De Olympische Wandeltocht

Op zaterdag 31 oktober 2015 organiseerde WS78 de Olympische Wandeltocht. De start was vanuit Grand café De Bosbaan te Amstelveen. Door werk­zaam­he­den aan het spoor en een uitgevallen metro bereikten we wat later dan gepland de startlocatie, maar nog wel ruim voor de starttijd. De start werd verlaten langs de opbergplaatsen van roeiboten en kano´s, die onder het grand café waren opgeborgen. Amstelveen werd spoedig verlaten.

In het eerste park in Amsterdam kregen we zicht op het Nieuwe Meer. We kwamen uit op de Jachthavenweg. We volgden deze, die ook parallel liep aan de museumtramlijn. Op deze tramlijn wordt incidenteel nog gereden, maar deze dag niet. Al was dat alleen al omdat een deel van de tramlijn, die onder de A10 snelweg doorliep, gestremd was. Voor ons wandelaars betekende dit dat we te maken kregen met de eerste parkoerswijziging. Na het opvallende gebouw van Nationale Nederlanden (ING) kwamen we langs het Tripolis gebouw. Hierin heb ik enige jaren gewerkt. Na de Stadiongracht werd het Olympisch Stadion bereikt.


Het Olympisch Stadion was in 1928 het centrum van de Olympische Spelen in Amsterdam. Architect Jan Wils, won voor zijn ontwerp een gouden Olympische medaille op de Kunstolympiade van 1928. Het stadion werd in die jaren een 'stenen sportstad' genoemd.

Op 17 mei 1928 werd in het stadion het eerste officiële evenement georganiseerd: de opening van het Olympisch hockeytoernooi. De O­lym­pi­sche Spelen werden officieel geopend op 28 juli 1928 en duurden tot 12 augustus. Na afloop van de Spelen van 1928 noemden A­me­ri­kaan­se sportofficials het evenement 'een model voor de toekomst'.

De grote helden van 1928 waren onder meer de Amerikaanse zwemmer Johnny ‘Tarzan' Weissmuller, de Finse atleet Paavo Nurmi, de Ne­der­land­se zwemster Zus Braun en de Australische roeier Bobby Pearce. Op deze Spelen werd voor de eerste keer het Olympisch Vuur ontstoken. Dit is dus een Nederlandse uitvinding!

Opnieuw staken we de Stadiongracht over. Daarop werd de Schinkel bereikt. Langs de Schinkel werd de bebouwde kom van Amsterdam verlaten. Daarbij kwamen we nog langs de Nieuwe Meersluis. Onder de Schinkelbrug waren enige wanden fraai versierd met graffiti. Daarop werd landschapspark De Oeverlanden bereikt.

De Oeverlanden is een onbedoeld stukje nieuwe natuur dat zich sinds de jaren zestig ontwikkeld heeft op een vergeten plek ingeklemd tussen de gehele noordoever van de Nieuwe Meer en de snelweg A4 naar Schiphol. Uit de actiegroep die het terrein in de jaren tachtig voor stadsontwikkeling behoed heeft, is de Vereniging "De Oeverlanden Blijven!" voortgekomen die het gebied thans met steun van vrijwilligers en in samenwerking met het stadsdeel Nieuw-West op traditioneel-ecologische grondslag beheert.

We liepen nu (opnieuw) langs het Nieuwe Meer. Uiteindelijk kwamen we bij de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder. Nu volgden we de Ringvaartdijk met langs de kant talrijke woonboten.Voor sportvelden sloegen we af en kwamen daarop in Sloten. Bij het Dorpsplein zagen we de Sloterkerk en verderop ook de Pancratiuskerk.

Aan het Dorpsplein Sloten is het 'kleinste politiebureau van Nederland' uit 1866 te vinden. Tegenwoordig heeft de wijkagent hier zijn kantoortje. Er naast staat nog een oude brandmelder uit de jaren twintig. Een ander markant 'bouwwerk' op het pleintje is de dorpspomp. Deze is herplaatst na herinrichting van het pleintje in de jaren negentig. Voordien was daar eigenlijk helemaal geen sprake van een plein. Tot 1951 stond hier het Rechthuis, na afbraak daarvan was er een basketbalveldje. In 1991 werden hier archeologische opgravingen gedaan en er werden toen resten gevonden van boerderijen waarvan de geschiedenis terug ging tot circa 1175, toen het dorp hier op een terp werd aangelegd. Op de straatnaambordjes is dit feit vermeld. 

Daar tussenin zagen we nog de Banpaal.

Een bijzonder bouwsel in het dorp Sloten is de banpaal uit 1794, een van de vijf die er rond Amsterdam stonden en waarvan er nog drie bestaan (de andere twee staan langs de Amsteldijk en de Amsterdamseweg in Amstelveen). Deze banpaal gaf tot 1795 de bangrens (grens van het rechtsgebied) aan tot waar het recht van de stad Amsterdam gold. Bannelingen (mensen die verbannen waren) mochten niet voorbij dit punt komen.

Even later zagen we beide kerken ook nog van een andere kant. Bij speeltuinvereniging Sloten was op 11½ km de soeppost.

Sloten heeft de beschikking over een eigen speeltuin. Deze werd opgericht op 15 november 1921, kort na de annexatie door Amsterdam. Een aantal particulieren nam hiertoe het initiatief om de dorpsjeugd iets te bieden als alternatief tegen de verlokkingen van de grote stad. Sinds­dien is er veel veranderd in en om Sloten, maar de speeltuin is er nog steeds en de kinderen van nu spelen er met evenveel  plezier als hun ouders en grootouders in het verleden. Iedereen kan gebruik maken van het terrein en de speeltoestellen. Voor leden van de speeltuinvereniging worden door het jaar heen diverse activiteiten georganiseerd. In het speeltuingebouw vinden diverse clubs onderdak.

Bij de Sloterbrug over de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder zagen we de molen van Sloten.

Sinds 1991 is het dorp Sloten een belangrijke bezienswaardigheid rijker, de Molen van Sloten. De eerste molen bij Sloten stond in de Riekerpolder, ten zuiden van de Sloterweg. Deze in 1636 gebouwde molen moest in 1956 wijken voor de vergroting van de Nieuwe Meer ten behoeve van de zandwinning voor de bouw van de Westelijke Tuinsteden. In 1961 werd de Riekermolen herbouwd aan de Amstel bij de Kalfjeslaan. Sindsdien bestond in Sloten de wens om toch weer een molen te hebben, en dertig jaar later ging deze in vervulling. Een uit de Watergraafsmeer afkomstige molenstomp (bouwjaar 1847) werd op een nieuw gemetselde onderbouw geplaatst en van een nieuwe kap en wieken voorzien. Hiermee was de Molen van Sloten een feit. Deze werd op 11 september 1991 door Prinses Juliana in gebruik gesteld en is sindsdien tot de belangrijkste toeristische attractie van Sloten geworden. De molen is (bijna) alle dagen van het jaar geopend van 10 tot 16 uur. Het is (waarschijnlijk) de enige werkende molen die over een lift beschikt, zodat ook mensen die minder goed ter been zijn de molen kunnen bezoeken. De molen is tevens in gebruik als trouwlocatie. Sinds april 2005 is de molen uitgebreid met een Kuiperijmuseum, het enige in zijn soort.

We kwamen in buurtschap Nieuwe Meer. Bij de Oude Haagse Brug kwamen we langs golfclub The International. In buurtschap Nieuwe Meer was de overtocht met een 8-persoons pontje met de naam Ome Piet. Op het pontje waren 2 be­man­nings­le­den zodat er maar 6 personen resteerden die per keer konden worden overgezet. Met een deelnemersaantal van 300 was het voor wandelaars in de middenmoot en de achterhoede lang wachten. Wij moesten ruim een half uur wachten. Wij vonden dit echt het dieptepunt van deze tocht. In de beginjaren van WS78, in 1980 of 1981, heeft zich iets dergelijks ook voorgedaan. Toen werden we met een roeiboot over een kanaal gezet en moesten we ook lang wachten. Toen was het aanmerkelijk kouder dan nu het geval was. We hadden gedacht en gehoopt dat WS78 zoiets nooit meer zou doen, maar helaas.

Pieter Eilander (1906-1990) is de laatste bekende pontbaas in Nieuwemeer geweest. En als er in Nieuwemeer wordt teruggekeken naar het verleden, dan valt vrijwel altijd de naam van Ome Piet. Om deze reden werd de pont "Ome Piet" genoemd. Met deze naam wil men de andere Pontbazen uit het verleden beslist niet te kort doen, maar hiermee verwarring voorkomen met de Pont over het Nieuwemeer, die meestal Pontje Nieuwemeer wordt genoemd. Pont "Ome Piet" is 29 augustus 2010 te water gelaten op de jachtwerf Kerkhoven Watersport te Oude Meer. Het eerste vaarseizoen is gestart op 16 april 2011.

Er was op deze zonnige en relatieve warme dag voor de tijd van het jaar ook een 20 km route. En na het pontje was de splitsing. Naar later bleek, toen we de ingetekende route bestudeerden, bevonden we ons vlak bij de achterzijde van de Bosbaan. We kwamen weer in Amstelveen en dwaalde een tijdlang door het Amsterdamse bos. Daarbij genoten we van de prachtige kleurschakeringen van de door de zon beschenen herfstbladeren.

De jaren dertig waren jaren van crisis met hoge werkloosheid. Amsterdam had toen ruim 50.000 werklozen en de gemeente was naarstig op zoek naar werkverschaffingsprojecten. De aanleg van het Bos bood hiertoe een goede mogelijkheid met als financieel voordeel dat het rijk een deel van de loonkosten betaalde.

Onder de leuze ‘Vijf jaar werk voor duizend man’ zette de gemeente Amsterdam werklozen in, bij de uitvoering van het Boschplan. De werk­zaam­he­den stonden onder leiding van de Nederlandse Heidemaatschappij. Het werk zou uiteindelijk veel langer duren dan vijf jaar en alleen al tussen 1934 en 1940 werkten er 20.000 mensen in het Bos.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de uitvoering van het werk op een lager pitje voortgezet, nog altijd onder toezicht door de Nederlandse Heidemaatschappij. De Duitse bezetter richtte op verschillende plekken werkkampen in. Bij de Ringvaart in de buurt van het gemaal kwam een kamp voor politieke niet-joodse gevangenen. En ten noorden van de Bosbaan een werkkamp voor Joden. Zij moesten sloten trekken in de Oeverlanden van de Nieuwe Meer. Tot ze op een dag in overvalwagens werden afgevoerd waarna er niets meer van hen is vernomen. Op verschillende plekken in het Bos werden Duitse geschutsopstellingen en zoeklichten gebouwd ter bescherming van het strategisch belangrijke Schiphol. Ten behoeve van het luchtdoelgeschut werden stroken jonge bosaanplant gekapt. Begrijperlijkerwijs werd tijdens de winter van ‘44/’45 eveneens veel hout gekapt door de hongerende stedelijke bevolking.

In de eerste jaren na de oorlog werd nog steeds in werkverschaffingsverband gewerkt door zogenaamde DUW arbeiders (Dienst Uitvoering Werken). Daarna namen aannemers het werk met grote machines over. In 1955 was ook het grondwerk voor het zuidelijke – het jongste - gedeelte van het Bos klaar. De laatste bomen werden op 25 maart 1970 ter gelegenheid van de nationale boomplantdag op de zuidelijke helling van de heuvel door schoolkinderen geplant.

Op de grote Speel Weide werd in 1980 een kruiwagen geplaatst. Als eerbetoon aan al die mensen die in de crisisjaren voor WO II in werk­ver­schaf­fing hebben gewerkt aan het Boschplan en de Bosbaan. De kruiwagen is ontworpen door Leon van der Heijden uit Amsterdam en gemaakt van azobe hout. Het is een exacte kopie van de kruiwagen die werd gebruikt door de arbeiders.

Op 20 km was bij ASV De Poelster te Amstelveen de grote rust. Na de rust dwaalden we fraai door natuurgebied Oeverlanden De Poel. Bij de Sint Urbanuskerk werd de bebouwde kom weer bereikt maar niet betreden. We volgden eerst nog de Grote Poel. Over het Kazernepad kwamen we langs tramstation Amstelveen waar de museumlijn langs loopt en als eindpunt het Haarlemmermeerstation heeft.

In het centrum van het oude Amstelveen kwamen we langs de Dorpskerk met daarvoor het standbeeld van de Turf­trap­ster. We staken de A9-snelweg over en kwamen langs de Sint Annakerk die nu niet meer als kerkgebouw dienst doet. Nu stonden een aantal parken op het programma. Allereerst was dat het Broersepark.

Het Broersepark is het oudste park van Amstelveen. Bedoeld als wandelgebied voor de Amstelveense bevolking, die overwegend uit Amsterdam kwam, was het Broersepark reden tot de oprichting van de gemeentelijke Plantsoenendienst. In het park staan heesters en bomen uit de hele wereld (exoten). In de wat natuurlijke delen vindt u veel inheemse planten.

Over het Egelpad kwamen we in het Braakpark.

Dit park is in 1939 ontwikkeld en daarmee het oudste heempark van Amstelveen. De grote centrale plas, ooit ontstaan bij een doorbraak van de dijk (huidige Amsterdamseweg) biedt een mooi uitzicht over het park. Aan de oostzijde van het park ligt de Doorbraak. In De Braak vindt u de kwekerij. Hier worden planten gekweekt voor de heemparken.

Daarna volgde het Dr. Koos Landwehrpark en het Dr. Jac. P. Thijssepark.

Het Dr. Koos Landwehrpark, vóór 1997 Mauritsplantsoen geheten, is ontworpen door C.P. Broerse, aangelegd in 1950 en is 0,6 ha groot. Het is een bloemrijk, relatief schraal grasland, omlijst door gagel- en wilgenstruiken, berken en duinroos. In het midden ligt een flinke vijver met moerassige gedeelten. Aan een kant staan enorme gagelstruiken. Een laantje voert dwars door meer dan manshoge ko­nings­va­rens. In het grasland bloeien o.a. ratelaar, scherpe boterbloem, beemdooievaarsbek, blauwe knoop, spaanse ruiter, kranskarwij, echte koe­koeks­bloem, knoopkruid, veldzuring, witbol en diverse andere gras- en russensoorten.

Begin jaren 40 is er nog steeds een gebrek aan werk. Ondanks de Duitse overheersing wil Chris Broerse een park maken aan de grens met de Hoornsloot. Dit zou een mooie omgeving scheppen voor de ernaast te bouwen villa’s. Hij had geleerd van de experimenten in de {door}Braak. Het letterlijk scheppen van minilandschapjes was geen groot succes geworden. In het ontwerp van het latere Thijssepark liet hij dat idee dan ook voor een deel los.

In plaats daarvan ontwierp hij een park met tuinkamers. Ieder kamer had zijn eigen sfeer. De planten in iedere kamer zorgde voor het behang en meubels. Dit betekende niet dat deze planten in de natuur bij elkaar groeien, zure moerasplanten konden uitstekend naast droge kalkplanten groeien. Het belangrijkste was dat de planten qua kleur, hoogte, structuur en textuur één geheel zouden vormen.

Het ontwerp was klaar, zelfs een flink deel van het grondwerk was gedaan. Door de bezetting van ’40-45? kwam de aanleg stil te liggen. De Heuvel in het midden van het park was toen al aangelegd. Omdat veen te veel inklinkt en er niet genoeg grond voorhanden was is voor de aanleg van deze verhoging huisvuil gebruikt. Nog steeds komen de medewerkers van het park apothekers- potjes uit deze tijd tegen tijdens het onderhoud. De heer Landwehr was toen al de rechterhand van Chris Broerse. Tijdens de bezetting maakte hij dankbaar gebruik van de ontoegankelijkheid van deze heuvel. Hij zat in het verzet en kon zich daar verschuilen. Hij hield er zelfs een geit om zichzelf te voeden. Na de bezetting werd eerst het deel aan de prins Bernhardlaan aangelegd, het middelste deel van het park kwam in de jaren ’50 en 60? klaar. het deel dat parallel loopt aan de Oude Karselaan en uitkomt op de Amsterdamse weg werd pas in de jaren’ 70 aangelegd. Hoewel de beheerders van het Dr. Jac. P. Thijssepark het oorspronkelijk ontwerp als basis houden, is het onmogelijk planten altijd te dwingen. Hun voornaamste taak is de tuinkamers in hun sfeer te laten. Dit betekent dat planten kunnen ‘verhuizen’ Maar de bedoelingen van Chris Broerse en Koos Landwehr zullen nooit verlaten worden.

Op 28 km was de koffiepost, ook in Amstelveen. Coos sprak hier twee wandelaars aan die voor de eerste keer meededen. Coos vroeg hoe ze van deze wandeltocht afwisten. Ze vertelden dat ze tijdens het lopen over het Graaf Floris V pad in Haastrecht een parkoersuitzetter hadden getroffen en die had hun een flyer van de WS78-tochten gegeven. We kwamen weer in het Amsterdamse Bos. Over de Nieuwe Kalfjeslaan werd het Amsterdamse Bos verlaten. Ons viel toen een heel apart verkeerbord op. het ging hier om een alcohol verbod. Na de Augustinus kerk kwamen we door het voormalig arboretum overgaand in Ecolint.

Het Voormalig Arboretum van de Vrije Universiteit (VU) is aangelegd als bomenverzameling voor onderzoek. De VU heeft de verzameling afgestoten en overgedragen aan de gemeente Amstelveen. Het Voormalig Arboretum wordt beheert als park maar heeft nog wel veel bijzondere bomen.

Op 34½ km was bij Ponymanege Equito te Amstelveen de fruitpost. Hier kregen we een mandarijn. Daarna liepen we door het Amstelpark. Dit was wel het meest indrukwekkende park van deze tocht. Er waren hier een aantal trouwlustigen voor een fotoreportage. Tot tweemaal toe zei een dame dat het niet toegestaan was om de bruidparen te fotograferen, maar on­der­tus­sen hadden we toch twee foto's gemaakt. In het Amstelpark stonden heel aparte bomen, waarvan er verschillenden werden gefotografeerd.

“Ik ben hier nu voor het eerst, maar wat een ontzettend leuk park! Ik denk zelfs dat het Amstelpark het mooiste park van Amsterdam genoemd mag worden, wat gek dat ik er niet eerder geweest ben”.

Dit is een reactie die de ondernemers in het Amstelpark vaak te horen krijgen. Maar de vaste bezoeker weet al 40 jaar dat dit park een verborgen juweeltje in Stadsdeel Zuid is. Het park is destijds ontwikkeld voor de grootste internationale tuinbouwtentoonstelling ooit ter wereld gehouden: De Floriade Amsterdam 1972.

Ook al zijn er wat aanpassingen geweest, nog steeds is het park veelzijdig met de prachtig aangelegde tuinen, de rhododendronvallei, het Rosarium en de Orangerie. Naast de mooie natuur van het Amstelpark, waar IVN Amsterdam overigens geweldige rondleidingen geeft, kunnen cultuur- en fotografieliefhebbers hier ook prima uit de voeten. In het midden van het park bevinden zich Het Glazen Huis, Galerie Park Art en de Oranjerie waar mooie tentoonstellingen worden gehouden.

Maar waar het park echt bekend om staat, is natuurlijk de mogelijkheid om er echt een compleet dagje uit van te maken! Er zijn ver­schil­len­de recreatiemogelijkheden zoals de MidgetGolf Amstelpark, de Amsteltrein, de stadsboerderij De Amsteldieren en de grote speeltuin Het Bastion. En uiteraard ontbreken de verschillende horeca-gelegenheden niet. Van een patatje bij de snackbar Het Bastion, een ambachtelijk schepijsje bij De IJstuin, poffertjes bij De Midgetgolf, overheerlijke broodjes bij Parkbeach Zomers tot aan heerlijk culinair genieten bij restaurant Het Rosarium. Ook kunnen culi-liefhebbers elke maand het park bezoeken voor de Pure Markt, een biologische en ambachtelijke markt. Voor ieder wat wils!

Het Amstelpark: een perfect samenspel tussen prachtige natuur, leuke activiteiten voor kinderen, mooie locaties aan het water om te genieten van een drankje en een hapje en het kunnen bewonderen van creatieve FACE="Comic Sans MS">
Via het Gijsbrecht van Aemstelpark werd de finish bereikt. Door de invallende duisternis was het te donker om tijdens het laatste stuk nog te fotograferen.

Het Gijsbrecht van Aemstelpark stamt uit de jaren vijftig. Het park is ontworpen door landschapsarchitect Wim Boer, in de func­ti­o­na­lis­tische stijl of nieuwe zakelijkheid. Deze stijl vindt zijn basis in de opvatting dat schoonheid, eenvoud en doelmatigheid samenvallen. Het park kenmerkt zich door veel rechte lijnen en bijzondere bomen en planten. Het staat op de lijst om de status van rijksmonument te krijgen.

De finish werd om 17:45 uur bereikt. De totale afstand bedroeg 41 km. Dat was een km meer dan in de par­koers­be­schrij­ving stond. Dat kwam mede door de twee omleidingen. Vanwege de lange wachttijd bij de pont was de afmeldtijd verlengd naar 18:00 uur. Het was een prachtige tocht geworden. We willen de organisatie en de parkoersbouwers hartelijk danken voor deze tocht. Het IVV nummer was 11365.

Klik HIER voor de betekenis van de buttons die boven aan dit verslag staan.

Henri Floor