Op zaterdag 14 juni 2014 organiseerde Rotary Club Veenendaal-Regio en Rotaract Club Veenendaal de Heuvelrug wandeltocht. De start was vanuit de kantine van voetval vereniging GVVV (Gelders Veenendaalse Voetbal Vereniging) op sportpark Panhuis. Hoewel de start van de 40 km officieel vanaf 7 uur was, begonnen wij 8 minuten eerder.
De start werd in zuidelijke richting verlaten. Na kruising met de spoorlijn Utrecht-Rhenen dwaalden we door een buitenwijk naar landgoed Prattenburg. Hoewel het deze dag voor 98% droog was, motregende het nu licht. Onder de grote bomen kwam nog niet zoveel licht door, maar wel voldoende om de weg te vinden. We kregen eenmaal een blik op een deel van kasteel Prattenburg. En dat was ook nog op afstand.
We bevonden ons inmiddels op het grondgebied van Rhenen, want kasteel Prattenburg ligt ook in Rhenen. We volgden even de Veenendaalse Straatweg, maar spoedig sloegen we af over de Oude Veensegrindweg. Daarbij kwamen we langs twee oude stenen pilaren. Ongeveer 60 jaar geleden maakte mijn schoonvader hier een foto van Coos met een oudere zus en haar moeder (van achteren), zie fotoreportage. Op de linkersteen stond de tekst: "Familie Pension" dat alleen op de oude zwart/wit foto leesbaar is.
Landgoed Kwintelooijen werd betreden en ons pad steeg naar het hoogste punt. Vandaar hadden we fraaie vergezichten.
Kwintelooyen is een voormalige zandafgraving tussen Veenendaal en Rhenen. Het gebied is in beheer bij Recreatieschap de Utrechtse Heuvelrug. Het gebied is speciaal ingericht voor dagrecreatie met een dagcamping en verschillende voorzieningen.
Kwintelooyen ligt ingesloten tussen drie particuliere landgoederen: Prattenburg, de Dikkenberg en Remmerstein. Daaraan grenzend liggen de Stadsbossen van Rhenen en de Plantage Willem III, van Stichting Het Utrechts Landschap. Het gehele gebied strekt zich uit van de noordoever van de Rijn tot de Gelderse Vallei.
Karakteristiek in het gebied zijn de diepe erosiedalen, de prehistorische grafheuvels, wallen, beukenlanen en de overgangen tussen heuvelrug en valleien. Opvallend is het grote hoogteverschil van vijftig meter op Kwintelooyen; van zeer nat (ven en moeras) naar droog (heidevelden). Ongeveer de helft van het gebied wordt sinds 2003 begraasd door een kleine kudde Schotse Hooglanders.
Een gedeelte van Kwintelooyen is in gebruik als cicuit, op of rond hemelvaart wordt hier de traditionele motorcross gereden, georganiseerd door Motor-Auto Club Rhenen en Omstreken. Het circuit kenmerkt zich door zijn enorme hoogteverschillen (60 meter) als een niet Nederlands circuit. Het heeft een semi permanente status, op het circuit worden 3 meerdaagse evenementen georganiseerd, het heeft geen trainingsfaciliteiten.
We liepen door naar de Defensieweg, een asfaltweggetje dat de scheiding vormt tussen Landgoed Kwintelooijen en Landgoed Plantage Willem III. Over het Let de Stigterfietspad werd Elst bereikt. Hier was bij een manage de eerste rustmogelijkheid op 9,6 km. We liepen nog lekker en we besloten deze rust over te slaan.
Het Let de Stigterpad is vernoemd naar mevrouw A.D. de Stigter-Huising, oud-burgemeester van Maarn. Zij was de pleitbezorger voor de totstandkoming en eerste voorzitter van het Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug.
Het Let de Stigterpad sluit aan op de treinstations van Driebergen en Rhenen. U kunt dus in Driebergen starten en naar Rhenen-station fietsen om daar de trein te nemen of in Rhenen op het station beginnen en in Driebergen weer de trein nemen.
We dwaalden door de bebouwde kom van Elst/Utrecht. Ter hoogte van de straat Paardenkop met zijstraat Vissersweg stonden in de tuin van een woonhuis talrijke fraaie beelden die op de gevoelige plaat werden vastgelegd. We kwamen bij de splitsing naar de tweede rustmogelijkheid te weten Het Berghuis te Amerongen. Deze rustmogelijkheid lag op 450 meter van de route. We besloten hier niet naar toe te lopen maar wel even op een bankje een paar boterhammen te eten en wat te drinken. De afgelegde afstand bedroeg hier 12,6 km. We hadden op de routebeschrijving gezien dat er in rustmogelijkheid was te Amerongen in café restaurant Buitenlust en daar is het altijd goed toeven.
We kwamen bij de provinciale weg/N255. De doorgaande weg van Driebergen naar Rhenen. De officiële route ging hier rechtdoor. Wij besloten hier even van de route af te gaan. Vlakbij ligt namelijk een uitkijkplateau dat uitkijkt op de Amerongse Bovenpolder, kasteel Amerongen en de Betuwe in. Wij waren hier al een tijd niet meer geweest. Later in de route zouden we het teveel gelopen goed maken door ergens een stukje af te steken. Nabij Huize Zandvoort kwamen we weer op de officiële route uit. Aan een boom langs de gelijknamige straatnaam zagen we talrijke vogelhuisjes en andere tierelantijntjes hangen.
We zagen dat de Andrieskerk in de verte in de steigers stond. Op 13,6 km werd dan café restaurant Buitenlust te Amerongen bereikt. Tijdens het nuttigen van een kop Latte Macchiato kwam een dorpsgenoot langsgelopen. Het bijzondere van deze dorpsgenoot is dat we elkaar bijna alleen maar op wandeltochten tegenkomen.
Amerongen werd over de Zuylesteinseweg verlaten. In de bossen van Landgoed Zuylestein kregen we nog een blik op het gelijknamige kasteel. Aan de rand van voornoemd bosgebied weken we iets van de route af om mooi langs een schaapskooi te lopen. De bebouwde kom van Leersum werd bereikt. Nabij de Algemene Begraafplaats was een rustmogelijkheid in Leersums Laarsje. De afgelegde afstand bedroeg hier 16,5 km.
Opnieuw kwamen we langs een begraafplaats. Dat was nabij de Graftombe van Nellestijn op de Donderberg. Bij restaurant Darthuizen was op 18,2 km opnieuw een rustmogelijkheid. Na deze rust liep de officiële route verder langs de provinciale weg en de geasfalteerde Broekhuizerlaan. Wij wisten een mooiere vervolgroute. Omdat we eerder in de wandeling al een extra omweg handen gemaakt werd het teveel gelopen nu gecompenseerd.
De Graftombe van de familie van Nellesteyn is een monument op het hoogste punt van De Donderberg (36 m), met aan de voet ervan de grafkelder van de familie Van Nellesteyn. De graftombe is 14 m hoog en geeft een mooi uitzicht over de omgeving. In 1818 werd de bouw voltooid van de graftombe van het geslacht Van Nellesteyn door J.D. Zocher jr. Dit gebeurde in opdracht van Cornelis Jan van Nellesteyn, de toenmalige eigenaar en bewoner van ridderhofstad Broekhuizen. In 1830 werd hij als eerste bijgezet in het mausoleum. In 1917 werd het twaalfde en laatste familielid bijgezet. Hierna werd de ingang van de tombe dichtgemetseld.
Het monument bestaat uit twee gedeelten, een hoge, slanke bovenbouw, de uitzichtstoren en de brede onderbouw. In de onderbouw, die in de heuvel is ingegraven, bevindt zich het mausoleum. Aan de voorzijde is een rondboog-toegang met sluitsteen waarin het jaartal 1818 is opgenomen. Hierboven is een steen in gemetseld met de tekst: 'Blijmoedig aan / het graf te denken / is ook een vrucht / die 't kruis ons gaf / Gez. 189 VS 2B. Behalve als mausoleum moest het monument ook fungeren als tuinsieraad. Als achtergrond van het monument liet Zocher 'somber' hout planten om een melancholieke sfeer op te wekken. Zo moest het monument voor passanten een verwijzing naar de dood zijn.
Later werd tegen de toren een huisje gebouwd (zie foto hiernaast). In het huisje was een keuken met een schouw ondergebracht, terwijl in de toren een woonkamer was ingericht en diende een alkoof als slaapruimte! Een alkoof is een tussenkamer of kleine zijkamer zonder ramen, die als slaapkamer gebruikt kan worden. Hier woonde rond 1915 weduwe Verhagen die zorgde voor het onderhoud van het monument, de bijbehorende begraafplaats en de omgeving. In die tijd kon men de Tombe bezichtigen en voor vijf cent een kopje thee nuttigen. Geen moeite was te groot voor de gasten, want het water voor de thee moest in een kruiwagen met een ton erop, bergafwaarts aan de Rijksstraatweg worden gehaald. In 1952 is het huisje door de gemeente Leersum afgebroken
We kwamen uit op de Bremweg, een grintweg. Deze kwam uit op de Darthuizerweg. We volgden deze naar de provinciale weg/N225. Nu volgden we de Hoogstraat en kwamen langs het poortgebouw van De Hoogstraat.
De Hoogstraat ligt in de bossen ten noorden van Leersum, op de noordwestflank van de Darthuizerberg. In de loop der jaren heeft het landhuis een aantal ingrijpende verbouwingen en uitbreidingen ondergaan, vanwege het gebruik als revalidatiecentrum in de tweede helft van de 20ste eeuw. Het neoclassicistische landhuis is daardoor niet meer het hoofdgebouw van het complex. Momenteel is De Hoogstraat in gebruik als asielzoekerscentrum. Restanten van de tuinaanleg zijn waarneembaar, waaronder de centrale middenas in het bos. Ook het vrijstaande poortgebouw is bewaard gebleven.
Op de plek van een al lang bestaande hofstede liet W.H. van Nellesteyn in het eerste kwart van de 19de eeuw een landhuis in neoclassicistische stijl bouwen. Professor J. van Hall, eigenaar vanaf 1835, liet een park rond het landhuis aanleggen en breidde het grondbezit uit. In 1877 werd de buitenplaats gesplitst in een deel ten zuiden van de Rijksstraatweg en een deel ten noorden hiervan. In 1881 of 1885 werd het landhuis op het zuidelijk deel gesloopt en werd dit deel beplant met bos. Het noordelijk deel was toen inmiddels al bebost. In 1914-1915 liet P. Smidt van Gelder hier een nieuw landhuis De Hoogstraat en een poortgebouw (De Hoogstraat 6) optrekken naar ontwerp van architect J.C. Wentink. Smidt van Gelder liet tevens een tuin in nieuw-architectonische stijl aanleggen en breidde de gronden rond het landhuis uit.
We sloegen af over het Let de Stigterpad. De pijl naar rechts viel bij sommige wandelaars niet op. Daardoor liepen talrijke wandelaars, die de parkoersbeschrijving niet hanteerden, verkeerd of om. Op 24,2 km was op een parkeerplaats nabij gebouw Veldschuur van Staatsbosbeheer een rustpost. We konden hier gratis koffie, thee of bouillon krijgen.
Nu kwam, volgens de organisatie, het hoogte punt van de wandeling, namelijk de Leersumse Plassen. Door een medewandelaar werd ik hier nog op de fotogezet. Het was wel een heel aparte foto. Want aan de rand van de foto is een plassende man zichtbaar. Maar ik sta er heel duidelijk op. Bij een bankje hadden we nog een rust, want ik kreeg nog trek in een boterham. Over de Ginkelsedwarsakkers en de Ginkelseweg werd Park Molecaten - Ginkelduin bereikt. De afgelegde afstand bedroeg nu 30,4 km.
Een paar km verderop, bij de parkeerplaats langs de Bergweg te Amerongen was op 32,9 km opnieuw een rustmogelijkheid. Aan één van de twee EHBO 'ers vroegen we of ze al wat te doen hadden gehad, maar ze hadden nog niemand hoeven te behandelen. Nu zou het dan gebeuren, de beklimming van de 69,8 meter hoge Amerongseberg. We kwamen echter niet op de top, maar de wandeling was daarom niet minder mooi, want vanaf de top van de Amerongse berg is geen uitzicht.
We daalden af en kwamen bij het Egelmeer of wat daar voor door ging. Door de droogte was zelfs geen water meer te zien. Wel was er een watermeter. Het werd weer drukker op het parkoers ten teken dat ook korte afstanden zich hadden samengevoegd. Aan de rand van Landgoed Prattenburg te Rhenen was op 37,0 km nog een laatste rustmogelijkheid. Op weg naar de finish zagen we in een weiland nog een Nederlandse Landgeit.
Na 8 uur en 40 minuten werd de finish bereikt. Ik was heel tevreden over deze tijd, mijn eerste 40 km tocht sinds 8 februari 2014. Het was een hele mooie tocht geworden. Wij danken de organisatie voor deze tocht. Omdat deze tocht voor de 10e maal werd georganiseerd konden we na afloop een gratis medaille afhalen. Omdat ik een bepaalde trein in mijn hoofd had om te halen ben ik vergeten om mijn wandelboekje te laten afstempelen. Er waren 694 deelnemers: 50km - 39 deelnemers, 40km - 150 deelnemers, 25km - 247 deelnemers, 15km - 194 deelnemers en 10km - 64 deelnemers.
Klik HIER voor de betekenis van de buttons die boven aan dit verslag staan.
|