Het had 's nachts hard geregend, geonweerd en gewaaid. Na het ontbijt van 7.15 uur begaven we ons
op weg. Toen we ons gereedmaakten voor vertrek regende het nog. We trokken de regenkleding aan.
Maar buitengekomen was het praktisch droog. Voor de zekerheid liepen we tot St. Andrä am Zicksee in
regenkleding. Daar trokken we de regenkleding weer uit en liepen verder in het kort. Hier in St.
Andrä am Zicksee kochten we nog een wandelkaart en dronken Almdudler. Daarna liepen we langs de
Zicksee verder. Door het natuurgebied Lange Lacke
liepen we via een omweg naar
Apetlon.
Apetlon is een typisch Hongaars poestadorp met riet gedekte hutten, waterputten en
ooievaarsnesten op de nokken van de daken. In een steengroeve bij Apetlon werd in 1981 bij
graafwerkzaamheden een reuzengewei gevonden, ruim 250 cm breed, afkomstig van een reuzenhert uit de
late ijstijd. Deze reuzeherten, een diersoort die bijna 10.000 jaar is uitgestorven, konden vanwege
hun enorme geweien alleen leven in gebieden zonder bomen. Door toedoen van prins Bernhard, in zijn
toenmalige hoedanigheid van president van het Wereld Natuur Fonds, werd in 1968 de laatste poesta
van Oostenrijk, gelegen bij Apetlon, in haar natuurreservaat behouden. Daarom werd een plaatselijke
wijn naar hem vernoemd, de Prinz-Bernhardwein.
In Apetlon stopte een automobilist uit Wenen bij
ons. Hij vroeg ons of we de 07 wandeling liepen en of we helemaal over de asfaltweg naar Illmitz
moesten lopen. Hij was ook een enthousiaste wandelaar en wist dat wandelaars niet graag over
asfaltwegen lopen als dat niet nodig is. Daarop zeiden we dat we op de kaart al een alternatieve
weg hadden gevonden. Bovendien wilden we het hele traject te voeten afleggen, indien mogelijk. Toen
we Illmitz naderden besloten we hier te overnachten en nog een wandeling in de buurt te maken
. Het officiële gedeelte was maar 16 km.
We vonden als overnachtingadres een
Privatzimmer op een Hof, een grote boerderij met de welsprekende naam Frühstückpension Emaritta
Egermann. Daarna maakten we een wandeling van 15 km, zonder rugzak, door het natuurgebied in de
omgeving
. We liepen langs het Unterstinkersee en het Oberstinkersee, maar het
stonk er niet. Daarbij zagen we nog verschillende keren ooievaars. We aten en dronken wat in
Wirtshaus Hölle. Vanaf een houten verhoging op palen hadden we nog een uitzicht op de Zick Lacke,
een meer met vele vogels.
Toen we aan het eind van die middagwandeling Illmitz weer naderden,
hoorden we vrolijke muziekklanken. Er was een dorpsfeest aan de gang. De markt was afgesloten. Er
stond een muziekgroep op een podium en er werd levende muziek gemaakt. We besloten een tijd op één
van de banken te gaan zitten. Af en toe waagden mensen zich aan een dansje
.
We kregen
trek en haalden een paar zakjes patat. Daardoor hoefden we later geen restaurant meer op te zoeken
voor onze warme maaltijd. Ook deden we ons tegoed aan meerdere glazen wijn. Vlakbij ons zaten nog
toeristen uit Bazel. Toen we naar ons Privatzimmeradres terugliepen zagen we nog op 3 huizen
ooievaarsnesten. Na het douchen poetste ik nog onze bergschoenen. Rond kwart voor tien gingen we
naar bed.