|
|
|
|
Met Euraudax vanuit Den Dolder
|
Op zaterdag 1 december 2001 organiseerde Euraudax een tocht van 25 km vanuit Den Dolder.
Het was de voorgaande dagen regenachtig geweest.
Daardoor waren we benieuwd hoe het parkoers er bij lag.
En dat viel flink tegen.
Bij deze tocht werd veelvuldig gebruik gemaakt van smalle bospaden.
Smalle bospaden die ook zeer geliefd bleken te zijn bij terreinfietsers en
die de smalle paden flink geruïneerd hebben.
Want het is al weer een hele tijd geleden dat we zoveel over modderige paden hebben gelopen
tijdens een wandeltocht. In het begin omzeilde je elke plas.
Maar naarmate er meerdere plassen zich aankondigden nam de bereidheid om er omheen te lopen
af. Tenslotte liepen we gewoon door de modder. Er werden vergelijking gemaakt met WS78
tochten. Iemand vergeleek het parkoers met dat van de Bossche 100.
Na de start om 10 uur betraden we spoedig de bossen van natuurgebied Willem Arntszbos,
genaamd naar het gelijknamige psychiatrische instelling. Spoedig verlieten we de bossen
van Den Dolder, gemeente Zeist. Nu dwaalden we door de bossen van de gemeente Soest. We
liepen ongeveer een kilometer over een stuwwalletje dat zo’n 10.000 jaar geleden door de
natuur is "aangelegd". Op 10 km was de eerste grote rust. Deze was gelegen in de kantine
van de voetbalvereniging Op Hees. Door het slechte weer in de voorgaande dagen waren alle
velden afgekeurd. Daardoor waren wij nu de enige gasten. Er was een wandelaar die het tempo
niet meer goed kon bijhouden, maar hij wist van geen ophouden. Na de rust zetten we koers
naar het gebied van de Lange Duinen waarnaar deze tocht genoemd is.
Het 'rondje Lange Duinen' dat op ons menu staat, is landschappelijk zeker de moeite waard,
maar met onze rust is het gedaan, al is het ook hartje winter. De Lange Duinen blijken een
oase voor joggers en hondenbezitters te zijn. Mens en dier worden hier massaal uitgelaten.
Ondanks al dat leven biedt de enorme, heuvelachtige zandvlakte nog altijd een
surrealistische aanblik. Her en der bekronen grillig gevormde grove dennen de duintoppen.
Hun lage, breeduitwaaierende, berijpte kronen steken zilverig-donkergroen af tegen de
winterlucht. Na het verlaten van dit stukje Nederlandse woestijn steken we het bos weer in,
de rust tegemoet.
Bij Soestduinen liepen we nog langs een Jeu de boules baan. De Lange Duinen is een
aardkundige monument.We liepen er in zijn geheel omheen. Af en toe hadden wij fraaie
uitzichten op de duinen en een enkele malen staken we een klein stukje duin over.
De meeste bladeren waren nu van de bomen en lagen nog op de grond. Daardoor had zich een
fraai bladerentapijt gevormd. Op 18 km was de tweede grote rust in de zelfde lokatie als de
eerste.
Opnieuw volgden wij vele smalle paden door de bossen van Op Hees.
We betreden het gebied Op Hees, een terrein van 63 hectare, dat tegenwoordig in handen is
van Natuurmonumenten. Op Hees, genoemd naar de Soester buitenwijk Hees, is het meest
westelijke stukje van het voormalige Soesterveen. Hier leefden de veenarbeiders,
takkenbossenrapers en bezembinders. De woonomstandigheden van deze arbeiders waren
erbarmelijk. Ze woonden meestal bij hun werk, in het vochtige veen. "De gesteldheid van de
hutten", zo rapporteerde ene Sloet van Oldhuis in 1853, "is doorgaans ellendig: de bodem is
onder de grond, de wanden zijn van plaggen opgezet en het dak van heide (...)". Gewoonlijk
vindt men er twee van tenen gevlochten ledikanten met onderlagen van takkenbossen en daarop
een gevulde zak met stro of mos. De haardstede bestaat uit een drietal keien gelijk aan de
overoude haardsteden die men in Hilversum onder de heigrond gevonden heeft.
Er hadden zich 58 deelnemers gemeld voor deze tocht. Opvallend bij deze tocht is het feit
dat de wandelaars erg gespreid uit vele plaatsen van Nederland komen. Ditmaal kwam
uit éen plaats 6 wandelaars. En dat was het Brabantse plaatsje Raamsdonksveer.
|
Henri Floor & Coos Verburg
|