Westerborkpad, Nunspeet - 't Harde - Elburg - 't Harde

Op donderdag 25 april 2013 ver­volg­den wij met het Westerborkpad. Er was voor deze dag een dro­ge en voor de tijd van het jaar warme dag van 21 graden voorspeld. Met de trein waren we naar Nun­speet gereden en even voor 9 uur begaven we ons op pad.

Eerst liepen we door Nuns­peet over de Spoor­laan. Bij de Dorpsstraat aangekomen, zagen we dat er markt was en hadden we zicht op de Dorpskerk. We ver­volg­den het verlengde van de Spoor­laan die nu Laan heette. We kwa­men langs een monument waar bloemen bij lagen.

Het bevrijdingsmonument in Nun­speet is een uit rode bak­steen opgetrokken gedenksteen met een in­ge­met­sel­de pla­quet­te van zwarte natuursteen. Het gedenkteken is 1 meter 60 hoog, 2 meter 20 breed en 1 meter diep. De tekst op de plaquette luidt:

TER GELEGENHEID VAN HET 100-JARIG BESTAAN VAN LORD STRATHCONA’S HORSE (ROYAL CA­NA­DI­ANS) HET REGIMENT DAT NUN­SPEET BE­VRIJD­DE OP 19 APRIL 1945

WITHOUT THE PAST, THE PRESENT HAS NO FU­TU­RE; SANS LE PASSE, LE PRESENT N'A PAS D'A­VE­NIR; ZONDER VERLEDEN HEEFT HET HEDEN GEEN TOEKOMST

19 APRIL 2000.

Verderop kwa­men we langs de prins Willem A­lex­an­der boom.

In 1968 werd de prins Willem-A­lex­an­der­boom in Park 40-45 gepland. Het was ter gelegenheid van het 60-jarig bestaan van de Oranjevereniging. En toen die vereniging 80 jaar bestond, zette de Tafelronde er een hekje omheen. Maar de Prins Willem-A­lex­an­der­boom redde het niet. Tijdens een storm op 18 januari 2007 waaide de boom om en vernielde het hekje. Op 10 april 2007 werd op dezelfde plek een Prinses Arianeboom geplant, bij de geboorte van de derde dochter van Willem-Alexander en Maxima. Die boom werd in de nacht van 8 op 9 september 2009 omgehakt. Op 2 oktober 2010 werd een nieuwe boom geplant.

In het zelfde park 40-45 stond nog een oor­logs­mo­nu­ment.

We kwa­men weer op de F.A.Molijnlaan uit. Het eerste stukje van deze wandeling langs het spoor had dezelfde naam. Evenals langs de Spoor­laan stonden langs de Laan talrijke prachtige oude en vaak kolossale huizen langs de kant van de weg. Na een rotonde werd nabij begraafplaats Nun­speet Oost bosgebied betreden. We zagen hier ver­schil­len­de men­sen, die hun hond uitlieten. We kwa­men langs een Bijentuin en langs scouting Nun­speet.

De Eperweg werd nabij een spoor­weg­o­ver­gang ge­kruist. Nu liepen we langs het bungalowpark Wilt­sangh. Bij Wilt­sangh 29 keken we de ver­keer­de kant op, want hier stond een huis waar Joden in de 2e wereldoorlog in een onderduikershol, dat op 200 meter achter het woonhuis lag, verbleven

Dat Nunspeters in de Tweede Wereldoorlog actief waren in het verzet, is bekend. Maar dat ze Joden hielpen die even buiten het dorp uit de trein sprongen, is in de ver­ge­tel­heid geraakt. Ter hoogte van Wilt­sangh 29 moeten di­ver­se keren Joden uit de trein naar Westerbork zijn ge­spron­gen. De trein remde hier af omdat er een bocht was. Van die vertraging maakten de Joden gebruik. De men­sen doken in de bossen en zagen in de verte een lichtje branden. Dat was van huis nummer 29. Ver­zets­men­sen vingen de vluchtelingen op in een onderduikershol, zo’n 200 meter achter de woning. Van het hol is niets meer te vinden. Op die plek is een va­kan­tie­park gebouwd. De vroegere be­woon­ster van het huis, een hoogbejaarde vrouw, zou nu in Amerika wonen.

De familie Schut, die sinds 2008 het huis bewoont, weet pas sinds 2010 iets van de historie. Greet Schut: In 2010 stond hier opeens een vrouw voor de deur. Ze vertelde geëmotioneerd dat ze hier met haar ouders of pleegouders had gewoond en dat ze in de oorlog vier jaar was. De ouders van de vrouw kwa­men uit Rotterdam en in Nun­speet hadden ze een buitenhuis, zonder water en elektriciteit. Ook vertelde de vrouw dat er in het bewuste huis meerdere keren Joden waren ontvangen die uit de trein waren ge­spron­gen. Ze beloofde dat ze foto’s en informatie zou sturen, maar we hebben nooit meer iets gehoord.

Gemma Groot Koerkamp van Herinneringscentrum Kamp Westerbork, be­ves­tigt dat er in de oorlog op Wilt­sangh 29 een weduwe woonde. Deze mevrouw Stein hielp inderdaad men­sen. Ver­zets­men­sen lichtten Joden in dat ze 3 kilometer voorbij Nun­speet uit de trein konden ontsnappen.

Niet alleen bij Nun­speet ontvluchtten Joden de treinen. Ook elders gebeurde dat. Zo ontsnapte de vader van de latere Amsterdamse burgemeester Van Thijn drie keer uit een trein. Joden werden ver­voerd met zowel veewagons als per­so­nen­trei­nen. Vooral uit die laatste treinen maakten ontsnappingspogingen een kans, wanneer men­sen op onbewaakte momenten uit de raampjes sprongen. Anderen maakten met een meegesmokkeld handzaagje een gat in de houten wagonwand en konden zo vluchten

Door bosgebied De Haere dwaalden we naar stuif­zand­ge­bied De Zoom. Door de droogte was het zand hier extra mul. We liepen langs een hek­werk met links stuif­zand­ge­bied en rechts een wat treurig ter­rein waar nog enkele bomen aan­we­zig waren. Na dit prachtige natuurgebied kwa­men we langs het Vitens waterpompstation.

Aan de bosrand, daar waar de bebouwde kom van 't Harde werd bereikt, aten we op een bankje een paar boterhammen. Ook deden we toen de korte broek aan, want de temperatuur liep al naar de 20 graden.

In 't Harde sloegen we niet af naar het trein­sta­ti­on maar ver­volg­den we met de volgende etappe. Bij café restaurant cafetaria ´t Centrum hadden we een kof­fie­pau­ze. Na de ELIM kerk liepen we de doorgaande weg even door naar monument voor Theodore Bach­en­hei­mer alvorens landgoed Zwaluwenburg werd betreden.

Het monument voor Theodore Bach­en­hei­mer in 't Harde is een witte, houten davidster met bronzen pla­quet­te. Aan de voet van het monument is een bloemperk aangelegd, omgeven door een laag bak­ste­nen muurtje.

Het oorspronkelijke gedenkteken was een houten kruis. Toen in de jaren tachtig bekend werd dat Theodore Bach­en­hei­mer joods was, heeft men het kruis ver­van­gen door een davidster. Het monument voor Theodore Bach­en­hei­mer in 't Harde (gemeente Elburg) is op­ge­richt ter na­ge­dach­te­nis aan de ge­al­li­eer­de soldaat van Duits-joodse afkomst die hier op 22 oktober 1944 door de bezetter is ge­fu­sil­leerd.

Theodore ‘Ted’ H. Bach­en­hei­mer werd geboren op 23 april 1923 in Braunschweig, Duitsland. Het joodse gezin Bach­en­hei­mer emigreerde in 1934 naar de Verenigde Staten, waar Theodore’s ouders werk vonden in de a­mu­se­ments­in­du­strie van Hol­ly­wood. Theodore meldde zich daar in 1942 aan als vrijwilliger in mi­li­tai­re dienst bij het 504th Parachute Infantry Regiment. Hij nam het Amerikaanse staatsburgerschap aan en trouwde, vlak voordat hij werd uitgezonden naar Europa, met Ethel Murfield.

Na operatie Market Garden, waar Bach­en­hei­mer in mee vocht, werd hij samen met de Britse soldaat Peter Baker ingezet bij operatie Windmill. Het was hun taak om de Windmill-lijn op te zetten. Dat hield in dat ze een route moesten ontwerpen waarlangs de ge­al­li­eer­den zouden kunnen vluchten.

In de nacht van 11 op 12 oktober 1944 maakte Baker bij Tiel de overtocht over de Waal. Een nacht later volgde Bach­en­hei­mer die tijdens zijn overtocht een telefoonkabel uitrolde. Beiden werden ondergebracht bij boer Fekko Ebbens. Zijn boerderij werd echter in de gaten gehouden door de Duitse Sicherheitsdienst. In de nacht van 16 oktober 1944 werd de boerderij om­sin­geld en werden Bach­en­hei­mer en Baker gearresteerd, samen met tien anderen. Nadat hun uniformen waren gevonden, werden Bach­en­hei­mer en Baker van de rest gescheiden en weg­ge­voerd naar Tiel. De volgende dag werden ze ’s ochtends vroeg samen met de andere gearresteerde personen ver­voerd naar een dorp nabij ’s-Hertogenbosch. Baker en Bach­en­hei­mer werden daar urenlang verhoord.

Op 18 oktober werd het tweetal ver­voerd naar een krijgsgevangenkamp te Culemborg. Vanuit dat kamp moesten ze lopend naar een krijgsgevangenkamp in A­mers­foort. Op 21 oktober 1944 werden ze op transport gezet richting een kamp in Fallingsbostel. Tijdens dit transport vluchtte Bach­en­hei­mer met drie Britse para’s uit de trein. Bach­en­hei­mer ging in zijn eentje verder. Op 22 oktober werd Bach­en­hei­mer weer gevangen genomen. Die avond is Theodore H. Bach­en­hei­mer aan de Eperweg in 't Harde ge­fu­sil­leerd door de bezetter.

Op 29 oktober 1944 werd Theodore H. Bach­en­hei­mer begraven op de Eekelenburg in Oldebroek. In april 1946 werd hij herbegraven op de Amerikaanse mi­li­tai­re begraafplaats in Neuville-en-Condroz te België. Drie jaren later kreeg Bach­en­hei­mer zijn laatste rust­plaats op het Beth Olam Jewish Cemetery in Hol­ly­wood.

Verderop kwa­men we bij kasteel Zwaluwenburg waar boven de toegangsdeur een fraai wapen was bevestigd. Via het plaatsje Oostendorp en Huize Old Putten werd Elburg bereikt. Na een huis met een mooie rotstuin werd koers gezet naar de oude centrum van Elburg.

Bij de ingang van de Jumbo stond een grote oude foto van een spoorwegemplacement. De route door de binnenstad van Elburg was heel mooi. Zo kwa­men we langs de Kloostertuin. Er wordt wel eens gezegd dat één foto veel meer zegt dan he­le zinnen tekst. Kijk derhalve hiervoor naar de bijgaande fo­to­re­por­ta­ge. Vanwege het mooie weer was het ter­ras­jes­weer. Toen wij café Zil­ver­zoen ingingen zat nie­mand binnen.

We kwa­men langs ver­schil­len­de kleine kerk­ge­bou­wen en de grote Sint Nicolaaskerk. Van­af de stads­wal zagen we drie schilderessen zitten. Ook kwa­men we langs de Joodse be­graaf­plaats. Over het Bagijnendijkje werd oud Elburg verlaten. In een weiland zagen we hoog op een stam een nest met twee ooievaars. Na de wijk Nieuwstad werd de bebouwde kom van Elburg definitief verlaten. Na een rotonde hadden we bij de Gerichterweg een rust op een picknickbank. Hier smeerde we ons nog voor de zekerheid in met zonnencreme.

We begonnen al moe te worden. We liepen deze dag, evenals de vorige dag, met een grote rug­zak. Dit om vast te oefenen voor een trektocht die we later in het jaar willen lopen. Via landgoed Old Putten liepen we naar het plaatsje Hoge Enk. Aan de rand van 't Harde stonden we even stil om uit te rusten. En dat deden we staande vanwege gebrek aan bankjes. Een bezorgde voorbij fiet­sen­de wiel­rij­der vroeg of hij kon helpen om ons de weg te wijzen.

Aan de bosrand van 't Harde werd de lange broek weer aangetrokken om wat netter in de trein huis­waarts te zitten. En dat was op het­zelf­de bankje waar we eerder de korte broek hadden aangedaan. Want de route liep hier een stuk het­zelf­de.

Het was een he­le aardig wandeling geworden met Zand­ver­stui­ving De Zoom en de oude binnenstad van Elburg als hoogtepunten. De maximumtemperatuur bedroeg 21 graden.


Henri Floor