na een nachtrust van 10 uur hadden we om 8 uur het ontbijt. We bestelden een lunchpakket. Een tijd later werd het lunchpakket gebracht met de vermelding: "Hier is uw overlevingspakket". Rond 8.45 uur begaven we ons op pad. We zaten ruim 1½ km van de route af. We staken de rivier de Regge over en liepen langs het nog gesloten café restaurant De Nieuwe Brug. We dwaalden door bosgebied en bestegen de 79 meter hoge Archemerberg. We zagen hier grote velden met jeneverbesstruiken. Vanaf de top van de Archemerberg hadden we een waar panorama. Het heiige weer weerhield ons van het maken van een foto. Verderop kwamen we bij nog een uitzichtspunt. Hier liepen we even verkeerd. Verderop kwamen we langs nog een uitzichtspunt. Dit lieten we maar links liggen, want we hadden nog een lange etappe voor de boeg. En hierbij was voor extra’s geen extra tijd ingepland. In een zijweg zagen we het monument 1813 liggen. Dit lieten we rechts liggen.
Park 1813
Het natuurgebied Park 1813 bestaat uit 155 hectare bos en heide en daarnaast uit 2 hectare met een parkeerplaats, een kiosk en een leegstaand restaurant vlakbij de top van de Lemelerberg. Landschap Overijssel zal de komende maanden ideeën uitwerken over hoe het integrale natuurbeheer zal plaatsvinden en wat er op termijn moet gebeuren met het parkeerterrein en het restaurant. Uitgangspunt is dat de toegankelijkheid voor het publiek van Park 1813 gehandhaafd blijft en dat kwetsbare natuur behouden wordt. Belangrijke natuurwaarden zijn de voorkomende heidesoorten, jeneverbessen en smeltwaterravijnen met daarbij behorende vegetatie. Landschap Overijssel zet o.a. een schaapskudde in voor het heidebeheer op de Lemelerberg om daarmee de kenmerkende variatie in het landschap te bewaren.
Cultuurgeschiedenis
Park 1813 is rond 1913 ontworpen en aangelegd ter gelegenheid van het eeuwfeest van de onafhankelijkheid van Nederland en de Slag bij Waterloo. Een monument met leeuw bovenop de Lemelerberg herinnert daar nog aan. Een onderdeel van de parkaanleg is de lanenstructuur en het zogenaamde Sterrenbos. Een bijzonderheid van Park 1813 is ook dat een groot aantal lanen de 'straatnamen' dragen van hoogwaardigheidsbekleders uit die tijd.

Lemelerberg Wandelen op de Lemelerberg: op de Lemelerberg laten we u in korte tijd kennismaken met de karakteristieke elementen van het stuwwallandschap. Heidevelden, vrijstaande jeneverbesstruwelen, zandverstuivingen, vliegdennenopstanden en natuurlijk ook een aangeplant dennenbos. Aan het begin van deze eeuw moet de Lemelerberg nagenoeg kaal geweest zijn. De schaapskudden van de boeren uit de omgeving zorgden ervoor dat bomen geen kans kregen. Nu blijft de heide in stand door de kudde van Landschap Overijssel. Deze kudde telt ongeveer 400 schapen. Beurtelings grazen de schapen op de Lemeler- en de Archemerberg. Het hoogste punt van de Lemelerberg, 48 m boven NAP, is nu weer net zo kaal als 100 jaar geleden.
In Lemele uitgekomen bleek Zaal Dijk gesloten te zijn. In de naastgelegen slijterij informeerden we naar een ander café en naar een geldautomaat. Het andere café was echter ook dicht. Maar bij de geldautomaat konden we wel terecht. Bij een benzinepompstation kochten we een flesje fris. We werden koud bij het opdrinken van de limonade bij het stilstaan. Daarop besloten we snel verder te gaan. Over een asfaltweg overgaand in een gras/zandweg verlieten we Lemele. We kwamen op een splitsing waar we volgens de routebeschrijving r.d. moesten. Maar de markering gaf l.a. aan. We besloten r.d. te gaan en de beschrijving in het boekje aan te houden. We kwamen bij een brede sloot met de benaming Overijssels kanaal.
Overijssel kent vele kanalen. Een daarvan is het Overijssels Kanaal. In feite bestaat dit kanaal uit meerdere kanalen. Het eigenlijke Overijssels Kanaal verbindt Zwolle met Almelo, en is ooit gegraven als scheepvaartroute. Vanaf Vroomshoop is er een aftakking naar de Vecht in het noorden, om het kanaal van water te voorzien. Bij Lemelerveld is er tenslotte een aftakking in zuidelijke richting naar Deventer. Het Overijssels Kanaal heeft zijn scheepvaartfunctie al lang geleden verloren en doet uitsluitend dienst als afwateringskanaal. Hoewel, recreanten hebben dit kanaal ook ontdekt: op sommige delen wordt druk gevaren en gekanood. En in de winter kan er eventueel geschaatst worden.
We volgden dit kanaal ruim een km. In een tuin stond een wandelpaal met de vermelding hoever het was naar Pieterburen en de Sint Pietersberg. Vlak voor een bocht in de weg kwam een wit/rode markering van links. Dit bleek ook ons pad te zijn. Hier was een parkoerswijziging doorgevoerd, waarbij een minder interessant traject was vervangen door een nieuw aangelegd fietspad. Na camping Hankate en na een kruising werd het pad onverhard. Verderop sloegen we opnieuw af en bij camping Kennedy-Park hadden we staand, enigszins uit de wind een lunch en dronken wat. Daarna volgde een mooi bladerpad langs een sloot, de Boksloot.
Boksloot
De boksloot en omgeving
Deze Boksloot, aldus beginnend bij de overlaat op de bovenstaande foto, loopt dwars door het landgoed West-Dammarke naar het zuiden. Daar eindigt de sloot plotseling, bij de Veldhuizerweg, aan de voet van de Eelerberg. Het is daar een prachtige omgeving. Op de onderstaande foto, genomen bij het einde van de sloot, werd de stadsdrek uit Zwolle uit de smalle schuiten geladen, die dit eindpunt vanaf het kanaal konden bereiken. De geurige smurrie was nodig voor de bemesting van een stuk woeste grond, dat rondom de noordzijde van de Eelerberg ligt uitgestrekt. Dit stuk grond, in 1847 door de familie Vening Meinesz aangekocht, was zo onvruchtbaar, dat er een grote hoeveelheid mest nodig bleek om het geschikt te maken als akker- en bouwland. Daardoor werd er een kanaaltje gegraven van het Overijssels Kanaal naar de voet van de Eelerberg. Deze sloot was trouwens maar net gereed toen het Almelose Kanaal voor het scheepvaartverkeer werd vrijgegeven. De stadsdrek uit Zwolle werd daarna via schepen door het Almelose Kanaal aangevoerd, en bij de uitmonding van de Boksloot overgeladen in de zeer smalle platbodems, de zogenaamde bokken. Deze schuiten brachten de drek door de sloot naar het landgoed. Op deze manier kwam de sloot aan de naam ‘Boksloot’.
Veelal werden landbouwprodukten terug naar het kanaal vervoerd, om te worden getransporteerd naar Zwolle. Later werd de stadsdrek vervangen door kunstmest, en zelfs deze werd nog met de bokken naar het landgoed vervoerd. In de jaren vijftig nam Staatsbosbeheer het ruim 260 hectare grote landgoed in bezit. Het landgoed, eveneens Eelerberg genaamd, strekt zich uit om de noordkant van de eigenlijke Eelerberg, de noordelijke uitloper van de Hellendoornse berg. Het wordt aan de noord-zijde begrensd door de Ossenkampweg. Op de volgende foto zien we de boksloot vanaf de Coninckserveweg in de richting van het Overijssels Kanaal lopen. Het landgoed de Eelerberg ligt hier ruim een kilometer achter ons, terwijl in het midden van de foto, rechts naast de sloot, het boerenerf ‘Klein Eelerberg’ ligt. Het landschap dat we zien maakt deel uit van West-Dammarke. Aan de horizon, uiterst rechts, zien we de kontouren van de Lemelerberg opdoemen. Evenals het huidige Almelose kanaal, heeft ook de Boksloot uiteindelijk de funktie gekregen als afwateringskanaal.Het einde van de Boksloot, in de bossen aan de voet van de Eelerberg. De laatste jaren maakt de Boksloot deel uit van een natuurontwikkelingsproject "De Boksloot". Er is deels over het traject van de oude Boksloot een grillig "kanaal" gegraven. In dit gebied kan de natuur haar gang gaan. Vooral in het voorjaar is het hier een prachtig gebied.
Nu zetten we koers naar het bosgebied rond de Eelerberg.
Landgoed Eelerberg
Na de opheffing van de Marken en de verdeling van de gronden werd in 1847 door de heer Jolle Gabe Veening op een veiling een stuk grond gekocht,in naam van en voor de heren Jan Willem van den Berg, openbaar notaris te's-Gravenhage en de heer Hendrik Meinesz, ontvanger der Directe Belastingen, wonende te Amsterdam. Er volgden nog meerdere aankopen in de jaren erna. Hendrik Meinesz was getrouwd met zijn nicht Sjoerdje Veening. De toevoeging Vening vond plaats bij de geboorte van zijn zoon Sjoerd Anne (1833), die dus Sjoerd Anne Vening Meinesz heette. Hendrik Meinesz overleed in 1864 en toen werd Sjoerd Anne Vening Meinesz de eigenaar van het landgoed. Op dat moment werd de dubbele naam Vening Meinesz aan het landgoed verbonden (men had 1 e uit de naam Veening weggelaten en er Vening van gemaakt).
Sjoerd Anne Vening Meinesz overleed in 1909. Hii kocht in 1882 uit een publieke veiling landerijen van Schuilenburg erbij. Door aankopen van grond en boerderijen heeft hij de Eelerberg en Schuilenburg uitgebreid.
Na de aankoop liet Hendrik Meinesz een eenvoudige boerderij bouwen op plaats waar nu de vila staat. Deze boerderij maakte deel uit van het landbouwbedrijf dat Hendrik Meinesz voor ogen had. Daarvoor had hij o.a. mest nodig. In 1863 werd begonnen met de aanleg van de Boksloot. In 1864 werd de sloot aangesloten op het Overijssels kanaal. De sloot is genoemd naar een soort platboom vaartuig, waarmee men op de boksloot kon varen:bokken genaamd. Om te draaien werd aan het einde een zwaaikom aangelegd nu nog zichtbaar. Mest, stratendrek en gier werden met mestboten via de overijsselse kanalen uit Zwolle en Amsterdam aangevoerd en overgeladen op de bokken. De bokken werden getrokken door paarden. Via de boksloot werd de mest en later ook de kunstmest naar de Eelerberg vervoerd. Landbouwprodukten, veldkeien en later ook hout werden naar het Overijssels Kanaal gevoerd. De Boksloot is allang niet meer in gebruik, wel is het nu een mooi stukje natuur met bijzondere planten en vogels.
De Eelerberg is in de Tweede Wereldoorlog lanceerplaats van de V2 geweest. Zij werden ten zuidwesten van de rentmeesterswoning (nabij het sanatorium, in de buurt van het hoogste punt) gelanceerd.
Het was goed opletten op de parkoersbeschrijving geblazen, want de markering was opnieuw niet al te best. We kwamen langs een moderne waterpomp. Aan de pomp zat een wiel met een hengsel waarmee het wiel rondgedraaid kon worden. En het lukte ons om water op te pompen. Verderop kwamen we langs avonturenpark Hellendoorn, dat echter gesloten was. Het berggebied waar we nu doorheen liepen, heette de Hellendoornse Berg.
In de Hellendoornse berg bevinden zich zgn. stuifbelten, die door zandverstuivingen ontstonden. Verstuivingen werden veroorzaakt, of in elk geval in de hand gewerkt door veelvuldig plaggen maaien,schadden steken en overmatig heiden en weiden. Hierdoor werd de grond beroofd van begroeiing en humuslaag en kon de wind vat krijgen op het fijn- korrelige zand en begon zo de verstuiving. Schadden stak men uit de bovenlaag van veengrond en werden gebruikt als brandstof. Het maaien van plaggen geschiedde door met een zicht dunne zoden af te snijden, die in de koeien en schapenstallen als onderlaag werden gebruikt. De plaggen, gemengd met de stalmest, werd voor de bemesting van de esgronden gebruikt. Kunstmest was er toen nog niet. Op de essen werd o.a. rogge verbouwd. Na het aanbrengen van vlechtwerk en het beplanten met dennen, bij de stuifbelten, konden de zandverstuivingen worden onderdrukt.
We liepen bij Nijverdal onder een spoorlijn door en staken de verkeersweg van Almelo naar Zwolle over. Opnieuw zagen we een bordje dat de afstanden naar Pieterburen en de Sint Pietersberg aangaf (foto 8). Nu bestegen we de Noetselerberg. Van deze top hadden we mooie vergezichten. Via Landgoed Noetselerberg kwamen we weer in bos- en heidegebied van de Holterberg.
De Holterberg, eind vorige eeuw nog een en al heide. De oranje route op de Holterberg in de boswachterij Sallandse Heuvelrug is ongeveer 4 km. Het begin is op de parkeerplaats van de dagcamping aan de oostkant van de Toeristenweg op de Holterberg, ongeveer 3 km ten noorden van Holten.
Het gebied bestaat uit grote boscomplexen met een aantal heidevelden. Tot ongeveer 1880 was de Holterberg een groot heideveld met slechts hier en daar wat bos. Toen de boeren de schapen, die op heidevelden graasden, niet meer nodig hadden voor de mest (die op de akkers werd gebruikt om ze vruchtbaar te houden) hadden de heidevelden geen functie meer. Rond 1900 begon men de heidevelden te ontginnen. De vaak arme grond maakte men met kunstmest geschikt voor de landbouw. Op plaatsen die voor boeren moeilijk te bereiken of te bewerken waren, plantte men bos. De bebossingen op de Holterberg zijn bijna allemaal ontstaan tussen 1880 en 1920, met het doel de toen nutteloze heidevelden weer rendabel te maken.
Vanaf hier heeft u een mooi uitzicht over Salland. U staat op het uitzichtpunt van de Holterberg. Deze heuvel is 60 meter hoog. Voor het ontstaan van de heuvelrug is de derde IJstijd, ook wel de Saale IJstijd genoemd, verantwoordelijk. In die tijd werd het hier aanmerkelijk kouder. De gletsjers van Noord-Europa breidden zich uit tot in Nederland. De honderden meters dikke ijsmassa's duwden de ondergrond op. Zo ontstonden stuwwallen. Een daarvan is de Sallandse Heuvelrug. Bij helder weer kunt u in het westen Deventer zien liggen (20 km). Deventer ligt in het IJsseldal, dat gevormd is door ijsmassa's. Het IJsseldal ligt ingesloten tussen de heuvels van de Veluwe en de Sallandse Heuvelrug
De zon maakte aanstalte om onder te gaan, dus de zon stond hier heel laag. We zagen hier een zestal apparaten waar bovenin en opzij een opening zat. Als ik aan de ene zijde er in keek en Coos aan de andere zijde, dan zagen we elkaar. Dit ondanks het feit dat het apparaat een haakse mocht maakte. Er werd met deze apparaten gewerkt met spiegels. Bij De Mollen was de splitsing tussen het Overijsselpad, het Pieterpad en de Marskramerweg. wij gingen hier van het Overijsselpad af en volgden het Pieterpad naar Holten vanwege een overnachting. Dat was bij de familie Ophof. En dat beviel prima. ’s Avonds aten we in de buurt heerlijk warm.
naar de top van deze pagina

Henri Floor & Coos Verburg