37e Gietense tweedaagse 2013

Op zondag 16 juni 2013 was de tweede dag van deze Gietense tweedaagse. Het aantal deel­ne­mers was nu minder dan de vorige dag. Dat kan te maken hebben met Vaderdag. Maar je kan een vader toch niet gelukkiger maken dan samen een mooie wan­de­ling te maken. Gieten werd weer over de drie rotondes verlaten.

Het eerste bosgebied waar we doorheen liepen was het Gietenerveld. Net als de vorige dag voerde de route weer heel mooi over af en toe hele smalle bos- of graspaden. Na De Kuil kwa­men we in het stroomgebied van het Andersche Diep. Vier of vijf maal moesten we over een hoge overstap in een hekwerk klimmen. We kwa­men nog langs een voorde in het Andersch Diep.

Het Anderensediep wordt ook wel Andersche Diep genoemd. De oorsprong van het diepje ligt in de Grolloër Koelanden, waar het kwelwater zich verzamelde. Dit is nu een afwateringssloot geworden. Als het beekje de weg Rolde-Borger bij Papenvoort is gepasseerd stroomt het in z'n oorspronkelijke loop, sterk meanderend richting Anderen. Het beekdal van het Andersche Diep is ongeveer 275 ha groot en wordt voor een groot gedeelte begraasd door enkele honderden Charolais runderen met hun kalveren. Ze zijn eigendom van boer Ubels, die de grond in erfpacht heeft van Staats­bos­be­heer. De koeien verblijven 's winters in potstallen.

Sinds augustus 2008 passeert het Pieterpad het beekdal via een historische Voorde, een oude doorwaadbare plaats. Vanaf de pré-historie werd er al gebruik van gemaakt te voet of later met een wagen. Op de harde bodem van een zandkop werden stenen gestort om de ondergrond te verstevigen. Het stuk grond, waarop de voorde ligt heet de Broekmaat. Er werden 59 stenen werktuigen gevonden en later 326 stuks vuursteen.


Nabij de eerste verzorgingspost liepen we over een graspad dat bijna helemaal dichtgegroeid was. Na de tunnel onder de N33 kwa­men we langs een klokkenspel, dat in een parkje bij Rolde lag. Hier motregende het even heel licht. Toen we Rolde verlieten zagen we een bord waarop "Welkom in Rolde" stond.

We liepen naar een fietspad waar een bankje langs stond. Een passerende fietser zagen we iets op de bank leggen. Het bleek een pet te zijn. Mogelijk was deze van een wan­de­laar. We namen de pet mee en gaven deze af op een volgende verzorgingspost. Een volgend natuurgebied diende zich aan, namelijk Kampsheide. Op dit natuurgebied stonden talrijke jeneverbesstruiken. Een wit/rode markering met NS logo gaf aan dat hier een NS wan­de­ling liep. Na een meertje werd de tweede verzorgingspost bereikt. Deze was naast het Ballooër hunnebed D16 gelegen. De wandelroute was zodanig gemaakt dat zowel de 30 als de 40 km dezelfde verzorgingsposten en grote rust had. Bij deze rust troffen we 30 km lopers waarvan we enige al eerder waren gepasseerd.

In het gebied Kampsheide zijn op verschillende plaatsen prehistorische grafheuvelsontdekt. Het hei­de­ter­rein maak­te vroeger deel uit van het landgoed Kamps. Het landgoed werd in 1905 in tweeën gedeeld door de aanleg van de spoorbaan Assen-Stadskanaal. Over dit ver­dwe­nen spoor reden tot 1978 nog treinen. Toen vanaf ongeveer 1860 de heidegronden in de buurt werden omgezet in land­bouw­grond, werd Kampsheide gespaard omdat het toen nog particulier eigendom was. In 1947 kwam het gebied in bezit bij 'Het Drentse Landschap'.

Op enkele plaatsen op het hei­de­ter­rein zijn de planten Kleine Zonnedauw en de Moeraswolfsklauw te vinden. De vele houtwallen en bossen zijn belangrijk voor bosplanten als de Koningsvaren, Eikvaren, Gewone Salomonszegel en Dalkruid.

Het ven is belangrijk voor doortrekkende en o­ver­win­te­ren­de watervogels. Tot in de jaren '60 broedden hier nog Zwarte Sterns. In de houtwallen is onder andere de Gekraagde Roodstaart te vinden. In het gebied komen veel egels en eekhoorns voor.


Verder liepen we door het stroomdallandschap van de Drentse Aa. Hier heette dat ook Loonerdiep. Dit omdat de Drentse Aa langs het plaatsje Loon loopt. Na weer een splitsing met de 30 km lopers kwa­men we op het Ballooërveld. Nabij een wa­ter­me­ter stond een vreemd bouw­sel. Het was een monument van Harry de Vroome. We kwa­men door de plaats Ballooërveld gevolgd door het ge­lijk­na­mi­ge heidegebied. We liepen hier door voormalige tankgrachten. Ook kregen we nog uitzichten op kleine zand­ver­stui­vin­gen.

Op 28 oktober 2004 is aan de rand van het Balloërveld, bij het Smalbroekenloopje, een monument onthuld ter nagedachtenis aan landschapsarchitect Harry de Vroome, geestelijk vader van het ‘Stroomdallandschap Drentsche A’. Als consulent Landschapsbouw heeft De Vroome (1921–2001) zich onvermoeibaar ingezet voor het Drentse landschap. Tegen de stroom in roeiend wist hij bij de grote ruilverkavelingen in de jaren zestig en zeventig veel waardevols veilig te stellen. Het monument, gemaakt door Bastiaan de Groot, is een hoekige granieten zuil met vier kijkgaten. Door de gaten zijn het beekdal, de es, de heide en de kerktoren van Rolde te zien: alle componenten van het beek- en esdorpenlandschap.

Nu werd koers gezet naar Rolde. Aan de rand van Rolde ontbrak weer eens een pijl. Bovendien was de parkoersomschrijving hier onduidelijk. Toen we Rolde inliepen kwa­men we op de vervolgroute na de rustpost uit. Op de Hoofdstraat vroegen we aan een tuinierende vrouw de weg naar het sta­ti­ons­kof­fie­huis, want daar was onze rust. Toen we deze rust weer verlieten zagen we naast de deur een oude jukebox staan.

We kwa­men langs de grote Hervormde kerk van Rolde. Toen we mensen naar buiten zagen komen, begrepen we dat de kerk geopend was. We bekeken de kerk van binnen. De kerk had een groot aantal mooie glas in lood ramen. Aan de rand van Rolde kwa­men we langs twee hunebedden, D18 en D17. Na het Rolderdiep kwa­men we aan de rand van Anderen.

We liepen onder de N33 door. Daarop werd de laatste rustpost bereikt. Daarna dwaalden we nog door landgoed Heidehof. Met recht dwalen, want de pijlen waren hier allemaal weggehaald. Coos, die de 30 km liep, had op dit traject nog wel bepijling gehad. Ik vind het een slechte zaak, dat de pijlen vroegtijdig, dus voor dat de laatste wan­de­laar(s), waren weggehaald. Toch lukte het ons om de route te volgen. Na de Luchtenburgerweg, het Sekmeer en het Boekweitenveentje volgde nog een lang bospad alvorens Gieten werd bereikt. We moesten weer de drie rotondes nemen en via de Oelenboom en de Asserstraat werd de finish bereikt. De finish werd om 17:50 uur bereikt.

Vroeger was de Luchtenburgerweg de enige weg van Gieten via Rolde naar Assen. Vele ruiters, wagens met paarden, veedrijvers, marskramers en ander voetvolk maak­ten gebruik van deze zandweg. In droge tijden kreeg de wind gemakkelijk vat op de mulle bovenlaag en blies het fijne zand weg. Het pad sleet uit, waardoor deze holle weg ontstond.

De weg raakt in onbruik toen de verharde provinciale weg werd aangelegd. In de jaren '20 en '30 van de 20e eeuw plantte Staats­bos­be­heer de bossen in deze omgeving. Ook in de holle weg kwa­men bomen te staan. Tegenwoordig vindt men het aardig om de geschiedenis van het landschap te laten zien. Staats­bos­be­heer heeft daarom de meeste bomen op de weg weer gekapt.

Henri Floor