26e Heuvelland 4daagse 2013, 1e wandeldag
Van 8 t/m 11 augustus 2013 werd voor de 26e keer de Heuvellandvierdaagse georganiseerd. De start was vanuit Berg en Terblijt. Er kon gekozen worden uit de afstanden van 7, 14, 21, 28 of 42 km. Wij hadden ingeschreven voor de 28 km maar we liepen de eerste twee dagen de 42 km route. Bij deze vierdaagse geef je van te voren op welke afstand je wil gaan lopen, maar daarna ben je vrij in het kiezen van de te lopen afstand. Het is dus mogelijk dat je voor de 42 km inschrijft, maar dat je de 7 km route loopt.
Op 7 augustus was het een regenachtige dag. Maar voor de 4 dagen daarna was droog weer voorspeld. Evenals de overige wandeldagen startten wij op 8 augustus 2013 rond half acht. We liepen in zuidelijke richting naar Bemelen. In Bemelen zelf kwamen we vooralsnog niet maar liepen langs de bosrand van de Mettenberg en kwamen langs meerdere groeves.
Bij de Rootherweg was op 4 km de fruitpost. Hier kregen we een banaan. Deze fruitpost werd opvallend bemenst door mensen uit de Noordhollandse plaats Hoorn. Het waren bekende van ons en we werden dan ook op de gevoelige plaat vastgelegd. Opnieuw kwamen we langs groeves, te weten de Bundersberggroeve en de Schiepersberggroeve.
Voorgaande jaren had elke tocht een bepaalde naam. zoals bijvoorbeeld de Groeve-route. Dat zou voor deze dag van toepassing kunnen zijn. Door het groeiend aantal deelnemers, dit jaar 6600, zijn er nu elke dag vier verschillende route uitgezet. Dat zijn de 7 km, 14 km, 21 km en de 28 + 42 km route. De 42 km route volgt ook de 28 km route en daardoor is er voor de 42 km route ook geen aparte route. De 14 km route en de 21 km route hebben de meeste deelnemers. Wat leeftijden betreft: 37% van de deelnemers zijn tussen de 55 en 64 jaar oud. 11% van de deelnemers zijn tussen de 65 en 74 jaar oud.
Op 7 km werd rustpost Blankenberg bereikt. We troffen hier verschillende bekenden, zoals FLAL- en WS78 wandelaars.
Kasteel Blankenberg is een wit gepleisterd gebouw. De eerste vermelding dateert uit 1370. In 1381 verkocht Arnold d’Elen het kasteel aan de familie Bongart. Daarna kwam het in bezit van de families De Herten, De Horion, Cortenbach, Hoen, Jacobi en Van Hemerstein en de baronnen Salomon Reinier Marius Pichot de Plessis en Chestret de Haneffe.
In 1904 werd het klooster eigendom van het Franse broederschap van St. Blasius.
Deze locatie werd toen bekend als de Blasius bedevaartsplaats.
Daarna werd het aan de paters Redemptoristen overgedaan.
Later werd het een klooster van de Zusters van het Arme Kind Jezus.
Het Academisch Ziekenhuis Maastricht nam in 2004 het complex over.
Eind april 2010 werd bekendgemaakt dat seminarie Redemptoris Mater het zal gaan betrekken.
Na de rust liepen we fraai onder Cadier en Keer langs naar het bosgebied van de Riesenberg en de Trichterberg. Ten oosten van Gronsveld werd het Savelsbos betreden. We kregen af en toe fraaie vergezichten op Maastricht en Gronsveld. In Rijckholt was op 14 km de tweede rustpost. We brachten hier nog een kort bezoek aan de Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangenkerk. In 2009 werd door het bisdom van Roermond bekend gemaakt dat de kerk gesloten zou worden door het geringe aantal kerkgangers, maar nog altijd is de kerk open.
Nu zetten we koers naar kasteel Rijckholt. Lange tijd is dit een jeugdherberg geweest. Maar na de aanleg van de A2 snelweg was het gedaan het de rust en is de jeugdherberg naar Maastricht verplaatst. We liepen onder de A2-snelweg door en kwamen daarop in Oost-Maarland. Opvallend hier was een standbeeld van de schutter van Sint Sebastianus.
Sint Sebastianus werd in Narbonne, Gallië, geboren. Zijn ouders kwamen echter uit Milaan en hij werd in die stad opgevoed. Hij was een vurig dienaar van Christus. Hoewel het soldatenleven hem door zijn instelling van nature een afkeer inboezemde, ging hij om de belijdenaars en martelaars beter bij te kunnen staan in hun lijden, naar Rome en trad in het jaar 283 in dienst van het leger.
Op een bepaald moment schenen de martelaars Marcus en Marcellianus, onder bedreiging van de doodstraf, gevaar te lopen in hun geloof te wankelen. Sint Sebastianus greep in en gaf hun een lange vermaning standvastig te blijven, die al zijn toehoorders zeer aangreep. Zoë, de vrouw van Nicostratus, die het gebruik van haar spraak al zes jaar kwijt was, viel aan zijn voeten. Toen de heilige een kruisteken over haar mond maakte, sprak ze duidelijk. Zij en haar echtgenoot werden bekeerd en Nicostratus, die het bevel had over de gevangenen, nam hen op in zijn huis. De gouverneur van Rome, die dit ter ore was gekomen, liet Sebastianus bij zich komen en werd samen met zijn zoon gedoopt. Vervolgens stelde hij de bekeerde gevangenen in vrijheid, liet al zijn slaven vrij en nam ontslag als prefect.
Diocletianus bewonderde de moed en deugdzaamheid van Sint Sebastianus, die zijn geloof geheim hield. Hij wilde hem graag bij zich hebben en benoemde hem tot kapitein van een compagnie van de praetoriaanse wacht. In 286, toen de vervolgingen in hevigheid toenamen, verborgen de paus en anderen zich in het keizerlijk paleis. Ze beschouwden de vertrekken van een zekere Astalus, een christelijk officier aan het hof, als een zeer veilige plaats. Sint Zoë wordt als eerste vastgenomen, toen ze bij het graf van Sint Petrus bad op het feest der apostelen. Ze werd, aan de hielen boven een vuur gehangen, verstikt door de rook. Cadtalus werd drie maal op de pijnbank gelegd en vervolgens levend begraven. Marcus en Marcellianus werden met de voeten aan een paal genageld en met pijlen doodgeschoten.
Sint Sebastianus, die al zoveel martelaars voor zich de dood had zien ingaan, werd zelf voor keizer Diocletianus beschuldigd. Deze overhandigde hem, nadat hij hem ondankbaarheid verweten had, aan de Mauretaanse boogschutters om te worden doodgeschoten. Zijn lichaam werd doorzeefd met pijlen en hij werd voor dood achtergelaten. Irene, de weduwe van Castulus, wilde hem gaan begraven. Ze vond hem nog levend en nam hem mee naar haar verblijf, waar hij herstelde.
Hij weigerde echter te vluchten en begaf zich zelfs op een dag op een plaats waar de keizer langs zou komen, die hij aansprak en wreedheden jegens de christenen verweet. Deze vrijheid van meningsuiting van een man die geacht werd dood te zijn, verbaasde de keizer; hij gaf order hem vast te nemen, hem dood te slaan met knuppels en zijn lichaam in de goot te gooien.
Een vrome vrouw, die in een visioen een waarschuwing had ontvangen, verwijderde het in het geheim en begroef het lichaam in de catacomben.
Daarna liepen we naar de Maas en dwaalden fraai door de Eijsder Beemden. Daarbij kwamen we, geheel onverwachts, nog over Belgisch grondgebied. Als je op topografische kaarten kijkt in gebieden waar meanderende beken stromen, dan zie je dat de gemeentegrenzen de oorspronkelijke bekenlopen aanhouden. Dat was hier vermoedelijk ook het geval met de Maas. Het Belgische deel lag geheel in de Eijsder Beemden en was onbebouwd.
Bij Eijsden was een fiets/voetveer naar het Belgische Lanaye in bedrijf. Even verderop was op 20 km de rustpost. Na de rust liepen we onder het centrum van Eijsden langs en kwamen bij kasteel Eijsden. Dit was een heel groot en indrukwekkend kasteel. We liepen, buiten de officiële route, helemaal om het kasteel heen om het van alle zijden te bewonderen. Bij het treinstation staken we de spoorlijn Luik-Maastricht over. Na het Crematorium Walpot werd Mariadorp bereikt.
Mariadorp bestaat in 2013 100 jaar. Het dorp werd in opdracht van de Zinkwit-fabriek gebouwd en was bedoelt als arbeiderswijk. Zinkwit, waarvoor de officiële naam zinkoxide is, is een geel of wit poeder. Het is niet oplosbaar in water en ethanol. Als mineraal heet het zinkiet. Zinkwit ontstaat door verbranden van zink, maar ontstaat ook door thermische ontleding van zinkhydroxide, zinkcarbonaat of zinknitraat.
We staken de A2-snelweg over en dwaalden door het Mescher Plukbos. Een wandelaar met een doordringende stem, die maar steeds bleef doorpraten, haalde ons langzaam in. Toen we omkeken bleek het om een sportieve zwartloper te gaan. De wandelaar had zich verkleed als batman. Tijdens de Apeldoornse 4-daagse liep deze wandelaar in het outfit van een oerang oetang en op zijn rug droeg hij toen een kleine namaak ree.
Eijsden. dat opgegaan is in de gemeente Eijsden- Margraten wilde graag een Groene gemeente blijven en het Mescher Plukbos leverde daar een bijdrage aan. De naam is afgeleid van het nabijgelegen dorpje Mesch en de functie die het bos zou kunnen vervullen. Bezoekers kunnen er in het oogstseizoen vruchten plukken of rapen. Daarom is bij de bosaanleg gekozen voor soorten met eetbare vruchten zoals tamme kastanjes, walnoten en hazelnoten. De wandelpaden lopen langs de plekken waar de walnoten- en kastanjebomen staan en langs zichtassen gericht op onder andere het naburige Savelsbos. Dit grote bosgebied ten noorden van het Mescher Plukbos is in beheer bij Staatsbosbeheer. karakteristieke boomsoorten die verder zijn aangeplant in het Mescher Plukbos zijn beuk, haagbeuk, wintereik, es, linde en steel-iep. Aan de randen van het bos zijn struikvormers aangeplant; zo staan daar naast algemene soorten als veldesdoorn en rode kornoelje ook nog vijf verschillende rozensoorten en hazelaars. Nu broeden er al grasmussen en winterkoningen. Vele vlinders profiteren van de bloeiende ruigte die nog in het gebied voorkomt. Dassen uit nabijgelegen burchten foerageren er in de nazomer en herfst ongetwijfeld al op de gevallen herfstvruchten. Zij kunnen ook in de oostelijk van de Ezelsweg gelegen hoogstamboomgaarden op regenwormjacht gaan. De grazige weiden met imposante kersenbomen en andere fruitsoorten lenen zich daarvoor bij uitstek. Deze boomgaarden vormen nu al het leefgebied van bosvogels zoals spechten die in de toekomst ook in het Mescher Plukbos verwacht mogen worden.
Verder liepen we min op meer parallel aan de A2 terug naar de rust in Rijckholt. Daarna liepen we naar Eckelrade. Langs de Dorpsstraat stond een opvallende Bed and Breakfast, Het was namelijk een voormalige melkfabriek uit 1916. Na een karakteristieke oude zwingelput (waterput) kwamen we langs de RK Bartholomeus kerk. Na Eckelrade kwamen we door het Rucydo bos.
Bos in plaats van koeien
Voorheen had de maatschap Sluijsmans midden in
de woonkern van Eckelrade een melkveebedrijf met
40 koeien en een huiskavel van slechts 1,5 hectare.
Noodgedwongen moesten de koeien zomer en winter
op stal gevoerd worden. Een onwerkbare situatie.
Zes jaar geleden besloot de maatschap daarom de
melkveetak af te stoten en op zoek te gaan naar
iets anders. Na de gronden eerst als akkerland te
hebben bewerkt besloot de maatschap, in overleg
met Jo Aelmans, de mogelijkheden te onderzoeken
om op de gronden een bos aan te planten. Na drie
jaar onzekerheid, onderhandelen, en overwinnen
van diverse obstakels is dit bosproject van John en
Luciënne Sluijsmans in samenwerking met de Provincie
Limburg, Dienst Landelijk Gebied (DLG) en de
Aelmans Adviesgroep, tot een goed einde gebracht.
Het Rucydo-bos, de samenvoeging van de eerste twee
letters van de voornamen van de kinderen van John en
Luciënne: Ruud, Cyriel en Dorien, heeft een omvang
van ruim 14 hectare. Het is het grootst aangelegde
particuliere bos in Limburg tot nu toe. Om deze
aaneengesloten oppervlakte te realiseren heeft de DLG
diverse grondtransacties moeten uitvoeren. In het bos
groeien een mengeling van boomsoorten, vooral eiken,
beuken, en robinia (valse acacia).
De ruim 6.000 boompjes die per
hectare zijn geplant zullen, in een periode van 30 jaar,
leiden tot een bos met niet meer dan 300 bomen per
hectare. In de tussenliggende periode groeit er, naast
een mooi wandelgebied voor de toeristen, ook een
aanzienlijke houtopbrengst voor de familie Sluijsmans.
Nu was het niet ver meer naar rustpost Blankenberg dat op 34 km werd bereikt. Daarna dwaalden we langs en door de noordkant van Cadier en Keer. In het Rijk van Margraten liepen we naar Sint Antoniusbank. Daarbij liepen we nog over een weg met de naam "Weg van Heer naar Bemelen". We bereikten Sint Antoniusbank. Deze plaats liep naadloos over in Bemelen. Buiten Bemelen stond op een splitsing een pijl naar links en een pijl RD. De pijl naar links voerde naar de top van de Bemelerberg. Dit pad was erg steil. Op de top hadden we een fraai uitzicht op Bemelen en Maastricht. Het was nu niet ver meer naar de finish.
Het was een hele mooie tocht geworden. Het was voor 99% droog gebleven. Een kwartier lang voelden we hele lichte motregendruppeltjes. Het IVV nummer was 10905.
|