tweede dag van de Apeldoornse Vierdaagse Terug naar het overzicht van de Apeldoornse Vierdaagse Terug naar het overzicht van driedaagsen en vierdaagsen op de homepage van Henri Floor Terug naar de homepage van Henri Floor Apeldoornse Vierdaagse, eerste wandeldag, dinsdag 12 juli 2005

medaille 20 km Logo van de voetbalvereniging Victoria Boys waar vandaan de start en finish was van de Apeldoornse vierdaagse Dit jaar werd de Apeldoornse vierdaagse georganiseerd van 12 t/m 15 juli 2005. De start was vanuit sportcomplex van voetbalvereniging Victoria Boys. Op het terrein waren twee grote tenten opgetrokken. De ene tent was voor het aan- en afmelden met een paar stands. De andere tent was de consumptie tent. Dit jaar was opnieuw een inschrijfstop ingesteld. Op 1 mei 2005 sloot de inschrijving. De limieten voor de verschillende afstanden waren: 2100 voor de 20 km, 1500 voor de 30 km, 800 voor de 40 km en 400 voor de 50 km. Het totale aantal bedroeg dan 4800. De genoemde aantal voor de 40 km (701) en 50 km (217) werden niet gehaald. Hierop besloot men het aantal deelnemers voor de 20 en 30 km te verhogen. Voor de 20 km werd dat 2286 en voor de 30 km werd dat 1582. Er hadden in totaal 4786 wandelaars ingeschreven. 416 deelnemers kwamen niet opdagen, zodat er met 4370 deelnemers werd gestart.
Wij liepen het 40 km parkoers. Op dinsdag 12 juli 2005 was de start vanaf 6.30 uur. Toen wij enige minuten voor half zeven bij de start verschenen stond er al een flinke groep wandelaars te wachten op hun startknip. Na de start liepen we eerst naar de Laan van Spitsbergen en staken de spoorlijn Apeldoorn-Amersfoort over. Na een kruising met verkeerslichten volgden we de Laan van Westenenk. De twee genoemde wegen zijn grote verkeerswegen met naastliggende fiets- en voetpad en zijn een onderdeel van de ringweg om Apeldoorn. We passeerden een gebouw van het Wegener concern. Langs een hoge voorruit zagen we een deel van het productieproces van een krant, doordat talloze kranten vliegensvlug door een pers gedrukt werden en de genoemde hoge ruit passeerden.
We sloegen spoedig af en volgden wegen door de wijk "De Bouwhof". Verderop liepen we fraai langs de Winkewijert-spreng en passeerden hier de markeringen van ’t Jagerspad, een door de NWB uitgezette wandelroute.
Op 5,7 km was de eerste verzorgingspost. Coos, die al vooruit was gelopen, had de koffie al klaar staan en een stoel gereserveerd. Na de verzorgingspost liepen we onder de A1-snelweg door en dwaalden nu naar buurtschap Engeland. Spoedig daarop werd Beekbergen bereikt.
Beekbergen is van oudsher een markant enkdorp met kleine boeren en agrarische bedrijvigheid. Beekbergen ligt niet ver van Apeldoorn en wat meteen opvalt is de bijzondere ligging: op de overgang van het hoger gelegen Veluwe massief naar de lagere IJsselvallei. De eerste bebouwing lag langs de twee doorgaande wegen en de Oude Beek.
Tegenwoordig is Beekbergen een gemêleerd en dynamische dorp waar het goed en rustig wonen is. De Dorpstraat met de kerk en de hoge bomen is nog steeds het hart van het dorp. Beekbergen is met de auto goed bereikbaar en wordt omringd door prachtig natuurschoon: de uitgestrekte bossen van de Veluwe, de enken en de lager gelegen Oude Beek en weilanden.
Bij HCR De Smittenberg staken we een verkeersweg over. We liepen langs de zuidkant van Beekbergen. Even volgden we de Arnhemse weg in zuidelijke richting. Deze verlieten we weer en sloegen af de Hietveldweg in. Bijna aan het einde van deze weg stond rechts Huize Hietveld. Even verderop liepen we langs Huize Rauwenhul, gelegen aan de Loenenseweg. Door bosgebied werd de Ruggeweg bereikt. We passeerden een wandelwegwijzer van de Marskramerweg en het Maarten van Rossumpad. Hier liepen we langs de bosrand en hadden uitzicht op het plaatsje Lieren, één van de vele plaatsjes die onder de gemeente Apeldoorn vallen. Verderop staken we de Toeristische Spoorweg over. Veluwsche Stoomtrein Maatschappij
De Veluwsche Stoomtrein Maatschappij voert een dienstregeling uit over het traject Apeldoorn, Beekbergen, Loenen, Eerbeek en Dieren.
Bij het aankondigingbord dat de fotograaf na 100 meter een foto van ons zou maken stond Coos, die vooruit gelopen was, op mij te wachten. Wandelaars zeiden tegen Coos dat ik een eind terug lekker lui op een bankje zat. Daarop besloot Coos door te lopen.
Nu volgden we een lange asfaltweg waarbij we langs talrijke bungalowcentra liepen, zoals De Valouwe, Mary Rose en Eldorado. We bereikten de Vrijenbergspreng. Hier was de splitsing met het 30 km parkoers. Het verschil in starttijd tussen de 40 en 50 km lopers enerzijds en de 30 km lopers anderzijds is slechts een half uur. Deze relatief korte tijd had er voor gezorgd dat we al door enige tientallen lopers van de 30 km waren ingehaald.
We volgden de Vrijenbergspreng tot aan de toeristische spoorlijn. Vanaf hier volgden we de Vrijenbergspreng aan de andere zijde terug.
De spreng die de waterval voedt, ontspringt in de bossen van het Schalter nabij de Groenendaalseweg. Daar borrelt het kristalheldere water uit de grond en vormt er geleidelijk een brede beek die onderweg wordt gevoed door zijsprengen. Rond 1869 is de spreng gegraven om het water van het Apeldoornsch Kanaal op peil te houden. Met de schop is de watergang, die op sommige plekken een 'ravijn' heeft van ongeveer zeven meter, uitgegraven. Het diep graven was nodig omdat Rijkswaterstaat bij het Apeldoornsch Kanaal op gelijke hoogte wilde uitkomen. Wie langs de spreng wandelt of fietst, beseft welk een zwaar karwei dit moet zijn geweest. Vanaf de loop bij Het Schalter tot de Beekbergerweg is het verloop over vier gemetselde trappen precies zes meter en eenenzeventig centimeter.
De watervalspreng bestaat uit twee delen die ieder ongeveer zes kilometer lang zijn. Het eerste deel wordt de Vrijenbergspreng genoemd vanaf het spoor heet het verder De Veldhuizerspreng. In het hoogste deel van het Schalter tot de Beekbergerweg zijn nog enkele vallen. Vanaf de oorsprong tot onder bij de grote waterval met vier trappen valt het water ruim 15 meter.
Hotel Restaurant De Loenermark te Loenen Vlak voor Loenen passeerden we een gedenkteken voor gevallen uit de tweede wereldoorlog. Door de begroeiing viel deze nu bijna niet op. Je moest weten dat het er was, anders zag je het niet. In Hotel Restaurant Café "Den Eikenboom" te Loenen was op 17,6 km een rustpost.
In het zuidoosten van de gemeente Apeldoorn ligt het dorp Loenen. In het dorp zelf wonen ongeveer 2000 mensen, in het omringende buitengebied nog eens ongeveer 1000 mensen.
Loenen is een van de oudste dorpen van Apeldoorn en is ondermeer bekend door haar ligging nabij een groot natuurgebied, de Loenermark, met een grote schaapskudde. Van oudsher is in Loenen en omgeving veel papierindustrie aanwezig.
We besloten door te lopen, want ruim 2 km verderop was een eigen verzorgingspost van de NWB. Maar 20 meter verderop besloten we alsnog te gaan rusten. Ik kreeg last van mijn linkervoet en dacht dat dit door mijn steunzool kwam. Daarop besloot ik de reserve steunzolen, die ik bij mij had, in de schoenen te stoppen. Onze rustgelegenheid werd Hotel Restaurant De Loenermark, gelegen tegenover Den Eikenboom. Op de papieren onderzetters en servetten van HR De Loenermark waren onder andere wandelaars met rugzak en stok afgebeeld.
NWB (Nederlandse Wandelsport Bond)- Vierdaagse Wandeltochten Apeldoorn We verlieten Loenen weer en spoedig daarop bereikten we het gelijknamige bos en dwaalden hier doorheen tot aan picknickplaats Ternat. Hier was op 19,9 km een verzorgingspost. We lieten ons de koffie hier goed smaken. Het was deze dag redelijk goed wandelweer. Het was eigenlijk te warm met temperaturen rond 27 graden. Het bleef de hele dag droog.
Nu liepen we in de richting van de Groenendaalse weg. Hieraan is de Loenense Erebegraafplaats gelegen. Langs de hoofdingang liepen we verder langs de zijkant van de begraafplaats.
Op het Ereveld van Oorlogsgraven uit WO II aan de Groenendaalseweg zijn ruim 3.000 gevallenen begraven. In de kapel liggen de gedenkboeken met de namen van de slachtoffers. In het bezoekerscentrum geven 70 dia’s een beknopt beeld van de oorlog. Het Ereveld is dagelijks te bezoeken.
Ereveld Loenen is in meerdere opzichten geen oorlogsbegraafplaats zoals vele mensen die kennen. Men vindt er geen rijen witte kruisen of staande stenen. Bovendien gaat het niet alleen om militaire slachtoffers van een oorlog. Op het ereveld vindt men naast de graven van gesneuvelde militairen uit de Tweede Wereldoorlog vooral ook de graven van verzetsmensen, dwangarbeiders, joden, krijgsgevangenen, onderduikers en slachtoffers van politionele acties in het voormalig Nederlands-Indië. En sinds de jaren '80 vormt het ereveld niet alleen de laatste rustplaats voor slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog. Ook militairen en burgers die omgekomen zijn tijdens humanitaire- en vredesmissies worden er (her)begraven.
NWB (Nederlandse Wandelsport Bond)- stempel Door bosgebied Loenenseveld werd de Vrijenbergspreng weer bereikt. We liepen langs de zuidkant van de Vrijenbergspreng. We kregen zicht op de "Kleine Waterval". We hoorden ook duidelijk het ruisen van vallend of snelstromend water. Verderop verwisselden we de zuidkant voor de noordkant langs de Vrijenbergspreng. Daarop werd de parkeerplaats "Loenense Waterval" bereikt.
In Loenen vindt u de grootste natuurlijke waterval van Nederland, waar het water een val van zo’n 15 meter maakt. De watervalspreng uit 1869 ontspringt in de bossen van het Schalter. De spreng bestaat uit twee delen, de Vrijenbergspreng en de Veldhuizerspreng, die ieder ongeveer zes kilometer lang zijn. Door de vele zijsprengen wordt er geleidelijk een brede beek gevormd. Met stuwbalken wordt het water op diverse plaatsen op peil gehouden. U vindt de grote waterval bij parkeerplaats Vrijenberg aan de grote weg van Loenen naar Beekbergen.
Alleen met de 30 km kom je langs de Grote Waterval. Wij liepen de 40 km en kwamen dus niet langs de Grote Waterval. Na de verzorgingspost op de parkeerplaats "Loenense Waterval", die op 24,1 km lag, dwaalden we door bosgebied Reeënberg. Daarbij liepen we langs een vennetje en heidegebied Klein Zwitserland.
Reeënberg is het enige natuurgebied op de Oost-Veluwe waar behalve bos ook heide aanwezig is. In de uitgestoven laagten van dit voormalige stuifzandgebied zijn vennen aanwezig geweest. Natuurmonumenten probeert de waterondoorlatende bodemlaag te herstellen. Als de vennen hersteld zijn krijgen planten en dieren die hier van oorsprong thuis horen, zoals ronde zonnedauw en heikikker, weer een kans.
Het centrale deel van de Reeënberg wordt vanwege de hoogteverschillen ook wel Klein Zwitserland genoemd. Een deel van het naaldbos is spontaan ontstaan en relatief oud. Het heeft zich in de loop der tijd ontwikkeld tot een waardevol bos. Grote zoogdieren als edelhert en wild zwijn komen er voor, maar ook boommarter, das, roofvogels en de zeldzame groene specht.
We kwamen uit op de Schalterbergweg en staken de A50-snelweg over. Daarop kruisten we de Schalterdalweg en even later bereikten we camping Hertenhorst. Hier was een rustpost op 27,9 km.
Na deze rustpost liepen we naar de Arnhemseweg, staken deze over en dwaalden door het Lierderbosch. We staken de Berg en Dal weg niet op de van te voren geplande plaats over, omdat er een parkoerswijziging was. Daarop kwamen we weer in buurtschap Engeland uit. Daarbij kwamen we nog langs het Spelderholt. Hier is het Instituut voor Pluimveeonderzoek gevestigd. Daarop werd bosgebied Bruggelen of Engelanderholt bereikt.
Men neemt aan dat de naam Bruggelen een verbastering is van Braclog, een woud dat al in 801 wordt vermeld. Sinds de 16de eeuw komt dit bos onder de naam Engelanderholt voor, als bezit van de Bruggeler- of Engelandermark. Dat wil zeggen dat het gezamenlijk eigendom was van de plaatselijke boeren. De naam Engeland is afgeleid van 'eng' of 'enk', dit was het geheel van bijeenliggend bouwland van de markegenoten. Later nam het bos als gevolg van overmatige houtkap en door beweiding met vee in betekenis af. Op een kaart uit 1812 is te zien dat de Engelanderenk omgeven wordt door een uitgestrekt heide en stuifzandgebied. Om de enk tegen het zand te beschermen is er een strook bos omheen geplant. Rond 1850, toen de heide niet langer meer nodig was voor de agrarische bedrijfsvoering is men begonnen met het bebossen van de heide, die ook voor een deel spontaan dichtgroeide. Aan het begin van de 20ste eeuw beboste men zelfs een deel van de grote Engelanderenk. In het bos is de rand van de voormalige enk nog terug te vinden als een steilrand. Boswachterij Ugchelen-Hoenderloo tijdens de Apeldoornse vierdaagse
Op Bruggelen liggen vijf grafheuvels van ongeveer 4000 jaar oud. Tegen de A1-snelweg aan ligt een gerechtsplaats uit de Middeleeuwen. De plaats heet Heerenhul en is waarschijnlijk de oudste gerechtsplaats van Gelderland. Naar wordt aangenomen sprak op deze plaats het Veluwse landgericht recht in tegenwoordigheid van de Gelderse graaf, later de hertog. Dat gebeurde al in de 13de eeuw, mogelijk eerder. Ook de inhuldiging van de nieuwe landsheer door de Veluwse ridderschap vond hier plaats.
In het bosrijke gebied aan de Engelanderholt liggen twee Noorse huizen. Deze houten bouwwerken zijn als bouwpakket vanuit Oslo ingevoerd, beide werden geleverd door de Strömmen Traeverefabrik uit Christiniania, het huidige Oslo. Het huis Bruggelen en de naastgelegen woning voor de houtvester zijn allebei door dr. J. Ooster besteld, vermoedelijk op basis van een catalogus van de Noorse firma. Allereerst liet hij in 1908 de houtvesterswoning bouwen, waarna in 1911 huis Bruggelen volgde. Vanaf 1880 werden in Nederland houten huizen vanuit Noorwegen ingevoerd, die veelal in een landelijke omgeving werden opgebouwd. Van de 25 overgebleven huizen van de fabriek in ons land staat de helft op de Veluwe. Beide huizen aan de Engelanderholt vallen op door hun zorgvuldige detaillering. De huizen werden opgebouwd op een bakstenen plint. Huis Bruggelen heeft behalve ver overstekende daken ook de bij deze houten huizen veel voorkomende veranda´s en balkons, die hier zijn voorzien van rijk gedecoreerd houtwerk. De ruime tuin rond de twee huizen geeft het geheel een landelijke uitstraling.
In 2002 werden op Bruggelen en de bossen in de omgeving diverse mossoorten aangetroffen die vooral voorkomen in Scandinavie of elders in Europa in hoger gelegen gebieden. Zij vereisen een koel en vochtig milieu. Op Bruggelen werd onder andere het priembladmos gevonden. Tot dusverre bevonden de dichtstbij bekende groeiplaatsen van deze soort zich in de Ardennen en de Eifel. Ook werd het uitgestorven gewaande breed moerasvorkje aangetroffen, een levermos van dood hout. Dat deze soorten juist hier voorkomen heeft ongetwijfeld te maken met de omstandigheid dat op de stuwwal bij Apeldoorn de vochtigste en koelste bossen van de Veluwe aangetroffen worden, vooral aan de noordzijde van stuifheuveltjes zoals in het zuiden van Bruggelen. De zevenster breidt zich uit in de arme bossen rond het stuifzand, waar een grote jeneverbes opvallend aanwezig is. In het gebied zijn vele zeldzame paddestoelen te vinden, waaronder de cantharellen, die zich eveneens uitbreiden.
Bruggelen is onderdeel van de verbinding van het bosgebied van de Veluwe met de IJsselvallei. Voor de das en boommarter is deze verbinding van groot belang. In het gebied zijn twee dassenburchten. Samen met het aangrenzende Staatswildreservaat vormt Bruggelen bovendien een belangrijk leefgebied voor edelherten en wilde zwijnen. De boommarter is een vaste bewoner van het landgoed net als vele roofvogelsoorten waaronder de havik en wespendief. Op en rond de hei vertoeven de reptielen van het gebied; zandhagedis, hazelworm en ook ringslang en adder komen hier voor. In de bossen en struwelen zijn boomleeuwerik en geelgors te vinden.
Net na de A50-snelweg was de laatste verzorgingspost op 34,4 km gelegen aan de Zuster Meijboomlaan. We bereikten de bebouwde kom van Apeldoorn weer en kwamen bij de Brugkerk uit van de Protestantse Kerk Nederland. Er stond een bordje OPEN. Door de warmte hadden we nu geen zin om hier binnen te gaan kijken. We verlangden nu eigenlijk naar het einde van deze tocht.
De finish werd bereikt om 14.45 uur bereikt. De dagafstand bedroeg 39,0 km. Het IVV-nummer was 10901.
naar de top van deze pagina

Henri Floor & Coos Verburg