terug naar het overzicht 
van de startplaatsen 
op de alternatieve homepage van WS78 
door Henri Floor gemaakt Terug naar de alternatieve homepage van WS78 40 km WS78 wandeltocht vanuit Barneveldop 25 november 2006

datum 25 november 2006 plaats Barneveld
provincie Gelderland naam wandeltocht De Boeschoter-Wisseltocht
starttijd 9.00 - 10.00 uur postcode start: 3771 CB
parcoursbouwer: Willem Ruiter
kaart startlocatie
startadres: Sociaal Cultureel Centrum De Veluwehal, Nieuwemarkt 6, 3771 CB Barneveld. ( 0342-416723.
bereikbaar met de trein vanaf NS Barneveld.
RA vanuit het station, Burg. Kuntzelaan; LA bij voetgangersoversteekplaats; RA bij telefooncel; LA parkeerplaats schuin naar links oversteken; RD einde parkeerplaats weg oversteken; na ongeveer 50 meter treft u de startplaats in De Veluwehal.
bereikbaar met de auto:
Vanaf afslagnummer 1 (Barneveld/Harselaar) van de A30 en afslagnummer 16 (Voorthuizen) van de A1 wordt de route naar het startbureau met borden van WS78 aangegeven.
route info vooraf route info na afloop informatie omgeving nabeschouwing verslag fotoreportage

















naar de top van deze pagina
De Boeschoter-Wisseltocht, startplaats Barneveld, datum 25 november 2006, route-informatie vooraf:

Barneveld was een welvarend dorp geworden, eerst door de schapenteelt, later door de tabaksteelt. Voor de tabaksteelt had men veel schapenmest nodig. In de loop der 17e eeuw werd in het dorp een waag opgericht en een officieel zegel aangeschaft. Op dit zegel werd een afbeelding van de tabaksplant opgenomen.

In de loop der 18e eeuw verloor de tabaksteelt aan betekenis en werd de plant niet meer als zodanig herkend. In 1795 ontstond de behoefte aan een nieuw cq verbeterd wapen. Geheel in de geest der tijd werd een commissie van 2 medeburgers ingesteld om een wapen te ontwerpen. Als verklaring van het ontwerp gaven zij: “een zogenaamde pop waaruit een Capel ten deele reeds is voortkomende, waarvan egter nog een gedeelte van de pop bestaat, verbeeldende alzo de Constitutie zo als dezelve nog ten deele bestaat, maar egter reeds een aanmerkelijke verandering heevt ondergaan, welke oude Constitutie van tijd tot tijd meer staat af te nemen, en in een geheel nieuw ligchaam staat over te gaan; dat men al verder een zon daar boven diende te plaatsen om daardoor de verligting af te beelden.” De pop werd weggelaten, maar zon en vlinder werden toegevoegd aan het bestaande wapen. De plant werd echter niet meer als tabaksplant herkend en veranderde in een onherkenbare plant op een losse grond.

In de loop der 19e eeuw kreeg de adel haar oude invloed terug. In Barneveld had Baron van Zuilen van Nievelt van de Schaffelaer veel invloed. Hij liet op zijn kosten veel openbare werken uitvoeren in het dorp. De gemeenteraad besloot op 14-8-1861 het wapen van de baron toe te voegen aan het wapen van het dorp. De Hoge Raad van Adel verleende het nieuwe wapen zonder problemen.

Literatuur: Gemeentegids Barneveld; Mulder-van Stellendam, 1969; Van den Bergh, 1878.

Beste wandelvrienden en -vriendinnen!

Hartelijk welkom in de stad van Jan van Schaffelaar. Voor de vierde keer slaat WS 78 zijn tenten op in het Gelderse Barneveld. Onze parkoersarchitect van vandaag heet Willem Ruiter uit Voorthuizen die de WS meute voor de tweede keer laat kennismaken met zijn creaties. Wij waren hier voor het laatst op 13 februari 1999 toen we vanuit een koude fabriekshal op het industrieterrein ‘De Harselaar’ startten. Dat was voor de achterblijvers geen succes want de hal kon op die ijskoude dag maar moeizaam verwarmd worden. Dat wordt vandaag zeker en vast anders. De start is nu vanuit ‘De Veluwehal’ in het hartje van Barneveld aan de voet van de bekende toren en het standbeeld van Jan van Schaffelaar.

Barneveld en zijn toren kregen vooral bekendheid door de heldensprong van Jan van Schaffelaar in 1482.

Op 16 juli van dat jaar vond er een treffen plaats tussen de Utrechtenaren en de Geldersen. Een ruiterij onder leiding van Jan van Donselaar (door zijn huwelijk Van Schaffelaar genoemd) verschanste zich in de toren. De belegeraars verzekerden de ruiters vrije aftocht mits de aanvoerder zich overgaf. Toen zei van Schaffelaar: “dan spring ik nog liever van de toren” en hij voegde de daad bij het woord. Zijn standbeeld, dat in 1903 werd onthuld, staat onder de toren.Deze toren dateert uit de dertiende eeuw en werd vele malen ten gevolge van blikseminslag door brand geteisterd. Maar steeds opnieuw werd de toren in oude luister hersteld. In 1927 volgde een grondige restauratie waarbij de peer-vormige naaldspits werd vervangen door een lantaarn met uivormige bekroning.


De Veluwehal is een multifunctioneel gebouw dat wordt

gebruikt als partycentrum, sporthal, zwembad, bowling- en kegelbaan, tentoonstellingsruimte en ga zo maar door. Perfect geregeld Willem!

Voor treinreizigers is het van belang te weten dat zij moeten reizen naar het NS-station Barneveld-Centrum.

Via het Marktplein langs toren en standbeeld gaat de route in de richting van het kasteel “Huis De Schaffelaar”.

Dit huis staat op de top-honderd-lijst van monumenten in Nederland en ligt in een groot park met dezelfde naam. In dit park stond in vroegere eeuwen al een kasteel. Dit kasteel is rond 1630 verwoest en nooit meer opgebouwd. Tijdens onze wandeling door het park met zijn statige beuken komen we langs de restanten van een prieeltje.

Vier betonnen onderstellen en een ronde bank met brandplekken zijn de stille getuigen van een eens zo romantisch plekje in het Schaffelaarse bos, waar smalle beekjes voortkabbelen. Achter het huis bevindt zich de Koeweide met een gracht er omheen. Dat lijkt misschien vreemd maar als je weet dat hier het oude kasteel heeft gestaan, wordt alles meteen een stuk duidelijker.

We verlaten Barneveld via het bedrijventerrein ‘De Harselaar’ en gaan in de richting van het Zeumersegat. Deze recreatieplas is ontstaan na zandafgravingen ten behoeve van de infrastructuur. We lopen over een klein strandje en steken schuin de grasweide over. Als we even later het Recreatiecentrum Ackerstate opgaan, is er voor de wandelaars met hoge nood de mogelijkheid om van de speciaal voor WS 78 opengestelde toiletten gebruik te maken. Er zijn op dat moment exact 7 kilometer afgelegd. Dan gaan we het Wilbrinkbos in, evenals zoveel gebieden in deze omgeving, beheerd door het Gelders Landschap.

De zandwal in dit bos is waarschijnlijk een stuifduin dat al tegen het einde van de laatste ijstijd ontstond. Onze parkoersbouwer laat ons daar optimaal van genieten. Dan wordt het na 10.670 meter tijd voor een kom soep in ’t Arendsnest in Voorthuizen.

In het tweede kwart van de tocht verblijven we grotendeels in het Speulder en Sprielderbos. Het is één van de mooiste en oudste bossen van Nederland. Kromme in wonderlijke bochten gegroeide eiken- en beukenbomen bepalen de sfeer. In de volksmond heet het Speulderbos “het bos van de dansende bomen”.Dit komt doordat de stammen in de nevel lijken te bewegen. Het bos is niet alleen mysterieus maar ook zeer zeldzaam. Bovendien is het een paradijs voor (roof)vogels, edelherten, dassen en wilde zwijnen. Tijdens het voorlopen stond men oog in oog met een donkere ree.

In dit gebied bevindt zich ook het Solse Gat. Deze diepe kuil is in de laatste ijstijd ontstaan door een draaikolk van gletsjer water. De kuil is verder uitgediept door het graven van leem. Veluwse sagen vertellen een ander verhaal. Op deze plek zou ooit een klooster hebben gestaan. De monniken hadden hun ziel aan de duivel verkocht. Hiervoor werden ze gestraft. In een woeste kerstnacht zonk het klooster weg in de aarde. Alleen de statige toegangsweg zou nog aan het klooster herinneren. Tot enkele jaren geleden waren in de zomeravonden nog de geluiden van klagende monniken te horen. Oom Rikus van Gerrie van den Brink was onder meer betrokken bij het maken van de geluiden van de zogenaamd overleden monniken. We komen verder door de Boswachterij Garderen en een klein bos- en heidegebied met de naam Bergsham. Bergsham is genoemd naar de 54 meter hoge Hamberg of Bergsham aan de noordgrens langs de Hoge Boeschoterweg. De mensen die hier in de bronstijd leefden kozen dit opvallend hoge punt om hun doden te begraven. Er bevinden zich nog verscheidene grafheuvels. Na 20.170 meter bereiken we de grote rust in het Dorpshuis ‘De Koepel’ in Garderen.

Na de pauze verblijven we opnieuw geruime tijd in de boswachterij Garderen. Zandpaden en heidevelden wisselen elkaar af maar de bospaden hebben de overhand. De koffiepost bevindt zich in Voorthuizen nadat we 29.930 meter hebben afgelegd. Tussen deze post en het fruit is het gedaan met de bossen. We komen in de buitengebieden langs fraaie boerderijen die de lange einden van meer dan anderhalve kilometer meer dan goed maken. We passeren opnieuw het Zeumersegat, maar nu aan de andere kant. Als we tenslotte bij de Veluwehal terugkeren, staat de teller op 41.350 meter.

Wij wensen jullie een heel fijne wandeldag.

De start is vanuit:
Soc.Cul.Centrum “De Veluwehal”, Nieuwemart 6, 3771 CB Barneveld, 0342 – 417623.


naar de top van deze pagina































naar de top van deze pagina
De Boeschoter-Wisseltocht, startplaats Barneveld, datum 25 november 2006, route-informatie na afloop:

BARNEVELD, op 25 november 2006
DE BOESCHOTER-WISSELTOCHT

Beste wandelvrienden en -vriendinnen!
Voor de vierde keer sloeg WS 78 zijn tenten op in het Gelderse Barneveld. De parkoersarchitect van deze dag was Willem Ruiter uit Voorthuizen die de WS meute voor de tweede keer liet kennismaken met zijn creaties. Wij waren hier voor het laatst op 13 februari 1999 toen we vanuit een koude fabriekshal op het industrieterrein ‘De Harselaar’ startten. Dat was voor de achterblijvers geen succes want de hal kon op die ijskoude dag maar moeizaam verwarmd worden. Dat werd deze dag zeker en vast anders. De start was nu vanuit ‘De Veluwehal’ in het hartje van Barneveld aan de voet van de bekende toren en het standbeeld van Jan van Schaffelaar.
Barneveld en zijn toren kregen vooral bekendheid door de heldensprong van Jan van Schaffelaar in 1482.
Op 16 juli van dat jaar vond er een treffen plaats tussen de Utrechtenaren en de Geldersen. Een ruiterij onder leiding van Jan van Donselaar (door zijn huwelijk Van Schaffelaar genoemd) verschanste zich in de toren. De belegeraars verzekerden de ruiters vrije aftocht mits de aanvoerder zich overgaf. Toen zei van Schaffelaar: “dan spring ik nog liever van de toren” en hij voegde de daad bij het woord. Zijn standbeeld, dat in 1903 werd onthuld, staat onder de toren.Deze toren dateert uit de dertiende eeuw en werd vele malen ten gevolge van blikseminslag door brand geteisterd. Maar steeds opnieuw werd de toren in oude luister hersteld. In 1927 volgde een grondige restauratie waarbij de peer-vormige naaldspits werd vervangen door een lantaarn met uivormige bekroning.

De Veluwehal is een multifunctioneel gebouw dat wordt gebruikt als partycentrum, sporthal, zwembad, bowling- en kegelbaan, tentoonstellingsruimte en ga zo maar door. Dat had je perfect geregeld Willem!

Via het Marktplein langs toren en standbeeld ging de route in de richting van het kasteel “Huis De Schaffelaar”.

Dit huis staat op de top-honderd-lijst van monumenten in Nederland en ligt in een groot park met dezelfde naam. In dit park stond in vroegere eeuwen al een kasteel. Dit kasteel is rond 1630 verwoest en nooit meer opgebouwd. Tijdens onze wandeling door het park met zijn statige beuken kwamen we langs de restanten van een prieeltje.

Vier betonnen onderstellen en een ronde bank met brandplekken zijn de stille getuigen van een eens zo romantisch plekje in het Schaffelaarse bos, waar smalle beekjes voortkabbelen. Achter het huis bevindt zich de Koeweide met een gracht er omheen. Dat lijkt misschien vreemd maar als je weet dat hier het oude kasteel heeft gestaan, wordt alles meteen een stuk duidelijker.

We verlieten Barneveld via het bedrijventerrein ‘De Harselaar’ en gingen in de richting van het Zeumersegat. Deze recreatieplas is ontstaan na zandafgravingen ten behoeve van de infrastructuur.

We liepen over een klein strandje en staken schuin de grasweide over. Toen we even later het Recreatiecentrum Ackerstate opgingen, bleek er voor de wandelaars met hoge nood de mogelijkheid om van de speciaal voor WS 78 opengestelde toiletten gebruik te maken. Er waren op dat moment exact 7 kilometer afgelegd. Vervolgens gingen we het Wilbrinkbos in, evenals zoveel gebieden in deze omgeving, beheerd door het Geldersch Landschap. De zandwal in dit bos is waarschijnlijk een stuifduin dat al tegen het einde van de laatste ijstijd ontstond. Onze parkoersbouwer liet ons daar optimaal van genieten.

Na 10.670 meter werd het tijd voor een kom soep in ’t Arendsnest in Voorthuizen. In het tweede kwart van de tocht verbleven we grotendeels in het Speulder en Sprielderbos. Het is één van de mooiste en oudste bossen van Nederland. Kromme in wonderlijke bochten gegroeide eiken- en beukenbomen bepalen de sfeer. In de volksmond heet het Speulderbos “het bos van de dansende bomen”.Dit komt doordat de stammen in de nevel lijken te bewegen. Het bos is niet alleen mysterieus maar ook zeer zeldzaam. Bovendien is het een paradijs voor (roof)vogels, edelherten, dassen en wilde zwijnen. Tijdens het voorlopen stond men oog in oog met een donkere ree.

In dit gebied bevindt zich ook het Solse Gat. Deze diepe kuil is in de laatste ijstijd ontstaan door een draaikolk van gletsjer water. De kuil is verder uitgediept door het graven van leem. Veluwse sagen vertellen een ander verhaal. Op deze plek zou ooit een klooster hebben gestaan. De monniken hadden hun ziel aan de duivel verkocht. Hiervoor werden ze gestraft. In een woeste kerstnacht zonk het klooster weg in de aarde. Alleen de statige toegangsweg zou nog aan het klooster herinneren. Tot enkele jaren geleden waren in de zomeravonden nog de geluiden van klagende monniken te horen. Oom Rikus van Gerrie van den Brink was onder meer betrokken bij het maken van de geluiden van de zogenaamd overleden monniken. We kwamen verder door de Boswachterij Garderen en een klein bos- en heidegebied met de naam Bergsham. Bergsham is genoemd naar de 54 meter hoge Hamberg of Bergsham aan de noordgrens langs de Hoge Boeschoterweg. De mensen die hier in de bronstijd leefden kozen dit opvallend hoge punt om hun doden te begraven. Er bevinden zich nog verscheidene grafheuvels. Na 20.170 meter bereikten we de grote rust in het Dorpshuis ‘De Koepel’ in Garderen.

Na de pauze wandelden we opnieuw geruime tijd in de boswachterij Garderen. Zandpaden en heidevelden wisselen elkaar af maar de bospaden hadden de overhand. De koffiepost bevond zich in Voorthuizen nadat we 29.930 meter hadden afgelegd. Tussen deze post en het fruit was het gedaan met de bossen. We kwamen in de buitengebieden langs fraaie boerderijen die de lange einden van meer dan anderhalve kilometer meer dan goed maken. We passeerden opnieuw het Zeumersegat, maar nu aan de andere kant. Toen we tenslotte bij de Veluwehal terugkeerden, stond de teller op 41.350 meter.

TERUGBLIK OP BARNEVELD

BESTE WANDELVRIENDEN
Tijdens onze WS 78 wandeltocht vanuit Barneveld werden wij opgeschrikt door het plotselinge overlijden van de 71 jarige Piet Boudewijns. De heer Boudewijns was ‘s morgens vol goede moed vanuit zijn Brabantse woonplaats Dongen vertrokken om in Barneveld 40 kilometer aan zijn WS totaal van 1400 km toe te voegen. Helaas hield ook zijn aardse wandeling hier na 18 kilometer op.

Onze gedachten en medeleven gaan uit naar de familie van de heer Boudewijns.

Het plotselinge overlijden van de heer Boudewijns tijdens onze winterwandeltocht, heeft onder de vele aanwezige wandelaars grote indruk achter gelaten.

Het bestuur van WS 78 wil met nadruk haar grote waardering en dank uitspreken naar de vele medewandelaars die ter plekke ondersteuning en hulp hebben geboden. Wij zijn trots dat zovelen binnen de vereniging professionele bijstand hebben kunnen bieden of juist met respect afstand hebben genomen. De warme aandacht die wandelaars in zo’n moeilijke emotionele situatie elkaar tonen is kenmerkend voor het WS 78 verenigingsgevoel.

Willem Ruis, voorzitter.

naar de top van deze pagina































naar de top van deze pagina
De Boeschoter-Wisseltocht, startplaats Barneveld, datum 25 november 2006, informatie omgeving.

Barneveld is een dorp in de Nederlandse provincie Gelderland en tevens hoofdplaats van de gelijknamige gemeente, in het midden van Nederland. Het dorp heeft ongeveer 28.147 inwoners (2005). Door het zuiden van Barneveld stroomt de Barneveldse Beek.


Geschiedenis
Barneveld bestaat als kerkdorp sinds 1333, alhoewel de leeftijd van Barneveld op meer dan 800 jaar wordt geschat. Deze schatting is gebaseerd op een tekst uit 1174 waarin een Wolfram van Barneveld wordt genoemd. De plaats vervult een marktfunctie in de Gelderse Vallei, maar is nooit tot stad verheven. In de 17e en 18e eeuw was Barneveld een belangrijk knooppunt in het netwerk van Hessenwegen. De naam Barneveld is mogelijk een oude naam of een verbastering van de naam Bronveld. Een andere mogelijke herkomst van de naam is Barnsteenveld.

Barneveld heeft ook bekendheid verworven door het relaas van de Kabeljauwse ruiteraanvoerder Jan van Schaffelaar, die hier op 16 juli 1482 van de door Hoeken belegerde toren sprong. Op het Torenplein staat sinds 1903 een standbeeld van hem. Huize De Schaffelaar en het aangrenzende Schaffelaarse bos, ten oosten van het dorp, zijn naar hem vernoemd.

Pluimveecentrum
Tegenwoordig staat de plaats bekend als het centrum van de pluimveeteelt, al hadden sommige Noord-Limburgse gemeenten nog voordat de Gelderse Vallei in 2003 door de vogelpest werd getroffen, meer kippen binnen hun grenzen. Barneveld gaf zijn naam aan het kippenras de Barnevelder. Er is tevens een donderdagse eiermarkt.

Journalistiek
Barneveld heeft in de Barneveldse Krant haar eigen dagblad. De Barneveldse Krant is de enige onafhankelijke lokale krant van Nederland. Het eerste exemplaar van het dagblad verscheen op 7 oktober 1871. De krant houdt de Barneveldse burger elke dag op de hoogte van Barnevelds, binnenlands, buitenlands en sportnieuws.

Wijken en buurtschappen
Ook het industriegebied Harselaar, halverwege Voorthuizen tussen de A1 en de spoorlijn Amersfoort-Apeldoorn, en de buurtschappen Harselaar en Wessel, vallen administratief onder het dorp Barneveld.

Verkeer en vervoer
Ten noorden van Barneveld bevindt zich de A1 en in het westen de A30.

Barneveld heeft twee stations aan de spoorlijn Amersfoort - Ede-Wageningen, een lijn die de bijnaam het kippenlijntje draagt, Barneveld Centrum en Barneveld Noord. Vanaf december 2006 zal er tussen Barneveld Noord en Amersfoort, 4 maal per uur een light rail train gaan rijden.

Bij station Barneveld Noord wordt in april 2006 een transferium in gebruik genomen. Via deze gratis parkeervoorziening willen provincie Gelderland en gemeente Barneveld automobilisten stimuleren hun reis richting Randstad met de trein voort te zetten.

Geboren in Barneveld
Jacobus Cornelius Kapteyn (19 januari 1851), astronoom
Christiaan van Veen (19 december 1922), politicus
Conny van Bentum (12 augustus 1965), Nederlands zwemster


Dorpen
Onder de uitgestrekte gemeente Barneveld vallen de volgende dorpen:

Barneveld
De Glind
Garderen
Kootwijk
Kootwijkerbroek
Stroe
Terschuur
Voorthuizen
Zwartebroek


Daarnaast bevinden zich de volgende buurtschappen in de gemeente: Essen, Esveld, Garderbroek, Harselaar, Kallenbroek, Moorst (gedeeltelijk), Wessel en Zeumeren.

Geografie
De gemeente grenst aan de gemeentes Nijkerk, Putten en Ermelo in het noorden. De gemeente Apeldoorn in het oosten. De gemeentes Ede, Renswoude, Scherpenzeel en Woudenberg in het zuiden en de gemeentes Leusden en Amersfoort in het westen.
De gemeente Barneveld ligt voor een groot deel in het centrale deel van de Gelderse Vallei. In het oosten en het noordoosten liggen de zandgronden van de Veluwe met bossen, heidevelden en in de buurt van Kootwijk het Kootwijkerzand. De gemeente wordt van oost naar west doorsneden door de Barneveldse Beek.

Landbouw
De gemeente kenmerkt zich door een hoge concentratie varkenshouderijen en pluimveehouderijen. Het landbouwgebied bestaat hoofdzakelijk uit grasland en relatief weinig akkerland, behalve aan de rand van de Veluwe en hier en daar verspreid over de gemeente.

Het aantal kippen in de gemeente Barneveld is het grootste van alle Nederlandse gemeenten, te weten, 2,9 miljoen kippen (2004).

Door de hoge concentratie van (pluim)vee kent de gemeente een hoog mestoverschot.

Toerisme
Vooral op de overgangszone tussen de Vallei en de Veluwe bevinden zich vele campings, in het bijzonder tussen Voorthuizen en Garderen.

Het Vellerdrama
De naam 'Veller' staat in nauw verband met het Vellerdrama. Dat speelde zich af in Barneveld.
De gemeente Barneveld wilde in Barneveld-dorp de nieuwe wijk Veller bouwen. Maar met de aankoop van de grond daarvoor ging van alles mis. Een projectontwikkelaar kaapte de grond voor de neus van de gemeente weg, waardoor de gemeente het later voor veel meer heeft moeten opkopen. In de Veller-werkgroep, waarin twee wethouders zetelden, bleken grote inschattingsfouten te zijn gemaakt. De wethouder projecten stapte hierdoor in 2004 op.
Om achter de feiten te komen, werd in 2005 een speciale onderzoekscommissie ingesteld. Naar aanleiding van de bevindingen van deze commissie stapte een tweede wethouder (ruimtelijke ordening) op. Op 25 januari 2005 werd de zaak besproken in een gemeenteraadsvergadering. Drie Barneveldse politieke partijen dienden een motie van wantrouwen in tegen het college van burgemeester en wethouders. Maar deze werd door een minderheid van de gemeenteraad gesteund.
Het Veller-drama deed in Barneveld veel stof opwaaien. Veel Barneveldse burgers zeggen dat ze door de affaire hun vertrouwen in de plaatselijke politiek zijn kwijtgeraakt.


Geschiedenis


In februari 1943 weet de secretaris-generaal van Binnenlandse Zaken Karel Johannes Frederiks samen met zijn ambtgenoot Jan van Dam een lijst samen te stellen van Höchstellungsjuden, joden die van maatschappelijk of wetenschappelijk belang zijn geweest voor het Derde Rijk, door bijvoorbeeld in de Eerste Wereldoorlog voor Duitsland te vechten. Frederiks' medewerker I.E. Hess schrijft hierover in zijn memoires:

'Er was van den beginne af aan reeds een lijstje [bedoeld wordt de 'Blaue Reiter'] van zogenaamde NSB-joden. Van Duitsche zijde had men zelf enige joden op een lijstje geplaatst, teneinde bijzondere bescherming te genieten uit hoofde van vroegere lidmaatschap der NSB, gemengd huwelijk met iemand die naar het Oostfront was gegaan en dergelijke. Deze mensen werden tenslotte uitgenodigd naar Doetinchem te komen te hunne verdere beveiliging, op de zelfde wijze als de anderen naar Barneveld zouden gaan. De directeur van de inrichting te Barneveld, zou tevens directeur te Doetinchem zijn. De interne inrichting en verzorging van de instelling te Doetinchem, werd aan het departement overgelaten.'
De meeste van deze joden worden ondergebracht in Barneveld, maar de - oorspronkelijk 64 - 'Mussert-joden', joden die zelf nauwe contacten hebben met de nazi's en daardoor bescherming genieten van Anton Mussert, van de lijst krijgen een ander onderkomen: de voormalige pastorie Villa Bouchina (vermoedelijk vernoemd naar Boukje Schoenmakers, een van de vorige bewoners) aan de Dominee van Dijkweg 13 te Doetinchem. Later wordt dit aantal teruggedrongen naar 32 en van 32 naar elf. Onder deze Mussert-joden bevinden zich mevrouw C. Ancona, Abraham Spetter, Paul Drukker en de familie Rimini (bestaande uit man, vrouw en twee kinderen) maar ook de bekende illustrator Jo (Joseph Eduard Adolf) Spier met zijn vrouw Tineke Spier-Raalte en de kinderen Peter Spier (15), Celine Spier (13) en Tom Spier (11). Die laatste keuze is opmerkelijk, want de familie Spier heeft nooit contacten gehad met de NSB. Peter Spier verklaard dat na de oorlog zo:

'Mussert heeft een keer een tekening van mijn vader gekocht, in 1933, bij de Joodse kunsthandel Goudstikker en toen heeft Mussert geloof ik een keer een boeket bloemen aan mijn vader gestuurd. Ik geloof dat ik mijn leven aan Mussert te danken heb.'
In een proces-verbaal van Mussert vertelt de NSB'er dat hij Jo Spier heeft willen behouden voor het Nederlandse volk. De geruchten dat Spier zelf NSB'er was, gaan nog steeds.

De familie Rimini krijgt uitstel wegens ernstige ziekte van een van de kinderen en Jo Spier is op het moment dat zijn familie Villa Bouchina betrekt nog bezig met wandschilderingen in het kinderhospitaal van Westerbork, als straf voor een spotprent die hij in 1939 van Hitler heeft gemaakt.

De overige zes Mussert-joden betrekken de pastorie in Doetinchem op zaterdag 27 februari 1943. Van de inrichting is weinig bekend, het enige wat Peter Spier zich nu nog kan herinneren is dat zich op de begane grond de keuken, woonkamer en het kantoor van Spanjaard bevind, en dat de drie kinderen een kamertje delen. In maart 1943 krijgt Jo Spier 6 dagen verlof van Westerbork, maar hij mag volgens de regels niet in Villa Bouchina logeren. De joodse raadsman Mogendorf biedt hem een slaapplaats in zijn huis aan (de jongste dochter heeft na de oorlog echter altijd stellig beweerd dat Jo Spier nooit bij haar thuis aan de Dr. Hubert Noodtstraat is geweest en dus is het mogelijk dat Spier die dagen ergens anders heeft doorgebracht) en na enkele weken kan ook Jo de villa gaan bewonen, zonder nog terug te hoeven naar Westerbork. De afspraak is dat de gevangenen tijdens hun verblijf in het pand alleen geholpen mogen worden door een kok en dat zij niet naar buiten gaan. Adjunct-directeur D.J.H.W. Spanjaard, oud burgermeester van het Nederlands-Indische Tegal, krijgt het echter voor elkaar dat de gevangen eens in de twee maanden het pand mogen verlaten om, aldus Peter Spier, 'een douche te nemen in de Doetinchemse gasfabriek.' Tom Spier mag vanwege zijn bloedarmoede, waarvoor hij door de dokter veel buitenlucht toegeschreven krijgt, wat vaker Doetinchem in voor een boodschap.

Voor de kinderen Spier is er in Villa Bouchina weinig te doen en onderwijs krijgen de drie niet in verband met hun uitgaansverbod. Daarom krijgt Spanjaard hulp van Dhr. Justus Mogendorf om leraren te zoeken die bereid zijn de kinderen particulier onderwijs te geven. Dit worden de ontslagen joodse leerkrachten, afkomstig van het Gemeentelijk Lyceum te Doetinchem, meneer J. van Cauveren en de mejuffrouw M. Groonheim.

Op 1 april 1943 krijgt Villa Bouchina er een achtste bewoner bij; Kaatje van Lunenburg-Groen. Haar man, meneer van Lunenburg, zit bij het Nederlands Legioen en tijdens haar verblijf in de pastorie zingt zij dan ook regelmatig Duitse strijdliederen, tot ergernis van de andere bewoners. Meneer en Mevrouw Lunenburg zijn nog kinderloos maar een gezinsuitbreiding is op komst.


Op 17 april krijgen Jo Spier, Abraham Spetter, Paul Drukker en mevrouw Ancona de oproep om zich te melden bij de Joodsche Raad in Amsterdam, waar zij te horen krijgen dat Villa Bouchina ontruimd zal worden en de gevangenen op 21 april naar het Tsjechische kamp Theresienstadt zullen worden gedeporteerd. Jo Spier schrijft hier in 1978 over in zijn boek 'Dat alles heeft mijn oog gezien':

'We gingen naar Theresienstadt, mijn vrouw, m'n drie kinderen en ik. Om 7 uur 's morgens moesten we ons in de 'Hollandsche Schouwburg', waar het transport samengesteld werd, melden. We hadden een paar zware koffers en we wisten niet hoe we naar de schouwburg moesten komen.Taxi's waren er niet meer en in de tram mochten we niet. Lopen met de koffers was uitgesloten. Ten einde raad belde ik Muiderman [Goede hulp van Jo Spier] op die me vroeg waar hij de kopie halen moest. Ik deelde hem mede dat het ditmaal niet om kopie maar om m'n gezin ging.
Precies op tijd arriveerde Muiderman met een door een paard getrokken sleperswagen. Wij zaten met ons vijven op de platte kar naast onze koffers en Muiderman reed ons door een verlaten Amsterdam naar de schouwburg.'
Vanuit de Hollandsche Schouwburg wordt het gezin Spier naar Theresienstadt gedeporteerd, net als de 4 andere gevangenen van Villa Bouchina. Volgens historicus George E. Berkley wordt de 43-jarige Jo Spier daar gebruikt voor propaganda-werkzaamheden. Spiers tekeningen van het koffiehuis van Theresienstadt zijn inhoudelijk niet te vergelijken met die van andere kunstenaars als Fritta, welke droevige en skeletachtige gestalten tekende, en bovendien, zo schrijft Berkley in zijn boek 'Theresienstadt', 'de nazi's gebruikten hem om later aangekomen Nederlanders te verwelkomen. Goed gekleed en gezond ogend, sprak hij de nieuwkomers monter toe, waarbij hij stembetuigingen en uitdrukkingen gebruikte die maakten dat hij zelf bijna als een nazi klonk'. Volgens Spier zelf stond hij bij het maken van zijn verheerlijkende tekeningen en het verwelkomen van de nieuwe gevangenen onder druk van de Duitsers.

Mevrouw Ancona, Paul Drukker en Abraham Spetter sterven maar de hele familie Spier overleeft het kamp en trekt na de oorlog terug naar Amsterdam. In Nederland wordt de familie achtervolgd door geruchten dat Jo Spier tijdens de oorlog goed bevriend was met de Duitse bezetter. Uit frustratie en tevens uit angst voor een nieuwe oorlog vertrekken Jo en Tineke Spier samen met hun 3 kinderen in 1950 naar de Verenigde Staten, waar de drie kinderen nu nog steeds wonen.

Uit ons onderzoek is gebleken dat op 30 juni 1943 Villa Bouchina alweer verkocht is, aan dhr. C.H. Appelo. Op 24 september 1946 is hij uit het pand vertrokken, hij betrok een andere woning in de gemeente Ruinerwold. Wat er in de oorlog met de familie Rimini is gebeurd, die uitstel van Villa Bouchina kregen, is ons (nog) niet bekend.


De 'grote voorgangers' van Villa Bouchina waren te vinden in het, eveneens Gelderse, dorp Barneveld. Kasteel 'De Schaffelaar' en werkverschaffingkamp 'De Biezen' dienden in de Tweede Wereldoorlog om circa zevenhonderd bevoorrechte joden, niet zozeer met het nazisme betrokken als de Mussert-joden uit Doetinchem maar wel bevoorrecht door bijvoorbeeld in de Eerste Wereldoorlog voor Duitsland mee te vechten, te beschermen tegen deportatie naar een concentratiekamp als Auschwitz of Sobibor.

In 1942 wendden vijf bevriende joden zich tot de eerder genoemde secretaris-generaal Frederiks met de vraag of hij niet voor 'vrijstelling van Arbeitseinsatz' zou kunnen zorgen. Deze politicus vroeg vervolgens Rauter om toestemming, welke een duidelijk 'nee' antwoordde, en belandde uiteindelijk bij de vertegenwoordiger van de NSDAP in Nederland, Schmidt. Hij ging wel akkoord. Zo ontstond Plan Frederiks, of ook wel 'lijst-Frederiks' genoemd. Wat als een rijtje van vijf namen begon, bereidde zich uit tot een document dat ongeveer 700 namen bevatte van Joodse prominenten (officieel, want volgens 'De Groene Amsterdammer' was het vaak een kwestie van 'ons kent ons'). Frederiks kreeg veel smeekbrieven van joden die zichzelf in Barneveld thuis vonden horen, de meesten hiervan werden niet beantwoord.


De Barneveldse kampen stonden onder leiding van een Nederlandse commandant, een oud-officier en 6 controleurs/bewakers. Uit de ongepubliceerde memoires van Frederiks' medewerker I.E. Hess weten wij dat de directeur van de kampen in Barneveld dezelfde was als die van Villa Bouchina, dhr. Spanjaard. Deze mensen werden voor hun werk niet betaald door het ministerie van Binnenlandse Zaken, maar kregen loon uit het geld dat de joden die vanaf december 1942 Barneveld betraden hebben moeten afstaan (alles wat zij op dat moment bij zich hadden), in totaal bedroeg dat ƒ58.000 (tegenwoordig zo'n €16.300). Toen dit begin '43 op was (alle kosten die er nodig waren om de gevangenen in Barneveld onder te brengen werden ermee betaald) werden de overige bedragen geput uit de Joodse vermogens die bij Lippmann-Rosenthal waren achtergelaten. De meubels die in de panden te vinden waren, waren afkomstig van de huisraad van de bewoners.

De verhalen die over de Barneveldse kampen verteld worden, variëren en spreken elkaar soms zelfs tegen. Zo vertelde een - toen 13-jarige - gevangene in 'De Groene Amsterdammer':

'Er waren grammofoonconcerten, dat was heerlijk. Er waren wedstrijden waarbij je moest raden wat er gespeeld werd. Er heerste een redelijk goede sfeer. De mensen zetten zelfs een beetje de bloemen buiten. Allerlei paren verwisselden van partner. Er was ook niet veel anders te doen. Het was echt een beetje een vrolijke boel. Ik had weliswaar niet het vriendje dat ik wilde hebben, ik had een noodvriendje.'
En een destijds 18-jarige vrouw beschrijft, eveneens in 'De Groene Amsterdammer', hoe afschuwelijk het was:

'Iedereen die zegt: "Ik was er zo gelukkig" is kortzichtig en dom. Je was door de moffen geïnterneerd en het was beangstigend en bedreigend. Een gevangenis met een roze randje is ook een gevangenis. Je leefde in doodsangst voor familieleden en vrienden en op termijn voor jezelf.'

Er was een verschil tussen de gevangen van De Schaffelaar en De Biezen. 'In De Biezen', zegt een van de drie bovengenoemde bewoners, 'zaten niet van die ontzettend belangrijke, verwende intellectuelen als in De Schaffelaar. Er waren genoeg mensen die door de elite niet als elite werden gezien. De kak die sommige mensen onder die omstandigheden wilden volhouden, vond ik weerzinwekkend. Het ridicule van hun houding: het spreekt eigenlijk vanzelf dat we hier zitten.'

'De elite in het kasteel keek vol afschuw naar De Biezen', vertelt een andere bewoner. 'Zij voelden zich de beste Barnevelders. Ik geloof dat men zich kleedde voor het diner en zich uitdoste voor de huisconcerten alsof men in Den Haag naar een concert ging. Je had mensen in De Schaffelaar die verdrietig waren vanwege hun centrale verwarming of hun privébadkamer en die zich tekort gedaan voelden. Er schijnen ook mensen naar Frederiks te hebben geschreven over de ontberingen die ze leden. Zevenhonderd mensen zijn zevenhonderd karakters. Er waren aardige mensen en vervelende mensen. De aardige waren ver in de meerderheid.'

Op 29 september 1943 werden De Schaffelaar en De Biezen, niet geheel onverwachts, ontruimd door de Ordnungspolizei. De beschermheer Schmidt was die herfst gestorven en daardoor kreeg Rauter meer invloed. Hij nam de beslissing de bewoners van de Barneveldse kampen te deporteren naar Bergen-Belsen. Seyss-Inquart, die de belofte aan Frederiks niet voor 100% wilde verbreken, besloot de 'Barnevelders' niet naar Bergen-Belsen maar naar Westerbork te vervoeren. De koffers moesten de bewoners in Barneveld achterlaten, zodat deze van een waardevolle inhoud ontdaan konden worden. Deze kregen zij, half leeggeroofd, in Westerbork terug. Tijdens de ontruiming van de twee kleine Gelderse kampen ontsnapten 22 mensen.

Philip Mechanicus, die de barakken van de Barneveld-groep ook al 'een vuile beestenstal om van te kotsen' noemde, schreef in zijn dagboek over de aankomst van de Barneveld-groep in Westerbork:

'De Barnevelders, de nobelen, die door hun aartsvijanden op een gouden schaaltje waren gezet en die zich in de zoete droom wiegden dat hun niet zo gauw iets gebeuren kon, waren met een slag tot dezelfde paupers verlaagd als het profanum vulgus, dat geen bijzondere verdiensten kon doen gelden en rechtstreeks uit zijn huizen was gesleurd en in de modder gesloten.'
De uitzonderingspositie van de Barnevelders bleef behouden. Kampbewakers waren (net als andere joodse kampbewoners van Westerbork) woedend op de Joodse prominenten omdat ze niet afgevoerd mochten worden naar een vernietigingskamp. De Barnevelders waren namelijk vrijgesteld van deportatie en hoefden daarom op de beruchte dinsdagmorgen niet bang te zijn om op de SS-lijsten te staan.


Tenminste, dat was de bedoeling. In september 1944 viel het besluit dat 'zij' naar Theresienstadt gedeporteerd zouden worden. Daar werden de oude veten van de Barnevelders doorgezet. De oude bewoners van de Barneveldse kampen worden vrijgesteld van het transport naar Auschwitz, die vlak na hun aankomst in Theresienstadt werd aangekondigd, en in februari 1945 werd een gedeelte van de lijst-Frederiks naar het neutrale Zwitserland gebracht. Dit had niks met het voorrecht te maken, het criterium voor de joden die naar Zwitserland mochten worden gedeporteerd was dat ze gezond waren, niet te lang in Theresienstadt hebben gezeten en ze in Nederland een niet al te belangrijke taak hadden. Het grote deel van de Barnevelders voldeed hieraan

Met behulp van hun bevoorrechte positie overleefde het overgrote deel van de Barneveld-groep de oorlog (zij die de oorlog niet overleefden, zijn allen een natuurlijke dood gestorven). Terug in Nederland ontstonden er voor deze prominenten echter nieuwe problemen, want het aanpassen ging de meesten van hen niet goed af. Terwijl in Nederland bekend werd wat er zich in de concentratiekampen had afgespeeld, kregen van Barneveld-joden een schuldgevoel vanwege hun bevoorrechte positie. Dit schuldgevoel is er bij velen nog tot de dag van vandaag, de vrouwen de aan de interviews van De Groene Amsterdammer hebben hun namen in het artikel laten fingeren.

Op dit moment is er in Barneveld, naast kasteel 'De Schaffelaar', een monument te vinden voor de bewoners van dit kasteel en Huize de Biezen (welke overigens is ontworpen door één van de oud-bewoners).


naar de top van deze pagina































naar de top van deze pagina
De Boeschoter-Wisseltocht, startplaats Barneveld, datum 25 november 2006, nabeschouwing:


HOE HET VERDER GING

Vanzelfsprekend wierp het overlijden onderweg van één van de deelnemers een donkere schaduw over de zo goed begonnen ‘Boeschoter Wisseltocht’ van parkoersbouwer Willem Ruiter. De Veluwehal in het hart van Barneveld bleek een uitstekende startgelegenheid. Voor de autobezitters was er genoeg gelegenheid tot parkeren, alleen de rommelmarkt in de Markthal tegenover de Veluwehal gooide wat roet in het eten. Om 07.30 uur stond de grote parkeerplaats al voor driekwart vol. De treinreizigers konden Barneveld niet per trein bereiken. De NS had op het traject Amersfoort – Ede werkzaamheden gepland en daarom bussen ingezet. Opnieuw dus tegenslag onder de ‘openbaar-vervoer-groep’.

De weersomstandigheden waren niet ongunstig ook al leek het er aanvankelijk op dat we met een regendag te maken zouden krijgen. Op de heenweg naar de start regende het behoorlijk maar net als in Apeldoorn was het droog maar dreigend toen voorzitter Willem om 9 uur het startschot loste voor 447 wandelaars. Onderweg werden de wandelaars nog op een enkel buitje getrakteerd.

De reacties op deze afwisselende tocht waren desondanks zeer positief. Bij terugkomst werden de twee oprichters van WS 78, Klaas de Heij en Alex Wijsman opgewacht door bestuurslid Gerrie van den Brink. Beiden bereikten de magische grens van 10.000 afgelegde WS kilometers. Zij ontvingen naast de hartelijke gelukwensen ook een fraaie bos bloemen en een knuffel van Gerrie.

DE CIJFERS

Opnieuw konden we deze dag spreken van een Internationale Winterserietocht, ook al was er slechts 1 Vlaamse wandelaar, een nieuweling nog wel, onder de 447 deelnemers. Zij kwamen wederom uit alle 12 provincies met als uitschieter Gelderland met 108 (waarvan 21 nieuwelingen). Verder Zuid-Holland – 93 (5), Utrecht – 80 (8), Noord-Holland – 76 (1), Noord-Brabant – 44 (1), Flevoland – 17 (3), Overijssel – 12 (1), Limburg – 7, Groningen – 5 (2), Zeeland – 2, Friesland en Drenthe – elk 1. Onder de 447 deelnemers bevonden zich 284 leden (= 63.5%) en 43 nieuwelingen (= 9.6%). Vier wandelaars waren zo tevreden dat zij zich na afloop spontaan als lid meldden.



naar de top van deze pagina






























naar de top van deze pagina
De Boeschoter-Wisseltocht, startplaats Barneveld, datum 25 november 2006, verslag.

Henri Floor
Quirinus
Roland Weyers
Monique van der Slot
Willy Timmermans