Weerterbos tocht

Op dinsdag 16 april 2013 organiseerde de OLAT de Weer­ter­bos tocht. De start was vanuit De Smeltkroes te Maarheze. Nadat wij op 10 uur met 59 man waren gestart liepen we eerst door Maarheeze. Bij een monument uit de tweede we­reld­oor­log staken we de doorgaande weg over. Verderop in een buitenwijk van Maarheeze vielen grote takken van een boom, die veroorzaakt werden door een man die takken afzaagde.

We staken de spoorlijn Eindhoven-Weert over en over de Koenraadtweg liepen we Maarheeze uit. Het eerste bosgebied dat we betraden was land­goed Kamersven. Over een mooi pad met gras en heide liepen we onder hoogspanningsdraden naar een eerste vennetje.

Het volgende bosgebied heette Hug­ter­hei­de. Dit gebied was genoemd naar het nabij gelegen buurtschap Hugten. Nadat we de provinciegrens hadden overgestoken en in Limburg liepen, dwaalden we door het Weer­ter­bos. We kwamen in een bosperceel waar talrijke sloten in lagen en waar doorheen via enige tientallen bruggetjes een mooi slingerend pad was aangelegd en dat we volgden. Het eerste bruggetje was echter gemaakt van aan elkaar vast­ge­maak­te dikke takken. Omdat niet iedereen zin had om hierover te lopen, was er ook nog een alternatieve route.

Het wandelgebied Weer­ter­bos en Hug­ter­hei­de ligt op de grens van Limburg en Noord-Brabant. Het ligt in het noordelijkste puntje van het GrensPark Kem­pen­Broek. Het Weer­ter­bos heeft de laatste jaren veel bekendheid gekregen door de aanwezigheid van e­del­her­ten. In de herfst trekken ze veel liefhebbers aan die een glimp willen opvangen van de spectaculaire bronst. Al snel ontdek je dat het Weer­ter­bos veel meer te bieden heeft. Het is een erg gevarieerd gebied met oude, vochtige loofbossen, enkele mooie vennen en kleine heidegebieden. Aan de westelijke zijde wordt het Weer­ter­bos geflankeerd door droge bossen van de Hug­ter­hei­de. Hier en daar ontdek je nog een stukje heide. Het bos heeft in elk seizoen zijn charmes en wie zoekt naar de geluiden van de Geelgors, Kuifmees of Boomklever verveelt zich geen seconde.

We liepen om een groot rechthoekig meer. De topografische kaart gaf in dit gebied geen meer aan, hetgeen betekent dat dit meer nog niet zo lang bestaat. Hoewel het meer rechthoekig was, was het hier toch heel mooi en we liepen het gehele meer bijna rond of moet ik hier spreken van rechthoekig.

Vlak voor de grote rust kwamen we langs een omheind terrein met struisvogels. Twee witte struisvogels vielen op. De rust was in de Daatjeshoeve.

De Daatjeshoeve is gebouwd in 1941, door een rijke industrieel Waltje Gruyt­huy­sen uit Weert. Deze, in de oorlog gebouwde, boerderij vernoemde hij naar zijn vrouw Daatje; Daatjeshoeve dus! Alleen, mevrouw Daatje wilde hier niet wonen en zo werd de boerderij steeds voor een pachttijd van 6 jaren verpacht aan boerengezinnen. De bij ons bekende bewoners zijn de families Vossen, van Lier, Hendriks en van de Broek. In de beginjaren werd er wel een "Gooi-kamer" in­ge­richt. Deze werd gebruikt om zo nu en dan, (sjie­ke) gas­ten te ontvangen door de heer en mevrouw Gruyt­huy­sen. In 1971 werd de boerderij verkocht aan de fa­mi­lie Willems, die hier met een gezin van 10 kinderen met veel plezier ruim 35 jaar hebben ge­woond. In april 2007 is het door de huidige eigenaar gekocht. Samen hebben zij er de schouders onder gezet om te maken wat het nu is. In april 2009 was de opening van dit fiets en wandelcafé. Tijdens de verbouwing is bewust gekozen om de originele indeling van zowel de stallen als de woning te behouden. Alle ruimtes worden door alternatieve energie verwarmd. Er is een volautomatische houtkachel die gebruik maakt van houtsnippers die vrijkomen bij onderhoud van het Weer­ter­bos.

Toen we de Daatjeshoeve verlieten, werden 61 wandelaars geteld, terwijl er bij de start 59 geteld waren. Het zat de desbetreffende persoon die telde niet lekker. En meerdere malen heeft hij bij smalle doorgangen opnieuw geteld, maar kwam steeds op 61 uit. Wij dwaalden verder door het fraaie Weer­ter­bos. Delen van het bos hadden ook andere namen zoals het Middelste Hout, Oude Graaf en Achterste Hout.

Op de provinciegrens van Limburg met Noord-Brabant hadden we nog een buiten-rust bij een afgerasterd gebied. Er stonden hier kleine paar­den die wel belangstelling voor ons hadden, zeker als we wat lekkers hadden. Maar bij sommige be­we­gin­gen onzerzijds schrokken ze en liepen dat weg om even later weer terug te keren. In de verte zagen we enige e­del­her­ten.

Door bosgebied Hug­ter­hei­de werd Maarheeze weer bereikt. We liepen door industriegebiedje Den Engelsman naar NS station Maarheeze en verder weer terug naar finish. Het was een hele mooie route geworden en er gingen stemmen op om deze route nogmaals op een later tijdstip te lopen. We danken OLAT en de uitzetters voor deze tocht hartelijk.

Henri Floor