
Op zaterdag 4 april 2015 ging om kwart voor zes de wekker. We hadden beiden niet echt goed geslapen en daarop besloten we de wekker op half acht te zetten. Het oorspronkelijk plan was om met de trein naar Gouda te rijden. Maar dan hadden we om 5.45 moeten opstaan. Nu besloten we in eerste instantie om dan maar met de auto te gaan. Toen we naar buiten keken bleek dat het regende. Daarop keken we op buienradar. Omdat een regenfront de omgeving van Arnhem rond half elf verliet besloten we de NS wandeling Warnsborn te lopen.
Nadat we even na kwart over tien op station Arnhem waren gearriveerd, besloten we eerst een lekkere Latte Macchiato te drinken. Daarna verlieten we het station via de uitgang Sonsbeekzijde. Coos volgde de routebeschrijving en ikzelf had de route op mijn GPS gezet.

Nadat we de bebouwde kom hadden verlieten liepen we langs Bezoekerscentrum Sonsbeek. Pal hiernaast ligt De Witte Watermolen en iets verderop het Nederlands Watermuseum. Net voorbij het Watermuseum zagen we een groot gat in een boom en in dat gat had zich een eend genesteld. De eend zat zo te zien te broedden.
Het Nederlands Watermuseum is een interactief museum over alle aspecten van zoet water in Nederland en daarbuiten. De verwachting is dat zoet water in de toekomst net zo kostbaar wordt als olie. De VN heeft deze eeuw daarom uitgeroepen tot eeuw van het zoete water. Het museum toont onder andere hoe ons rioleringsstelsel werkt, hoe mensen wereldwijd omgaan met water en hoe sluizen en gemalen een overstroming kunnen voorkomen.
Verder liepen we door park Sonsbeek.
Park Sonsbeek is een lustoord en heeft die functie al bijna 250 jaar. Het ligt op een unieke plek en vormt de overgang tussen de stad en het omliggende land. De eerste bewoners waren boeren en molenaars die in het midden van de 18e eeuw gezelschap kregen van de gegoede burgers die zich wilden terugtrekken in de natuur, hoofdzakelijk voor de jacht of de paardrijkunst. Na verloop van tijd werden er landhuizen gebouwd, voorzien van vele vensters, zodat vanuit iedere hoek een prachtig uitzicht werd geboden. Sinds 100 jaar is het park niet langer voorbehouden aan weinigen, maar mag iedereen er toeven
We kwamen bij het fraaie Huis Zijpendaal.
Huis Zypendaal werd tussen 1762-1764 gebouwd voor de Arnhemse stadssecretaris Hendrik Willem Brantsen en bleef tot het begin van deze eeuw in bezit van de familie Brantsen. Het omringende park is in 1803 aangelegd door de tuinarchitect Posth en in 1863 in landschappelijke stijl gewijzigd door Petzold. In 1930 werd het kasteel aangekocht door de gemeente Arnhem. Inmiddels zijn huis en koetshuis gedeeltelijk in gebruik genomen als kantoor van Geldersch Landschap en Kasteelen. De hoofdverdieping is met meubels en kunstvoorwerpen uit het voormalig Brantsen-bezit aangekleed op de wijze van een bewoond huis.
Daarna zagen we bij Huize Casa Bianca het bordje van Park Zijpendaal staan. Verder liepen we bosgebied Schaarsbergen in. Op een bankje hadden we een rust en twee wandelaars passeerden ons, wandelaars die ook de NS-wandeling Warnsborn liepen.
We kwamen door de plaats Schaarbergen. Daarop werd landgoed Warnsborn bereikt. Hiernaar is deze wandeling vernoemd. Op het landgoed waren koperen beelden weggehaald en veilig opgeborgen vanwege de diefstal de laatste jaren van bronzen beelden.
We kwamen bij hotel restaurant Groot Warnsborn. Voor het restaurant stond een schaakbord met schaakstukken opgesteld. De stukken stonden niet goed. Bij een schaakbord moet een zwart vlak links zijn en de witte dame moet op een wit veld staan. Aan beide voorwaarden werd hier niet voldaan. In het restaurant nuttigden we nog een Latte Macchiato. We besloten er maar één te nemen, want de bediening was niet bepaald snel.
Warnsborn heeft verschillende eigenaren gehad zoals het St. Agnietenklooster uit Arnhem en de Arnhemse burgemeester. In 1929 was het in bezit van een exploitatiemaatschappij, die er vermoedelijk villa’s op wilde bouwen. De regering heeft hier met een stem meerderheid een stokje voor gestoken (min. Ruijs de Beerenbrouck). Het terrein is toen verkocht aan het Geldersch Landschap. In de oorlog is Huis Warnsborn (hotel) afgebrand en vervangen door een nieuw gebouw. De landgoederen Lichtenbeek en Vijverbeek waren oorspronkelijk één. Ze werden doorsneden door de oude Postweg richting Amsterdam. De naam Vijverbeek ontstond door de waterpartijen in dit gebied.
Aan de rand van landgoed Warnsborn stond vermeld dat de route 800 meter was omgelegd vanwege een veilige oversteek over de drukke Amsterdamseweg / N224. Maar de oude markering was niet veranderd. Wij bleven de oorspronkelijke route volgen. Daarna dwaalden we over landgoed Lichtenbeek naar de Airborn War Cemetery.
Op de Airborne erebegraafplaats zijn 1754 soldaten, piloten en mariniers begraven die in de periode september 1944 (bij de Slag om Arnhem) tot april 1945 sneuvelden. Veel tijdens de oorlog verdreven bewoners hielpen bij de aanleg van het ereveld vanaf 5 juni 1945, omdat ze na de oorlog thuiskwamen in een gebied vol veldgraven. De slag om Arnhem maakte deel uit van de geallieerde operatie ‘Market Garden’. Britse, Amerikaanse en Poolse luchtlandingstroepen moesten de bruggen over de rivieren vanaf de grens met België tot aan Arnhem bezetten. Het grondleger kon dan in een lange opmars via de Veluwe naar het Ruhrgebied (het industriële hart van Duitsland) doorstoten. Naar verwachting zou daardoor de oorlog voor Kerstmis 1944 beëindigd zijn. De operatie mislukte onder andere door onverwacht sterke Duitse tegenstand en communicatieproblemen.
Nabij station Oosterbeek hadden we een rust op een bankje. We zagen hier nog twee andere wandelaars die dezelfde route liepen. Eerder hadden we ook al een derde paar wandelaars gezien.
Oosterbeek werd langs Hotel Dreyeroord verlaten. We dwaalden nu door de Bilderbergbossen en door natuurgebied Wolfheze. Prachtig waren hier de talrijke geulen in heuvelachtig gebied. Ook zagen we hier talrijke Wodanseiken.
Uniek in ons land zijn de 450 jaar oude Wodanseiken van Wolfheze. Hun naam werd rond 1850 bedacht door de Oosterbeekse School van landschapsschilders, waartoe onder andere Mauve en Mesdag behoorden. Deze groep had een sterk romantische kijk op het landschap. De omgeving van Wolfheze met de grillig gevormde oude eiken langs de Wolfhezer Beek en de omringende heide komt veelvuldig voor op hun schilderijen. De Wolfhezerbeek is een sprengenbeek. De bronbeek werd in het laagste deel van het dal vervangen door gegraven sprengenbeken, als krachtbron voor watermolens. Vanaf ongeveer 1550 stonden diverse watermolens langs de Wolfhezer- en Heelsumse beek. Het waren koren- en papiermolens. In de grote bloeitijd van de papierindustrie, rond 1735, draaiden er acht papiermolens in het Heelsumse beekdal. Begin deze eeuw is Natuurmonumenten begonnen met het herstel van de beken. Onderweg is het kwelwater waarmee de beek wordt gevoed, goed te zien
Nu kwamen we op een groot heidegebied waar we overheen liepen. Het zonnetje scheen mooi en zorgde voor prachtige foto-opnames. In 2012 was over de A50 nabij Wolfheze een ecoduct gebouwd. En over ecoduct Wolfhezerheide was de route verlegd.
Het ecoduct compenseert enigszins de versnippering die is ontstaan toen de A50 in 1973 werd aangelegd. Reptielen en amfibieën (vooral kikkers en slangen) kunnen hun leefgebied nu weer vergroten of verplaatsen. Sinds 2012 is een wandelverbinding over het ecoduct opengesteld. Groot wild als reeën, herten en wilde zwijnen kunnen nu gebruik maken van het ecoduct. Laag Wolfheze heeft een grote natuurlijke variatie: oud loofbos, heide, beken en voormalige landbouwgronden. Hierdoor is het gebied rijk aan flora en fauna. Er leven hier zes reptielsoorten waaronder de ringslang en de gladde slang. Het talud langs het wandelpad over de hei is geliefd bij reptielen, omdat de zon er goed op schijnt. Grafheuvels laten zien dat duizenden jaren voor Christus er al mensen in dit gebied woonden. Maar ook honderden jaren oude karrensporen, wegen en verdedigingswallen tonen gebruik van dit gebied door mensen aan.
Het tempo werd wat verhoogd omdat we de uurtrein richting Utrecht nog zouden kunnen halen van 15:46 uur. Bij de kruising met de Heelsumseweg verlieten we de hoofdroute, want met een verkorte route zouden we de gewenste trein mogelijk nog kunnen halen. Maar toen de spoorwegovergang in zicht kwam, gingen de halve bomen omlaag voor passage van "onze" trein.
In het naastgelegen CR De Tijd, waar de klok, binnen, een paar minuten achterliep, dronken we daarop een paar Latte Macchiato´s totdat onze (volgende) trein zou vertrekken.
Het was een hele mooie tocht geworden. Later hoorden we dat het in het westen van het land nog geruime tijd had geregend en wij hebben het verder droog gehouden.
Klik HIER voor de betekenis van de buttons die boven aan dit verslag staan.
|