|
|
|
|
|
10e Drents Friese Wold Wandelvierdaagse 2004
|
Van 27 t/m 30 mei 2004 werd de Drents Friese Wold Wandelvierdaagse georganiseerd vanuit Diever in de gemeente Westerveld. De start was vanuit het Dingspilhuus.
2e wandeldag, vrijdag 28 mei 2004
Ik liep de tweede wandeldag samen met Coos. Zij
moest 27 mei nog werken. Na het werk was ze afgereisd naar Meppel alwaar ik haar
van de trein haalde. Wij vertrokken deze wandeldag om 8.20 uur op het 40 km
parkoers. De 30 km lopers konden vanaf 7.30 uur starten en de 40 km lopers een
half uur eerder.
We verlieten het centrum van Diever in noordoostelijke richting. Bij het
noordelijkste puntje van de Molenes sloegen we af en volgden een fraai smal pad
en liepen vervolgens zuid-oostwaarts tot aan Dieverbrug. Hier staken we de
Drentse Hoofdvaart over. Dit kanaal wordt al een tijdlang niet meer gebruikt
voor de beroepsvaart, maar des te meer door de recreatieve plezierjachten.
Meteen na de brug sloegen we af in noordelijke richting en liepen dus langs de
Drentse Hoofdvaart. We zagen hier een aantal pleziervaarten liggen en op één
exemplaar stond de thuisplaats 's-Hertogenbosch vermeld. Op het dek stonden een
paar mensen en een beetje hardop zei ik toen: "dat gaat naar Den Bosch toe". De
reactie was: "dat klopt, maar wel met een omweg". Want hun jacht voer op dat
moment in noordelijke richting.
Na een km lopen langs het kanaal kregen we fraai uitzicht op de voormalige
kalkovens van Diever. Deze werden op de gevoelige plaat vastgelegd.
Kalkovens bij Dieverbrug
In 1925 besloot de bouwmaterialenhandel N.V. Concordia te Meppel, met een
nevenvestiging in Dieverbrug, een schelp kalkbranderij op te richten aan de
Drentse Hoofdvaart te Dieverbrug. In dat jaar werden twee kalkovens en een
leshuis gebouwd en in gebruik genomen. Vervolgens werden in 1926 een
transporteur, in 1928 een derde kalkoven en in 1929 een schelpenbreker gebouwd.
Tenslotte werden in 1951 nog een trilzeefinstallatie en een transportband in
gebruik genomen. De schelpen werden in de ovens gebrand tot ongebluste kalk. In
het leshuis werd de kalk verwerkt tot gebluste kalk dat in die jaren bouwkundig
veel werd gebruikt in de metselspecie, terwijl het ook zijn toepassing vond in
de landbouw vanwege de zuurneutraliserende werking.
In de vijftiger jaren stagneerde de verkoop van de schelpkalk omdat men
gebruik ging maken van de kwalitatief betere steenkalk uit de Limburgse
mergelgroeven.
In 1952 werden de ovens gesloten. De derde oven en het leshuis werden in
1959/60 afgebroken, terwijl de beide andere ovens langzaam maar zeker in verval
dreigden te geraken.
Nadat in 1971 en 1983 pogingen tot restauratie waren mislukt, lukte het de
stichting "Drents Monument" om in 1993 de beide overgebleven kalkovens te laten
restaureren.
De ronde gemetselde ovens zijn kegelvormig gebouwd, het bovenste deel van
de ovens is als een traditionele fabrieksschoorsteen met een lengte van 11 meter
gebouwd. Naast de ovens is nog het betonnen fundament te herkennen van de
gesloopte derde oven.
We sloegen af over een stuw die over de naastliggende sloot lag. In een weiland
graasden vier ezels. Even
later werd buurtschap Leggeloo bereikt. We volgden hier de hoofdweg naar
Geeuwenbrug.
Geeuwenbrug dankt zijn naam aan een zwaaikom in de vaart, een zogenaamde
geeuw.
In buurthuis De Gowe was op 7,6 km de eerste rustpost. Het was hierbinnen
behoorlijk warm. Het bleek dat de verwarming aan was. Na het stempelen kregen we
een mandarijn. Vlak voordat we deze rust verlieten troffen we de vrouw van de
eerste voorzitter van WS78. Zij liep het 20 km parkoers.
We verlieten Geeuwenbrug in noordelijke richting en bij een meertje
sloegen we af in de richting van natuurreservaat Leggelderveld. Dit was een
schitterend gebied met bossen, open terrein en heidevelden.
Het Leggelderveld is een afwisselende gebied bestaande uit bos, droge en
natte heide, schraal grasland, zandafgravingen en veenputten. De
hoogteverschillen tot ruim 4 meter maken het natuurgebied extra gevarieerd. In
1957 kocht Natuurmonumenten hier zijn eerste percelen. Stukje bij beetje is
steeds meer grond verworven. Door te ruilen bij ruilverkavelingen is een groot
aaneengesloten natuurgebied van ruim 300 hectare ontstaan
Mede dankzij de inzet van paarden, runderen en Drentse heideschapen is het
Leggelderveld aan het veranderen in een schitterend parkheidelandschap. In het
vochtige veld groeien zeldzame planten als klokjesgentiaan, beenbreek, tengere
heideorchis en veenpluis. Er leven adders, roodborsttapuiten, grote
heidevlinders en gentiaanblauwtjes.
Het Leggelderveld is het restant van een oorspronkelijk uitgestrekt
heideveld. Het maakte deel uit van het esdorpenlandschap met de esdorpen
Leggeloo en Eemster. Zandverstuivingen hebben voor de hoogten en laagten in het
gebied gezorgd. Met het steken van turf zijn door menselijk toedoen veenputten
en vennen ontstaan. Het Blauwe Meer is gegraven voor zandwinning. De
zandafgraving herbergt een oeverzwaluwkolonie. In de Voorste Zandduinen liggen
restanten van een Duitse verdedigingslinie uit de Tweede Wereldoorlog. Het zijn
restanten van de zogenoemde Frieslandlinie. Deze bestond uit zigzagvormige
loopgraven en een tankgracht. Deze tankgracht liep oorspronkelijk helemaal van
Zwolle naar Delfzijl..
De uitzetter(s?) van de parkoersen had het zich moeilijk gemaakt door de
parkoersen op een relatief klein gebied te verspreiden. Daardoor kwam het voor
dat verschillenden afstanden op sommige trajecten tegengesteld verliepen. En dat
was voor de wandelaars erg verwarrend.
Na camping Barelshoeve werd in bosgebied Achterste Zandduinen de tweede
rustpost bereikt op 12,1 km. Dit was een mobiele post. Dat wil zeggen, er stond
een grote blauwe tent waar diverse drankjes te verkrijgen waren en waar je
eventueel ook droog kon uitrusten bij regen.
We vervolgden ons pad door het bosgebied en even later liepen we langs Het
Blauwe Meer, een mooi bosmeer.
In 1905 richtte de Groningse ondernemer Roelfsema in Hoogeveen de
kalkzandsteenfabriek Albino op. Kalkzandsteen was in die tijd een innovatief
product dat veel goedkoper geproduceerd kon worden dan baksteen. Roelfsema koos
voor Hoogersmilde, omdat de locatie per schip gemakkelijk te bereiken was en er
aan wit zand geen gebrek was. Na vele tientallen jaren waarin de zandzuigers
onafgebroken werk deden, ontstond het Blauwe Meer. In het zand van het Blauwe
Meer komt plaatselijk glauconiet voor, een mineraal met een donkergroene kleur.
Samen met de diepte zorgt dit voor de blauw-groene kleur van het meer.
Tegenwoordig is het Blauwe Meer een geliefde plek om te zonnen en te zwemmen.
Ten noorden van het Blauwe Meer is voormalige landbouwgrond verworven.
Deze percelen zullen worden ingericht als open/halfopen landschap. Het gebied
vormt de verbinding tussen de open heide van het Leggelderveld met een eveneens
grotendeels open heidegebied ten noordoosten hiervan. Oude vennen worden weer
open gemaakt en vergroot. De bovenste bodemlaag, waarin te veel voedingstoffen
zitten, wordt verwijderd, zodat droge en vochtige heischrale vegetaties zich
kunnen ontwikkelen en de zeldzame planten die daarin thuishoren een plekje
vinden.
We verlieten het bosgebeid en langs het Verrelveen bereikten we de
Beilervaart. Deze volgden we een kleine km. Even voorbij de Van Dijksbrug
sloegen we af en volgden een grintweg. Na een veerooster lagen in een weiland
grote betonnen duikers, die gebruikt worden voor de doorvoer van water bij een
dam in een sloot. We gebruikten zo'n duiker als rustbank, want onderweg waren
bijzonder weinig bankjes, buiten de officiële rustposten om. Bij onze tweede
boterham kwam een wit gekleurd rund aangelopen. Kennelijk had hij trek in iets
anders dan alleen maar gras. Wij konden dit echter niet zo waarderen en besloten
elders onze maaltijd voort te zetten.
Na een lang pad door en langs weilanden bereikten we de Drentse Hoofdvaart
weer. We liepen langs een groot Kalkzandsteencomplex en bereikten daarop de
derde rustpost in Restaurant Het Blauwe Meer. De afgelegde afstand bedroeg hier
18,3 km. Verkwikt en verzadigd vervolgden we ons pad. Even liepen we verkeerd.
Er bleek hier een splitsing te zijn van de 40 en 30 km. De meeste wandelaars die
we nog zagen liepen het 30 km parkoers. Wij proberen, zo goed als dat gaat,
zoveel mogelijk de parkoersbeschrijving te volgen, maar splitsingen tussen de
verschillende afstanden worden helemaal niet gemeld. We mochten nog wat langer
langs de Drentse Hoofdvaart lopen alvorens af te slaan naar natuurreservaat
Leggelderveld.
Bij de samenkomst van de 30 en 40 km troffen we een echtpaar die de 20 km
liepen. Ze hadden een afslag over het hoofd gezien. Met behulp van fotokopieën
van kaarten, die wij bij ons hadden, konden we hen de kortste route naar de
volgende rustpost voor de 20 km lopers verwijzen. Toen we hier mee bezig waren
kwamen nog twee wandelaars, die het 20 km parkoers volgden, aangelopen. Dit
waren voor ons bekenden namelijk de voorzitter van de OLAT met zijn vrouw. Zij
gaven er de voorkeur aan om terug te lopen om te kijken waar zij fout waren
gegaan. Zij hadden nog tijd zat en anders zaten ze toch maar langer op hun
overnachtingadres.
Na deze rustpost, waarbij we ook wat gegeten en gedronken hadden aan een
pikniktafel vervolgden we ons pad en liepen langs een met hekwerk afgezet
terrein van de kalkzandsteenfabriek met daarachter een groot meer met de naam
Achterste Plas.
Opnieuw kwam er een splitsing met de 30 km en liepen we tussen twee meren
door, waarbij het rechter meer opnieuw Het Blauwe Meer was. Onze
parkoersbeschrijving gaf aan dat we bij een splitsing rechts aan moesten houden.
Bij de eerste splitsing met een smaller pad troffen we geen pijl. Wel zagen we
een bijna geheel naakte man liggen, die aan het zonnen was. Bij gebrek aan een
vijgenblad werd gebruik gemaakt van een zakdoek. Na een zand- en bosparkoers
werd de mobiele post weer bereikt. Nu was de afgelegde afstand 24,4 km.
Opnieuw dwaalden we over de heidevelden van natuurreservaat Leggelderveld.
Na het verlaten van dit natuurreservaat volgden we een "verhard" parkoers door
buitengebied. Daarbij doorkruisten we buurtschap Eemster. Bij een huis stonden
stoelen langs de kant van de weg en deze lieten we niet onbenut. Uiteindelijk
werd Geeuwenbrug weer bereikt. Hier was de laatste rustpost op 32,8 km in
buurthuis De Gowe. Bij de Drentse Hoofdvaart aangekomen staken we de
gelijknamige brug van dit buurtschap over.
Daarna liepen we langs De Eikenhorst. Hier was een asielzoekerscentrum
gevestigd.
Langs camping 't Wildryck, waar de derde wandeldag twee rustposten
waren, werd Diever weer bereikt. De totale dagafstand bedroeg 38,0 km. Het IVV-
nummer was 11396.
|
Henri Floor & Coos Verburg |