NS wandeling Strabrechtse Heide

Op donderdag 19 augustus 2021 liepen wij de NS wandeling Strabrechtse Heide. Deze wandeling loopt van station Geldrop naar station Heeze. Met de eerste trein na 9 uur reden we naar Geldrop met overstap in Utrecht en Eindhoven. In Eindhoven hadden we volgens de NS app een overstap van 33 minuten. We concludeerden daaruit dat ook een overstap van 3 minuten mogelijk moest zijn. Hoewel we in Utrecht voorin waren ingestapt en daardoor verder van de trap naar beneden in Eindhoven kwamen, hebben we de overstap van 3 minuten toch gehaald.

De route voerde in Geldrop vanaf het station naar het centrum van Geldrop en kwamen langs de Brigida kerk. De deur van de kerk stond open waarop we de kerk even van binnen bekeken. De twee kapelruimtes waren nu alleen toegankelijk. Het grote centrale deel kon gedeeltelijk alleen door glas aanschouwd worden. Er waren wel schoonmakers in de kerk aanwezig.

De heilige Brigida komt terug in de naamgeving van de beide kerken in Geldrop. De kerk in het centrum heet immers de heilige Brigidakerk en de kerk die staat in de wijk Zesgehuchten heet de Maria en Brigidakerk

De heilige Brigida leefde ver weg en lang geleden. Ruim 15 eeuwen terug, rond 500, groeide zij op in Ierland. In die omgeving, in die tijd, bracht St. Patrick, de grote apostel van Ierland, het christendom vanuit Engeland over het water naar het land van de Kelten. Patricks prediking van strenge ascese en radicale heiligheid vond een gretige bodem in Ierland. Patrick kreeg dus al snel vele volgelingen. Brigida was een uitzonderlijk kind, zeer intelligent en leergierig, maar ook bedreven in alle vormen van handwerk. Ze droeg reeds vroeg verantwoordelijkheid voor het boerenwerk op het ouderlijk landgoed. Bovendien moet ze ook nog bijzonder mooi geweest zijn. Ze had dus alles mee om een voor die tijd aanzienlijke huwelijkse staat te bereiken. Toch dat was niet haar ideaal. Zij wilde naar het klooster, zich aan de dienst van God en de medemens wijden.reliekHbrigida

Het kloosterleven maakte in Ierland al snel een grote bloei door. Brigida begon met zeven gezellinnen zelf een kloostergemeenschap. Vele jonge vrouwen sloten zich in de loop der jaren bij haar aan en al spoedig trok zij erop uit om ook elders kloosters, scholen en kerken te stichten. In Kildare grondvestte zij toen een klooster dat in de loop der jaren een dusdanig uitbreiding onderging, dat er tenslotte sprake was van een kloosterstad met scholen, een hospitaal, een universiteit, boerderijen en gasthuizen. Er werd wetenschap bedreven maar ook handwerk en ambacht onderwezen. Zo waren er scholen voor kerkzang, borduurwerk, boekverluchting, zilver- en goudwerk. Het was een stad van vrede, toevlucht en redding, een tehuis voor nijverheid en wetenschap, voor jong en oud, voor schuldig en onschuldig, voor zondaars en heiligen. En van dit alles had Brigida de leiding als abdis. Toch bleef zij een vrome en vooral nederige vrouw, die nooit haar geest of gedachte van de Heer afwendde, niet eens voor de tijd van een uur; zij dacht altijd aan Hem in haar hart. Toen Kildare eenmaal reilde en zeilde en zij haar taak aan anderen kon overlaten, ging zij opnieuw op reis om haar vroegere zendingswerk te bevestigen en uit te breiden. Zo bezocht zij weer alle Ierse districten en daarna ook Ulster (N.Ierland) en Schotland. Vele parochies, ruïnes en putten dragen nog haar naam. Brigida stierf in Kildare op 1 februari in het jaar 523. Iedere jaar wordt zij op 1 februari in de Kerk herdacht.

De Brigidakerk in Geldrop is in het rijke bezit van een relikwie van de heilige Brigida. Het gaat om het branchium St. Brigittas, een van de armbeenderen in een zilver omhulsel gevat. Brigida wordt vaak afgebeeld met een van de symbolen, die ontleend zijn aan de vele legenden rond haar leven. Zo ziet men op verschillende plaatsen, ook in Geldrop, een beeld met aan haar voeten een koe. Dit wijst op een verhaal, dat zij op een hoeve van haar ouders in grote vrijgevigheid de melk aan de armen en behoeftigen weggaf. Toen er eens voor de eigen huishouding en de gasten geen melk meer bleek te zijn, smeekte zij God om een oplossing. En zie, de koeien gaven zo overvloedig melk, dat de kruiken overliepen. Zo werd zij de beschermster van vee en hoeve.

Bij Lunchroom Fons van Dinther dronken we koffie. Toen we verder liepen herkenden we talrijke trajecten van de Kempische Wandel Driedaagse die in het verleden meer dan 30 keer door OLAT vanuit Geldrop werd georganiseerd. Deze driedaagse wandeltocht is nu omgedoopt in OLAT Wandeldagen en heeft als startplaats Nijnsel dat onder Sint-Oedenrode valt.

Daarna werd de Kleine Dommel opgezocht en gevolgd. Tot tweemaal toe liepen we onder bruggen door. Het betrof de Burgemeester Van Lanschotbrug en de Dendermondebrug. De steunpilaren van de bruggen en de zijwanden waren fraai versierd met graffiti. Na een graspad langs een sloot kwamen we weer bij huizen. Bij het verlaten van het graspad stond een bordje met de tekst: “Welkom in onze straat – We vinden het fijn als je de modder hier al achterlaat!”. De zijkant van het Boekenhuis was opgesierd met een hele mooie afbeelding van een grote uilenkop.

GRAFFITI KUNST KLEURT DE BRUGGEN AAN DE DOMMEL
Op zondag 27 september 2020 hebben de wethouders Rob van Otterdijk en Peter Looijmans twee graffiti kunstwerken onder twee bruggen aan de Kleine Dommel geopend. De kunstwerken zijn uitgevoerd door Decofiti in samenwerking met Stichting Villagemarketing Geldrop-Mierlo. De kunstenaars van Decofiti hebben zich daarbij laten inspireren door het thema Verweeft en Vermaakt en door verhalen van gebruikers van het gebied (omwonenden, passanten). Door middel van hedendaagse kunsttechnieken heeft de kunstenaar verhalen uit het verleden samengevoegd in een mooi ontwerp. 

Met de kunstwerken wordt niet alleen het thema Verweeft en Vermaakt uitgedragen, maar de werken zijn ook bedoeld om het veiligheidsgevoel onder de bruggen te verbeteren. Al jaren wordt er door bewoners van onze gemeente aangegeven dat zij een onveilig gevoel ervaren als zij onder de bruggen door gaan bij de Kleine Dommel. Het is qua natuur een prachtig gebied dat uitnodigt om te wandelen en te fietsen, maar de bruggen zien er altijd rommelig en onguur uit. De kunstwerken maken dat het gebied er beter uit ziet en dat jong en oud elkaar daar eerder zullen  ontmoeten.

Met dit thema brengt de gemeente Geldrop-Mierlo onder meer haar rijke textielverleden onder de aandacht. Textiel is immers de rode draad in onze gemeente. Dit is op allerlei plekken zichtbaar. Denk maar eens aan de vele straatnaambordjes die verwijzen naar de textielindustrie, het Katoenpad, het Weverijmuseum en alle verhalen over onder meer de vele thuiswevers in Mierlo. Geldrop-Mierlo stond bekend om haar rijke textielindustrie. Dit culturele erfgoed wordt op allerlei plaatsen teruggebracht. Zo staan er ‘naaldjes’ in de Langstraat in Geldrop om de weg te markeren, prachtig ontworpen schapen op de rotonde richting Heeze, verwijst Woes op het Molenplein in Mierlo naar het Katoenpad en staan er acht interactieve zuilen in en rond het centrum van Geldrop die samen de textielroute vormen. Verweeft en Vermaakt heeft dus alles te maken met het textielverleden van Geldrop-Mierlo, maar zegt ook veel over onze huidige gemeenschap. Hierin zit veel verbondenheid en dat is terug te zien in de vele evenementen die ieder jaar plaats vinden.

De A67-snelweg werd opgezocht, overgestoken en parallel gevolgd tot een kruisje. Daarop werd de Rulse dijk gevolgd. Spoedig kregen we zicht op de eerste heidevelden. Bij een wegwijzer naar het Rulse Laarzenpad stond een picknickbank waar we een rust hadden. Daarop volgden we het prachtige Laarzenpad. Slechts op één punt was het wat modderig maar lagen er ook planken en plat gezaagde boomstammen op het pad. In deze lus werd de Kleine Dommel tweemaal overgestoken, kwamen we door het centrum van buurtschap Rul en liepen door de oostkant van Heeze. Bij het Heide café hadden we op 10 km een grote rust. Het was hier behoorlijk druk op het terras maar er was gelukkig nog wel een tafeltje vrij.

Op een gegeven moment kwamen twee dames aangefietst en parkeerden hun fietsen bij het café. Ik meende één van de dames te herkennen maar wist het vooralsnog niet zeker. Later, op de Strabrechtse heide kwam ik die dame met een wandelgroep tegen en nu herkenden we elkaar. Het was Irma, die leden van de Wandelen-op-Dinsdag wandelgroep van de OLAT zeker zullen kennen.

Na het Heide café liepen we een driekwart lus over de Strabrechtse Heide waarbij de route alleen over fietspaden liep. Door het mooie weer waren talrijke fietsers onderweg. De Strabrechtse heide werd met kruising over de Witte Loop verlaten.

Op weg naar kasteel Heeze werd ook nog de Sterkelsche Aa overgestoken. Kasteel Heeze weerspiegelde fraai in een sloot. Toen we bij de hoofdingang van het kasteel kwamen was net een groep fietsers gearriveerd. Omdat ons tempo iets was opgeschroefd om nog voor 4 uur bij het station aan te komen, maakten we nu van het kasteel een foto met de fietsers. Wij wilden voor 4 uur bij het station aankomen omdat we dan nog met 40% korting huiswaarts konden reizen.

Na de Nederlands Hervormde kerk en de Julianalaan met talrijke grote en luxe huizen werd rond kwart voor vier station Heeze bereikt. Toen we met de trein huiswaarts reden, reed de trein tot Houten. Nadat de intercity hier een tijd stil had gestaan, reed de trein terug naar Den Bosch en moesten we omreizen via Nijmegen en Arnhem. Op last van de politie mocht de trein in Houten niet doorrijden vanwege een verdacht pakketje bij station Utrecht-Lunetten. Toen we thuis waren lazen we het bericht dat tussen Den Bosch en Oss, het traject van ons omreizen, een aanrijding was geweest.

Klik HIER voor de betekenis van de buttons die boven aan dit verslag staan.

Henri Floor