Pronkjewailpad: Groningen Zernike - Garnwerd

Met de auto reden we op zondag 8 september 2019 naar Groningen-Zernike Hier pakten we de route weer op. Langs sportvelden werd Groningen verlaten. We staken het Reitdiep over en volgden dit, gedeeltelijk over een graspad en een sluis, tot de rand van Groningen In Dorkwerd kwamen we langs de plaatselijke kerk. Langs de kant van de weg stonden talrijke auto´s en een kerkdienst was aan de gang. Daardoor konden we binnen niet kijken of er een stempel lag.

Het wierdendorp Dorkwerd ligt ten noordwesten van de stad Groningen, vlakbij de plaats waar het Reitdiep het Van Starkenborghkanaal kruist. Hier ligt een schutsluis in het Reitdiep en even verder richting Groningen, tussen beide waterwegen, een slibdepot van de provincie.

Dorkwerd maakt deel uit van het Noordwest-Europese terpen- en wierdenlandschap, dat zich uitstrekt over Friesland, Groningen, Niedersachsen, Schleswig-Holstein tot in Denemarken. Het is een cultuurhistorisch landschap dat zijn weerga niet kent.

Dorkwerd ligt ook in het Reitdiepgebied, dat zich uitstrekt vanaf de stad Groningen tot het Lauwersmeer. Langs het sterk kronkelende Reitdiep ligt een landschap met een hoge cultuurhistorische waarde. Het gebied is 2500 jaar continu bewoond geweest en al die tijd een agrarisch gebied gebleven. Naast de wierden bepalen ook andere elementen zoals de hoofdlijnen van de verkaveling, de kronkelende wegen en waterlopen, de cultuurhistorische hoofdstructuur van het gebied. Hiertoe dragen ook de latere cultuurhistorische elementen bij als sluizen, bruggen, molens en borgen.

Het dorp bestaat uit een kerk, een pastorie en boerderij en een paar huizen. Het dorp telt 23 inwoners en met de omliggende boerderijen zo'n 50. De hervormde kerk staat op de afgegraven wierde en dateert van 1648 en is waarschijnlijk gebouwd op de fundamenten van een vroegere kerk. De kloostermoppen in de kerk wijzen hier eveneens op. De toren is gebouwd in 1869 ter vervanging van een houten klokkenstoel. De klok is afkomstig van de kerk van Wierum.


Daarna liepen we naar buurtschap Slaperstil. Hier volgden we de Friesestraatweg naar Nieuwklap alwaar we het Aduarderdiep overstaken. Daarna volgden we De Lindt over het gelijknamige pad naar Aduard. Buiten het Kloostermuseum stond dat het museum geopend was en dat je er koffie konden krijgen. We probeerden de voordeur van het museum te openen, echter zonder resultaat. Maar snel daarna werd de deur van binnenuit geopend en konden we toch koffie krijgen. We kregen de koffie geserveerd in aparte mokken met een plak gemberkoek.

Nog geen tien kilometer ten westen van de stad Groningen ligt het dorp Aduard. Het ligt aan de rand van het gebied Middag/Humsterland, één van de oudste cultuurlandschappen van Europa. Middeleeuwse kerkjes en oeroude rivierbeddingen hebben er de eeuwen doorstaan. De Abdij in Aduard is van grote invloed geweest op haar omgeving en het spoor van de monniken die er woonden is tot in de wijde omtrek van het dorp te volgen.

In Aduard zijn nog verschillende huizen te vinden die met kloostermoppen van het oude klooster zijn gebouwd. De Abdijkerk midden in het dorp is de voormalige ziekenzaal van het klooster, het oudste medische monument van Nederland en is bouwwerk van het kloostercomplex dat bewaard is gebleven. Het is een prachtig voorbeeld van Noord-Nederlandse Romano-Gotische bouwstijl. Aan het eind van de 16e eeuw werd de zaal als kerk in gebruik genomen.

In een van de oudste huizen van Aduard (uit ca. 1600) is het kleine en sfeervolle museum Sint Bernardushof gevestigd. In het museum wordt aandacht besteed aan de geschiedenis van de cisterciënzer Sint Bernardusabdij te ‘Adduwert’, die tussen de 12de en de 16de eeuw in heel Europa bekend was. Een bezoek aan museum Sint Bernardushof is een ervaring: een persoonlijke ontvangst en een rondleiding in een authentieke sfeer die de bezoeker terugvoert naar het roemruchte monastieke verleden. Een bezoek wordt standaard afgesloten met een bezichtiging van de 13e eeuwse ziekenzaal van het klooster.

Het museum stelt zich ten doel bezoekers te informeren over de geschiedenis van het cisterciënzer klooster. Ieder jaar wordt een wisseltentoonstelling ingericht over een onderwerp uit de geschiedenis van het klooster.

Aan de rand van Aduard staken we het Van Starkenborghkanaal over. Daarna werd het kerkje van Harkema bereikt. Bij het naastliggende café dronken we koffie en hadden er een rust.

De Geschiedenis van het Kerkje Harkema
In het landschap tussen Aduard, Den Ham en Fransum ligt de kloosterboerderij ARBERE. Rond 1960 werd Albert Harkema er veehouder. Veertig jaar later was dat een bijzaak geworden en had hij een lang gekoesterde passie vorm gegeven; het bouwen van een eigen kerk. Zoals hij zelf zei, uit liefde voor de baksteen en voor de mensen die de kerk bezoeken. Jaarlijks komen duizenden bezoekers van heinde en verre naar het kerkje van Harkema, zoals het in de volksmond heet.

Harkema begon met het uitgraven en vergroten van de oude gracht om de kloosterboerderij en bouwde de kop-hals-romp boerderij in miniatuur na, als onderkomen voor de eenden. Later construeerde hij er een toren. Men zei toen: waarom bouw je er geen kerk bij?. Dus bouwde Harkema een kerk. De 12.000 bakstenen haalde hij uit Belgie, het orgel uit IJhorst en de mariabeelden uit nog zuidelijker oorden.

Het kerkje lig in het hart van het oude eiland MIDDAG, aan alle kanten omgeven door een landschap dat meer dan tweeduizend jaar oud is. Hier werden kloosters gebouwd. Het bewerken van de landerijen lieten de monniken over aan de zogenaamde conversen, halfmonniken.

Overal in het landschap rond Aduard bouwde het klooster op wierden boerderijen, waar de conversen hun arbeid verrichten. Alleen 's morgens en 's avonds bezochten zij de kloosterkerk.

Vaak werd er bij de boerderijen een kapel gebouwd met een slaapzaal en een eetzaal, zodat ze niet iedere keer naar 't klooster hoefden te lopen. Zo'n kleine agrarische kloostergemeenschap noemen we een VOORWERK. De oudste vermelding van zo'n kloosterboerderij is die van voormalige boer Harkema.

In een overeenkomst van 1313 tussen de abt van Aduard, Lieuwerderwolde, Peize, Roderwolde en Foxwolde, wordt gesproken over een sluis "die wij gezamenlijk hebben gelegd bij de plaats die ARBERE heet".

Niemand wist wat men bedoelde, totdat in de eerste helft van de 20e eeuw iemand de naam ARBERE ontdekte op een gedenksteen in de boerderij van de toenmalige boer Harkema. "ARBERE" is een oud-fries woord dat graanschuur betekent.


Even verderop kwamen we langs de kerk van Fransum en bewonderden dit kerkje ook. Hier lag nog een kaart van het 50 kerken kwartetspel

Eenzaam staat de kerk van Fransum in het landschap op haar wierde. De kerk werd in de dertiende eeuw gebouwd door de monniken van het Cisterciënzer klooster te Aduard. Na de Reductie (de invoering van de Reformatie, in Groningen was dat in de jaren negentig van de zestiende eeuw) vervielen de kloostergoederen aan de provincie. De Provinciale Staten namen de zorg voor de kerken over en de opbrengsten uit de voormalige kloostergoederen werden gestort in een fonds waaruit onderhoud en herstel van o.a. kerkgebouwen en predikantstraktementen werden betaald. De bezittingen van Fransum brachten niet genoeg geld op om een dominee te betalen, de provincie vulde het ontbrekende bedrag aan uit het fonds der kloostergoederen. In 1809 nam de Staat de aanvulling van de traktementen over.

Het kerspel Fransum was aanvankelijk zo klein dat de gemeente werd gecombineerd met Feerwerd, daarna met Aduard en in 1611 met Den Ham. In 1909 werden de kerkdiensten alleen nog in Den Ham gehouden. Na de laatste dienst in Fransum ging de toestand van de kerk achteruit. Een verzoek om subsidie werd door de Minister afgewezen, ook van een overname door het Rijk kon, gezien de onzekere situatie (Eerste Wereldoorlog) geen sprake zijn. Er is nog overwogen om de kerk naar het Openluchtmuseum te Arnhem over te plaatsen, dit is tenslotte niet gebeurd, alleen het klankbord van de preekstoel is overgenomen.

Bij de laatste kerkdienst kwam er slechts één kerkganger naar de dienst. De predikant wilde uiteindelijk deze laatste dienst maar afgelasten maar de bezoeker protesteerde: het aantal gelovigen zou niet uit mogen maken. De dominee stemde hiermee in, op voorwaarde dat de kerkganger goed mee zou zingen. Naar verluidt werd het een dienst met veel liederen.

De toestand van het kerkgebouw ging achteruit, er gingen subsidieverzoeken uit en geld voor een restauratie werd bijeengebracht door Rijk, Provincie, de gemeente Aduard en door particulieren. De restauratie werd voltooid in 1950, een bestemming voor de ruimte was er niet. Tussen 1953 en 1965 werd de kerk iedere zomer een paar keer gebruikt als bezinningscentrum, de petroleumlampen werden geschonken door de Doopsgezinde gemeente te Noordhorn. In 1965 verhuisde het bezinningscentrum van ds Smits naar Aduard.

De kerk werd in 1968 overgedragen aan de Nederlandse Monumentenstichting. Uiteindelijke eigenaar werd de kort daarna opgerichte Stichting Oude Groninger kerken. Beheer en gebruik berusten sinds 1971 bij de Vroedschap Fransum, later Stichting Vroedschap Fransum.

Langs Beswerd kwamen we bij het Aduarderdiep en staken dit over Na Krassum werd Garnwerd bereikt. Bij café Hammingh belden we een taxi die na ruim een uur ook daadwerkelijk kwam. Tijdens het wachten viel er een flinke bui. De taxi bracht ons naar station Winsum Daarna reden we verder met het OV naar onze auto en vandaar naar ons overnachtingadres. Het was weer een mooie dag geworden.

Onderstaand 5 gescoorde stempels deze dag.






Klik HIER voor de betekenis van de buttons die boven aan dit verslag staan.

Henri Floor