Terug naar wandellinks Terug naar de alternatieve homepage van de FLAL FLAL wandeltocht vanuit Beetsterzwaag op 12 januari 2008  


datum 12 januari 2008 plaats Beetsterzwaag
provincie Friesland gemeente Opsterland
afstanden 5-10-15-25-35 km naam wandeltocht Jubileumtocht 100 jaar KNBLO-NL
starttijd 25-35 km: 09.00 uur;
5-10-15 km: 10-13 uur
postcode start: 9244 EW
startadres: ’t Trefpunt, de Wissel 1, 9244 EW Beetsterzwaag.
openbaar vervoer:  
route info over de omgeving nabeschouwing verslag foto-reportage

naar de top van deze pagina naar de top van deze pagina naar de top van deze pagina
















naar de top van deze pagina
Jubileumtocht 100 jaar KNBLO-NL wandeltocht op 12 januari 2008, route-informatie:

12 jan 2008
Jubileumtocht 100 jaar KNBLO-NL Beetsterzwaag
(ism Commissie Winterwandeltochten)
Start : ’t Trefpunt, de Wissel 1, 9244 EW,
Afstanden : 5-10-15-25-35 km
Starttijd : 25-35 km 09.00 uur 5-10-15 km 10.00 uur tot 13.00 uur

Eerste jubileumtocht 100 jaar KNBLO-NL in Friesland

Op zaterdag 12 januari 2008 vindt in en om Beetsterzwaag de eerste wandeltocht plaats in het kader van het 100 jarig bestaan van KNBLO-NL.

Beetsterzwaag (Beetstersweach) is de hoofdplaats in de gemeente Opsterland, op korte afstand van Drachten. De adel, die er in de grote landhuizen woonde, bepaalde vroeger het aanzien van het dorp. Ook nu nog heeft het dorp dit karakter, gelegen te midden van uitgestrekte bossen en heidevelden en met een "Hoofdstraat" die zich kenmerkt door historische panden en prachtig aangelegde tuinen. De Hoofdstraat is als "buorren" minstens drie en een halve eeuw oud en de historische panden zijn stille getuigen van de rijke adel in de 18e en 19e eeuw. Beetsterzwaag kenmerkt zich vooral door zijn fraaie bossen. Een paar honderd meter buiten de bebouwde kom ligt, tegen de bosrand aan het landgoed Lauswolt dat nu dient als hotel. Hier vonden in januari 2007, in het voormalige Koetshuis, de ‘geheime’ besprekingen voor de kabinetsformatie plaats.

De wandeltocht, wordt georganiseerd door Wsv FLAL in samenwerking met de commissie Winterwandeltochten. De langste afstanden (25 en 35 km) voeren u door de lommerrijke lanen van Beetsterzwaag langs Lyndensteyn, richting Kortehemmen. Vandaar gaat het door het coulisselandschap naar Olterterp, waar we door de bossen via Heidehuizen en het Zwarte meer naar het Hemrikerveen lopen. Vervolgens gaat het via de Hemrikerscharren naar de rust in Hemrik. De 35 km maakt dan een lus door de Hemrikerverlaat naar Jubbega. Dwars door de bossen van Beetsterzwaag, langs de golfterreinen van Het Lauswolt komt men uiteindelijk weer uit bij Het Trefpunt “Talant”, waar we de tocht begonnen zijn.

De kortere afstanden (5, 10, 15 km), waarvan de 5 km ook voor rolstoelers toegankelijk is, gaan deels over het terrein van zorginstelling “Talant”. Vervolgens over goed begaanbare paden door de bossen en langs de vele fraaie gebouwen die Beetsterzwaag rijk is.

De start van de tocht is in “Het Trefpunt”, Wissel 1, 9244 EW Beetsterzwaag.
Starttijden: 25 en 35 km 09.00 uur
5, 10 en 15 km 10.00 tot 13.00 uur

Suus Sardeman,
Wsv FLAL



naar de top van deze pagina






























naar de top van deze pagina

Jubileumtocht 100 jaar KNBLO-NL wandeltocht op 12 januari 2008, info over de omgeving:

Beetsterzwaag is een dorp in de gemeente Opsterland, in de Nederlandse provincie Friesland, op korte afstand van Drachten. Hoewel het niet de grootste kern van Opsterland is, is het gemeentehuis er gevestigd. Het dorp, dat ook wel de parel van Opsterland genoemd wordt, telt 3.747 inwoners (1 januari 2006).

Beetsterzwaag was vroeger een aanzienlijk dorp. Niet omdat het zoveel inwoners had, maar door de adel die het aanzien van het dorp bepaalde. Ook nu nog heeft het dorp dit karakter, gelegen temidden van uitgestrekte bossen en heidevelden en met een ”Hoofdstraat” die zich kenmerkt door historische panden en prachtig aangelegde tuinen. De Hoofdstraat is als “buorren” minstens drie en een halve eeuw oud en de historische panden zijn stille getuigen van de rijke adel in de 18e en 19e eeuw.

In de eerste week van 2007 komt het dorp opeens prominent in het nieuws doordat er formatie-besprekingen voor het nieuwe kabinet plaatsvinden tussen CDA, PvdA en de ChristenUnie. Jan Peter Balkenende, Wouter Bos en André Rouvoet overleggen er achter gesloten deuren op landgoed Lauswolt onder leiding van informateur Wijffels.

Beetsterzwaag kenmerkt zich vooral door zijn fraaie bossen. Een van de bekendste gebouwen dat Beetsterzwaag rijk is, is Lyndensteyn. Dit uit 1821 stammende zomerverblijf van de familie Van Lynden is later door de familie ondergebracht in de Corneliastichting. Deze stichting, genoemd naar de jong overleden Cornelia van Lynden, moest een gratis ziekenhuis voor Friese kinderen in stand houden. Nu dient het oude herenhuis als revalidatiecentrum. Andere historische gebouwen in de hoofdstraat zijn: Bordena (1858), Lycklamahûs (1824), Fockensstate (1879), Kantongerecht (1811) en Harinxmastate. Een paar honderd meter uit de bebouwde kom ligt, tegen de bos aan, het landgoed Lauswolt dat nu dient als hotel, waar in januari 2007 de 'geheime' besprekingen plaats vonden voor de kabinetsformatie. In Lauswolt is het fameuze restaurant 'De Heeren Van Harinxma' gevestigd.

Opsterland is een gemeente in de Nederlandse provincie Friesland. De gemeente telt per 1 juli 2006 29.553 inwoners (bron: CBS) en heeft een oppervlakte van 227,56 km².

De gemeente Opsterland telt zestien officiële kernen (dorpen). De hoofdplaats is Beetsterzwaag. De Nederlandse namen zijn de officiële.

Lyndensteyn is een revalidatiecentrum in Friesland, gevestigd aan de Hoofdstraat in het adellijke dorpje Beetsterzwaag. Het is een mytyl- en tyltylschool voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, voor kinderen van vier tot en met twintig jaar, die meervoudig gehandicapt of langdurig ziek zijn.
In de tweede helft van de 17e eeuw werd door Martinus Fockens, grietman van Opsterland, een groot herenhuis gebouwd, 'Nieuw Fockens' genaamd.
In 1820 kwam het huis in het bezit van Frans Godard Ayso Boelens Baron van Lynden, eveneens grietman van Opsterland. Hij liet het huis afbreken om meer terugliggend van de weg het huidige pand te bouwen, in 1821.
Cornelia van Lynden, dochter van Reinhard van Lynden en Maria Catharina, baronesse van Pallandt, stierf op 20-jarige leeftijd aan tuberculose. In 1905 werden bij testament de bezittingen ondergebracht in de Cornelia-stichting. Deze had als eerste doelstelling: "Het kosteloos opnemen van ziekelijke, gebrekkige of behoeftige minderjarige kinderen". Hierdoor werd Lyndenstein in 1915 een ziekenhuis voor ziekelijke, gebrekkige en arme kinderen, beheerd door de Cornelia stichting. De ingang werd verplaatst naar de zijgevel. Het dak werd toen verhoogd en van vele dakkapellen voorzien. Het middengedeelte van de voorgevel werd verhoogd en met een tympaan afgedekt. De tuin achter het huis en de overtuin werd eveneens in 1822 vernieuwd door de tuinarchitect L. P. Roodbaard.


Je kunt honderd keer over de autosnelweg van Groningen naar de Afsluitdijk rijden, zonder dat ook maar het geringste vermoeden rijst over wat je enkele kilometers voorbij Drachten in de directe nabijheid van 'zomaar een afslag' aantreft. Wie wel die afslag neemt, glijdt, met in de achteruitkijkspiegel de snelweg nog in beeld, het 'andere Friesland' binnen. Geen meren om te zeilen of slootjes om te fierljeppen. Niet het folkloristische Friesland van Sietse en Hielke Klinkhamer, de Kameleon en de Sneekweek. Niet die vlakke noordelijke provincie van elfstedenontbering, waar de wind vanuit kale einders vrij spel heeft. Nee, wie die afslag - vooruit, het is Beetsterzwaag - heeft genomen, slaat een deur achter zich dicht en betreedt een Friesland van loof- en naaldbos, van zand, afgewisseld met weilanden en heidevelden. Niet de provincie van het water, maar de provincie van het land. Dit Friesland ontvouwt zich beschut, rustig en voornaam. Herbergzaam.

Voor een hotel-restaurant dat zich ten doel stelt gasten een kwaliteitsverblijf in de brede zin van het woord te bieden, lijkt er nauwelijks een betere locatie denkbaar. Immers, in dit Friesland ? het gebied van de Friese Wouden ? is het begrip 'kwaliteit van het bestaan' geen bordpapieren marketingcreatie, maar een product van de geschiedenis. Beetsterzwaag (gemeente Opsterland) is een van de mooiste dorpjes van Friesland, waar de adel zich al sinds jaar en dag thuis heeft gevoeld. Niet voor niets wordt het plaatsje aangeduid met 'het Haagje van het Noorden'. De herbergzaamheid is er van oudsher herkend, en wordt al geroemd in geschreven bronnen uit de zeventiende eeuw. Het gewoel is steeds op afstand gebleven, net buiten dat comfortabele eiland van zand, gelegen in het omringende veengebied, met dorpjes als Tijnje, Gorredijk en Nijbeets, waar gesappeld werd en waar zich in het begin van de vorige eeuw de strijdliederen klonken. Verbonden aan die sociale en politieke strijd waren toen namen als die van Domela Nieuwenhuis.

Een kilometer adellijke huizen
Maar dat was het veen. Beetsterzwaag was en is een welvarend dorp waarop adellijke geslachten als Van Lynden, Lycklama a Nijeholt, Van Harinxma thoe Slooten en De Jonge Van Zwijnsbergen hun stempel hebben gedrukt. Daar waar de Hoofdstraat overgaat in de Van Harinxmaweg, aan het eind van wat bekend staat als 'een kilometer adellijke huizen', ligt Landgoed Lauswolt: een statig landhuis, op enige afstand van de weg gelegen, ietwat introvert en gereserveerd, omgeven door elfhonderd hectare natuurschoon. Hier is het gelijknamige Bilderberg-hotel gevestigd, een gelegenheid die onbetwist gerekend wordt tot het topsegment van de Nederlandse horeca. Landgoed Lauswolt is een viersterrenhotel, met een topkeuken die zich, als een van de zeer weinigen in het Noorden, mag laten voorstaan op een Michelin-ster. Lauswolt is aangesloten bij Alliance Gastronomique Neérlandaise en bij de exclusieve keten Small Luxury Hotels of the World.

Ster tussen haakjes
We brengen de auto op knerpend grind tot stilstand. De snelweg is nu geheel vergeten, en aan de Elfstedentocht denken we ook niet meer. Via de brede entree-trap schrijden we omhoog. We kijken in de centrale hal om ons heen. Hoewel geen krampachtige pogingen zijn gedaan om alles 'net als vroeger' te laten gelijken, ademt het pand aan alle kanten de grandeur van weleer. Brede gangen, antieke voorwerpen. We zien het eerbiedwaardige, meer dan manshoge staand horloge, dat er al eeuwen meester is over de tijd. De royale vertrekken op de begane grond zijn getransformeerd tot restaurant en ontmoetingsruimten. Grote olieverfschilderijen tonen er de adel van weleer in al hun waardigheid. Natuurlijk worden alle mogelijke zegeningen van de moderne tijd aangewend om comfort en efficiënte dienstverlening op een hoog peil te realiseren, maar de atmosfeer - de stijl van het adellijke Engelse landhuis ? blijft intact. Weinig dissonanten. Misschien een klein beetje de lift ? nu eenmaal een noodzaak - maar dat nemen we graag voor lief, want Lauswolt heeft voor haar stijlbewustheid over dit onderwerp reeds duur moeten betalen. Volgens de bekende horecaclassificering is Lauswolt een viersterrenhotel, 'maar', zoals een van de vroegere directeuren het heeft uitgedrukt, 'eigenlijk met een vijfde ster tussen haakjes. Die vijfde krijgen we niet zolang niet alle kamers bereikbaar zijn met een lift.' En Lauswolt heeft nu eenmaal geen standaardinterieur. Hoogteverschillen en trappetjes horen erbij. Het gaat hierbij om slechts een handvol kamers, op geringe hoogte, die alleen via een trap zijn te bereiken. Op dit punt paste de kronkelige historie van Lauswolt blijkbaar even niet in de schematische bureauwerkelijkheid van de regelgever.

Trekpleister voor prominenten
Gezeten achter een verkennende aperitief, met strategisch uitzicht op het menselijk verkeer in de hal, stellen we vast dat de stamboom van het pand niet automatisch betekent dat zich hier de resten van de Nederlandse landadel hoogbejaard en weltfremd zouden hebben verschanst. Lauswolt is stijlvol, en ademt ook een voorname rust, maar is tegelijkertijd toch ook toegankelijk. Wel exclusief, maar niet hautain. Terwijl privé-chauffeurs donkere executive cars voorrijden om hun bazen naar belangrijke vergaderingen te brengen, huppelen twee jonge kinderen van het trapje bij de ingang af om zich in de bossen te verpozen. En later zien we in het restaurant een viertal begintwintigers ontspannen en vrolijk aan de dis. Natuurlijk vraag je je - heel onadellijk - even af waar ze 't van doen (net op tijd hun aandelen in dotcommers verkocht?), want Lauswolt is waarachtig geen budgethotel voor rugzaktoeristen. Hoe dan ook, het publiek is allerminst eenzijdig samengesteld.

Zakelijk, privé, sportief
Redenen waarom gasten naar Lauswolt komen, zijn uiteenlopend. Natuurlijk: er is de zakelijke gast uiteraard vooral door de week. We zien mannen met lichte zakenkoffertjes doelgericht de hal doorkruisen, waakzaam om zich heen kijkend, wellicht op weg naar de onderhandelingstafel of naar een overleg van commissarissen. Lauswolt is toegerust met alle moderne vergaderfaciliteiten. Zes suites kunnen in een handomdraai worden omgetoverd in een werkkamer met alle moderne communicatiemiddelen anno 2001. Ook zijn er vier aparte presentatie- en vergaderzalen die qua ruimte variëren van veertig tot bijna tweehonderd vierkante meter. En voor wie dat wenst staan KPMG-consultants paraat om groepen te ondersteunen bij bijvoorbeeld brainstormsessies.
De vergadertijgers zijn in de minderheid, want ongeveer zeventig procent van de clientèle komt privé. Dat kunnen heel wel gezinnetjes zijn, want weliswaar staat daar (gelukkig) geen ploeg consultants voor klaar, maar wel is voorzien in georganiseerd kindervermaak en oppas. Binnen spelletjes doen, of eropuit de bossen in.
Op golfers oefent Lauswolt een extra aantrekkingskracht uit. Aangrenzend aan het landgoed bevindt zich een achttienholesgolfbaan, mét driving range en putting green. (De baan is overigens niet zomaar voor iedereen toegankelijk, dus denkt u even om uw oranje lidmaatschapskaartje en uw golfvaardigheidsbewijsje.)
In het algemeen gesproken weten prominenten de weg naar Lauswolt goed te vinden: topfunctionarissen uit het bedrijfsleven, klinkende namen uit politiek, sport en showbusiness, uit binnen- en buitenland. ('Parkeert u uw helikopter maar daar op het gazon, aan het begin van die rode loper.')
Ook het internationale profvoetbal heeft Lauswolt ondekt. Onder anderen hielden de tegenstanders van SC Heerenveen in de Champions League er verblijf, onder wie de balvirtuozen van Valencia.

Negentigduizend gulden
Voor de feitelijke oorsprong van dit Friese landhuis Lauswolt moeten we terug naar de zeventiende eeuw. De welgestelde herenboer Jan Janszoon Lauswolt, grootgrondbezitter in Beetsterzwaag, stond te boek als eerste eigenaar van een met geboomte omgeven boerderij in Opsterland. Lauswolt bestond uit boerengrond, en dat zou zo blijven tot het moment dat Jonkheer Augustinus Lycklama à Nijeholt er in 1868 voor negentigduizend gulden een groot herenhuis liet bouwen. Naast het herenhuis verschenen een stal, een koetshuis en een koetsierswoning. Later volgden een park, bloemenkas, groentetuin en tuinmanswoning. De parken zijn in de loop der jaren alleen maar omvangrijker geworden en er werden bossen aangelegd.
Van het einde van de negentiende eeuw tot halverwege de twintigste was het landgoed achtereenvolgens in het bezit van Rijnhard Baron van Harinxma thoe Slooten (neef van Lycklama) en zijn dochter Adriana Janke, maar in het begin van de jaren vijftig ging het bezit naar de Algemene Friesche Levensverzekering Maatschappij. Deze heropende het pand in 1954 in de functie die het nog altijd heeft: als hotel.
In recentere jaren vinden er nog enkele uitbreidingen en verbouwingen plaats die bij elkaar Lauswolt naar het huidige uitgebreide voorzieningenniveau brengen: suites, binnen- en buitenzwembaden, sauna, Turks stoombad, de conferentieruimtes, beautysalon.

Geen herhaling
Lauswolt heeft in totaal 65 kamers, waaronder ook appartementen en suites. Suzanne Vermaat, adjunct-directeur, geeft ons een korte rondleiding. Bij een gemiddeld ander hotel, waar sprake is van standaardkamers, zou voor een algemene indruk een bezoek aan slechts één of twee kamers volstaan. In Lauswolt is een uitgebreidere steekproef noodzakelijk. Opvallend ? maar niet toevallig ? is namelijk dat sfeer en inrichting per kamer verschillen. De diversiteit van het publiek wordt kennelijk weerspiegeld in de diversiteit aan hotelkamers. Lauswolt valt zelden in herhaling, zo blijkt. Complete tweekamerappartementen en luxueuze suites worden afgewisseld met recht-toe-recht-aan-slaapkamers. Er is sprake van een onderverdeling in zes verschillende categorieën, maar ook kamers die tot eenzelfde categorie behoren, zijn niet identiek. Twee naast elkaar liggende kamers kunnen volkomen verschillende sferen ademen, qua indeling, stoffering, en stijl van inrichting. Als er al een rode draad in de inrichting is te benoemen, dan is het dat de stijl doorgaans klassiek is, comfortabel maar niet pretentieus, en dat een gekozen stijl consistent wordt gehandhaafd. Geen gerommel.
Interessant is het op enkele tientallen meters afstand gelegen koetshuis. Tot voor kort bood het onderdak aan de voormalig directeur van het hotel, die graag dicht in de buurt van zijn gasten vertoefde en lange dagen in en om het landgoed maakte. Drie jaar geleden is het verbouwd tot regulier onderdeel van het hotel; het herbergt nu zes schitterende kamers c.q. appartementen. Hoogtepunt in dit pand met zijn informele jachthuis-sfeer vormen de twee bruidssuites. Een comfortabele tweepersoons jacuzzi (met onder handbereik de waterbestendige afstandsbediening voor de hooghangende televisie) voegt moderne luxe toe. Een klein nadeel voor vrouwen die 'hun haar net hebben gedaan': men moet even een minuutje en door de buitenlucht alvorens aangeschoven kan worden. Tijdens chique diners in winderige jaargetijden wordt dat volgens ingewijden dat nog wel eens als probleem gezien. We realiseren ons weer even: de wereld is nooit helemaal volmaakt. Het is niet anders.

Onzichtbare regie
In de groeiende familie van Bilderberg-hotels is het Landgoed Lauswolt, met zijn sterke eigen identiteit, een enigszins vreemde eend in de bijt. De overeenkomst is wellicht dat Lauswolt, behalve een eerbiedwaardig landgoed, ook een modern geleide onderneming is, met een staf van tachtig fulltimers en veertig parttimers; een bedrijf in de leisure market waar marketinginzichten de koers bepalen. 'We positioneren ons op service', aldus Suzanne Vermaat. 'We hebben relatief veel vaste gasten, die hier in sommige gevallen al 15 of zelfs 25 jaar met grote regelmaat komen. Toch wordt tegelijk ook verjonging nagestreefd, en dat wordt steeds meer zichtbaar.' Verreweg het grootste deel van de bezoekers komt uit Nederland; ze schat het percentage op ongeveer tachtig. 'Daarnaast hebben we voor vijftien procent mensen uit België en vijf procent uit de rest van de wereld, met name Japanners, Amerikanen en Engelsen.'
Lauswolt-gasten stellen hoge eisen. Vermaat: 'We vinden het belangrijk dat de medewerkers attent en geïnteresseerd zijn. Dat voeren we heel ver door: nog voor de gast zelf kan bedenken wat hij wil, behoren wij het al te weten. Iemand die ons laat weten graag onder lakens en dekens te slapen, zal ook bij een volgend verblijf geen dekbed meer in zijn kamer aantreffen.' De onzichtbare regie van de marketing sluit naadloos aan op de traditionele waarden van het landgoed.
De aanwezigheid van een Estée Lauder Skincare Center onderstreept de positionering van exclusieve service. Het topmerk op het gebied van lichaamsverzorging zag het wel zitten om naam en formule te verbinden aan het karakteristieke landgoed, en richtte een volledig geëquipeerde beautysalon in.

De Heeren
Het restaurant, sinds een ruim jaar getooid met de naam De Heeren van Harinxma (is hier in de gekunsteld-ouderwetse dubbele 'e' de marketing toch te zichtbaar?) biedt plaats aan 120 personen. En die zijn er ook allemaal, nota bene op deze doordeweekse avond. De sfeer in de langwerpige, stijlvolle zaal (lambrizeringen, rijk bewerkt plafond) is geanimeerd. Dineren in stijl, maar niet stijf. De zaal is in feite een aaneenschakeling van vijf salons; vandaar de grote lengte. Een avondje dineren, zo constateerde een journalist eens, levert bij een gemiddelde van zes tafels per ober een wandeling van twintig kilometer op.
Het culinaire brein achter De Heeren is Chef de cuisine Marc van Gulick. De mid-dertiger is een geboren en getogen Brabander die al op zijn 29-ste een Michelin-ster verdiende, toen hij nog als chef-kok werkzaam was bij restaurant De Zwaan, in Etten-Leur. Zijn 'transfer' naar Friesland, nu zo'n twee jaar geleden, heeft zowel hemzelf als Lauswolt geen windeieren gelegd. Binnen een jaar bracht hij ook een ster naar het landgoed, waarmee het restaurant in Beetsterzwaag zich samen met Onder de Linden in Aduard en Kaatje aan de Sluis in Blokzijl onderscheidt van andere restaurants in het noorden van ons land.

Nieuwe Nederlandse keuken
Van Gulick omschrijft zijn kookkunst als 'de nieuwe Nederlandse keuken'. Van Gulick houdt van 'aardse' producten: knollen, aardappelen, paddestoelen. Het vereist kunstenaarschap om deze op het oog doodgewone voortbrengselen der natuur tot een belevenis te maken. Maar meteen al bij de amuse gueule, een ragfijne, romige crème van asperges, wordt ons duidelijk dat de hand van de meester het aardse tot het hemelse kan verheffen.
In de gangen die volgen, verandert stukje bij beetje onze gewone doordeweekse avond in een ongewone culinaire genieting. We laten ons verrassen door de kok (en de sommelier). Alleen de namen van de geserveerde gerechten of ingrediënten bleven die avond gewoon en oer-Hollands klinken: ossenstaart en -haas, knolselderij, lamsoren, hangop, stoofpeertjes, aardbeien, rabarber. Daarnaast ook garnalen en kreeft. Het getuigt van waar meesterschap als je erin slaagt om deze reeks Nederlandse prozaklanken te transformeren tot tongstrelende poëzie.

Topkwaliteit is eis
We praten even na met Van Gulick. Hij heeft een zware avond gehad, in verband met de menukaartwisseling. Het team moet dan altijd even inspelen. 'Het resultaat is er niet minder om, maar de timing is lastiger,' zegt hij. Een belangrijk deel van zijn culinaire slag slaat Van Gulick al voordat het fornuis aangaat: de inkoop. Topkwaliteit is eis. 'Daarop selecteer ik mijn leveranciers. Ik wil exact weten wat ik geleverd krijg, en door wie. Daarmee staat of valt de kwaliteit van alles wat ik onze gasten voorzet.' In zijn keuken zijn na een zware avond de laatste sporen bijna uitgewist. Voldaan, maar ook uitgeput slaan de overgebleven medewerkers de handen ineen voor een nazit. Al met al houden niet minder dan 32 medewerkers, waarvan ook jong talent, het restaurant draaiende. Kwaliteit maken is behalve talent hebben ook hard werken, zoveel is duidelijk.

Het staand horloge slaat middernacht. We staan op. Ook Van Gulick moet morgen vroeg op: 'De inkoop doen.' We moeten terug naar Groningen. Het grind onder de wielen knerpt opnieuw. Een paar minuten later zien we de snelweg al. Het is donker, onderweg zien we niets van de omgeving. Maar die kennen we eigenlijk maar al te goed: typisch Fries landschap, met weilanden, kanalen en meren. Soms wat onherbergzaam.



Wie zich er ook zo over verwondert dat nieuwe rijken zulke lelijke woningen (laten) bouwen op het platteland, moet ook eens een keer van Beetsterzwaag via Nij Beets en Akkrum naar Joure rijden.
Direct buiten Beetsterzwaag staan tegenover elkaar een zeer eigentijds agrarisch complex aan de weidekant en in bosbomen gevatte landheerlijkheid aan de andere kant van de weg, en het opmerkelijke is dat de grote ligboxenstal met 'boerenvilla' aan deze kant niet misstaat. Misschien komt dat ook door de winkelhaak waarin het voorhuis en de schuur ten opzichte van elkaar staan, een vorm die je veel ziet in Het Bildt. Maar zeker is dat het bedrijfseconomisch functionele ervan het complex passend doet zijn in het weidelandschap.
Aan de overzijde van de A7 ligt Frieslands Lage Midden. Daar trokken op het eind van de negentiende eeuw, als de bolle los was, arbeiders achter een rode vlag door de veenderijen om werkwilligen tot staking te dwingen, en als dan Domela Nieuwenhuis kwam spreken kraaide het oproer. De weg langs het kanaal is naar hem genoemd. Aan de landzijde van de Domela Nieuwenhuisweg is op een paar plekken een nieuw landarbeidershuisje in aanbouw, dat wil zeggen een nieuwe villa min of meer in de stijl van een landarbeiderswoning. Op nummer 15 staat het nieuwe 'huisje' pal tegen de oude woning aan, die zal worden afgebroken zodra de nieuwe helemaal klaar is, en tot dan is aan het geheel mooi te zien wat er aan de nieuwbouw niet deugt. De ramen zijn te groot, er zijn er te veel, de steen is te licht van kleur, het bouwwerk is te veel een villa.
Voorbij Akkrum ligt het watersportdorp Terherne van Sietse en Hielke met iets wat Ervarium heet, achter de smederij van Klinkhamer, en dat dus wel verband zal houden met het 'Kameleon-gebeuren'. Het lukt niet om het dorp weer gauw uit te rijden, want een groot nieuw pand van geel en rood op de hoek van de Gravinnewei en de Buorren eist de aandacht op. Het geel is van de steentjes, het rood van de dakpannen. Een bruine kip scharrelt aan de zijkant in de zon. Er is hier een soort boerderij nagemaakt, type stjelp, een boerderijvorm die in dit deel van Friesland veel voorkomt. De stjelp houdt het midden tussen een Noord-Hollandse stolp en een kop-hals-romp-boerderij. Bij een stjelp hebben de kop en de hals zich als het ware tussen de schouders teruggetrokken in de romp.
Dat de achterkant van de pseudo-stjelp in Terherne ook een voorkant is, doet er op zich niet toe. Het is de opzichtigheid van het geheel, en vooral iets in de verhoudingen wat het luxe ding zo doet detoneren aan de rand van het dorp.
Het grote doel van de reis ligt iets verderop: de Fjildwei, een stukje provinciale weg tussen het dorpje Akmarijp en de vlek Snikzwaag. Daar vind je aan de zuidwestkant van de weg een fantastisch rijtje boerderijen met nog maar één echte boer. De twee andere nog echte boeren hebben hun bedrijven, ligboxenstal met bungalowachtig woonhuis, sinds de ruilverkaveling eind jaren zeventig/begin tachtig aan de andere kant van de Fjildwei gekregen.
We kijken rechts. Direct na de kleine begraafplaats-met-klokkestoel staat, omgeven door een grachtje, een voorname en schitterend gerestaureerde kop-hals-romp te staan, onder monumentenzorg. Een beetje weggedoken achter de hoger gelegen dodenakker houdt zich een echte stjelp op. Links van de kop-hals-romp en gescheiden door een veldje met een klepperende ooievaar op een nest, staat met nummer 15 ook een stjelp. Nummer 13 is iets stjelpachtigs, met elkaar toegenegen zwanen in de nok van zowel het woongedeelte als de grote garage ernaast. Maar splinternieuw is het en het heeft twee zuilen in een gevel die een flauwe bocht naar binnen maakt. Alsof het behalve van een Friese stjelp ook iets van een Mesopotamisch heiligdom moest hebben. Bij nummer 11 staan rollen ingekuild gras op een erf, dat onmiskenbaar nog in gebruik is van een boer met koeien.
Nummer 9 is een heel fraaie en authentieke stjelp met een opvallend brede voorgevel en veel ramen daarin. Syncopisch is het beste woord om aan te duiden wat het effect is van de asymmetrische verdeling van de ook al niet gelijkvormige vensters over de gevel.
Het leerzame rijtje aan de Fjildwei wordt, na een paar minder uitgesproken boerderijen-zonder-boer, afgesloten door een overduidelijk en vloekend geval van boerderette.
Jelle Jonker van nummer 15 laat me zijn boerderij zien. Hij was zakenman in Joure, had daar ook een Oldtimer-Centrum. Anderhalf jaar geleden kocht hij deze stjelp uit 1856. De laatste boer, Durk de Vries, boert sinds de ruilverkaveling aan de overkant. Daarna zat er een timmerbedrijfje in, dat tuinhokken maakte.
Jonker gaat de stjelp zoveel als mogelijk terugbrengen in de oorspronkelijke stjelpstaat. Om er gelukkig te worden met zijn jonge vrouw, hoopt hij. Zelf had hij al iets bedacht voor de achterkant. Die is op het zuiden/zuidwesten met uitzicht over het water. In de verte het Sneekermeer. Dus vráágt die kant erom de woonkant te worden. 'Gelukkig', zegt Jonker achteraf, was de welstandscommissie het er niet mee eens. Zijn ingreep zou te zeer het silhouet van de stjelp hebben bedorven. Hij heeft daarom de hulp ingeroepen van architect Jan Tromp uit Joure, en die heeft iets ontworpen met gevoel voor de schoonheid van de stjelp en begrip voor de behoefte van de burger.
Het zal mij benieuwen of Jelle Jonker zich weet te beheersen. Want dit was wat ik, rijdend van Beetsterzwaag naar Joure, bedacht over nieuwe rijken op het zieltogende boerenland. Het is voor nieuwe rijken moeilijk om bescheiden te blijven. Zodra ze hun welstand willen tonen in het uiterlijk van wat ze (laten) bouwen en verbouwen in een vorm die door criteria van bedrijfseconomische functionaliteit bepaald werd, wordt het protserig. En dat is lelijk.

Dit is een artikel uit het tijdschrift Noorderbreedte, 27 - 'Boerderijen'
Noorderbreedte is het tijdschrift over het landschap, de cultuurhistorie, de natuur en het milieu in Friesland, Drenthe en Groningen.





naar de top van deze pagina






























naar de top van deze pagina
Jubileumtocht 100 jaar KNBLO-NL wandeltocht op 12 januari 2008, nabeschouwing:
naar de top van deze pagina






























naar de top van deze pagina
Jubileumtocht 100 jaar KNBLO-NL wandeltocht op 12 januari 2008, verslag:
naar de top van deze pagina