Grote Veenpolder wandeltocht

Op zaterdag 22 oktober 2016 organiseerde FLAL de Grote Veenpolder wandeltocht vanuit Munnekeburen. De start was vanuit Dorpshuis het Polderhuis. Het bleek dat dit dorpshuis ruim buiten het centrum van Munnekeburen lag. Met de auto waren we vanuit Ommen, ons overnachtingadres met de Sallandse vierdaagse, naar Munnekeburen gereden. Toen we de startlocatie naderden, troffen we de 40 km lopers op de Kerkeweg. Later, nadat we de auto hadden gestald en de wandelschoenen hadden aangetrokken, startten net de 25 km lopers toen we bij de start aankwamen. Om 9:20 uur waren wij één van de laatste die op de 40 km route startten.

De start werd over de Kerkeweg verlaten. We zagen helemaal geen kerk. De Kerkeweg liep echter door naar het plaatsje Langelille en mogelijk stond daar wel een kerk. Daarop werd natuurgebied Rottige Meente betreden. Daarbij liepen we langs het riviertje Scheene. Over de Scheene, het veenriviertje, werd vroeger turf per praam afgevoerd. We kwamen uit op de Pieter Stuyvesantweg, die echter spoedig weer werd verlaten. Nu dwaalden we door buurtschap Spanga. Een echt centrum was niet te ontwaren. We troffen hier een aandenken aan het 25 jarig bestaan van het Ooievaars Station Spanga. Op een oude begraafplaats stond een klokkenstoel. Hier troffen we de achterhoede van de 25 km lopers.

De klokkenstoel werd op 23 augustus 1989 geplaatst. De (bronzen) klok uit 1949, werd na de bouw van de klokkenstoel in Amsterdam aangekocht. Deze was vrijgekomen na de sluiting van de Gereformeerde Waalkerk. Zij werd vervaardigd door de N.V. IJzergieterij & Machinefabriek Js. Zimmer & Zonen te Amsterdam.
De oudste gegevens van de klokkenstoel dateren van rond 1850, toen de eerste klokkenstoel hier werd gebouwd. Het oude bouwvallige kerkgebouw is in 1831 gesloopt. De klokkenstoel sneuvelde in 1954 tijdens een zware storm. Deze werd in 1955 vervangen door een nieuwe. Deze stoel werd uiteindelijk in 1989 vervangen door de huidige. De huidige klokkenstoel heeft een gewicht van 4.000 kg en is in zijn geheel aangevoerd op een kuilwagen en ter plaatse overgezet op een platte wagen en met een landbouwtrekker door het weiland vervoerd. De koperen dakbedekking is gemaakt door Hankels Technisch Bedrijf uit Oosterlittens. Na het plaatsen van de klokkenstoel bleef er nog één wens, een forsere klok met meer geluid. Deze wens werd vervuld en op 27 oktober 1989 is de nieuwe klokkenstoel ingeluid.


Spoedig daarna was de splitsing. De pijlophalers van de 40 km route werden ook al gesignaleerd. Zij liepen, op afstand, vrijwel de gehele tocht achter ons aan.

Nu volgden we een 3 km lange weg met de naam Gracht. Bij een boerderij stond een Abraham van strobalen met de tekst: "Nee het is geen flauwekul, Chris is nu een oude lul. Biertjes lust hij graag, Chris is vanaf vandaag 50". Verderop stond bij een andere boerderij een hele grote waakhond. Net voordat ik een foto wilde maken, riep de eigenaar dat de hond niets doet. We kwamen weer uit op de Pieter Stuyvesantweg. Na een km werd het plaatsje Slijkenburg bereikt. Bij het betreden van het buurtschap stond een kanon en een monument van de Slijkenburgerschans.

Met 39 inwoners is Slijkenburg het allerkleinste dorp van de gemeente Weststellingwerf, maar wel met een roemruchte geschiedenis. In 1672 werd er namelijk een schans van de Friese waterlinie gebouwd, die het hele dorp omsloot. Deze diende ter verdediging van de zuidwestelijke aanvoerroute van Friesland richting Leeuwarden, tegen de oprukkende troepen van de Bisschop van Münster. Een echt vestigingsstadje dus. Met twee waterstromen die er bij elkaar kwamen en naar de Zuiderzee stroomden, wist je dat het daar ging gebeuren.

De provincie Friesland werd verlaten voor een bezoek aan de provincie Overijssel. Langs de Lende liepen we naar Kuinre. Hier was de eerste rustpost op 12 km. Kuinre werd langs de sluis in de Lende en de haven verlaten.

Kuinre is een prachtig oud Zuiderzeestadje in de Kop van Overijssel; gemeente Steenwijkerland, gelegen tussen Nationaal Park De Weerribben en het Kuinderbos in de Noordoostpolder. Het is een langgerekt dorp, gebouwd op een landtong tussen de riviertjes de Linde en de Tjonger. Vroeger werd Kuinre het Bagdad van het Noorden genoemd wat nog te zien is aan de prachtige gebouwen en huizen.

Nu liepen we langs de Lende weer terug naar Slijkenburg. Maar het was niet dezelfde route. De Lende maakt in Kuinre een bocht van 180 graden. Het was dus een ander deel van de Lende als waar we naar Kuinre waren gelopen.

Verder liepen we over de Zeedijk en Nieuweweg met vele vergezichten. De mist en nevel was inmiddels opgetrokken en de zon was begonnen te schijnen. We kwamen in Scherpenzeel. Bij de toegang stond een zuil met bovenop een zeilboot. Over het Voetpad werd de start weer bereikt. Hier was op 22 km een rustmogelijkheid. Over de Grindweg liepen we nu noordwaarts waarbij we geheel door Munnekeburen liepen.

Bij de Oldelaamsterbrug werd natuurgebied Brandemeer betreden. Hier was het heerlijk genieten van de natuur. Daarbij liepen we o.a. over het Bokploegpad.

Het beheer van de Rottige Meente en de Brandemeer is erop gericht alle facetten van het gebied – van open water, rietland, hooilanden tot moerasbos - in stand te houden. Dit betekent dat er veel werk moet worden verricht. In dit deel van de Brandemeer worden de uitgestrekte rietvelden ieder jaar opnieuw gesneden. Het riet wordt gebruikt voor dakbedekking. Het Bokploegpad is vernoemd naar een groep onderduikers, de Bokploeg, die zich hier in de oorlog in een oude schuit schuilhield.

Uiteindelijk werd Oldelamer bereikt. Hier was op 34 km de derde rust in dorpshuis 't Griffioentje. We troffen hier ook nog de nieuwe voorzitter. Na de Oldelaamsterbrug slingerde de route nog fraai over de Veendijk, de Scheenedijk en opnieuw het Voetpad naar de finish. Deze werd na 8½ uur bereikt om 17:50 uur. De afgelegde afstand bedroeg 41 km. Er waren 419 deelnemers. Het was een hele aardige tocht geworden. Na afloop reden we naar Wolvega en overnachtten daar nog in een hotelletje omdat ik niet graag in het donker rijd.

Klik HIER voor de betekenis van de buttons die boven aan dit verslag staan.

Henri Floor