Uterg me staadsie tocht met WS78 vanuit Utrecht

Op zaterdag 11 januari 2014 liepen wij de WS78 tocht vanuit Utrecht van 4 januari 2014 na. De officiële wandelroute liep bijna aan het eind langs NS station Utrecht-Lunetten. Voor ons was dat deze dag ons begin- en eindpunt. Hoewel de zonopkomst voor deze dag op 8:44 uur bepaald was, was het om 8:40 uur nog enigszins donker door het zwaarbewolkte weer. Coos had de tocht de voorgaande week wel meegelopen. Zodoende hadden we in ieder geval een routebeschrijving. Ik had van een wandelaars de route op GPS aangeleverd gekregen.

Nadat we startlocatie Bar Lunet hadden bereikt, liepen we in noordelijke richting. We kwamen bij Lunet III, de eerste van een serie forten of restanten van forten. De naam Fortentocht voor deze tocht hadden wij persoonlijk een meer aansprekende naam voor deze tocht gevonden. Niet veel verder kwamen we langs Lunet IV.

Lunet III is aangelegd ter afsluiting van de Houtense Vlakte en de later aangelegde spoorlijnen. Omdat de Houtense Vlakte hoger ligt dan de omgeving kan het gebied niet onder water gezet worden. Op deze van nature zwakke plek in de Waterlinie worden daarom op korte afstand van elkaar vier gelijkvormige verdedigingswerken gebouwd. In de jaren 60 van de negentiende eeuw werden ze doorsneden door twee spoorlijnen, zodoende bestreken de Lunetten direct de spooraccessen. Het woord lunet is afkomstig van het Franse 'lune' dat maan betekent. In de plattegrond van de Lunetten valt dan ook een halve maanvorm te herkennen.

Een lunet is een klein fort met aan de frontzijde twee 'gebroken' of geknikte zijden die naar elkaar toelopen in een punt. Deze punt, 'de saillant', is op de vijand gericht. De schuine zijden tot aan de knik heten 'flanken'. De zijden van de knik tot aan de punt noemen we 'facen'. De beide knikken en de puntvorm zorgen voor een beter schootsveld richting de vijand. Aan de achterzijde (de keel) is het verdedigingswerk open zodat er slechts aan één kant beveiliging is tegen vijandelijk vuur. Op de hoeken van de zijde die van de vijand is afgekeerd bevinden zich zogenaamde 'flank-kazematten'. Alle vier de Lunetten worden omringd door een natte gracht.

De restauratie van de kanonkazemat op Lunet III is afgerond. Buitenschoolse opvang Fort Kakola en scoutinggroep Salwega zijn op het fort gehuisvest. Lunet 3 is gebouwd tussen 1822 en 1824. Eind 1939 besloot het Ministerie van Defensie de eerste verdedigingslijn te verschuiven naar de Grebbelinie en werd het werk in de Nieuwe Hollandse Waterlinie stopgezet. Lunet III heeft daarom een casco zonder dak en een funderingsplaat.


We volgden het Inundatiekanaal NHW (Nieuwe Hollandse Waterlinie) tot vlak voor de A12-snelweg nabij afslag 18 en verkeersknooppunt Lunetten. Na de Salamanderpoel en het Park De Koppel staken we de A12-snelweg over. Vaak als wij met een wandeltocht een snelweg oversteken dan gaat het om twee maal twee of twee maal drie rijstroken. Maar hier ging het om vier maal drie rijstroken. Het was dus een lange brug. Aan onze rechterhand lag nu Plas Laagraven. Ondanks het vochtige, maar nog net droge, weer liepen hier verschillende trimmers.

We sloegen af over de Waijensedijk en bevonden ons in buurtschap Waijen. Dit is bepaald geen drukke weg, want het was een doodlopende weg voor auto's. Zo'n landelijke weg op een steenworp afstand van het drukke Utrecht is toch wel bijzonder. Op verkeersknooppunt Lunetten kruist de A12 met de A27. Nadat we de A12 hadden gekruist was nu de A27 aan de beurt om te kruisen.

We kwamen uit op de Fortlaan. Een paar honderd meter naar rechts lag Fort 't Hemeltje. Een bezoek aan dit Fort werd niet in de route opgenomen. Langs de Fortlaan ligt een grote manage. Coos had hier met een vorige tocht een rust gehad en ze had wel zin om hier ook even te rusten. We hadden hier ruim 6 km afgelegd. Maar de uitbater hier had zijn deur nog niet opengesteld. Een gordijn hing voor de toegangsdeur. Wel zagen we binnen licht branden en we zagen ook iemand heen en weer lopen. Maar de deur bleef gesloten. We vervolgden de Fortlaan en kwamen even later langs een grote boerderij waar op het dak een aantal dakpannen een andere kleur hadden en waarop de tekst "De Klomp 1835" te lezen was. In de tuin stonden twee struiken die ieder gesnoeid waren in de vorm van een klomp. Na boerderij Nieuw Slagmaat uit 1881 kwamen we nabij Fort Vechten. In een weiland stond een nagemaakte Romeinse uitkijktoren.

De routebeschrijving was hier, in combinatie met de GPS route, onduidelijk. We besloten dan ook de GPS-route te volgen. Maar deze route liep dood voor een gesloten hekwerk om Fort Vechten. Op de GPS-kaart was een wandelpad langs de noordkant van het Fort aangegeven en we konden ons herinneren dat we hier al eens eerder waren geweest. We kwamen uit waar de wandelaars een week tevoren Fort Vechten hadden verlaten. Dat was na een smalle doorgang in een hoge aarden wal gevolgd door een brug over de fort-gracht.

Het Fort bij Vechten is gebouwd tussen 1867 en 1870. De grote bomvrije kazerne werd in 1880 toegevoegd. Het fort is 17 hectare groot en na Rijnauwen het grootste fort van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Mobilisatie was er in 1870, 1914-1918 en 1939-1940. Bij oorlogshandelingen is dit fort echter nooit betrokken geweest. De laatste militaire functie van het fort was bandenopslag van Defensie. Het fort is in 1996 door Defensie overgedragen aan Staatsbosbeheer. Fort bij Vechten wordt omgevormd tot museum. Het museum gaat in 2015 open. In dit museum is van alles te leren over de Waterlinie. Het wordt een stoer en spannend museum waar van alles te beleven zal zijn.

De militaire geschiedenis van Fort Vechten gaat ver terug in de tijd, toen lag naast de plek van het huidige fort het Castellum Fectio, dat rond het begin van de jaartelling is gebouwd. Het fort lag aan de rivier de Rijn, die in die tijd hier stroomde. Het is een van de oudste Romeinse forten in Nederland. Het castellum maakte deel uit van een hele serie forten langs de Rijn, die vanaf 47 na Chr. de grens (limes) vormde van het Romeinse rijk. Op de plek van het fort zelf lag de vicus, het kampdorp.


We liepen onder A12 door en staken de spoorlijn Arnhem-Utrecht over en bevonden ons nu in buurtschap Vechten. Bij restaurant Vroeg en Hofstede Wiltenburg staken we de provinciale weg over. Over het Bunkerpad liepen we naar de Stayokay Rhijnauwen te Bunnik, de voormalige jeugdherberg. Langs het Bunkerpad lagen talrijke bunkers, zo'n 25 stuks.

Op landgoed Rhijnauwen bij Bunnik is begin 2008 het Bunkerpad aangelegd tussen de daar gelegen groepsschuilplaatsenzwerm. Het pad is aangelegd op initiatief van de Enveloppecommissie Rijnauwen-Vechten. De Enveloppecommissie wil hiermee de Nieuwe Hollandse Waterlinie beter beleefbaar maken.

De Groepsschuilplaatsen oftewel bunkers liggen hier als suikerklontjes die zijn uitgestrooid over het veld. Door het lopen over dit pad ervaart u deze zwaar gewapend in beton uitgevoerde militaire bouwwerken die dienden als schuilplaats voor groepen infanteristen bij beschietingen. Het pad maakt het mogelijk de bunkers van dichtbij te zien door erlangs te wandelen. Bovendien is het een verbinding tussen Rhijnauwen en de andere kant van de Koningslaan.


In de Stayokay hadden we een rust. We zaten hier aan een tafeltje bij een wandelaar die in het verleden bij ons Euraudax-tochten meeliep. Tussen 1984 en 2002 hebben we jaarlijks één of meerdere Euraudax-tochten (mede-) georganiseerd.

Het volgende fort dat op ons wandelprogramma voor deze dag stond was Fort Rhijnauwen. We liepen hier langs het zuidelijke gedeelte langs de fort-gracht. We kwamen nu op landgoed Rhijnauwen. Dit landgoed kwam in de jaren 1978-1982 veel in het nieuws vanwege de omstreden aanleg van de A27-snelweg.

Fort Rijnauwen, een machtig vestingwerk in bijzonder goede staat, ligt verscholen in een open groene ruimte tussen Zeist, De Bilt, Utrecht en Bunnik. De bouwstijl van Fort Rhijnauwen en de staat er van zijn uniek. Ook qua omvang is dit fort de enige in zijn soort. Fort Rijnauwen omvat ruim 31 ha en is daarmee het grootste fort van de waterlinie.

Behalve de vesting heeft het fort ook een waardevol natuurgebied. Door de jarenlange isolatie en rust is het een wijkplaats geworden voor vele - ook bedreigde - planten en dieren. In 1868 werd gestart met de bouw van fort Rijnauwen. Het fort werd volgens de laatste toenmalige inzichten aangelegd en bood plaats aan 540 soldaten en 105 kanonnen.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het fort door de Duitse bezetter gebruikt als munitiedepot en als fusilladeplaats. Honderden verzetshelden zijn er omgebracht. Elk jaar op 4 mei worden deze slachtoffers tijdens de Dodenherdenking herdacht. Na de 2e Wereldoorlog heeft het fort zijn functie als verdedigingswerk verloren. De manschappen hebben plaats gemaakt voor vele bijzondere dieren en planten. De naam Rijnauwen wijst op de laaggelegen gronden (‘auwen’) langs de Kromme Rijn.

Het best beschermde deel en hart van het fort is het bomvrije reduit. Deze bunker functioneerde als laatste toevluchtsoord. De Nederlandse soldaten konden er langdurig geïsoleerd verblijven, als dat nodig was. Het was voorzien van een eigen drinkwatervoorziening. Het fort had geschut van verschillend kaliber. Fort Rijnauwen bergde in totaal 105 kanonnen. Vanaf de wal heb je een geweldig uitzicht over de gracht en de omliggende natuur.

Een indrukwekkende vesting, maar ook een waardevol natuurgebied. Het fort was jarenlang niet toegankelijk voor publiek. Hierdoor is het een paradijs geworden voor veel (bedreigde) planten en dieren. IJsvogels, reeën, ringslangen en wezels voelen zich er thuis. Er groeien zeldzame planten zoals orchideën. s Winters overwinteren honderden vleermuizen in het fort. Sommige komen zelfs uit Rusland om hier hun winterslaap te houden.


We kwamen uit op het Jaagpad langs de Kromme Rijn. We volgden die pad een tijdlang. We kwamen onder de A27 door. Na een aantal sportterreinen aan onze linkerhand zagen we aan onze rechterhand een deel van het FC Utrecht stadion Galgenwaard. Niet veel later lag aan onze linkerhand Lunet I.

Na het Pieter Baan Centrum werd de Tolsteegsingel bereikt. Dit was min of meer het beginpunt van een enorm geslinger door allemaal steegjes van de binnenstad van Utrecht. Na de Tolsteegbrug liepen we even verkeerd en kregen daardoor wel een mooi uitzicht op de Oudegracht aan de Werf met het daaraan gelegen Maastricht's Bierhuis.

Na de Tolsteegbrug volgden we even de Twijnstraat maar sloegen af bij de Nauwe Watersteeg. Nu volgden we een klinkerpad over de Twijnstraat aan de Werf langs de Oude gracht. Bij een brug kwam net een motorboot aangevaren. Na oversteek van de Oude gracht kwamen we in een oude wijk die bekend staat onder de naam Zeven Steegjes. Op de hoek van de Kocksteeg met de Pelmolenweg was aan een hoekhuis een mooie tegel bevestigd (zie bijgaande foto).

We kwamen bij de Stadsbuitengracht uit en volgden deze even. Maar niet voor lang. Bij de Geertekerk verlieten we de Stadsbuitengracht weer. Langs de Kleine Geertekerkhof kwamen we langs School No. 1 der Ned. Herv. Gemeente. We staken de Oudegracht weer over en via de Vrouwjuttenstraat kwamen we op de Lange Nieuwstraat uit. Hier liepen we langs het Universiteitsmuseum dat niet duidelijk als museum herkenbaar was omdat het gevestigd was in een aantal oude woonhuizen.

We liepen nu recht op het Centraal Museum af. Aan de voorgevel was een fraaie versiering die naast tekst ook een twaalftal wapens bevatte. de tekst luidde:

DER DUISTEN LAATSTE TELG, RENSWOUDES EDLE VROUWE
SCHONK UTRECHTS KINDERHUIS, DIT TREFFELIJK GEBOUW
OM DE OUDERLOOZE JEUGD IN KUNSTEN TE ONDERWIJZEN.
WIE DIE DE DEUGD BEMIND, MOET NIET HET OOGMERK PRIJZEN?
DIE WEEZEN HULP VERSCHAFT VERDIENT TE RECHT EEN KROON!
DIES STELD ERKENTENIS HAAR WAPENSCHILD TEN TOON,
MET DIE VAN HUN DIE T KROOST MET TEDRE ZORG REGEEREN.
LAAT VRIJ T GEWELD DES TIJDS DEEZ MARMERSTEEN VERTEEREN,
HAAR NOOIT VOLPREEZEN LOF DIE T WOÊN DER EEUWEN TART,
BLIJFT DANKBAAR LEEVEN IN HET KUNSTBEMINNEND HART.

MDCCLVII  JOAN STOUW, JOAN VERKERK FECIT

Even steeg ons pad. Daarbij kwamen we langs het Sonnenborgh Museum en Sterrenwacht. We kwamen uit op de Nieuwegracht. Hier liepen we langs de Merkaz Synagoge en het Wijkgebouw van de Nicolaikerk.

We kwamen weer uit op de Lange Nieuwstraat. Snel sloegen we af bij kathedraal Sint Catarina, het Catarijnenconvent en café De Drie Dorstige Herten. Het café was gelegen aan de Dorstige Hartsteeg.

De naam De Drie Dorstige Herten heeft een historische achtergrond. De Dorstige Hartsteeg is een smalle straat in het centrum van Utrecht. De steeg loopt van de Oudegracht naar de Lange Nieuwstraat. Mogelijk bestond de straat al rond 1300. De straatnaam dateert uit 1687 of eerder en is ontleend aan de herberg De Drie Dorstige Harten die hier stond. De Dorstige Hartsteeg dankt zijn naam dus aan de herberg De Drie Dorstige Harten. In de achtiende eeuw was dat etablissement te vinden op de hoek van de steeg en de Lange Nieuwstraat. Hart betekende in die tijd echter geen hart maar hert. En De Drie Dorstige Harten waren dus de drie dorstige herten.

Bij de Doopsgezinde kerk werd de Oude Gracht bereikt. Hier liepen we langs buitensportwinkel Kathmandu. In deze zaak heb ik mijn huidige wandelschoenen gekocht.

Het was maar goed dat we ook de WS78 routebeschrijving volgden, want de route door de Abraham Dolesteeg en het Abraham Dolehof met zijn zeer oude boom stond niet op de GPS-route. Na de kerk van de Evangelisch Lutherse Gemeente besloten we bij Brasserie Bresson de grote rust te hebben. Het was inmiddels wat harder gaan regenen. En de regenbui wilden we het liefste nuttiger besteden dan ergens te schuilen of met regenkleding aan verder lopen.

Na deze rust vervolgden we ons pad langs de Oude Gracht dat opnieuw werd onderbroken. Ditmaal voor een lus langs de Domkerk waarbij we ook onder de Dom doorliepen. Coos wees mij Café Lebowski aan waar op 4 januari de officiële grote rust was. Op de Vismarkt kwamen we langs standbeeld Marktvrouwje. Na het stadhuis kregen we uitzicht op de voormalige Winkel van Sinkel. De steunpilaren aan de voorzijde van het gebouw vielen op omdat het. grote vrouwenbeelden gekleed in Griekse gewaden waren.

Op 30 september 1785 werd in het Noord-Duitse plaatsje Cloppenborg Anton Sinkel geboren. Omstreeks 1820 vestigde deze Anton Sinkel zich als manufacturier in Amsterdam waar hij in 1821 zijn eerste zaak opende aan de Nieuwendijk 174-176. De zaken gingen goed in Amsterdam en er kwamen filialen elders in Nederland: Leeuwarden, Rotterdam en Leiden én… aan de Oudegracht in Utrecht.

Al in 1824 werd Sinkel eigenaar van het huis ‘Blijdestijn’ aan de Oudegracht, dat hij liet verbouwen tot winkelhuis. Grotere plannen had Sinkel met het oude St.Barbara- en St.Laurens Gasthuis (in de volksmond ook wel ‘Kranengasthuis’ genoemd vanwege de stadskraan aan de werf) dat zich naast zijn winkel bevond. In 1834 kocht Sinkel het oude gasthuis en de twee huizen die tussen dit gebouw en zijn winkel stonden. Het gasthuisgebouw strekte zich uit tot de Neude, waar Sinkel ook al twee huizen had gekocht. Hij liet vervolgens het hele complex slopen en gaf aan verschillende architecten opdracht een ‘winkelpaleis’ te ontwerpen.

‘In de winkel van Sinkel
Is alles te koop.
Daar kan men krijgen:
Mandjes met vijgen,
Doosjes pommade,
Flesjes orangeade,
Hoeden en petten
en damescorsetten.
Drop om te snoepen
en pillen om te …..’

Uiteindelijk werd in 1837 gestart met de bouw van het door architect Pieter Adams (1778-1846) gemaakte ontwerp. Het meest opvallend aan het ontwerp in neo-classicistische stijl waren vier grote vrouwenbeelden gekleed in Griekse gewaden. Deze als steunzuil dienstdoende kariatiden, die per boot uit Engeland geleverd werden, waren vervaardigd van gietijzer; de eeuwenoude stadskraan bezweek onder het kolossale gewicht van een van de dames en viel met beeld en al in de Oudegracht!

De stadskraan werd buiten bedrijf gesteld en moest worden verwijderd, de beelden overleefden het ongeval en de bouw ging door. Na twee jaar was het zover en in mei 1839 kon de Winkel van Sinkel in Utrecht worden geopend. Achter de manufacturenzaak was in dezelfde stijl een koetshuis gebouwd, dat als werkplaats en woning gebruikt zou worden (nu: Vinkenburgstraat 19-21). De sfeer in de winkel was deftig en toch gemoedelijk; Sinkel streefde ernaar dat iedereen zich in zijn zaak thuis voelde. Anton Sinkel heeft 9 jaar van zijn florerende handel in Utrecht kunnen genieten. Hij overleed in Amsterdam op 22 januari 1848. De winkel aan de Oudegracht werd door de erfgenamen nog tot het eind van de eeuw in stand gehouden.

In juli 1898 werd het grote winkelpand verkocht aan de bankiersfirma Vlaer en Kol. Het pand werd grondig verbouwd maar de meest karakteristieke onderdelen werden in stand gehouden. Vlaer en Kol ging in 1977 op in de Amro Bank. Na de fusie van de Amro Bank met de ABN werd het pand als bankgebouw overbodig en heeft het enkele jaren leeggestaan.


Verderop hadden we nog een doorkijkje naar een imposante oude watertoren. Als je niet beter wist dan zou je denken dat de parkoersbouwers niet precies wisten waar ze naar toe wilden gaan. Want we kwamen opnieuw bij de Domkerk uit. Nu liepen we er aan de achterzijde langs. Naast de Domkerk stond een deur open en zagen daar nog een fraai aangelegde tuin.

Langzaamaan werd het centrum van Utrecht verlaten. Wel kwamen we nog langs het Spoorwegmuseum. In het Wilhelminapark leek het wel lente met talloze voetballende ongelui. Na het Rietveld Schröderhuis kwamen we nog door het mooie Natuurpark Bloeyendael. In de tunnels onder de Berenkuil waren de wanden versiert met afbeeldingen van beren.

In de Voorveldse Polder kwamen we nog langs camping De Berenkuil en Fort op de Biltstraat. Na kruising met de A28 en A27 werd nog een bezoek gebracht aan het Utrecht Sience Park De Uithof. De laatste 3½ km viel er niets meer te fotograferen vanwege de invallende duisternis. Het laatste stuk voerde nog over landgoed Rhijnauwen en werd een snelweg voor de laatste keer gekruist.

Rond 17:40 werd station Utrecht bereikt. Daarmee hadden we de wandeling in 9 uur afgelegd. Strikt genomen was deze wandeling niet WS78 waardig. Want WS78 zegt altijd dat er zoveel mogelijk onverharde wegen en paden in hun routes wordt opgenomen. Persoonlijk ben ik wel blij dat WS78 met deze tocht van zijn principes is afgeweken, want ik vond het een prachtige tocht. Ik heb al een hele tijd het idee gehad om zelf eens een tocht door de binnenstad van Utrecht te maken. En dat plan is met deze tocht verwezenlijkt. Ik heb nu ook het plan om het stadsgedeelte nog eens vaker te lopen. Met de WS78 vanuit Gouda op 15 oktober 2011 liepen we het eerste gedeelte door de binnenstad van Gouda. Dat vond ik toen zo mooi dat ik toen ook het plan had om het stadsgedeelte nog eens te lopen. Maar dat is er nog niet van gekomen.

Klik HIER voor de betekenis van de buttons die boven aan dit verslag staan.

Henri Floor