Sporen-in-en-om-Amersfoort-tocht met WS78 vanuit Amersfoort

Op zaterdag 28 november 2015 organiseerde WS78 de Sporen-in-en-om-Amersfoort-tocht. De start was vanuit Ver­keers­tuin te Amersfoort. De start werd in oostelijke richting verlaten. Het eerste stuk kwam ons heel bekend voor. Dat was namelijk de route die we vanaf het station naar de start hadden gelopen. Na de Brouwerstunnel liepen we verder aan de andere kant van de spoorlijnen over het Smalle Pad. Daarbij kwamen we langs het oude stationsgebouw.


De Nederlandsche Centraal Spoorweg Maatschappij (NCS) werd in 1860 opgericht om een nieuw aan te leggen spoorlijn van Utrecht naar Zwolle te exploiteren. De architect Nicolaas J. Kamperdijk (1815-1887) ontwierp voor deze lijn drie typen stationsgebouwen in vroeg eclectische stijl. Het grootste type werd gebouwd in Amersfoort, Nijkerk, Harderwijk en Kampen. Het voormalige station in Amersfoort dateert uit 1863. Het werd in 1875 aan weerszijden in dezelfde stijl vergroot, toen ook de Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij (HIJSM) het gebouw ging gebruiken voor haar nieuwe Oosterspoorlijn van Amsterdam naar Zutphen. Het station bleef tot 1902 als zodanig in gebruik. In dat jaar opende de HIJSM een nieuw station aan het Stationsplein. Het oude station heeft achtereenvolgens dienst gedaan als locatie voor het seinwezen en werkplaats voor wissels en bovenleidingen. Het pand is een rijksmonument. In 2003 is het pand door het Bouw- en aannemersbedrijf Ossendrijver aan de binnen- en buitenzijde geheel gerestaureerd en verbouwd tot kantoorruimte.

Een grote uitdaging waren de geluidoverlast en trillingen door het frequente treinverkeer vlak langs het pand. Het geluid- en trillingsnivo in het pand moesten worden gereduceerd tot een werkbaar binnenklimaat, hetgeen een grote uitdaging was omdat het karakter van het pand niet mocht worden aangetast. Uiteindelijk is gekozen voor een ‘’doos-in-een-doos’’ constructie waarbij het pand aan de binnenzijde geheel is geïsoleerd met een trillingarme vrijdragende binnenschil. Daarbij zijn onder andere voorzetramen van maar liefst 2500 x 5000 mm toegepast. In de afgelopen decennia was het oorspronkelijke zinken dak uit bezuinigingsoogpunt vervangen door bitumineuze dakbedekking. Tijdens de restauratie is de gehele kapconstructie weer voorzien van een nieuw zinken roevendak.


Verder liepen we door het Burgemeester Brouwer Plantsoen met zicht op het Sint Pieters en Bloklands Gasthuis. Na Plantsoen West werd de Grote Spui overgestoken via de achterkant van de Koppelpoort. Nu kregen we fraai zicht op de Koppelpoort en een sluis in de Eem. Over brug 't Sasje staken we de Eem over. Na restaurant De Vereeniging staken we de Eem opnieuw over, nu over de Kwekersbrug. Nu kwam er een omleiding omdat het Schipperspad gestremd was. Daardoor liepen we nu door buurtschap Eemzijde. Door de parkoerswijziging werd het zicht op Jachthaven De Stuw aan ons oog onttrokken.

Door De Koppel, het moerasgebied van de Oude Eem, was een fraai vlonderpad aangelegd. Het was hier wel zaak om alleen over het kippengaas te lopen, want daarbuiten waren de vlonders spiegelglad. De spoorlijn werd weer gekruist, nu door de Meridiaantunnel. Nabij de Oude Joodse Begraafplaats werd de Scheltussingel overgestoken. Na theater De Flint liepen we over de oude stadsmuur van Amersfoort.

Verschillende keren liepen we langs grote keien waaraan Amersfoort de bijnaam Keistad ontleent. Zo kwamen we ook langs de Belgische Kei. Verder kwamen we onder andere langs of hadden we uitzicht op Muurhuizen, Sint Aegtenkapel, Sint Janskerk, Onze Lieve Vrouwe toren, Joodse Synagoge, Huis Tinnenburg, Dieventoren, De Monnikendam, A­mers­foort­se Kei.


Toen de stad na 1259 ommuurd werd, stroomde aan de oostzijde van de stad het water van de Heiligenbergerbeek de ommuurde stad in. Ter verdediging van deze waterdoorgang werd in de 14de-eeuw Huis Tinnenburg gebouwd. Tinnenburg vormde samen met Huis Rom­me­len­burg aan de overzijde van het water de waterpoort in de stadsmuur. De doorsnede van die stadsmuur is in de zijgevel van muurhuis Tinnenburg duidelijk te zien. De muur was circa zeven meter hoog en 60 cm dik en aan stadszijde voorzien van een weergang op bogen en met kantelen (tinnen). Na de aanleg van de tweede stadsmuur was de waterpoort bij Tinnenburg niet langer nodig en werd omstreeks 1450 afgebroken. Huis Tinnenburg werd verbouwd tot woonhuis en Rommelenburg verdween in 1848.

Nabij de Amersfoortse Kei lag café restaurant Bagels & Beans. Hier was de eerste binnenrust voor de 20 km lopers. We wisten dat hier de Latte Macchiato heerlijk smaakt, maar deze dag liepen we hier voorbij. Over de Arnhemse weg en de Leusderweg werd het centrum van Amersfoort verlaten. Daarna dwaalden we door het Van Stolbergpark. Dit was vroeger een exercitieterrein. Op het terrein van de voormalige kazernes staan nu woonhuizen. Straatnamen als Graaf Henriklaan, Graaf Lodewijklaan, Graaf Janlaan en Graaf Adolflaan herinneren nog aan die tijd.

Net voorbij de Sint Anfriduskerk was op 10 km de soeppost. Aanvankelijk werd hier aspergesoep geschonken. Maar vermoedelijk door de enigszins onverwachte drukte was bij onze aankomst de aspergesoep op en moesten wij ons met tomatensoep tevreden stellen. We staken de Hugo de Grootlaan over en dwaalden nu enige tijd door bosgebied Klein Zwitserland. Daarbij kwamen we vlak langs een watertoren. Diverse malen waren we langs deze watertoren met de bus gereden. En steeds dachten we dan, als we eens in de gelegenheid zijn om van deze watertoren een foto te maken dan .... En nu was die gelegenheid er.


De vrijstaande WATERTOREN op de Amersfoortse Berg, die op korte afstand aan de zuidzijde van de Utrechtseweg is gesitueerd, werd in 1912 in opdracht van het Gemeente Waterleiding Bedrijf gebouwd. Omdat de toren op een relatief hoog gelegen punt werd gesitueerd (44m boven NAP) ontbrak de noodzaak een hoge toren te ontwerpen. Dit leidde tot een vrij zeldzame, gedrongen vorm. Aanleiding tot de bouw vormde de onvrede over de waterkwaliteit die de Utrechtse Waterleiding-Maatschappij vanaf 1890 vanuit Soesterberg leverde. Aangezien de concessie aan de UWM niet het alleenrecht gaf, ontstond de vrij unieke situatie, dat er sprake was van twee concurrerende wa­ter­lei­ding­maat­schap­pij­en. Het ontwerp werd door Gemeentewerken geleverd met als eindverantwoordelijke gemeentearchitect C.G. Beltman. De toren werd door de firma T. van Hoogevest uit Amersfoort gebouwd. De toren is in overgangsarchitectuur ontworpen, waarbij motieven uit het neoromaans overheersen, zoals de spaarvelden met rondboogfries, afgewisseld door lisenen, en rondboogvensters.

Waarschijnlijk zijn tijdens de restauratie in 1944 de detailleringen in de balustrade verwijderd. In 1947 zijn de oorspronkelijke stalen vensters verwijderd en deels vervangen door houten vensters en deels dichtgemetseld. In het interieur werd op de begane grond een ruimte aangebracht, waarin zich een noodaggregaat bevindt. Bovenop het dak zijn een aantal schotelantennes geplaatst. Deze wijzigingen vallen buiten de bescherming.

Na bestijging van de Galgenberg staken we de Rondweg Zuid over en kwamen vervolgens bij Kamp Amersfoort. Na een loopgraaf kwamen we bij de Stenen Man, die aan het einde van een 320 meter lange schietbaan lag.


Kamp Amersfoort was in de Tweede Wereldoorlog een gewelddadig doorgangs- en strafkamp van de Duitse bezetter (SS). Van 18 augustus 1941 tot 19 april 1945 hebben hier ongeveer 37.000 mensen voor korte of langere tijd gevangen gezeten. Kamp Amersfoort is een Nationaal Monument geworden 

Langs de achterkant van het Van Lodenstein college en het Hoombeeck college werd de Utrechtseweg bereikt en o­ver­ge­sto­ken. We zagen hier net twee dames opstaan bij een bankje en wij besloten daar een rust te houden. Na deze privérust kwamen we langs het Leerklooster.

Het Klooster werd in de jaren vijftig gesticht door paters van de orde van de Kruisheren. De orde begon met de verzorging van rooms-katholiek onderwijs voor jongens in het Gooi. In 1947 verhuisden de broeders en de school naar Amersfoort. In dat jaar deden de eerste deelnemers van de school hun (staats)examen en begon men aan het uitbouwen van de school tot een volwaardig Gymnasium en een HBS. Onderwijs werd op dat moment nog in noodgebouwen gegeven, tot in 1956 Het Klooster werd opgeleverd. Al snel had de school ruim 400 deelnemers, het deelnemersaantal bleef groeien tot circa 900 in de jaren zestig.


Er traden vanaf het midden van de jaren zestig geen nieuwe Nederlandse leden meer tot de orde toe; in 1999 waren er nog vier bewoners. De Kruisheren besloten Het Klooster te verlaten, voordat het moment aan zou breken dat zij niet meer in staat zouden zijn om het te beheren. Het gebouw staat met de komst van MBO Amersfoort nog steeds in het teken van onderwijs.

De hoge toren is het meest opvallende element van het gebouw. Het Klooster lag vrij ver buiten Amersfoort, op het hoogste punt in de wijde omgeving, toen buiten bereik van het gemeentelijke waterleidingstelsel. De gemeente was niet erg genegen om een waterleiding naar het afgelegen complex aan te leggen. Dat zou een kostbare zaak zijn geworden. Daarom werd voor de watervoorziening een bron geslagen. Door de toren vervolgens de functie te geven van waterreservoir kon de bouw worden verantwoord en vervielen de bezwaren van de gemeente.

Aan het eind van de kruisgangen liggen trappen om de hoogteverschillen op te vangen: Het Klooster is gebouwd op een heuvel. De noordvleugel van Het Klooster grenst aan de grote, driebeukige kerk, waarvan het altaar is gericht op het oosten. Afgescheiden van Het Klooster liggen de gastenverblijven. Deze horen bij Het Klooster van de Orde die oorspronkelijk sterk gericht was op de opvang van reizigers en pelgrims. De gastenverblijven vormen de overgang tussen de gewijde omgeving van Het Klooster en de wereldse omgeving van de school. De zuidelijke vleugel herbergde de recreatiezaal voor de Kruisheren en de kamers van de paters met facilitaire functies. In de westvleugel tenslotte werd gekookt en de was gedaan. Hier bevond zich ook de refter, de eetzaal. Twee trappen geven toegang tot de vertrekken op de eerste verdieping. Hier bevonden zich de kamers van de meeste paters en broeders.

Vervolgens kwamen we langs het België monument.


Dit monument is qua omvang het grootste van Nederland en staat op de top van de ca 43 meter hoge Amersfoortse Berg. In de middelste toren bevindt zich een carillon, dat regelmatig bespeeld wordt door leerlingen van de Amersfoortse Beiaardschool.

De bouw van het Belgenmonument heeft te maken met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914. Vanuit België waren veel militairen (Belgen, maar ook een aantal  Duitsers) en een groot deel van de burgerbevolking naar het neutrale Nederland gevlucht. Zij werden ondergebracht in interneringskampen. Er was daar niets voor hen te doen (aanvankelijk mochten zij niet tegen betaling werken) dus op den duur verveelde men zich stierlijk. Uiteindelijk werden er allerlei (vak)opleidingen en werkgelegenheidsprojecten opgezet. Een bijzonder project startte op Belgisch initiatief in Amersfoort. Men wilde een gedenkteken oprichten om de Belgische dankbaarheid voor de Nederlandse gastvrijheid tijdens de oorlog tot uitdrukking te brengen.

Op 16½ km was bij restaurant De Vlasakkers de tweede binnenrust voor de 20 km lopers. Hier was de splitsing van de 20 km met de 40 km. We staken de spoorlijn over en liepen verder langs de dierentuin van Amersfoort. Daarbij zagen we nog een grote opgezette dinosaurus. Verder liepen we door het Monnikenbosch en het bosgebied van de Korte Duinen naar de grote rust in restaurant De Soester Duinen te Soestduinen.


Na de rust dwaalden we door het voormalige Militair Oefenterrein De Stompert. Langs het hekwerk van Landgoed Paltz werd Park Vliegbasis Soesterberg bereikt met daarin het Nationaal Militair Museum. We zagen hier militair materiaal staan, zowel pantservoertuigen als vliegtuigen. Vanuit een uitkijktoren en vanaf een uitzichtheuvel hadden we fraaie vergezichten. Daarna zetten we koers naar Landgoed De Paltz. Hier liepen we om een oude zandgroeve heen. Hier was ook de koffiepost op 31 km in een blokhut van Het Utrechts Landschap. We hoorden de voorzitter van WS78 tegen wandelaars zeggen of ze wel een reflectievest bij zich hadden. Want als je na 4 uur verwacht te finishen dan wordt een reflectievest heel erg sterk aangeraden.

Landgoed De Paltz is een prachtig landgoed dat in 1876 werd ontworpen door de landschapsarchitecten Copijn en Springer. Het terrein van circa 80 hectare bestaat uit beukenlanen, zichtassen, waterpartijen, een statige villa, een koetshuis en een herderswoning. De par­ti­cu­lie­ren die in de loop der jaren eigenaar zijn geweest, hebben hun signatuur nagelaten. Dit maakt van De Paltz een afwisselend landgoed met verrassende details. Het landgoed is sinds 9 mei 2014 opengesteld voor publiek


Lang geleden woonde diep in het donkere bosgebied van De Paltz een kluizenaar in een verborgen grot, uit omstreeks 1876. De grot werd opgebouwd uit sintels, baksteen en cement. Het dak werd gedragen door spoorrails. Om bij de grot te komen moest de wandelaar zijn weg vinden in een geheimzinnig doolhof, waar alleen het ruisen der bladeren een gevoel van ‘weg te zijn van het gewoel der wereld’ versterkte. Eenmaal gearriveerd bij het middelpunt van het doolhof werd de bezoeker opgewacht door een stenen monnik met een open boek in zijn hand en een kruis op de borst.

De enige beweging die de stilte doorbrak was het omslaan van een bladzijde als de kluizenaar zich verder verdiepte in zijn geschrift en het weemoedig geluid van een windharp op het dak, waardoor de grafstemming compleet was. Wie zo vermetel was om de grot te betreden, wachtte bij vertrek een onaangename verrassing: de toegang tot de grot bleek afgesloten door een watergordijn. Alleen ten koste van een nat pak kon men de hermitage verlaten.


Nu vertellen alleen de resten nog het verhaal van de kluizenaar van De Paltz. Dat zal anders worden, want Utrechts Landschap wil de grot met de stenen monnik herstellen. Ook het doolhof wordt weer volgens de historische tekening aangeplant.

Nu volgde nog een heel mooie maar ook zwaar parkoers. Zowel de Lange Duinen als de Korte Duinen werden nu zoveel mogelijk over het zand- en duingedeelte overgestoken. Er was een wandelaar die na afloop schreef dat dit een mooie training was voor de Bossche Honderd. Op camping 't Monnickenbosch was op 36½ km de fruitpost. Vanwege de invallende duisternis was er nog een parkoerswijziging. Zodoende hebben we het bergje bij de Bosvijver niet beklommen. In het verleden waren we daar al eens op geweest met WS78. Toen was de start vanuit Bilthoven. Vooraf waren we nog benieuwd of we door het Pinetum zouden komen, maar er was voor de Bosvijver gekozen.


Het was een hele mooi tocht geworden en we danken de organisatie dan ook hartelijk voor deze tocht. Het IVV-nummer was 11378. Bij de eerste drie WS78 tochten van dit seizoen was de IVV stempelhouder zoek. Toen kregen we alleen het nummer op onze IVV-kaart. Maar nu was in de stempelhouder het IVV-nummer en het jaartal verwisseld. Dit is nog een aandachtpuntje voor de organisatie. Er waren 508 deelnemers.

Klik HIER voor de betekenis van de buttons die boven aan dit verslag staan.


Sporen-in-en-om-Amersfoort-tocht met WS78 vanuit Amersfoort

Op woensdag 2 december 2015 liep ik de 20 km route van de Sporen-in-en-om-Amersfoort-tocht die WS78 op 28 november organiseerde. Omdat het fotograferen in een mooie plaats als Amersfoort mij te veel tijd kostte, heb ik op 28 november geen foto's van het centrum van Amersfoort gemaakt. Daar had ik nu meer tijd voor. Met de wandeling kwamen we o.a. langs het standbeeld van De Sasiaan.


Het Sasje was het eerste officiële woon-wijkje buiten de historische binnenstad van Amersfoort. Het eerste huis is rond 1873 gebouwd.

Het Sasje besloeg de Eemstraat en enkele zijstraten. Generaties arbeiders hebben hier gewoond. Zij verdienden hun brood bij het spoor, in de haven of in een van de fabrieken aan de Eem. De huizen waren klein, het aantal kinderen groot en de lonen laag, De Sassianen verrichten zwaar werk en maakten vaak lange dagen om hun gezinnen te kunnen onderhouden. Het was dus geen vetpot, maar de saamhorigheid was bijzonder groot. Er werd veel gelachen in het Sasje en Sassianen konden altijd op elkaar rekenen als ze hulp nodig hadden.

De laatste huizen van het Sasje zijn enkele jaren geleden gesloopt om plaats te maken voor het Eemcentrum. De Sassianen wonen nu over heel Amersfoort verspreid, maar zijn nog steeds gehecht aan hun oude buurtje. Op een reünie in 2000 kwamen meer dan 400 Sassianen. Daar is het idee geboren om een monument te laten maken ter herinnering aan het Sasje en uit waardering en respect voor alle oudere Sassianen.

Comitévoorzitter Cor Blad zei dat het beeld er was gekomen opdat de oude buurt en het 'rasvolk Sassianen' niet zal worden vergeten. "Voor de mannen, die naast hun werk, nog ander werk en handel voerden, en voor de vrouwen die de zware taak hadden om de vaak grote gezinnen van de juiste zorg te voorzien."

Voor de rest zou ik willen verwijzen naar het verslag van 28 november. Deze dag liep ik de tocht in 5 uur en drie kwartier

Klik HIER voor de betekenis van de buttons die boven aan dit verslag staan.


Sporen-in-en-om-Amersfoort-tocht met WS78 vanuit Amersfoort

Op zaterdag 5 december 2015 was er niet zo veel bijzonders aan wandeltochten. Vanwege de voorspelde wind, wilde ik een bostocht lopen. Uiteindelijk besloot ik de 40 km lus van de Sporen-in-en-om-Amersfoort-tocht te lopen. Met de bus reden we naar Amersfoort-bushalte Potgieterslaan. Vandaar was het 1300 meter lopen naar restaurant De Vlasakkers. Deze dag liep ik de tocht in 5½ uur.


Henri Floor