Op zaterdag 24 april 1999 reisden we met de trein naar Doetinchem om hier te beginnen aan het Graafschapspad. Weliswaar is Zutphen eigenlijk de startplaats, maar het staat een ieder vrij om te beginnen waar hij of zij wil. We hadden uitgeplozen, dat als we in Doetinchem begonnen, we het pad in drie etappes van respectievelijk 44, 44 en 28½ km konden lopen, waarbij begin- en eindpunt steeds een NS-station was.
Wij begonnen in Doetinchem bij het NS-station en liepen het centrum van Doetinchem in. We kruisten (onzichtbaar) het Pieterpad en kwamen bij de Grote- of Catharinakerk. Na het Schouwburgplein kwamen we door een parkje met grafzerken. Na het ziekenhuis liepen we het bos in en kwamen bij kasteeltje Havezaathe Hagen. Nu dwaalden we door de Kruisbergse bossen en passeerden enige malen stenen jachtpalen. Vlak voor Laag Keppel liepen we even een bos uit, om meteen weer een ander bos in te gaan. En net op deze overgang hadden we een fraai uitzicht op kasteel Keppel. Het kasteel is gelegen op een eilandje in een dode arm van de Oude IJssel. Het dateert uit het begin van de 17e eeuw. Het kasteel is vooral bekend geworden omdat de ‘zonnekoning’ Lodewijk XIV er in het rampjaar 1672, toen de Fransen ons land waren binnengevallen, heeft gebivakkeerd. Het verhaal gaat dat hij bevreesd voor sluipmoordenaars de nacht doorbracht in één van de torenkamertjes.
We liepen tussen Laag Keppel en Hummelo door. We staken de Wrange Bult over, een heuvel waar een uitgerekte trap overheen liep. Langs de westkant van Hummelo volgden we een alleraardigst smal pad tussen akkers. Verderop staken we een drie palen breed bruggetje, over een sloot, over. Nu kregen we uitzicht op een groot weiland vol met paardebloemen. Er stonden hier zoveel paardebloemen te bloeien, dat het wel op een bollenveld leek voor wat betreft de kleurenpracht. Het smalle pad langs een weiland werd breder en uiteindelijk ging de zandweg over in een asfaltweg, toen we het plaatsje Hoog Keppel betraden. Er was hier geen café of winkeltje. Daarop besloten we een, inmiddels tweede, rust in te lassen om een meegenomen blikje fris te nuttigen.
Na de Huttenkearls van Keppel, een standbeeld van twee kerels ter nagedachtenis aan de ijzerindustrie die hier vroeger gevestigd was, verlieten we langs de kerk over een smal pad Hoog-Keppel. Het smalle pad voerde naar bossen met een meertje. Hoewel we hier op een afstand van minder dan een km langs de Oude IJssel liepen, zagen we deze echter niet.
We naderden het plaatsje Drempt en haalden bij een benzinepomp een stempeltje voor onze stempelkaart en kochten er een paar blikjes fris. We volgden een km een verkeersweg om vervolgens bij het bord bebouwde kom van Doesburg een grasweg te volgen die over de wallen van Doesburg liep. Bij de haven was ons pad eigenlijk afgesloten. Over een grashelling konden we wat ongemakkelijk langs een hekwerk lopen. Over een dijk langs de IJssel en met uitzicht op Doesburg liepen we verder. Verderop verlieten we de dijk en bereikten even later het centrum.
Achter de Waag stonden een paar zitbankjes. Eerst haalden we melk en karnemelk om vervolgens op één van die bankje te rusten en te lunchen. Het was ongeveer 15° en net warm genoeg om aangenaam stil te zitten. Later kwamen twee jongens van een jaar of 18 op een ander bankje zitten. Na een telefoongesprek, dat één van die jongens voerde, liepen de jongens weg onder het uitroepen van “ als hij het niet heeft sla ik hem total loss”. Na deze niet zo vreedzame uitroep liepen wij weer verder en bewonderden enige mooie gebouwen van de stad. Langs fabrieksgebouwen verlieten we Doesburg en volgden eerst een fietspad. Later volgden we de kruin van een grasdijk langs Het Zwarte Schaar, een oude arm van de IJssel. Weliswaar liep het lopen over een grasdijk zwaarder dan een normaal pad, maar je hebt er wel een mooier uitzicht. Door het droge weer was het gras droog.
Na het uitgestrekte IJsselstrand camping met caravans, zomerhuisjes en een grote jachthaven bereikten we camping, jachthaven en café restaurant partycentrum de Beach bij Olburgen. Hier deden we ons tegoed aan enige lekkere kopjes koffie. Opnieuw volgden we een betonfietspad. In de routebeschrijving stond dat het betonpad ophield in het zicht van een korenmolen. Dat klopte niet. Het betonpad hield al eerder op. Vlakbij stond een boerderij en aan bewoners die buiten in de tuin bezig waren vroegen we of we over de grasdijk verder mochten lopen. Dat was het geval en we liepen derhalve verder over de grasdijk. Aan de overkant van de IJssel zagen we de Geldersche Toren liggen. Dit is een rond kasteel. Karel van Gelre heeft de Gelderse Toren in de 13e eeuw laten bouwen als een versterking van waaruit hij in die woelige dagen de IJssel kon bestrijken. Bij buurtschap Rha zagen we de oude korenmolen de Hoop staan. Althans we zagen de romp van een molen in de steigers staan, want de molen dateerde al van 1879 en was in verval geraakt.
Tot aan boerderij Spaans-Weert volgden we de grasdijk (tevens winterdijk). Alleen op de laatste 25 meter stonden en lagen enige koeien op ons pad. Na heel even weer aan de asfaltweg gewend te zijn geraakt, sloegen we al weer af en volgden een graspad langs het water de Grote Beek. We kwamen in Bronkhorst uit. Het kerkplein werd volledig in beslag genomen door een (openlucht) bijeenkomst van jachthoornblazers. Velen van hen waren ook als jagers gekleed. Nadat we enigen van hen hadden horen hoornblazen besloten we weer verder te lopen. In het hoornblazen was geen echte melodie te herkennen. Zowel Olburgen, Rha als Bronkhorst behoren tot de gemeente Steenderen. Buiten het plaatsje Bronkhorst liepen we over de Veerweg naar de pont over de IJssel. Halverwege de Veerweg kwam een bromfietser ons tegemoet gereden met de mededeling dat de pont in revisie was en dat we een andere weg moesten nemen. We geloofden de bromfietser en keerden om. Later kwamen fietsers ons tegemoet op weg naar de pont en even later keerden zij om. Dat was voor ons helemaal een teken dat de pont niet voer.
Het Graafschapspad loopt van Brummen naar Zutphen langs de westoever van de IJssel om bij Zutphen de IJssel weer over te steken, maar dan via een brug. Wij hadden toch al het plan om deze dag door te lopen naar Zutphen. Noodgedwongen volgden we nu de oost-oever. De wegen die we nu volgden kwamen ons bekend voor. Vanaf Bronkhorst loopt ook het Gelrepad en wel in de richting van Vorden (en ook Brummen). Dit pad hadden we nog niet zo lang geleden gelopen. Ons einddoel voor deze dag was Zutphen en we besloten het Gelrepad een eind te volgen. Het pad voerde daarbij tussen de Bronkhorster waarden en de Baker waard. Ook kwamen we nog langs een boerderij met de wel luidende naam Bontekoe.
Daarna volgden enige km’s zeer onaangenaam over een fietspad langs een verkeersweg naar Zutphen. Via buurtschap Bronsbergen bereikten we de IJsselbrug bij Zutphen en hier pakten we de wandelroete van het Graafschapspad weer op. Toen we langs het officiële eindpunt van het Graafschapspad liepen, de St. Walburgskerk, luidden net de klokken. 100 meter voor het NS-station hoorden we een auto toeteren. Erin zaten twee wandelaars die in Geldermalsen waren geweest en daar hadden meegedaan aan de Rode Kruis Wandeltocht.
|
Henri Floor & Coos Verburg
|