|
|
|
|
10e Drent Friese Woud Wandelvierdaagse Diever 2004
|
Van 27 t/m 30 mei 2004 werd de Drents Friese Wold Wandelvierdaagse georganiseerd vanuit Diever in de gemeente Westerveld. De start was vanuit het Dingspilhuus.
1e wandeldag, donderdag 27 mei 2004
Wij besloten dit jaar de tocht als driedaagse te lopen en wel de
eerste drie wandeldagen. Even na acht uur verlieten we startlocatie Dingspilhuus
te Diever. Veel 40 en 30 km lopers waren al gestart.
Drenthe werd in de 11 e eeuw door de toenmalige DuitsRoomse koning Hendrik
III in leen gegeven aan de bisschop van Utrecht. Deze bisschoppelijke tijd heeft
geduurd tot aan de 80-jarige oorlog. Toch heeft Drenthe zijn eigen identiteit
goed weten te behouden. Men kende zeker vanaf de tiende eeuw het zogenaamde
Landrecht, hetgeen door de bisschop werd erkend. Dit Landrecht werd uitgevoerd
door een Drents rechtscollege genaamd de Etstoel. Deze werd gevormd door een
Drost en 24 Etten, de laatsten gevormd door 4 gekozen vertegenwoordigers per 6
Dingspelen.
Diever was vroeger één van de 6 Dingspelen en dit Dieverder Dingspil
besloeg ongeveer Zuid-West Drenthe. Diever wordt reeds in 1181 vermeld als
Devere of Deveren.
Een Dingspil vormde een hechte eenheid. De eerste 6 Drentse kerken werden
gesticht in de hoofddorpen van deze Dingspelen. Dit waren de Seendkerken. Seend
is recht, m.a.w. hier werd de kerkelijke rechtspraak uitgevoerd. Vanuit deze
Seendkerken werden de kerken in de andere dorpen binnen het Dingspil gesticht.
Het gebied waarvan de bewoners naar een kerk gingen, werd een Kerspil genoemd.
Na de Franse tijd zijn deze kerspelen in 1811 omgevormd tot de huidige
gemeenten. Het Dieverder Dingspil was sterk op Steenwijk georiënteerd. Dit komt
omdat Diever in het noorden werd afgeschermd door de Smilder venen, in het
oosten door de Hoogevenen en in het zuiden door het Kolderveen.
Wij verlieten Diever met uitzicht op molen De Vlijt en bereikten
buurtschap Oldendiever. Nadat ons parkoers voor de eerste maal was overgegaan
van verharding in een onverhard pad, liepen we langs prachtig bloeiende gele
brem. Bij het plaatsje Wittelte liepen we door het gebied met de naam
Wittesheuvel. Wittes lijkt wel wat op de plaatsnaam Wittelte en was wel te
verklaren. Maar heuvel was hier niet te verklaren, want de omgeving hier was zo
plat als een dubbeltje.
Wittelte werd al in een akte van 1040 genoemd. Aan de Meester Broerweg
ligt de "Wittelterberg". Dit is een overblijfsel van een heuvel, waarop een
houten kasteel uit de Middeleeuwen heeft gestaan.
Bij de Drentse Hoofdvaart staken we de Wittelterbrug over. De brugwachter
was een dame van een jaar of 19 en verdiende met dit baantje waarschijnlijk wat
bij. Daarop werd camping Wittelterbrug bereikt op 5,8 km.
Door de in de 18e eeuw sterk op gang komende vervening van de Smilder
Venen werd de voor de turftransport noodzakelijke Drentse Hoofdvaart gegraven
die in het eind van die eeuw gereed kwam.
We vervolgden ons pad en staken het riviertje Oude Vaart over. Daarna werd
koers gezet naar Havezate Oldengaerde. We liepen alleen langs de achterkant van
de Havezate.
Rond 1420 is het huis Oldengaerde gebouwd. Dit gebouw staat waarschijnlijk
op de fundamenten van een oudere voorganger. In 1717 is het landhuis grondig
verbouwd en heeft van die verbouwing zijn huidige vorm. In de 19e eeuw werd het
oude hoge dak vervangen door het huidige lagere dak met fronton.
De tuin is opgesierd met een aantal beelden. Op het voorplein bevindt zich
een gebeeldhouwde grafsteen. Achter het huis een beeld van Hercules, afkomstig
van het verdwenen huis te Ansen. Op het dak staat nog het koepeltje met een
luidklok, die de middagschaft aangaf. Het rijke gebouw wordt door de eigenaren
bewoond en is niet toegankelijk.
Na Huize Oldenhut werd door bosgebied en open terrein koers gezet naar de
mobiele post op 12,1 km.
Over de Oude Dwingelderdijk zetten we koers naar het plaatsje Ansen. In
het centrum hadden we een rust op een bankje met leuning, één van de weinige
tijdens deze tocht. Verder liepen we over de Kleiner Esweg naar buurtschap
Witteveen. Daarna werd camping Wiltzangh bereikt. Hier was op 19,2 km een
rustpost.
Daarna werd koers gezet naar de buurtschappen Benderse en Engeland met
als hoogtepunt Beltmolen De Zaandplatte. Daarna bereikten we bezoekerscentrum
Dwingelderveld. Buiten stond een zogenaamde grondwatermeter. Bij deze watermeter
kon je vaststellen hoe diep het grondwater op dat moment was. Wij lazen 2,80
meter af. Als extra informatie werd nog gemeld dat het grondwaterpeil "normaal"
is bij een diepte van 1,50-2,50 meter, dat het "te laag" is bij een diepte
tussen 2,50 en 3,00 meter. En "veel te laag" is bij een diepte van 3,00-3,50
meter. In dit geval was het grondwaterpeil dus "te laag".
We vervolgden ons pad en bij de Schaapskooi van Ruinen sloegen we af en
volgden over een fietspad langs de Benderse Heide. In de winter bestaat de
Ruinense schaapskudde uit ongeveer 250 schapen. In de zomer bedraagt dit aantal
rond de 500 schapen. Verderop bereikten we bosgebied Anserdennen. Op 27,4 km
werd de mobiele post weer bereikt. De temperatuur was deze dag niet al te hoog,
namelijk zo'n 16 graden. De mobiele post stond in een wat opener gebied,
waardoor het wat koeler aanvoelde. Daarop trokken we onze jas weer aan.
Na de mobiele post volgden we het Anserpad, dit is het verlengde van de
eerder genoemde Oude Dwingelderdijk.
Door bosgebied bereikten we camping
Torentjeshoek. Via buurtschap Westeinde werd de zuidwesthoek van Dwingeloo
bereikt. Hier was op 32,6 km in restaurant De Vogelsangh" nog een laatste
rustpost.
Langs een zigeunerkamp werd Dwingeloo weer verlaten. We kwamen langs Huize
Batinge. Dit huis is omgeven door een gracht en een dijk, waardoor we maar heel
even uitzicht hadden op de tuin met prachtig bloeiende rododendrons.
Batinge begon als een versterkte middeleeuwse hofstede met een zware, hoge
verdedigingstoren. In de 17de eeuw sprak men over een huis met on-Drentse
allure. De edelman Elbert Anthony van Pallant, die Batinge in 1685 kocht, bood
ook onderdak aan asielzoekers. Gevluchte Franse Hugenoten mochten op Batinge
godsdienstoefeningen houden. Later liet hij in het dorp een rij woningen voor
hen bouwen. Die zogenaamde ‘Franse huizen’ vormen nog immer een karakteristiek
stukje Dwingeloo. Het Huis Batinge is in 1832 afgebroken; wat resteert is een
laan, een stuk van de gracht en een oud bijgebouw.
We staken de Oude Vaart opnieuw over en bij de Oude Dieverbrug staken we
nog de Drentse Hoofdvaart over. Via Oldendiever werd de finish bereikt. De
afgelegde afstand bedroeg 39,4 km. Het IVV-nummer was 11395.
|
Henri Floor & Coos Verburg |