NS wandeling Wouwse Plantage (GR5)

Op za­ter­dag 16 au­gus­tus 2014 ging de wekker om 5.30 uur. Na het ontbijt reden we met de auto naar het sta­tion. Rond 9 uur kwa­men we in Ber­gen op Zoom aan. Daar be­gonnen we aan de NS wan­del­twee­daag­se Wouwse Plantage (GR5). Hoe­wel het een tweedaagse tocht is, lie­pen we de­ze 33 km lan­ge tocht in één dag.

We ver­lie­ten het sta­tion aan de ach­terzij­de. We kwa­men langs de Rooms Ka­tho­lie­ke Heilig Hart van Jezus kerk. Langs de Ericalaan lag op een gege­ven moment aan bei­de zij­den een gro­te vij­ver, te weten de Vij­ver-Noord en Vij­ver-Zuid. Wij lie­pen langs de Vij­ver-Zuid. Ver­der­op kwa­men we langs het Lie­vensberg ziekenhuis en lie­pen we on­der de A4 en A58-snel­weg door. Daar­na werd de bushalte aan de Balsedreef be­reikt.

Naar de­ze bushalte reed ik op 28 au­gus­tus 2010 met twee vrien­din­nen naar toe. Dat was het zo­ge­naam­de meidenweekend. Ik had hierbij de plaats van Coos ingenomen. Coos was toen geblesseerd aan haar rug na een val tij­dens de Kempische Wandelda­gen. Die twee vrien­din­nen voelden er toen niet voor om het traject door de bui­tenwijk van Ber­gen op Zoom te lo­pen. Coos en ik zijn zo fanatiek dat we de hele rou­te nu wel lie­pen.

Coos had de­ze rou­te ook al eens al­leen gelo­pen in 2011. Maar dat was toen na de gro­te heidebrand op de Kalmt­houtse Heide. Toen Coos de rou­te al­leen liep, was ze niet op de hoog­te dat de Kalmt­houtse Heide was afgeslo­ten. Sinds ju­li 2011 is de Kalmt­houtse Heide weer o­penge­steld. En nu deed de mogelijkheid zich voor om de­ze rou­te op de­ze dag te lo­pen.

Bij de Stayokay aangeko­men beslo­ten we een kop koffie te drin­ken. Een wandelwegwijzer gaf aan, dat het nog 2172 km naar Nice was, maar dat was (nog) niet ons doel. We lie­pen eerst langs Landgoed Lie­vensberg. Ver­der­op kwa­men we door bosge­bied Boslust. Bij Ruitersportschool Manege Mo­lenzicht sloe­gen we af. We sta­ken de Boslustweg o­ver en volg­den een pad dat min of meer paral­lel aan de Boslustweg liep. We sta­ken de Mo­lenzichtweg o­ver en lie­pen nu door bosge­bied Zurenhoek.

Na een golfter­rein werd het bosge­bied Wouwse Plantage betreden. We sta­ken de grens van Ber­gen op Zoom o­ver en be­von­den ons toen in Wouwse Plantage, gemeente Roosendaal. We lie­pen langs de noord­kant van Plantage Cen­trum. Toen we het plaats­je Wouwse Plantage betraden sta­ken we eerst het ka­naaltje De Zoom o­ver. Er vie­len twee dingen in Wouwse Plantage op. Het eer­ste was een standbeeld van de Houthakker dat voor een heel fraai huis stond. Het tweede was de gro­te RK Sint Gertrudis kerk.

We beslo­ten hier in Wouwse Plantage wat te drin­ken. Bij de eer­ste uitbater hing een bordje "geslo­ten" voor het raam. Ver­der­op was een cafetaria annex chinees res­tau­rant. Hier beslo­ten we koffie te drin­ken. De an­de­re twee café's wa­ren geslo­ten.

Zowel bosge­bied, landgoed als na­bij ge­le­gen dorp dragen de naam Wouwse Plantage. Op de zandrug, ontstaan tij­dens de laat­ste ijstijd, werd bos aange­plant. Kam­pe­men­ten van sol­da­ten en huur­lin­gen richt­ten tij­dens de 80-jarige Oor­log (1568) gro­te verwoestingen aan. In 1839 kwam het ge­bied in bezit van de rijke, Antwerpse bankiersfa­mi­lie De Caters en verrees een groot he­ren­huis, (mo­nu­mentale) boerderijen, een herberg (later jachthuis) en een boswach­terswoning. Sinds 1987 is het landgoed gedeeltelijk o­pen voor publiek.

We lie­pen weer te­rug naar het ka­naaltje De Zoom en volg­den dit ruim 3 km tot aan de grens met Bel­gi­ë.

Het ka­naaltje De Zoom werd al gegraven in de 14e eeuw en tot in de 16e eeuw ge­bruikt om de turf – die in de veen­ge­bieden ten noor­den en ten zui­den van de hui­di­ge rijksgrens gestoken werd – af te voeren naar de stad Ber­gen op Zoom. Te­vens diende De Zoom om helder wa­ter voor de laken- en wolnijverheid en voor de middeleeuwse wasserijen te onttrek­ken aan de vennen. In oor­logstijd werd het ka­naaltje ge­bruikt om het lage land rond de stad on­der wa­ter te zet­ten. In een droge periode kan het ka­naaltje droog staan.

We volg­den hier een traject van de Plantage fietsrou­te van de ANWB. Bij de grens aangeko­men volg­den we de grens aan­van­ke­lijk aan de Ne­der­landse zij­de. De hui­zen be­gonnen al wel op Bel­gi­sche hui­zen te lijken. Bij een grenspaal stond een houten handwijzer met verwijzingen naar Ber­gen op Zoom, Veldhoven, GR5 en de LAW 503.

Toen bij het verdrag van 1838 de Bel­gisch-Ne­der­landse grens definitief vastgelegd werd,wer­den genummerde grenspalen geplaatst. Paal nummer 1 staat bij het Drie­lan­den­punt bij Vaals en paal nummer 369 in het Zwin bij Knokke. We volg­den de Grensstraat tot aan de rand van Essen. Hier sloe­gen we af en kwa­men langs de Qua­ran­tai­ne­stal­len.

Sta­tion Essen was ooit het belangrijkste grens­sta­tion tus­sen Bel­gi­ë en Ne­der­land. Via een speciale loskade werd het vee naar de qua­ran­tai­ne­stal­len gebracht om het te controleren op besmettelijke ziekten. Het gro­te mo­nu­mentale complex uit 1896 telde 45 stal­len. Elke zondag is er een rommel- en antiekmarkt (entree € 1,50). Sta­tion Essen heeft veel sporen, die wa­ren nodig om de dou­a­ne­for­ma­li­tei­ten af te hande­len. Het sta­tionsge­bouw en de douane­loods ernaast dateren uit 1901.

We kwa­men in Essen langs De Kiekenhoeve. Hier was een rijtuigenmuseum, waar­van de toegang gra­tis was. Als we in Essen had­den o­ver­nacht, dan had­den we hier warm kun­nen eten. Maar we lie­pen de­ze tweedaagse nu in één dag en hoefden hier dus niet te dineren.

De Kiekenhoeve uit 1767 is de e­ni­ge nog bewaarde abdijhoeve van Tongerlo. De gemeente Essen kocht het ge­bouw in 1960. On­der impuls van Alfons Tirelieren, on­derwijzer en heemkundige, kwam het karrenmuseum tot stand. De verzameling om­vat naast ou­de land­­bouw­voer­tui­gen, koetsen en land­bouw­werktuigen ook een smidse, bakhuis, wagenma­kerij en een zadel- en tuig­ma­kerij.

Bij een café/res­tau­rant in Essen had­den we een rust. We dronken er koffie en aten een dunne pannenkoek. Het smaakte prima. We ver­lie­ten Essen o­ver de Velodreef. Daar­na kwa­men we door een wijk met duurdere hui­zen. Het viel op dat hier veel houten hui­zen stonden.

Tus­sen de Nolse Duinen en De Boterber­gen werd koers gezet naar het Stap­pers­ven. Voor het Stap­pers­ven sloe­gen we af. Ook voor de Drie­lings­ven­nen sloe­gen we af. Nu volg­den we een as­falt­fiets­pad. Bij de splitsing waar een omleiding voor men­sen die met een hond lie­pen was, beslo­ten we de hoofdrou­te te vol­gen. De voor­gaan­de keer lie­pen we de an­de­re rou­te van­we­ge de verwachte vele zwarte plek­ken van de brand.

De Kalmt­houtse Heide is een ge­bied met droge en nat­te heide, stuifzanden, vennen en als geheel omringd door bos. Het ge­bied maakt deel uit van het grenso­verschrijdende Grens­park De Zoom-Kalmt­houtse Heide. In Ne­der­land behoort dit Grenspark tot de 20 Nationale Parken. Door kappen, plaggen en begra­zen wordt be­bos­sing te­genge­gaan en de heide behou­den. Tus­sen half au­gus­tus en half sep­tem­ber to­veren de bloempjes van de struikheide de heide om in een paars tapijt. Het uitzicht van­af de uitkijktoren is de moei­te waard.

We volg­den nu fraai de rou­te o­ver de Kalmt­houtse Heide. Echt veel heide was er ech­ter nog niet. Waarschijnlijk kwam dat ook door de brand een paar jaar tevoren. We kwa­men op kor­te af­stand langs een uit­zicht­to­ren, maar de­ze lieten we links lig­gen. We stapten nu stevig door, want we wil­den de trein van17:45 uur halen.

We kwa­men in Heide bij het sta­tion aan om 16:25 uur. In de sta­tionsrestauratie vroegen we waar het kaart­jes­lo­ket was, maar de­ze was geslo­ten. Wel kon­den we een kaar­tje ko­pen in de kaar­tjes­au­to­maat. En dat is met moei­te gelukt. Met de trein reden we huiswaarts. Het was een mooie rou­te ge­wor­den met mooi wandelweer en een ma­xi­mum­tem­pe­ra­tuur van 18 graden In de ochtend heb­ben we één licht buitje gehad.

Klik HIER voor de betekenis van de buttons die boven aan dit verslag staan.

Henri Floor