Op zaterdag 29 mei begon de Ronde van Zuid-Limburg.
De start was vanuit De Spuiklep op het NS-emplacement te Heerlen.
Dit jaar kon al om 8 uur gestart worden.
Wij deden het wat rustig aan en begonnen een kwartier later aan deze 30 km lange tocht.
Over de Parallelweg liepen we naar het treinstation van Heerlen-centraal.
De zon scheen op de stationshal en verlichte daarmee mooi gekleurde ruiten.
Bij Groeneboord liepen we voor de tweede keer onder dezelfde spoorlijn door.
We sloegen af en ons pad voerde relatief steil door een holle weg.
Boven ons zagen we een voetbrug over de holleweg lopen.
We kwamen uit op het Bospad.
Dit Bospad was geen bospad, maar een klinkerweg zonder bomen.
Verderop kwamen we langs treinstation Heerlen De Kissel.
Door de gelijknamige wijk, een wijk met oudere huizen kwamen we op een relatief nieuw aangelegde weg.
Bij een rotonde liepen we rechtdoor en volgden nu de Heerlenseweg in Landgraaf.
Daarbij zagen we aan de overzijde van de weg een gedenkteken.
Op 13 oktober 1944 kwamen bij een rampzalig bombardement op Leenhof, 15 medeburgers en 6 geallieerde soldaten op noodlottige wijze om het leven.
Ter nagedachtenis is vlak bij Hoeve Leenhof een monument geplaatst.
Bij een kerk sloegen we af.
De buurt Leenhof heeft zijn naam ontleend aan de "Hoeve in het Leen" waar uiteindelijk de naam Leenhof van is afgeleid.
De Leenhof was tussen de 14e eeuw en de 18e eeuw een leengoed. In 1904 kwam het in bezit van de Oranje-Nassau Mijnen.
De directie van de Oranje-Nassau Mijnen besloot rond de Eerste Wereldoorlog in Leenhof woningen te bouwen voor de mijnwerkers.
Er werden drie groepen woningen gebouwd op het terrein tussen de Heerlenseweg en de kerk van Schaesberg.
Tussen 1920 en 1924 werd de school gerealiseerd.
In 1924 werd de kerk gebouwd en deze werd op 21 december 1924 ingewijd door deken Nicolay van Heerlen.
De paters Montfortanen gingen de kerk bedienen.
Leenhof was toen een rectoraat en werd in 1970 verheven tot parochie.
De toenmalige rector Custers werd de eerste pastoor en heeft het ambt tot zijn dood uitgevoerd.
Door het teruglopende kerkbezoek werd op 19 maart 2000 de laatste mis in de kerk gehouden.
De kerk werd verkocht en ging dienen als woonhuis.
De naamvan de kerk was oorspronkelijk O.L. Vrouw van de berg Carmel en
behoorde tot de parochie/kerkgemeente: H.H. Petrus en Paulus en O.L. Vrouw van de berg Carmel
Het was de bedoeling dat we nu langs de Leenderkapel zouden lopen.
Vanwege een open buitenmis was hier een omleiding ingesteld.
Toen we op de Leenderkapelweg uitkwamen bleek de mis net afgelopen te zijn.
Dit stelden we vast aan de hand van de vele fietsers en auto’s die uit de richting van de Leenderkapel kwamen gereden.
De Leenderkapel werd rond 1644 gebouwd door Jan Frederik, de eerste heer van Schaesberg.
De kapel ligt op de heuvel achter de ruďnes van het kasteel van Schaesberg.
De kapel is gebouwd met Kunradersteen, mergel en baksteen.
Zij is vijfhoekig van vorm met een binnenruimte van 4 bij 5 meter.
De laatste grote renovatie vond plaats in 1998.
De kapel is tegenwoordig een beschermd monument.
In de geschiedenis is het Leenderkapelletje bekend als een van de plaatsen waar de Bokkerijders in de 18e eeuw samenkwamen en hun eed aflegden.
We kwamen uit bij Hendriks-Schoenmode te Landgraaf.
Hier hebben we elk jaar een extra rust- en verzorgings post.
De bloemetjes waren hier buitengezet.
En wel in oude bergschoenen.
Voor de etalage stonden aan de buitenkant alleen maar oude bergschoenen met geraniums.
We verlieten Schaesberg, zoals deze voormalige plaats, die nu door Landgraaf was opgeslokt, heette. Op een huis zagen we een mooie windvaan. Door bosgebied liepen we naar de straat Vlekkenkamp.
Hier zagen we twee amazones, die we op de gevoelige plaat vastlegden.
Na een speeltuin aan de noordwestkant van Landgraaf werd op 8,2 km de eerste verzorgingspost van de organisatie bereikt. Dat was bij de Cooperbaan te Landgraaf. We bevonden ons inmiddels op de Brunssummerheide. We hadden hier weer prachtige vergezichten. Vanaf een heuveltop hadden we een keer uitzicht op de Rode Beek. We lieten dit gebied nu links liggen.
We liepen naar de Nieuwenhagenerweg. Na kruising door de weg via een tunnel onderdoor te lopen werd een golfterrein bereikt. Bij een hotel aan de Rimburgerweg was een binnenrust. Door het zonnige weer werd het voor velen toch een buitenrust omdat het buitenterras werd benut.
De afgelegde afstand bedroeg hier 13,2 km.
We liepen verder om het golfterrein heen en kruisten de Nieuwenhagenerweg op dezelfde plaats als op de heenweg.
Verder dwaalden we over de Brunssummerheide.
We kwamen nog langs een meer, dat erg kronkelig was en waarvan de oevers bevolkt waren met vissers.
We kwamen nog door een moerasgebiedje.
Op één pad lag een grote plas op ons pad, dat maar met moeite droogvoets gepasseerd kon worden.
Ook kwamen we over parkeerplaats Koffiepoel.
In het verleden werd hier jarenlang een verzorgingspost ingericht.
We zagen in de verte een hoge heuvel waarop we wandelaars tegenop zagen klimmen.
Later bleek dat dat wandelaars van onze wandeltocht waren.
Toen wij boven kwamen lasten we hier een rust in.
Een aantal achterop komende wandelaars bleven ook rusten om van het fraaie vergezicht te genieten.
Later bleek dat nog niet zo’n gek idee te zijn geweest, want het daaropvolgende restaurant bij het bezoekerscentrum van Natuurmonumenten was niet voor wandelaars geopend.
Navraag later bij de organisatie leerde, dat de plaatselijke beheerder van Natuurmonumenten een moeilijk persoon is.
Een week tevoren had de organisatie contact met hem gehad met de vraag dit aan de beheerder van het restaurant door te geven.
De beheerder van het restaurant verklaarde echter niet geďnformeerd te zijn.
Het bezoekerscentrum lijkt nu wel op een vesting.
Rondom een groot deel van het centrum was een muur van natuurstenen opgestapeld.
Opnieuw voerde de route over de Brunssummerheide.
Daarbij zagen we een traject van de heenroute in de verte liggen.
Op 21,8 km werd de laatste verzorgingspost bereikt.
Deze was ook op Brunssummerheide gelegen.
Daarna kwamen we nog langs de zandafgraving nabij Heihoven.
Nabij de Binnenring stond een bord van een ooievaar in de tuin van een huis ten teken van de geboorte van een kind. Het was echter geen standaard bord.
Aan de overzijde van de Binnenring kwamen we langs de Barbarakapel.
De Barbarakapel, gelegen aan de slotweg, is in 1670 gesticht door Johan Frederik, heer van Schaesberg.
De heer, later baron, van Schaesberg heeft er voor gezorgd dat Schaesberg niet tot de protestantse Republiek der Verenigde Nederlanden ging behoren.
Bij de verdeling van de Landen van Overmaas in het Partagetractaat van 1661 kwam Schaesberg in het gebied van de koning van Spanje te liggen,
waardoor de vrije uitoefening van het katholieke geloof gewaarborgd was.
In de voorgevel bevindt zich een chronogram, waaruit blijkt dat de kapel aan de H. Barbara is gewijd.
Tevens kan men hieruit de stichtingsdatum 1670 aflezen.
De kapel is in de 18e eeuw vergroot en in de 19e eeuw gewijzigd.
Het oudste gedeelte bevindt zich aan de oostkant en heeft een plint van Kunradersteen.
In de schuine zijden zien we een rond venstertje met een vierkante omlijsting van mergel.
De zijgevels hebben beiden drie venstertjes in de vorm van een staande ovaal, die dateren uit de 19e eeuw.
In de kapel vond op 25 juli 1774 de kerkelijke inzegening plaats van het huwelijk van Frederik Joseph, baron de Böselager uit Voswinkel en Maria Augusta van der Heyden genaamd Belderbusch uit Villich, verblijvend op kasteel Terworm.
De Barbarakapel raakte in de loop der tijd sterk in verval. Gelukkig is zij een paar jaar geleden weer prachtig gerestaureerd.
Nabij de Kasteellaan was een gedeelte van een park afgesloten.
Na nog de RK kerk H. Hart van Jezus in Heerlen en de Luthersekerk, beiden langs de Meezeerweg, werd de finish bereikt. De afgelegde afstand bedroeg 27 km.
Lutherse kerk
De Lutherse gemeente te Heerlen ontstond na de eerste wereldoorlog met de opkomst van de mijnbouw in het Heerlense.
Door het tekort aan geschoolde arbeidskrachten in de regio werden veel arbeiders waarvan een aantal Lutherse was, uit Duitsland aangetrokken.
De dichtstbijzijnde Lutherse gemeente was de kleine Duitstalige gemeente in Vaals.
Op 16 mei 1920 deed ds. Kupfernagel als dominee intrede.
De gemeente in Vaals gaf hem zo weinig werk dat hij ook de zorg van de grote groep Duitssprekende mijnwerkers in Heerlen op zich nam.
Hij vestigde zich in Heerlen nadat de kerkenraad in 1925 in een geheime stemming beslist had om de predikantswoning daar te plaatsen.
Het IVV-nummer was 11538.