Tocht om de Noord - dag 1

Wij hadden ons voor Tocht om de Noord ingeschreven vanaf de eerste mogelijkheid en hadden net als de voorgaande keren gekozen voor de lange afstand. Eind augustus was de mogelijkheid om, onder aftrek van 5 euro administratiekosten, te annuleren. Omdat ik toen in een flinke gezondheidsdip zat en zelfs de kortste afstand niet zag zitten, besloot ik te annuleren en daardoor ook Coos met mij. Van 9 tot 12 december werd de 4daagse van Diever georganiseerd en daar hadden we een hotelletje gereserveerd. Dus dit annuleren kon niet meer en Coos zag het wel zitten om zonder mij te wandelen. Uiteindelijk ging het weer zo goed met mij dat ik 4 maal 20 km heb gelopen in Diever.

Doordat het weer zo goed met mij ging en omdat ik in de week voor het wandelfestival Tocht om de Noord talloze annuleringen op Facebook zag, besloot ik uit eindelijk 2 kaartjes over te nemen. Het regelen van een overnachting was het volgende problemen. In Groningen lagen de prijzen voor 2 nachten tussen de 350 en 500 euro. Dat vonden we wel erg prijzig. Maar in Appingedam was nog een kamer vrij voor 180 euro voor 2 nachten.

Met de eerste trein op zaterdag 18 september 2021 reden we via Sauwerd naar Uithuizermeeden. Hier was de start van de 20 km route die 26 km lang was. We hadden het dus getroffen dat we kaartjes met vroege start hadden overgenomen. Bij het verlaten van de trein lieten we onze medewandelaars voorgaan en konden zodoende genieten van een rustige start. De straten in Uithuizermeeden waren mooi versierd. Veel inwoners hadden de vlag uitgestoken. Bij het Johan van Veenplein kon al koffie worden gedronken. Bij garage Den Hartogh stonden 2 oude Fords. Uithuizermeeden werd verlaten langs een rotonde waar in het midden een beeldhouwwerk stond voorstellend: De vier armen dragen een ring met daarin de naam buurtvereniging "de lange pijp".

Nu werd koers gezet naar camping Lentemaheerd. Hier stonden verschillende militaire voertuigen en was een legertent te bewonderen. De volgende doorkomstplaats was Roodeschool. Deze plaats heeft op ons de meeste indruk gemaakt. Talrijke bewoners hadden zich gekleed in ouderwetse kleding enigszins behorende tot de tijd net na de tweede wereldoorlog. Ook een paar kleine kinderen waren als zodanig gekleed.

Net na het bord bebouwde kom van Roodeschool staken we de spoorlijn over en zagen het station aan onze rechterhand liggen. Een paar keer stonden oude auto’s tentoongesteld langs de weg. Hier in Roodeschool was bij dorpshuis Calvaria de eerste grote rust. Hier was ook wandelhap 1. Vanwege corona was de gezamenlijke maaltijd na afloop van de wandeltocht vervangen door een wandelhap onderweg. Er waren onderweg 7 wandelhappen. Op je startkaart was aangegeven bij welke wandelhap het jouw beurt was. Zo was er een betere verdeling van de deelnemers.

Leuk was de vrouw met een kinderwagen. Bij haar liep een jongetje van een jaar of drie met ouderwetse pet. Ook grappig was een jong meisje op stelten. Eerder zagen we haar met een tol spelen. Bijna aan het einde van Roodeschool stonden twee militairen waarvan er één een dikke sigaar in de mond had en vroeg “where do you come from”. Na de Gereformeerde kerk (vrijgemaakt), die nog van binnen werd bekeken, kruisten we de N46 en werd Oosteinde bereikt.

Net voordat we in Oosteinde afsloegen zagen we op een dak een windvaan in de vorm van een heks op een bezemsteel. Ook in Oosteinde bezichtigden we de kerk met de mooie naam ’t Nijkerkje. Dat deed ons denken aan de plaats Nijkerk waar we 7 maanden hebben gewoond.

Oosteinde werd verlaten en spoedig daarna staken we de Grote Tjariet over. Vlak daarop kwamen we bij de Tjarietstee. Kinderopvang Tjarietstee is een instelling voor professionele kinderopvang op een unieke locatie: de boerderij. De naam Tjarietstee verwijst naar het natuurlijk watertje dat nabij de boerderij ligt. We zagen hier geen kinderen. Wel grote landbouwvoertuigen. We kregen hier in een bekertje wat wortels en suikerbieten aangeboden. Buiten het terrein van de boerderij hoorden we iemand zeggen, geef mij maar een gevulde koek.

Na kruising met de N33 werd Spijk bereikt. Als je naar de plattegrond van Spijk kijkt dan ben je eigenlijk verbaasd dat de wandelroute niet langs de Andreas kerk en de Ceres molen loopt. De Hoofdweg-Noord was fraai met vlaggen. Bij een huis hingen een heleboel vlaggen. Bij het Winkelhuis was Hap 4. Nummer 4 hadden wij. In de zak zaten o.a. twee broodjes met kaas en een flesje water. Er stond hier een oude bus met de letters DAM er op. DAM staat voor Damster Auto Maatschappij.

Toen in het begin van de twintigste eeuw de auto en motor steeds meer in opkomst kwamen, zag de Appingedamster ondernemer Pieter Smith Tzn hier een grote toekomst in. Zijn winkel in huishoudelijke artikelen, fietsen en naaimachines breidde hij dan ook in 1910 uit met de verkoop van motorrijwielen. In 1914 kocht hij een auto en verhuurde hij deze aan zijn klanten. De vooruitstrevende ondernemer wilde echter meer. Met een zevental notabelen uit Appingedam richtte Smith op 6 april 1920 de Damster Auto Maatschappij, kortweg DAM, op. Het bedrijf verhuurde, verkocht en repareerde motorrijtuigen aan hun pand aan de Wijkstraat in Appingedam. Toen in 1920 bleek dat de plannen voor een tramverbinding tussen Groningen – Appingedam – Delfzijl v.v. niet door zouden gaan en de spoorlijn Groningen – Roodeschool niet werd doorgetrokken naar Appingedam en Delfzijl, besloot de DAM een autobussenlijn op te zetten. Op het chassis van een tweetal Fords werd een carrosserie gebouwd, die elk plaats boden aan twaalf passagiers. Later kwam er een derde bij. Met steun van de overheid exploiteerde de maatschappij in 1921 drie lijnen: Toen directeur Smith hoorde van de plannen van een concurrent voor een buslijn Appingedam – Groningen v.v. , zette Smith snel ook deze lijn op. Deze lijn was zeer succesvol, ondanks het feit dat in 1922 een bus van de DAM in het Damsterdiep belandde, waarbij één van de passagiers aan haar verwondingen overleed.

In de loop der jaren werd het aantal lijnen en bussen uitgebreid en verbeterd. Toen in 1926 de Wet Openbare Vervoermiddelen van kracht werd, had de DAM voor haar lijnen vergunningen nodig van de Provinciale Staten. Ondanks de sterke concurrentiestrijd met de Nederlandse Spoorwegen en kleinere busondernemingen, wist de DAM wel steeds haar vergunningen te behouden.

Door poorten met de kleuren van de regenboog werden we welkom geheten in Spiek, de Groningse naam voor Spijk. Langs de Spijkstermaar voerde de route verder over het Trekpad naar Kindercentrum ’t Maar. Hier stond een muziekgroep met overhemden in de kleuren van het wapen van Groningen. We hoorden een van hen zeggen: Later we maar weer een nummer spelen, want er komt een groep wandelaars aan.

De volgende doorkomstplaats was Bierum. Hier bekeken we de Sevastiaan kerk van binnen. Op een tegel aan de muur stond o.a. dat Sara Warmoldina Willemina Baronesse van Manen te Bierum geschaakt was. Bierum werd over de ongeveer 1 km lange Krommeweg verlaten. Na kruising met de N33 werd Losdorp bereikt. Op een driesprong stond een draaiorgel fraai zijn liedjes af te spelen. Na het Golfterrein van Losdorp was een danszone ingericht. Een danser vroeg of je mee wilde dansen. Hijzelf deed het wel terwijl wij voorbij liepen.

Nu werd Holwierde bereikt. Hier stonden bij een driesprong een heleboel oude legervoertuigen waarvan ik er meerdere op de gevoelige plaat heb vastgelegd. Nadat de hele legerstoet voorbij was gereden, troffen we de voertuigen weer in het centrum van Holwierde. Door het felle zonnelicht lukte het niet om de kerk van Holwierde op de gevoelige plaat vast te leggen en moesten we het doen met een foto van google-maps.

In Uitwierde liepen we mooi om de plaatselijke oude kerk heen. Aan de noordkant van Delfzijl werd dwars door een woonwijk naar monument Ede Staal gelopen. Vandaar liepen we over de Waddenzeedijk naar de finish. Het was een prachtige wandeldag geworden.



Klik HIER voor de betekenis van de buttons die boven aan dit verslag staan.

Henri Floor