
Op zaterdag 26 juli 2014 liepen wij de NS wandeling Noord Hollands Duin Reservaat. Met de trein reden we naar Castricum waar we even na 8 uur aankwamen. Dat was een kwartier eerder als normaliter op een zaterdag. Dit had vreemd genoeg te maken met werkzaamheden bij Utrecht Centraal.

In de trein troffen we een echtpaar uit een naburig dorp. We praten heel gezellig. Zo gezellig dat een donker gekleurde jongeman van 24 jaar er bij kwam zitten aan de andere kant van het gangpad waar ook al een jonge dame zat. Hij praatte honderd uit. Hij was op zoek naar een meisje waar hij echt van zou houden. Hij zag in onze ogen dat wij nog steeds heel verliefd waren op elkaar. Toen hij vroeg hoe lang wij al bij elkaar waren, antwoordde onze overbuurvrouw met de woorden: "langer dan jij oud bent". Ook vroeg hij zich af wie bij wie hoorde om vervolgens te zeggen: "o, ik zie het al aan de kleur van jullie kleding, want Coos en ikzelf hadden iets blauws aan en de andere twee iets rood. Degene die dezelfde kleur kleren aan had, die hoorde bij elkaar volgens hem en dat klopte bij ons.
Bij de Kiosk op station Castricum kochten we een beker koffie. Even voor half negen begaven we ons op pad. Op 19 mei 2012 hadden we deze wandeling ook al eens met twee vriendinnen gemaakt en nu gebruikte ik de destijds opgenomen GPS-track terwijl Coos de route meelas van de routebeschrijving.
We verlieten Castricum langs de begraafplaats. Over de Oude Schulpweg liepen we naar de Geversweg. Na het Strandvondsten en Streekhistorie museum werden we er nog duidelijk aan herinnerd, dat we een toegangskaart voor het Noord Hollands Duin Reservaat moesten kopen. De toegangsprijs bedroeg € 1,70 en moest bij een kaartjesautomaat met de pin worden betaald. Opnieuw liepen we over de Oude Schulpweg maar nu in bosgebied.
De Oude Schulpweg houdt de herinnering levend aan de schelp-visserij. Vooral in de 17e en 18e eeuw werden langs het Noordzeestrand lege schalen van weekdieren ‘gevist’. De Oude Schulpweg is één van de wegen waarlangs de schelpvissers hun beladen karren moeizaam naar de achter de duinen gelegen dorpen zwoegden. Bij Castricum werden de schelpen overgeladen op schepen en via de Schulpvaart vervoerd naar Akersloot of verder. In Akersloot werden de schelpen in kalkovens gebrand tot kalk. De kalk werd gebruikt als metselmateriaal.
Vlak voordat we het infiltratiegebied bereikten kwamen we nog langs een open terrein, een voormalig bouwland.
Tussen de Johanna’s weg en de Bredeweg ziet u links een open terrein. Het is voormalig bouwland, dat behoorde tot de verderop gelegen boerderij de Brabantse Landbouw. Op de wallen rond het perceel staan veel meidoornstruiken. Dit zijn restanten van de meidoornhaag, die dienst deed als veekering. Vooral in de eerste helft van de 19e eeuw werden pogingen ondernomen de uitgestrekte duinvalleien geschikt te maken voor de landbouw. Erg veel succes had dit niet. De bodem bleek erg onvruchtbaar en de grondwaterstand schommelde te veel. In 1917 werd de Brabantse Landbouw als laatste duinboerderij opgeheven en zijn de terreinen aan de natuur teruggegeven.
We bereikten het infiltratiegebied. Van verre hoorden we hoe vogelrijk dit gebied is. Er zaten talrijke zwarte vogels op kaallgevreten takken van bomen.
In 1903 kocht de provincie Noord-Holland landgoed Bakkum aan. In 1920 werd het Provinciaal Waterleidingbedrijf Noord-Holland (PWN) opgericht voor de drinkwaterwinning en distributie door de provincie. De terreinen werden opengesteld voor het publiek. Na 1933 volgde uitbreiding van de bezittingen. PWN ging bijna heel Noord-Holland voorzien van schoon drinkwater. Amsterdam hield zijn eigen waterleidingduinen. PWN kreeg ook het beheer van de duinterreinen toegewezen. Vanaf 1960 nam het belang van recreatie en natuurbescherming in het duingebied sterk toe. In de tweede helft van de 20e eeuw is overgegaan op infiltratie van voorgezuiverd rivierwater (IJsselmeer en Rijn) in de duinen, om de ondergrondse watervoorraad weer op peil te brengen en de achteruitgang van de natuur, als gevolg van de sterk gedaalde grondwaterstand, een halt toe te roepen.
Over een traject van de Johannisweg en later de Groeneweg werd koers gezet naar restaurant Johanna's Hof. Maar even voor de uitspanning was nog een uitzichtpunt bij een meertje. Bij Johanna's Hof gingen we op het terras zitten voor opnieuw een kop koffie.
We verlieten het grondgebied van Castricum en ruilden dat in voor de gemeente van Bergen. In Bergen kwamen we niet, maar Egmond is gemeente Bergen. Bij een bankje aan de Staringweg hadden we een rust. Nu volgden we een tijdlang de Lage Weg. We liepen een zijpad in naar een scherm waarachter we wisten dat een vennetje lag.
De Limiet is een begrazingsgebied voor verschillende soorten runderen en schapen als de Scottish Highlander, Scottish Blackface en Oud Hollandse Landbokken. Door begrazing wordt de middenduinvallei opengehouden en kunnen er zandviolen en bijzondere mossen groeien. Voorheen zorgden het duinkonijn en schapen van de Brabantse Landbouw voor dit beheer, maar door de verlaging van de konijnenstand door 2 epidemieën en het verdwijnen van de landbouw dreigde het gebied te verruigen. Afhankelijk van de ontwikkeling van de vegetatie en de konijnenstand wordt bepaald waar, wanneer en welke soort grazers er rondlopen, want elke soort heeft zijn eigen manier van grazen.
Het Scottish Blackface schaap is een gehard, sober en vitaal ras en uitermate geschikt voor tijdelijke- en zwerf beweiding voor het in stand houden en verbeteren van diverse leefbiotopen. Zoals onder andere orchideeën, zandviooltjes, tapuiten, watersnippen en hagedissen.
De Oud Hollandse Landbok is van nature een echte alleseter. Boompjes, bramenstruiken, distel en brandnetel hij zit er niet mee, het gaat erin als koek. Deze bokken worden vooral ingezet om in het gebied de jonge boompjes en grote struiken te verorberen zodat het gebied niet verbost en de traditionele flora niet verloren gaat.
Nu werd Egmond aan Zee bereikt. We konden over het strand lopen maar dat deden we niet. We hadden deze dag al zoveel zon gehad. En als we over het strand liepen, dan kregen we ook nog de weerkaatsing van de zon in de zee te verwerken. In café restaurant De Klok dronken we nog een Latte macchiato. Daarna liepen we door het centrum van Egmond aan Zee naar het busstation. Met de bus en de trein reisden we huiswaarts.
Het dorpsetablissement “De Klok” ontstond lang geleden toen in de duinen nog de geur hing van gedroogde en gerookte vis.
De tijd toen de heerlijke baklucht opsteeg uit de achterhuisjes van de kleine visserswoningen aan de Noord-Hollandse zeekust. In dit oude vissersdorp stond sinds 1904 de dorpsuitspanning “De Blauwe knoop”. Er werd koffie, thee en melk met anijs geschonken. Deze uitspanning ging enkele jaren later “De Kroon” heten. De volksmond doopte deze uitspanning in de loop der jaren om tot “De Klok”.
De toenmalige eigenaar Nicolaas Kager maakte in zijn vrije tijd een grote metalen buitenklok en hing deze als extra service boven de deur van zijn zaak “De Kroon”. Omdat in die tijd niet iedereen een klok thuis had leefde heel derp (bijnaam voor Egmond aan Zee) op de klok van “De Kroon”. Vandaar “De Klok”.
In dit oer-Egmonds bedrijf: bekend om z’n knusse interieur met rotan stoelen, perzische kleedjes, open haard, oud hollandse spreuken, oude straatnaambordjes en wandklokken aan de muur ontmoeten de Egmonders elkaar hier het hele jaar. De toeristen ontmoeten elkaar in de zomermaanden op het terras of gezellig binnen.
Het was een geslaagde dag geworden mede dankzij het mooie en droge weer. De afgelegde afstand bedroeg 15 km. Op weg naar huis hadden we nabij Amsterdam een flinke regenbui. Op station Driebergen-Zeist, waar we uitstapten, begon het net te regenen. We besloten te schuilen alvorens naar de auto te lopen. Uiteindelijk duurde regenbui zo'n 20 minuten.
Klik HIER voor de betekenis van de buttons die boven aan dit verslag staan.
|