
Op zaterdag 21 mei 2011 was de start van de Ronde van Zuid-Limburg vanuit Heerlen. Dit is een driedaagse wandeltocht waarbij de start en finish elke dag vanuit de Spuiklep, een accommodatie van Spoorweg Sport en Ontspannings Vereniging Heerlen. Er kon gestart worden vanaf 8:00 uur. Wij houden ervan om rustig te lopen. Wij begonnen om 8:25 uur aan de wandeling.
We liepen eerst in de richting van station Heerlen, maar ruim voor het station sloegen we af en liepen door een tunnel naar de andere zijde van het spoor. We liepen langs flats waarvoor gekleurde stenen, met fraaie tekeningen erop getekend, lagen. Langs vijvers van het Palemigerboord kwamen we door de Palemig-wijk van Heerlen.
Buiten Heerlen werden wij op een pad door korenvelden ingehaald door twee Friezen, een echtpaar uit Drachten. We staken een nieuw aangelegde rondweg, die nog niet in gebruik was, via een brug over. Ons pad steeg en aan onze linkerhand lagen in de diepte meren van zandafgravingen. Doordat ons pad bleef stijgen kregen wij, omkijkend, fraaie panorama´s te zien. Dit kwam mede door het zonnige weer.

Na stadsdeel Heerlerheide werd een heideveld bereikt. We staken dit golvende landschap over. We bevonden ons nu op de Brunssummerheide. Bij bezoekerscentrum Brunssummerheide van Natuurmonumenten hadden we een rust en dronken koffie. We zaten hier aan een tafel met een echtpaar Santiago de Compestello-gangers en een wandelaar die in het verleden veel lange Euraudax-tochten liep. We hadden hier ook een controlepost. De controleurs werden door ons op de gevoelige plaat vastgelegd inclusief de "burgemeester".
Net als de andere dagen was ook deze dag de route anders dan in voorgaande jaren. We vervolgden onze route nu niet langs een gebouwtje waaraan een grote zonwijzer is bevestigd. Nu liepen we verder over de uitgestrekte Brunsummerheide naar de Roode Beek. De beek werd gekruist over een oud houten bruggetje. Na de beek lieten we een hoge heuvel links liggen, maar het parkoers was desondanks zwaar genoeg.
Het natuurgebied Dal van de Roode Beek is een combinatie van vochtige heide en hellingveen. Hier groeien en bloeien klokjesgentiaan, watergentiaan, beenbreek en kleine veenbes.
Het Dal van de Roode beek ligt langs de midden- en benedenloop van de gelijknamige beek. Het beekdal maakt deel uit van een 750 hectare groot grensoverschrijdend natuur- en landschapspark. Dit gebied bestaat aan Nederlandse kant uit het Leiffendervenn, het Dal van de Roode beek en de Schinvelder Bossen. In Duitsland omvat het park het voormalige Gangelterbruch en de brede dalvlakte van de Rodebach, lees hier meer.
De Hessen, een Germaanse stam die rond het begin van de jaartelling op de Brunssummerheide leefde, heeft volgens de legende met de Romeinen gevochten. De strijd was zo hevig dat het water van de beek die door het gebied stroomt door het vloeiende bloed helemaal rood kleurde. Hier heeft Rode beek haar naam aan te danken.
Tegenwoordig weet iedereen dat de Rode beek en de Rodenbach hun naam ontlenen aan het rode, ijzerrijke water dat er vanuit het venige gebied instroomt.
Voordat we de eerste verzorgingspost bereikten lag, iets van de route af maar wel zichtbaar vanaf de route, het monument Nicky Verstappen (13 maart 1987 - 10 augustus 1998). Bij de Cooperbaan lag dan de verzorgingspost. De Cooperbaan ontdekten we pas toen we ons pad weer vervolgden.
We vervolgden ons pad over de Brunssummerheide en kwamen daarop bij de bergsport en schoenenwinkel van Hendriks Schoenmode te Landgraaf. Deze locatie staat elk jaar op het programma en hier wordt een frisdrankje, koffie of thee geschonken.
Door een heuvelachtig bosgebied, gevolgd door een wat opener gebied, waarbij de parkoersomschrijving niet geheel klopte werd Eygelshoven bereikt. Aan de rand van het dorp lag een afgezet terrein van de plaatselijke carnavalsvereniging Alaafegelse - Burgerlust 1924. In Eygelshoven werd vervolgens een oude mijnwerkerswijkje doorkruist met de Meesstraat. Daarop werd de grote rust bereikt in school De Schatkist.
Nu zetten we koers naar beekje de Angstel. Er was een stevig touw over de Angstel gespannen waar scouts over de Angstel "zeilden". Nu zetten we koers naar kasteel Erenstein. Maar tot onze grote verbazing sloeg de route een paar honderd meter voor het kasteel af. We hadden ons zo verheugd op een bezoek aan dit kasteel. We keken achterom of er wandelaars aankwamen. Toen we deze niet zagen besloten we van de route af te gaan om kasteel Erenstein alsnog te bezoeken. 50 meter verderop hoorden we geschreeuw. Het bleek dat we door achterop komende wandelaars waren herkend als zijnde verkeerd lopende wandelaars. Nadat we naar ze gezwaaid hadden, liepen we alsnog naar kasteel Erenstein. Eerst liepen we over de binnenplaats van het kasteel. Via een andere toegang verlieten we de binnenplaats en liepen achter het kasteel langs.
Het volgende kasteel dat op het programma stond was kasteel Strijthagen. De eigenaar van het kasteel had zijn best gedaan om de inkijk in het kasteel zo beperkt mogelijk te houden door het plaatsen van een hoge heg om het kasteel. De heg aan de voorzijde stond te dichtbij om een mooie foto te maken van het kasteel. Maar de heg aan de achterzijde stond veel verder weg van het kasteel. Ik stelde mijn fototoestel zo in, dat een foto na 10 seconden genomen zou worden. Nu strekte ik mijn arm zo ver mogelijk naar boven met mijn fototoestel in mijn hand. Nu kwam ik net boven de heg uit en de foto is redelijk goed geslaagd.
We kwamen nu bij de Wilhelminaberg. Tegen de helling is een overdekte skihelling aangelegd met de naam Snowworld. Aan een andere zijde van de Wilhelminaberg was een lange trap aangelegd. In één van de voorgaande keren dat we hier langs kwamen, zijn wij de trap een keer op en neer geweest. De trap telt 555 treden en is de langste trap van Nederland.
De langste trap van Nederland staat in Landgraaf. De trap is gelegen op de Wilhelminaberg, een voormalige steenkolenberg. De totale trap overbrugt een hoogte van 90 meter, is 250 meter lang en telt 555 treden. De trap bestaat uit 22 delen met daartussenin telkens een plateautje. De delen zijn onderaan breed en bestaan uit 20 traptreden. Naar boven toe worden ze steeds smaller en tellen 24 treden.
Onderaan de trap ligt een vijver. Over deze vijver loopt een verbindingsbrug die de trap verbindt met de Overstehofweg. De zijkant van deze brug is een blijvende herinnering aan het mijnverleden: er staat een inscriptie ‘Wilhelmina 1906 – 1969’.
Op de flanken van de steenberg zijn diverse wandel-, fiets- en ruiterpaden aangelegd. Zo is er een route over de berg voor mountainbikers, aangelegd door Mountainbikeclub Discovery uit Landgraaf. De afdaling aan de achterkant van de steenberg zou tot een van de mooiste (maar ook gevaarlijkste) van Nederland behoren.
Verderop kwamen we nog langs een oud schachtwiel. Ook kwamen we nog langs de Caumermolen. Dit is vermoedelijk de oudste watermolen van Heerlen. Daarna volgde nog de Oliemolen en het Riool Turbine monument dat op 14 mei 2011 officieel is geopend.
De Caumermolen, de waarschijnlijk oudste (water)molen van Heerlen, is aangemerkt als Rijksmonument. Het huidige complex is grotendeels uit baksteen opgetrokken en de oudste gevel bestaat uit het kenmerkende Limburgse vakwerk. Het hoofdgebouw stamt uit 1787. Dat was echter een verbouwing uit dat jaar, want de molen wordt reeds in 1371 genoemd als banmolen, wat wil zeggen dat de bewoners van een bepaald gebied verplicht waren hier tegen betaling in natura, hun graan te laten malen. Door het bezit van dit recht valt af te leiden dat (een voorloper van) de (water)molen zeker al in de 11e eeuw bestond. Het maalwerk werd na de tweede wereldoorlog verwijderd. In 1964 brandde de helft van de molen af. Dit gedeelte is in 2006 herbouwd, zodat het karakter van een open carréboerderderij is teruggekeerd.
De laatste foto's voor de finish waren van twee opgezette olifanten, die heel mooi versierd waren.
Het IVV-nummer was 16905.