
Op zaterdag 2 juni 2007 en 19 juni 2012 liep ik de oude NS-wandelroute Mergelland. Deze wandeling loopt van Maastricht naar Valkenburg. Aansluitend liep ik toen ook de oude NS-wandelroute Gerendal. Deze wandeling loopt van Schin op Geul naar Valkenburg met een flinke slinger door het Gerendal en langs de orchideeëntuin. Dat vond ik zo'n mooie wandeling dat ik besloot om deze op woensdag 5 juni 2013 te herhalen. De beslissing werd mede genomen doordat ik nog een vrij reizen kaartje van het spoor had en dat tot 30 juni geldig was. Bovendien was mooi zonnig weer met 22 graden voorspeld.
Om 11.04 uur arriveerden we met de trein in Maastricht. We zochten een rustige plek op het station uit om de lange broek te verwisselen voor de korte broek. De oorspronkelijke route verliet het station aan de voorzijde. Wij verlieten het station aan de achterzijde. Deze wandeling volgt tot Bemelen dezelfde route als de huidige NS wandelroute Savelsbos. En daarin wordt het station ook aan de achterzijde, uitgang Meersenerweg, genomen. Dat heeft mede te maken met het feit, dat de voorzijde van het station zodanig veranderd is, dat het niet echt meer leuk is om daar te wandelen.

We sloegen voor de Koepelkerk, een groot rond gebouw, af en volgden de Scharnerweg. We staken de A2-snelweg over. Er was hier een bouwput. De oorspronkelijk snelweg was op dit punt opengebroken en zal verdiept opnieuw aangelegd worden.
We bleven nu vrijwel steeds in oostelijke richting lopen. We passeerden nog het gebouw van de Koninklijke marechaussee en de R.K. Heilige Antonius van Padua (Scharn) kerk. Bij de tweede rotonde sloegen we stomp rechtsaf. Deze weg, de Wethouder van Caldenborghlaan bleven we nu volgen. Onze weg werd steeds rustiger. De weg ging over in de Bemelerweg.
Aan de rand van de bebouwde kom stond een rood veldkruis omringd door rozen met de tekst: "Heer bescherm ons en onze natuur".
Veld- en wegkruisen zijn in Limburg veelal te vinden op kruispunten en splitsingen. Ze zijn oorspronkelijk bedoeld als baken en uiting van devotie. Soms is een kruis eenvoudig, vaker weelderig versierd. Veelal staan de kruisen nabij een groep lindebomen, omdat het kruis van Christus gemaakt zou zijn van lindehout. We zien in Limburg het ‘hagelkruuts’ om het gewas te beschermen tegen hagel, het’ moordkruuts’ op de plaats van het onheil, soms met het moordwapen op het kruis afgebeeld, het ‘kruuts aan de galg’ op de plaats waar boeven zijn gestraft. Ook bij ziekte en oorlog en ter herdenking van omgekomen plaatsgenoten werden devotiekruisen geplaatst. Uit de aanwezigheid van bloemen, slingers of kransen kunt u afleiden of het kruis ook nu nog voor de streekbewoners een rol speelt in het religieuze leven.
We sloegen een veldweg in. Op weg naar Bemelen kwamen we langs de Strooberg-groeve, een van de vele mergelgroeve. Dat was onder andere te zien aan meerdere kale rotsen.
De mergelgroeve in het natuurreservaat Bemelerberg.
Mergel is een soort zachte kalksteen, op het Zuid-Limburgse plateau in tientallen meters dikke lagen te vinden onder de deklaag van löss. Het gesteente werd (en wordt nog) gebruikt voor bemesting, huizenbouw, glasfabricage en cementbereiding. De mergel werd in blokken uitgezaagd. Zo zijn de gangen in de mergelgroeven ontstaan. Op het mergellandplateau vindt u kalkgrasland. Kalkgras is een schrale grassoort, die op voedselarme kalkgronden groeit. Staatsbosbeheer laat op beschermde kalkgraslanden schapen grazen, die ervoor zorgen dat bomen en struiken geen kans krijgen.
Op een kruising bij Bemelen hadden we even van de hoofdroute afwillen gaan voor de beklimming van de Bemelerberg. Maar door het gevorderde uur en de te verwachte vele zonneschijn, we waren pas om kwart over elf aan de wandeling begonnen, besloten we hier van af te zien.
We vervolgden ons pad. Langs de kant van ons pad stond een informatiebord over een Tuynheg.
Langs de grens van natuurreservaat Bemelerberg van Stichting het Limburgs Landschap loopt een zogenaamde tuyn- of tuunheg, die is aangelegd en onderhouden wordt door de Vogelwerkgroep Bemelen. Tuynen of tuunge is een oude vlechmethode. Het nagenoeg uitgestorven ambacht van het heggentuybnen werd hier op 13 april 2002 in ere hersteld. Enkele van de laatst nog levende heggenvlechters droegen hun kennis en technieken over aan een nieuwe generatieve heggenvlechters; leden van de vogelwerkgroep Bemelen. Geleerd werd hoe met oude gereedschappen als een klamatsch en picker een dichte heg van takken te maken. De techniek bestaat uit het aan beide zijden van een deels nog bestaande heg verticale stokken van dood (snoei)hout te plaatsen. Vervolgens worden horizontaal binders (lange dikkere stokken) geplaatst. Deze worden daarna bij elkaar getrokken waardoor het dood materiaal samen wordt geperst met de bestaande heg. Op deze manier ontstaat een veekerende vlechtheg waar schaap nog kip doorheen kan.
We kwamen nog door een holle weg. En door de regen van voorgaande weken waren er nog enkele natte passages in de route.
Holle wegen zijn in de loop der eeuwen in het landschap uitgesleten door de uitschurende werking van het afstromende water. Ook de druk van paardenhoeven en wagenwielen kan van invloed zijn geweest. Gronddeeltjes (löss) werden vermalen en daardoor gemakkelijker met het afstromende water meegevoerd. Soms zijn holle wegen meer dan vijf meter diep en zijn de zijkanten voorzien van steile bermen. Bij hevige regenval verandert de holle weg in een beekje en voert dan veel modder af. Met name in de omgeving van Bemelen is het grote aantal holle wegen opvallend.
Ons pad steeg en we kwamen voor Terblijt op een groot plateau uit. Twee amazones kwamen van rechts aangelopen. We kregen hier nog een fraai uitzicht op de kerk van Berg en Terblijt. Dit pad over het plateau volgden we naar Terblijt. Aan de rand van Terblijt stond op een hoek een grote boerderij die uit mergel was opgetrokken. Met de Heuvellandvierdaagse kwamen we hier ook vaak langs. Schuin tegenover de boerderij stond een hek open om een weiland. We liepen dit weiland even in en liepen ook omhoog. Hierdoor kon ik een mooie foto van de boerderij maken. De eigenares keek even naar ons toen ik het weiland inliep. Maar nadat de foto gemaakt was verdween ze achter de boerderij.
We bleven de doorgaande weg door Terblijt volgen. Langs de kant stonden enige fraaie typisch Limburgse boerderijen die op de gevoelige plaat werden vastgelegd. Aan het eind van het dorp Terblijt kwamen we nog langs Mergelgroeve Blom.
Mergelgroeve blom is een 7 hectare groot particulier Natuurgebied dat door Martin Blom in 1955 werd aangekocht. Van 1956 tot 1999 werd uit de voormalige groeve zand, grind en mergel gewonnen. Dit ten behoeve van de aanleg van wegen, kalkbemesting en tegelproductie. Ter bescherming en uitbreiding van bedreigde flora en fauna is dit gebied met onder andere subside van de Provincie Limburg en het Ministerie van LNV (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) door de familie Blom ingericht. Kalkwanden zijn gehandhaafd in combinatie met soortenrijke graslanden, bos, struweel met poelen voor de geelbuikvuurpad en de vroesmeesterpad. Het gebied wordt begraasd door Kune varkens, landgeiten en schapen.
Verderop bereikten we de doorgaande weg van Maastricht naar Valkenburg en staken deze over. De doorgaande weg was recentelijk gerenoveerd. Wandelaars en fietsers kunnen hier nu, via een vluchtheuvel midden in de weg, veiliger oversteken. Aan de rand van Berg en Terblijt betraden we natuurgebied De Bergse Heide. Over een grintpad daalden we af naar de Geul. En dit pad langs de Geul volgden we tot in Valkenburg.
De Zuid-Limburgse boerderijen hebben een ommuurd binnenhof, dat werd gebruikt als bedrijfsruimte. Het hof wordt doorgaans aan drie kanten omgeven door stallen, schuren en woning. De vierde zijde is meestal een muur, soms ook schuur of stal. De ramen en deuren zijn op de binnenplaats gericht, die slechts door een afsluitbare poort kan worden bereikt.
We bereikten Valkenburg. Een opvallend kerkgebouw was nu een Grieks restaurant. Na de tuin van kasteel Den Halder was het nog een klein eindje naar station Valkenburg. We besloten hier de NS wandeling Mergelland af te breken, want het laatste stuk naar het station van Valkenburg zouden we later op de dag ook nog lopen met de NS wandeling Gerendal.
Toen we deze tocht in 2007 liepen, waren we naar het station van Valkenburg gelopen en vandaar met de trein naar Schin op Geul gereisd. Omdat het eigenlijk niet zover naar Schin op Geul is, namelijk ongeveer 3½ km, hadden we in 2012 besloten naar Schin op Geul langs de rivier de Geul te wandelen.
In het centrum van Valkenburg bezochten we nog een supermarkt voor aanvulling van de watervoorraad. Het was hier en langs de Geul al flink opgeknapt. De renovatie van dit gebied langs de Geul was nu vrijwel voltooid. Dit jaar liepen we ook naar Schin op Geul, maar nu liepen we nabij kasteel Oost onder de spoorlijn door en liepen verder over de ruim 120 meter hoge Schaesberg en door bungalowpark Schin op Geul.
Uiteindelijk kwamen we in Schin op Geul. Hier liepen we tot de Sint Mauritiuskerk, dat op korte afstand van het station van Schin op Geul ligt en het officiële startpunt van de NS wandeling Gerendal was.
|