Vorig WS78 verslag Volgend WS78 verslag. Foto's na afloop van de tocht alle foto's in het klein van de tocht de ingetekende route van de 40 km zoals deze op www.afstandmeten.nl staat de ingetekende route van de lus van de 60 km vanuit de kof­fie­post zoals deze op www.afstandmeten.nl staat Terug naar de homepage van Henri Floor Terug naar de overzicht van alle WS78 wandeltochten

Voorbereidingen voor de Kromme Rijntocht met WS78 vanuit Maarn op zaterdag 16 maart 2013.

Wij mogen voor WS78 weer een tocht uitzetten. Opnieuw is dat vanuit Maarn. Vaak wordt ons gevraagd hoeveel tijd in het uitzetten gaat zitten. Onderstaand ziet u, per datum, welke aktiviteiten wij zoal hebben ondernomen:

woensdag 9 mei 2012
woensdag 16 mei 2012
woensdag 30 mei 2012
donderdag 31 mei 2012
dinsdag 5 juni 2012
woensdag 13 juni 2012
woensdag 23 juni 2012
woensdag 27 februari en woensdag 6 maart 2013
vrijdag 15 en zaterdag 16 maart 2013
het gehele uitgebreide verslag

naar de top van deze pagina
voormalig raadhuis te Maarn Voor woensdag 9 mei 2012 was een regenachtige dag voorspeld. Toch besloot ik deze dag te beginnen met het opmeten van de WS78 tocht vanuit Maarn, die op zaterdag 16 maart 2013 wordt georganiseerd. Rond 8 uur dreef er een flinke bui over ons huis, maar daarna werd het droog. Met de trein reed ik naar Maarn en rond 9:15 uur begaf ik mij op pad. Ik liep niet naar de officiële startlocatie. De eerste 600 meter van het parkoers heb ik nog wel van voorgaande tochten en dus besloot ik vanaf het station de geplande route op te pakken.

Vooraf had ik al gekeken hoe ik de route wilde laten lopen en met behulp van www.afstandmeten.nl had ik de route ingevoerd. Daarna had ik de route in gpx-formaat gedownload en deze met het GPS-programma Map­sour­ce op mijn GPS geplaatst. Tijdens de wan­de­ling zou ik meerdere keren van de route afwijken vanwege andere inzichten op dat moment.

We verlieten Maarn weer langs het voormalige Raadhuis. Als eerste kwamen we door bosgebied van het beschermde na­tuur­ge­bied De Pol. Daarna dwaalden we, hoofdzakelijk langs wit/rood gekleurde markeringen van het Trekvogelpad door de bossen van landgoed Huis te Maarn. Na landgoed SBI/Zonheuvel kwamen we bij de doorgaande weg van Maarn naar Doorn en staken deze voorzichtig over.

Nu betraden we landgoed Stameren.

Stameren Op één van de hoogste toppen van de Utrechtse Heu­vel­rug (boven de 48 meter), tussen Maarn en Doorn, ligt Stameren. Stameren bestaat uit een gevarieerd bos met kleine heideveldjes. Opvallend zijn de vele verwilderde rododendrons die er groeien. Stameren kent een rijke flora en fauna. Verschillende soorten vogels worden er waargenomen, zoals groe­ne specht, ransuil, raaf en geelgors worden. Ook reptielen zoals hazelworm en levendbarende hagedis laten zich af en toe zien. Verder zijn bijzondere zoogdieren zoals boommarter, das, dwerg­vleer­muis en laat­vlie­ger in het gebied aangetroffen. Interessant voor­ko­men­de soorten op de heideterreintjes zijn: stekelbrem, kruipbrem, klein warkruid en en dwergviltkruid. Deze staan allemaal op de rode lijst.

Het landgoed is ongeveer een eeuw oud. Het gelijknamige huis werd in 1904/1905 gebouwd op een toen nog kale Heu­vel­rug. Door de 'meedogenloze' weers­om­stan­dig­he­den werd het huis ook wel 'Waai en Braai' genoemd. 'Waai' staat voor wind en 'braai' voor hoge tem­pe­ra­tuur in de zomer. Rond het huis werd een parkachtige tuin aangelegd, waarvan nog een aantal elementen resteert. Een voorbeeld hiervan zijn de solitaire bomen die de open ruimte (een heideterreintje) voor het huis versterken. Op het heideterreintje in de noordwesthoek van Stameren ligt een urnenveld met grafheuvels uit de ijzertijd. Het verhaal gaat dat hier een zonnetempel stond waar de Germanen hun goden vereerden.


Hoog Moersbergen Ongemerkt ging landgoed Stameren over in Beschermd na­tuur­ge­bied Hoog Moersbergen.

Hoog Moersbergen werd in de tweede helft van de 19e eeuw door de bebouwing van Doorn gescheiden van Moersbergen. Het landhuis dat in 1900 werd gebouwd is in 1935 alweer afgebroken. Alleen het centraal gelegen acacia- en taxusbosje herinnert nog aan dit buiten. Verder bestaat Hoog Moersbergen uit natuurlijk, jong bos van eiken en berken. Ook in dit gebied liggen verscheidene grafheuvels.

We kwamen bij de ingang van de Marinierskazerne te Doorn en liepen daarna over Landgoed Beukenrode. De doorgaande weg van Driebergen naar Doorn werd bereikt en o­ver­ge­sto­ken te Palmstad. Via dit buurt­schap liepen we naar kas­teel Moersbergen. We vingen een glimp van het kas­teel op. Doordat er al weer zoveel bladeren aan de bomen zitten is het kas­teel nu minder goed te zien.

Landgoed Moersbergen ligt tegen de voet van de Utrechtse Heu­vel­rug, op de overgang naar het Kromme Rijngebied. Moersbergen is ontstaan in de Mid­del­eeu­wen. Bekend is dat het kas­teel in 1435 al bestond. De naam die op een drassige oorsprong lijkt te duiden, is goed met de ligging te verenigen. Het kas­teel is gedurende de volgende eeuwen steeds be­woond geweest en heeft in 1539 zelfs de status van ridderhofstad verkregen. Ondanks talrijke latere verbouwingen heeft het kas­teel nog steeds een middeleeuws uiterlijk. Dit is te danken aan de verbouwing van 1927. In 1962 schonk de toenmalige eigenaar J.A.W. Luden het kas­teel met bij­be­ho­ren­de gronden aan Het Utrechts Landschap. Bijzonder is dat het gebouw nog steeds particulier wordt be­woond.

We bereikten de Gooyerdijk en volgden deze smalle asfaltweg in de richting van Driebergen. De weg ging over in een graspad. Verderop staken we de Langbroekerwetering over en zetten nu koers naar de Kromme Rijn, de naamgever van deze tocht.

de Kromme Rijn 
vanaf de brug over de Steenovenweg De Kromme Rijn is een rivier in het zuiden van de provincie Utrecht en stroomt van Wijk bij Duur­ste­de naar de stad Utrecht. De rivier is ongeveer 26 kilometer lang en was vroeger de hoofdroute van de grote Europese rivier De Rijn.

De rivier is ongeveer 3000 jaar terug ontstaan en vormde sinds ongeveer het jaar 47 na Christus de noordelijke grens van het Romeinse rijk. In die tijd was ze ongeveer 100 meter breed en liep ze langs Zeist (tot het jaar 295 na Christus) en de Marsdijk (Nieuw-Wulven). In de eeuwen erna was het een belangrijke verbindingsroute tussen Utrecht en Dorestad.

Vanaf het jaar 860 verlegde de Rijn haar loop en werd de Lek belangrijker. De Rijn werd smaller en verlandde steeds vaker. In 1122 besloot de Utrechtse bisschop Godebald dat de Rijn moest worden afgedamd. Hierdoor werd het landelijke gebied beter beschermd tegen o­ver­stro­min­gen en kon het worden ontgonnen. De Kromme Rijn verlandde en Utrecht was vanaf dat moment niet meer aangesloten op een hoofdrivier. Het rijnwater stroomde verder via de Lek. Vanaf ongeveer het jaar 1500 is de naam Kromme Rijn in gebruik.

De Kromme Rijn is momenteel gemiddeld 2 meter diep en 10 tot 15 meter breed. Het verval is ruim 2 meter, van 2,70 NAP naar 0,50 NAP. Op enkele plaatsen is de sterk meanderende rivier afgesneden. Soms zijn er verhogingen in het landschap zichtbaar. Dit komt of door o­ver­stro­min­gen of door graafwerkzaamheden.
De Kromme Rijn trekt eerst door het open landschap van Cothen en komt via de bossen bij Beverweerd en Bunnik uiteindelijk in de stedelijke omgeving van Utrecht.
Pas wie de geschiedenis kent, zal de rivier beter begrijpen en al haar schoonheid ervaren. Lees meer op www.rivierkrommerijn.nl over de ooit zo grote rivier, waaraan Utrecht en indirect ook Leiden, Woerden en Alphen aan de Rijn hun ontstaan hebben te danken.


graspad langs de Kromme Rijn Ik had in eerste instantie van WS78 het verzoek gekregen om een tocht vanuit Driebergen uit te zetten. Bij die tocht had ik al het nodige voorwerk gedaan en daarbij wilde ik de route ook naar de Kromme Rijn laten lopen. Later kreeg ik te horen dat Driebergen door iemand anders zou worden uitgezet en of ik nog wel belangstelling had om een tocht vanuit Maarn uit te zetten. Al een heleboel keren had ik te horen gekregen dat er vanuit Maarn geen tocht meer georganiseerd zou worden, maar dit keer bleek Maarn dus toch weer op het programma te komen.

We kwamen bij de Kromme Rijn en staken deze via een brug over. Verderop sloegen we af en volgden, na een klaphekje, het Guldenhoevepad. Bij de weg van Bunnik naar Wijk bij Duur­ste­de voerde onze route onder een verkeersbrug, die over de Kromme Rijn liep, door. Daarbij moesten we flink door de knieën gaan, want de doorgang onder de brug is niet al te hoog. Via de wa­ter­to­renweg, die langs een voormalige wa­ter­to­ren liep en nu be­woond werd, werd de Kromme Rijn weer bereikt. Hier stond ook een grenspaal, de grens van het voormalige Romeinse Rijk.

de wa­ter­to­ren te Werkhoven
gezien vanaf de Kromme Rijn de Kromme Rijn De wa­ter­to­ren van Werkhoven werd gebouwd in 1937. Het ontwerp was van MABEG (Maatschappij tot Bouw en Exploitatie van Gemeentebedrijven te Utrecht). De hoogte is 43,3 meter en het reservoir is van beton, dubbelwandig en kan 360 m3 water bevatten. Momenteel wordt de wa­ter­to­ren particulier be­woond.

Nu volgden we de Kromme Rijn over een graspad. Na een kort stuk over een asfaltweg volgden we opnieuw een graspad langs de Kromme Rijn die overging in een asfaltpad. We kwamen aan de rand van Cothen. Hier in Cothen was de grote rust in een relatief nieuw sport­cen­trum.

Cothen werd verlaten over een asfaltweg met de naam Zandpad. De weg ging over in een zandpad. We staken de doorgaande weg van Bunnik naar Wijk bij Duur­ste­de weer over. We staken de Kromme Rijn weer eens over en zetten nu koers naar het Beschermde na­tuur­ge­bied Vikinghof.

Huize Broek­hui­zen te Leersum
Vikinghof ligt aan de Kromme Rijn in de gemeente Wijk bij Duur­ste­de. Het heeft een bijzondere geschiedenis: het is een oud zwembadterrein. De bassins, kleedhokjes en tegelpaden zijn allemaal opgeruimd. Het natuurlijk reliëf is nu weer mooi te zien. Langs de Kromme Rijn ligt een hoge oeverwal die overgaat in een oude geul. De bassins in de geul hebben plaatsgemaakt voor een grote poel. Vikinghof is niet groot, maar wel een afwisselend gebied. Vanaf het wandelpad is dat goed te zien. Het voert langs de poel, struwelen en grasland naar de rivier. Daar sluit het aan op het 'jaagpad', dat aan de westkant overgaat in een fietspad.

Het Vikinghofterrein is een stapsteen in de ecologische verbindingszone langs de Kromme Rijn. Door de aanleg van natuurvriendelijke oevers en de inrichting van kleine na­tuur­ge­bieden krijgt de rivier een grotere betekenis voor de natuur. Een groot deel van de oevers is beschoeid met houten palen. Tussen Bunnik en Utrecht is de beschoeiing verwijderd of deels weggezaagd. Weidebeekjuffers, zwanenbloem maar ook het ijsvogeltje en de aalscholver zijn daar nu weer te zien.

Wijk bij Duur­ste­de heeft een boeiende geschiedenis en de archeologische rijkdom is dan ook bijzonder groot. Ook op Vikinghof is bij onderzoek op de oeverwal langs de Kromme Rijn een archeologische vindplaats aangetroffen, die wellicht te maken heeft met restanten van de middeleeuwse hofstede: Huis Riebeeck. Jan van Riebeeck, een koopman in dienst van de VOC, stichtte in 1652 Kaapstad. Het is bekend dat de familie Van Riebeeck bezittingen had in Wijk bij Duur­ste­de; wellicht dat de bodemsporen die gevonden zijn op Vikinghof de restanten zijn van hun hofstede.


Boerderij Traaij uit 1885
nabij de kof­fie­post We waren inmiddels aan de rand van Wijk bij Duur­ste­de aangekomen. Maar verder dan de rand zou­den we niet komen. Wijk bij Duur­ste­de werd weer verlaten. Door bosgebied werd nu koers gezet naar bosgebied van O­ver­lang­broek. Na een paar lange paden werd buurt­schap Darthuizen bereikt. Hier moet de geplande kof­fie­post komen.

Na de denkbeeldige kof­fie­post werd koers gezet naar de doorgaande weg van Doorn naar Leersum en o­ver­ge­sto­ken. Hier komt de splitsing met de 60 km route. De 60 km lus voert via Leersum naar A­me­ron­gen. In het centrum van A­me­ron­gen is dan een café rust. Daarna keren de 60 km lopers weer terug naar de kof­fie­post en wordt de route van de 40 km opgepakt. Via de omgeving van a­siel­zoe­kers­cen­trum Hoogstraten en camping de Bonte Vlucht dwaalden we dan verder door de boswachterij van Leersum.

Daarna kwamen we nog over landgoed Maarsbergen en een nieuw landgoed Jonge Bossen van Doorn. Er moet nog uitgekeken worden naar een geschikte plek voor de fruitpost. En toen werd Maarn weer bereikt.




















naar de top van deze pagina
Op woensdag 16 mei 2012 werd de kof­fie­post vastgelegd.. Omdat met de tocht van 16 maart 2013 ook een 60 km wordt georganiseerd en ik mocht beslissen hoe deze ingepast zou worden, besloot ik op donderdag 17 mei vanuit de kof­fie­post de lus van de 60 km op te meten. Met behulp van www.afstandmeten.nl had ik de route geheel ingetekend. Daarna downloadde ik het bestand in gpx-formaat en uploadde ik het bestand via Mapsource naar mijn GPS apparaat. Omdat de route langs een bushalte komt, besluit ik de 60 km lus vanaf de bushalte te gaan beschrijven en op te meten.

Nadat ik met de bus bij restaurant d'Arthuizen te Leersum was gearriveerd deed ik mijn GPS aan en stelde hem in. Ik had ook een hodometer (meetwiel) meegenomen en zo begon ik aan de wan­de­ling. Bij elk punt stond ik even stil, ik las de totaal afgelegde afstand af, zette de hodometer op de grond en noteerde de afstand.

Restaurant d'Arthuizen werd verlaten over de parkeerplaats. We kwamen op landgoed Broek­hui­zen en liepen om het gelijknamige kas­teel heen. Ook een achterliggend weiland werd meegenomen.

Huize Broek­hui­zen te Leersum Leden van de familie Broek­hui­zen zijn de eerste bewoners van het schitterende object. Het geslacht van Broek­hui­zen behoorde tot de aanzienlijkste onder de Gelderse adel. De laatste telg van het geslacht Broek­hui­zen die op het kas­teel resideerde was Reinier van Broek­hui­zen. Deze laatste liet na zijn overlijden drie dochters na en daarmee is de familie Broek­hui­zen uitgestorven en begint voor Landgoed Broek­hui­zen een periode van twee en een halve eeuw, waarin door een aantal verervingen in de vrouwelijke lijn steeds nieuwe familienamen opduiken.
In 1744 is het Landgoed verkocht aan de Koning van Pruisen, waarna het Landgoed in 1793 verkocht werd aan C.J. van Nellesteyn. De heer C.J. Nellesteyn heeft tussen 1793 en 1810 meerdere aankopen gedaan in de directe omgeving van het Landgoed om zijn plannen van een voornaam huis in een passende omgeving te optimaliseren.
In 1793 is de heer Nellesteyn begonnen met het slopen van het oude Landgoed en het bouwen van het nieuwe (huidige) Landgoed.
In 1818 is in de tuin een neoclassicistisch mausoleum gee­re­a­li­seerd in de vorm van een Romeinse tempel.
In 1824 heeft de heer Nellesteyn het gehele landgoed verkocht aan zijn zoon.
Op 15 mei 1897 is Landgoed Broek­hui­zen aangekocht door Marie Relpelaer, echtgenote van Maarten Iman, ridder Pauw van Wieldrecht.
Op 6 oktober 1906 heeft een brand het gehele huis in de as gelegd.


Daarop werd het officiële startpunt van de 60 km lus bereikt in buurt­schap Darthuizen. De kof­fie­post hadden we met WS78 al tweemaal eerder bezocht. Zodoende wist de eigenaar ook waar het over ging. De vlag was bij dit huis uitgestoken en ook de oranje wimpel was aan de vlaggenstok bevestigd. We wisten even niet voor wie er gevlagd werd. Later bleek dat prinses Maxima haar 41e verjaardag vierde. We zetten nu koers naar de doorgaande weg van Leersum naar Doorn en staken deze weg over. Tussen twee toegangspalen, waar op de ene pilaar Dart en op de andere pilaar Heuvel stond, betraden we landgoed Dartheuvel.

Landgoed Dartheuvel ging over in Landgoed Dartheide.

Landgoed Dartheuvel Dartheide is een rustig bosgebied dat ligt op de steile helling van de 47 meter hoge Darthuizerberg. Bij Dartheide grenst de Darthuizerberg aan de Darthuizerpoort, een ijssmeltwaterdal dat de Heu­vel­rug in de breedte doorsnijdt. Dit ijssmeltwaterdal is in de voorlaatste ijstijd, het Saalien, ontstaan door wegspoelend ijssmeltwater. Op oude kaarten wordt het dal aangeduid als het 'gat van den berch'. Het hoogteverschil tussen het laag­ste en het hoogste punt van de Darthuizerpoort is 40 meter over een afstand van slechts 300 meter!

De naam Dartheide is een samentrekking van de nabijgelegen buurt­schap Darthuizen en de uitgestrekte heidevelden die hier vroeger lagen. Het gebied bestaat naast enkele jongere bossen voornamelijk uit oud dennenbos met een rijke ondergroei. Opvallend is het voorkomen van de Pontische rododendron die zich daar goed weet te handhaven en zich zelfs uitzaait. Bijzondere dieren die u kunt tegenkomen op Dartheide zijn de boommarter en een aantal vleermuissoorten. Deze dieren zijn voor hun voortbestaan afhankelijk van oude, holle bomen en die zijn op Dartheide ruim voorradig. Een tiental jaar geleden is in het gebied een poel aangelegd die wordt gevoed door kwelwater (=grondwater). Daarom valt de poel zelfs in zeer droge zomers niet droog. Dit is heel belangrijk voor dieren zoals reeën omdat op de droge Utrechtse Heu­vel­rug nauwelijks oppervlaktewater is te vinden.


Opnieuw werd een verkeersweg bereikt en o­ver­ge­sto­ken. Ditmaal was dat de Woudenbergseweg, die van Leersum naar Maarsbergen loopt. Even volgden we de Woudenbergse weg, maar spoedig werd deze verlaten en volgden daarop de Utrechtse Baan. We bleven deze weg precies 2 km volgen.

de Hoge Ginkel Over bostrajecten door het Zuylensteinde bos, het Amerongse bos en Beschermd na­tuur­ge­bied De Hoge Ginkel liepen we naar de noordzijde van de plaats A­me­ron­gen.

Sinds 1975 is Het Utrechts Landschap eigenaar van een deel van het landgoed Hoge Ginkel bij Leersum. In het gebied liggen enkele fraaie sneeuw­smelt­waterdalen, die voor hoogteverschillen zorgen. Deze sneeuwsmelwaterdalen zijn ontstaan in de tot nu toe laatste ijstijd, het Weichselien (80.000-10.000 jaar geleden). In deze periode was de bodem permanent bevroren. Smeltwater kon hierdoor niet de bodem indringen, waardoor op de hellingen sneeuw­smelt­waterdalen werden ingesneden. In het bos zijn de geulen te herkennen als langgerekte laagtes. De Hoge Ginkel ligt centraal op de Utrechtse Heu­vel­rug en is één van de stilste bossen in de provincie. Het gebied bestaat voor een groot deel uit naaldbossen, maar langzamerhand wordt het aandeel loofhout groter, zeker in de on­der­be­groei­ing.

De fauna van de Hoge Ginkel is divers: vossen, hazelwormen en zandhagedissen zijn vaste bewoners. In het gebied broeden ook veel vogels zoals havik, bosuil, bonte vliegenvanger, gekraagde roodstaart en diverse mezensoorten.


Opnieuw kwamen we door het Amerongse bos. Nu werd de doorgaande weg van A­me­ron­gen naar Rhenen bereikt en o­ver­ge­sto­ken.

Het Amerongse Bos is één van de oudste bossen op de Utrechtse Heu­vel­rug. Dat is op zichzelf niet zo bijzonder omdat de meeste bossen op de Heu­vel­rug pas ongeveer honderd jaar oud zijn. Het Amerongse Bos steekt hier echter met kop en schouders bovenuit: sommige grove dennen dateren uit 1770. Het bos dankt zijn leeftijd aan de kas­teelheren van het in de Amerongse Bovenpolder gelegen kas­teel A­me­ron­gen. Zij lieten het bos aanleggen om er te kunnen jagen. Naast zijn ouderdom heeft het Amerongse Bos nóg een bijzonderheid. Het bos ligt namelijk op de 69 meter hoge Amerongse Berg, het hoogste punt van de Utrechtse Heu­vel­rug.

Het Amerongse Bos bestaat uit loof- en naaldbomen van verschillende leeftijden. De ondergroei is weelderig met struiken en kruiden. Op de grond ligt een flinke hoeveelheid dood hout. Vanwege de grote variatie en de vele oude, holle bomen vinden allerlei planten en dieren er een plekje. Op de bodem groeit onder andere blauwe bosbes en, op open plekjes, struikheide. In de struiklaag zijn soorten als lijsterbes en vuilboom te vinden. Echte bosplanten zoals salomonszegel, dalkruid en eikvaren groeien vooral onder eiken die meer licht op de bodem toelaten dan beuken. Vanwege de grote hoeveelheid holle bomen is het Amerongse Bos een prima leef- en nestelgebied voor vleermuizen, eekhoorns, spechten en, heel bijzonder, de boommarter. Het Utrechts Landschap sluit met zijn beheer van het Amerongse Bos zo veel mogelijk aan bij de na­tuur­lij­ke processen in deze levensgemeenschap: dood hout mag blijven liggen, insecten en ziektes worden niet bestreden en jonge bomen moeten zelf een plaatsje bevechten.


In A­me­ron­gen kwamen we nu eerst langs een oude begraafplaats, vervolgens liepen we over een pad langs de uiterwaarden met uitzicht op de Sint Andrieskerk en om kas­teel A­me­ron­gen heen.

kas­teel A­me­ron­gen De geschiedenis van Kas­teel A­me­ron­gen begint officieel in 1286. Op 20 juli van dat jaar verklaart Floris V van Holland dat Henric en Diederic Borre van A­me­ron­gen zijn mannen van leen zijn geworden van den "Huyse dat si doen timmeren". Het kas­teel werd in die vroege jaren meerdere malen verwoest en weer herbouwd. In 1557 wordt het Huys verkocht aan Goert van Reede van Saesveld. Hij trouwde met Geertruid van Nijenrode, die erfdochter van het nabijgelegen "Zuy­le­stein" was . De eerste kaart waarop Kas­teel A­me­ron­gen is afgebeeld dateert uit 1597, het jaar waarin het Huys werd erkend als Ridderhofstad. Frederik van Reede erft het Huys van zijn vader en laat het op zijn beurt na aan zijn zoon Goert. Met Goerts zoon Godard Adriaan van Reede, die het Huys in 1641 in bezit krijgt, breekt er voor het Huys een nieuwe tijd aan.

Godard Adriaan van Reede is bekend als prominente ver­te­gen­woor­di­ger van de Nederlanden in het buitenland. Samen met zijn vrouw Margaretha Turnor verfraait hij het Huys. Tijdens het rampjaar vlucht Margareta tijdelijk naar Amsterdam terwijl Godard Adriaan in Berlijn verblijft bij de Keurvorst van Brandenburg. In februari 1673 werd het Kas­teel door de Franse troepen met takkenbossen in brand gestoken. Onder supervisie van Margaretha wordt er na de verwoesting direct begonnen met de herbouw.

Het huidige kas­teel A­me­ron­gen is opgebouwd in de voor die tijd veel voor­ko­men­de Hollands-Classicistische stijl. In 1680 was het Huys klaar. Godard Adriaan van Reede overlijdt in 1691. Zijn zoon Godard van Reede-Ginckel volgt zijn vader op als heer van A­me­ron­gen. Godard van Ginckel is een van de vertrouwelingen van Stadhouder Willem III. Hij is succesvol in het leger van de Prins en behaalde in Ierland belangrijke overwinningen. Hij wordt onderscheiden en verkrijgt de titel Graaf van Athlone. Hij was getrouwd met Philipotta van Raesfeld, erfdochter van Kas­teel Middachten

Na het einde van de Eerste Wereldoorlog, vanaf 11 november 1918, logeert de Duitse Keizer Wilhelm II, op verzoek van de toenmalige Commissaris van de Koningin, anderhalf jaar op Kas­teel A­me­ron­gen. Hij ondertekent hier zijn acte van abdicatie. In mei 1920 verhuist hij naar het nabijgelegen Huis Doorn.


Na de Sint Andrieskerk, waar we nu vlak langs liepen, werd de grote rust bereikt. Deze was gelegen bij café De Tram. Helaas voor ons was het café gesloten, maar op het achterliggende terras stonden vier tafeltjes met ieder 4 stoelen en daar maakten we dankbaar gebruik van. Het was hier heel rustig, want er zaten hier verder geen andere mensen. Bij een naburig café was het druk vanwege het mooie zonnige weer.

St. Andrieskerk te A­me­ron­gen Met de bouw van de Andrieskerk is aan het einde van de 13e eeuw begonnen. Ver­moe­de­lijk bestond de tufstenen kerk uit een éénbeukig Romaans schip met koor. Aan de noordzijde bevond zich een kapel of aanbouw die gebruikt werd als sacristie. Aan de westzijde verrees een eveneens uit tufsteen opgebouwde toren. In de tweede helft van de 15e eeuw werd het Romaanse schip verhoogd en vergroot tot een pseudo-basiliek. Aan de noord- en zuidzijde werd het schip met zij­beu­ken uitgebreid. Mid­den­schip en zij­beu­ken kregen een houten tongewelf. Op deze wijze ontstond de hoofdvorm van een laatgotische kerk, zoals we deze thans nog kennen. In 1526 werd de oude tufstenen toren afgebroken en vervangen door de huidige slanke bakstenen toren. In de 17e eeuw is de aanbouw van de Natewischkapel aan de zuidzijde tot stand gekomen De Andrieskerk heeft door de eeuwen heen te lijden gehad van oorlogshandelingen. In 1584-1585 vond bij A­me­ron­gen een zware veldslag plaats tussen de Staatse en Spaanse troepen. Hierdoor raakte de Andrieskerk zwaar beschadigd. In 1672-1673 overviel de Franse koning Lodewijk XIV ons land en werden ook kas­teel A­me­ron­gen en de Andrieskerk inclusief het interieur (o.a. de preekstoel, het doophek, de kerkenraadsbanken en het koorhek), verbrand en vernield. In 1684 werd het herstel van de kerk afgerond. Ook in de Franse tijd, en met name in 1795, had de kerk zwaar te lijden onder inkwartiering in de kerk. De Engelsen en Hessen en de Fransen volgden elkaar op en leverden allen een bijdrage aan de vernieling.

We vervolgden onze route en kwamen nu langs een oud schoolgebouw waar de parkoersuitzetter van de WS78 tocht vanuit Wolfheze van 21 januari 2012 als kleine jongen op school heeft gezeten. We verlieten A­me­ron­gen langs een voormalige tabaksschuur. We kregen uitzicht op kas­teel Zuy­le­stein.

kas­teel Zuy­le­stein in 1865 Landgoed Zuy­le­stein dateert uit de 14e eeuw. Via een in de negentiende eeuw door de Roermondse architect P. Cuypers gebouwd monumentaal inrijhek betreedt u een his­to­risch park dat uniek is in Nederland door de geheel intact gebleven oorspronkelijke re­nais­san­ce stijl.

Stadhouder Frederik Hendrik van Oranje Nassau heeft als Heer van Leersum en Zuy­le­stein veel wijzigingen doen aanbrengen aan zijn in de jaren dertig van de ze­ven­tien­de eeuw aangekochte bui­ten­plaats en park. Omstreeks 1640 kwam het in handen van zijn "na­tuur­lij­ke" zoon Frederik van Nassau Zuy­le­stein. De ontwerptekeningen van de ze­ven­tien­de eeuwse aanpassingen van het kas­teel en park zijn voor een groot deel bewaard gebleven en zijn voor wat betreft het park en landgoed nog steeds actueel.

In het midden van het park, nabij de "ster­ren­bos­sen" bevindt zich de ommuurde bui­ten­plaats met het huidige landhuis als centraal punt. Het uit de Mid­del­eeu­wen daterende kas­teel is aan het einde van de Tweede Wereldoorlog door de Engelsen gebombardeerd, met als gevolg dat er gedurende enkele decennia na de oorlog weinig of geen aandacht werd besteed aan het landgoed.
Nabij een schaapskooi sloegen we af en even verderop staken we de doorgaande weg van A­me­ron­gen naar Leersum over.

Uiletoren Nu volgden we een tijdlang een bosrand en kwamen uit bij sportterreinen van de voetbalvereniging HDS (Hoger Door Samenwerking). Door de noordkant van de bebouwde kom van Leersum kwamen we ach­ter­een­vol­gens langs de Uiletoren en het Mausoleum op de Donderberg. Even later werd restaurant d'Arthuizen weer bereikt. Net voordat het restaurant werd bereikt zagen we onze bus vertrekken en moesten daardoor 30 minuten tot de volgende bus wachten.

Het was deze dag heel erg druk met wandelaars. Ik heb erg veel wandelaars en fietsers gezien. Veel mensen hadden ook vrij omdat het Hemelvaartsdag, een feestdag, was. Bovendien was het heel mooi zonnig weer.






















naar de top van deze pagina
Op woensdag 30 mei 2012 besloot ik de route met de hodometer (meetwiel) op te meten. 's-Ochtend kwamen er eerst nog werkmensen langs om vitrages op te hangen. Toen dat gereed was liep ik naar de bushalte. Daarna reed ik naar Palmstad in Doorn. Hier pakte ik de route op. Dat was op ongeveer 6 km van de officiële. Het was deze dag weer een warme dag en eigenlijk mooi weer om in de korte broek te lopen. Er zaten echter in het te lopen traject passages waar makkelijk een teek opgelopen kon worden en waar je makkelijk door muggen gestoken kon worden.

boerderij de Gooyer-meent langs de Gooyerdijk Eerst liepen we naar kas­teel Moersbergen. Daarna volgden we de Gooijerdijk. Hier liep ons twee dames tegemoet. Zij liepen een wan­de­ling uit een pas ver­sche­nen boekje met 10 wan­de­lingen op de Utrechtse Heu­vel­rug. Verderop was de Gooijerdijk onverhard. Nu was het niet ver meer naar de Pleisterplaats van Maar­tje van Beusekom te Driebergen. Hier is de geplande soep­post. Daarna volgden we de Broekweg naar de Kromme Rijn. We zagen in de verte een oude wa­ter­to­ren staan. Hier kwamen we later op de route langs. We sloegen het Gulde Hoevepad in en volgden een smal pad.

Bij een verkeersbrug over de Kromme Rijn voerde ons pad onder de brug door. De brug is ongeveer 30 meter lang. De doorloop hoogte is minder dan 1,50 meter en we moesten dan ook flink bukken. Aan het eind van het pad liepen we naar de wa­ter­to­renweg te Werkhoven. Van de plaats Werkhoven zelf zagen we echter niets.

Na een splitsing kwamen we bij een oude arm van de Kromme Rijn. Nu volgden we geruime tijd een graspad langs de Kromme Rijn. Uiteindelijk kwamen we in Cothen uit. Bij een sportterrerrein is de geplande grote rust. Toen we het terrein opliepen, zaten daar enige mensen. Ze zeiden tegen ons dat het eindpunt bereikt was. Wij zeiden dat hier de grote rust was van een wandeltocht op 16 maart 2013. Langs het sportveld loopt een grintpad waar langs talrijke bankjes staan. Op een ervan hielden wij nog een rust.

de kersen worden bewaakt
langs het Zandpad te Cothen We verlieten Cothen over een geasfalteerd Zandpad. We staken de provinciale weg over en even later weer de Kromme Rijn. We kwamen bij beschermd na­tuur­ge­bied Vikinghof. Hier lag vroeger een o­pen­lucht­zwem­bad. Nogmaals staken we de Kromme Rijn tweemaal over. Nu werd Wijk bij Duur­ste­de definitief verlaten. We sloegen op de Amerongerwetering het eerste pad af. Dit pad was op sommige plaatsen bijna dicht­ge­groeid. Met de hodemeter was het hier moeilijk lopen,

We kwamen uit op de Langbroekerdijk in O­ver­lang­broek. Bij een boerderij hadden we in het verleden een verzorgingspost. Opnieuw volgde een pad waar heel veel insekten ons wandelplezier wat temperde. Daarop zetten we koers naar buurt­schap Darthuizen. Dit wordt bij boerderij De Traai uit 1885 bereikt. Even later wordt de kof­fie­post bereikt.

Vanuit de kof­fie­post begint en eindigt de lus van de 60 km. Deze hadden we al eerder opgemeten. De eerste km loopt de 60 km gelijk met de 40 km en de 60 km lopers zullen dat traject dan ook tweemaal lopen.

We liepen nu naar de provinciale weg van Doorn naar Leersum. Hier werd de wan­de­ling voor deze dag beëindigd. Hier vandaan was het een halve km lopen naar de dichtbijzijnde bushalte en reden we huiswaarts.




















naar de top van deze pagina
Op donderdag 31 mei 2012 reden we met de bus naar bushalte Hoogstraten. Na een halve km kwamen we op de route, waar we deze de vorige dag hadden afgebroken. Ons pad steeg eerst flink over een half verharde weg. Daarna liepen we achter asielzoekercentrum Hoogstraten langs en verder door naar de achterkant van camping De Bonte Vlucht te Doorn.

heideveld bij Maarn Na de bossen van Landgoed Maarsbergen kwamen we door een bosgebied waar we nog nooit van hadden gehoord, namelijk Landgoed Jonge Doornse Bossen. Na nog een heideveld met schapen werd Maarn weer bereikt. Bij het huis waar de laatste jaren een grote pop staat, waar de wandelaars worden gefeliciteerd met hun prestatie, zal nu nog de fruitpost zijn.

We belden bij het adres aan en we werden prompt op de koffie uitgenodigd. Verder liepen we tot aan het station. Hier pakten we de beginroute op. Tra­di­tie­ge­trouw liepen we weer langs het voormalige raadhuis. Door bosgebied van beschermd na­tuur­ge­bied De Pol werd landgoed Huis te Maarn bereikt. Verder volgden nog Landgoed SBI/Zonheuvel, beschermd na­tuur­ge­bied Stameren, en bosgebied Hoog Moersbergen.

We kwamen uit op de Stamerweg. Daarbij kwamen we nog langs de Marinierskazerne te Doorn en over landgoed Berkenrode. Dit traject zit ook in de WS78 wandeltocht vanuit Driebergen van 10 november 2012. We kwamen bij Palmstad, de plaats waar we de voorgaande dag begonnen waren met opmeten. We konden hier niet echt rustig naar de bushalte lopen, want de bus kwam er al aangereden.

Het was deze dag ook een droge dag geworden met een macimum tem­pe­ra­tuur van 18 graden.




















naar de top van deze pagina
boerderij langs de Ossenwaard in Cothen Op dinsdag 5 juni 2012 besloot ik om samen met Coos de (40 km) route voor te lopen. Twee dagen tevoren, zondag 3 juni, stond in het nieuws dat deze zondag even "warm" als eerste kerstdag 2011 was. Maar deze dag was droog weer voorspeld met een maximum tem­pe­ra­tuur van 16 graden.

Met het openbaar vervoer legde we de ongeveer 8 km lange weg af in drie kwartier. Eerst reden we met de bus, die met een vertraging van 20 minuten ar­ri­veer­de, naar station Driebergen-Zeist. Met een o­ver­stap­tijd van een kwartier kwamen we dan 5 minuten later in Maarn aan.

We begonnen en eindigden de wan­de­ling bij NS Maarn. De geplande soep­post is een pleisterplaats en hier bleven we een half uur plakken. De koffie smaakte goed. Binnen hingen een heleboel mokken met verschillende afbeeldingen. De route voerde over trajecten, waar we met WS78 niet eerder waren geweest.

De grote rust lokatie was nu gesloten. Iets verderop liepen we het centrum van Cothen in en na een paar honderd meter was een cafetaria geopend. Hier dronken we koffie en we kregen er een heel klein ijsje bij. Daarna hadden we in Wijk bij Duur­ste­de in Beschermd na­tuur­ge­bied Vikinghof nog een rust op een bankje. Daarna waren er geen geschikte banken meer langs de route om op te zitten.

We hebben een paar maal op slagbomen gezeten en eenmaal liepen we een honderd meter van de route af op een plek waar ik een bankje wist. We liepen de tocht in 9½ uur en ar­ri­veer­den om half zeven op NS Maarn. Het was een mooie wandeldag geworden na de regendagen van de voorgaande dagen.




















naar de top van deze pagina
Boerderij Schevinckhove 
te Leersum Op woensdag 13 juni 2012 besloten we de lus van de 60 km van de WS78 tocht voor te lopen. Met de bus reden we naar restaurant d'Arthuizen te Leersum. De afgelegde afstand op dit punt ligt op 17 km van de 20 km die de 60 km lus lang is. Vandaar liepen we naar het beginpunt van de lus van de 60 km, te weten de kof­fie­post.

Het was deze dag een droge dag met een ma­xi­mum tem­pe­ra­tuur van 15 graden. Dat is niet warm voor de tijd van het jaar, maar het was in ieder geval droog. Via kas­teel Broek­hui­zen werd de geplande kof­fie­post bereikt. Ik kwam er achter dat ik niet de rou­te­be­schrij­ving van de eerste km bij mij had. Want deze eerste km is hetzelfde traject als van de 40 km. Omdat ikzelf de route heb uitgezet wist ik de route uiteraard te volgen.

Op weg naar de geplande grote rust hadden we daarheen meerdere keren een rust op een bankje. We kwamen onder andere langs Huize De Ginkel, kas­teel A­me­ron­gen en de Sint Andrieskerk te A­me­ron­gen. Lang bleven we niet op de grote rust zitten, want de eigenaars hadden net hun lunch genuttigd en na afloop daarvan staken ze een sigaret op waarvan wij niet zo gediend waren.

Op onze terugweg kwamen we langs kas­teel Zuylenstein en een schaapskooi aan de oostkant van Leersum en de Uilentoren en het Mausoleum op de Donderberg aan de westkant van Leersum.

Toen we weer bij restaurant d'Arthuizen aankwamen hoefden we niet lang op de bus voor de terugreis te wachten.




















naar de top van deze pagina
langs de Moersbergerlaan Op zaterdag 23 juni 2012 liepen wij de 40 km route voor met twee bestuursleden. Drie bestuursleden waren verhinderd vanwege de Gooische Vierdaagse. Een ander was aan het verhuizen en weer een ander was op vakantie in het buitenland.

We verlieten de start even na 8 uur. Tot aan de soep­post voerde de route of trajecten van de WS78 tocht vanuit Driebergen, maar wel in tegengestelde richting. Ook kwamen we langs de geplande soep­post van de tocht uit Driebergen.

De soep­post van de tocht die we aan het lopen waren, was tevens ook pleisterplaats. We lieten ons een kop koffie goed smaken. Wel duurde het voor de haastige wandelaar wel wat lang voor de koffie kwam, maar de koffie smaakte wel goed tesamen met een snee kruidkoek.

Op weg naar de grote rust voerde de route meerdere kilometers langs de Kromme Rijn hetgeen de bestuursleden van WS78 de opmerking ontlokte, dat deze tocht zijn naam Kromme Rijn volledig waarmaakte.

grote rust in Cothen De grote rust was nu gesloten omdat het voet­bal­sei­zoen nu gesloten is. Maar de kantine van een naast­lig­gen­de tennisclub was wel geopend. We zagen hier ten­nis­beel­den op de TV van de tennisfinale in Ros­ma­len.

Na deze rust voerde de route onder andere over een geasfalteerd Zandpad. U zult zich afvragen hoe dit kan. Welnu, er was een asfaltweg die de naam Zandpad als straatnam heeft. Dat is ook de reden waarom Zandpad met een hoofdletter begint.

Verderop, op beschermd na­tuur­ge­bied Vikinghof liepen we met een hodemeter langs een echtpaar dat op een bankje zat. Een van hen zegt, dat het er allemaal heel professioneel uitziet. We zeggen in eerste instantie, dat we metingen aan het verrichten zijn omdat hier een asfaltpad voor mountainbikers wordt aangelegd. Echt waar wordt er gevraagd? O uw gezicht staat niet serieus genoeg om geloofwaardig over te komen.

Met het kontroleren en opmeten van een vorige WS78 tocht waren bestuurleden door een plaatsje gekomen waar het meetwiel veel lawaai maakten over een bol klinkerweggetje. Toen ze bij een café met terras aankwamen vroeg de kroegbaas waar ze mee bezig waren. Ze antwoordden dat ze het terras kwamen opmeten om te kijken of het terras wel de officieel toegestane grootte had. Want als het vergroot was, dan zou nog van gemeentezijde een aanslag volgen. De kroegbaas werd heel boos, maar de wandelaars liepen rustig verder.

heideveld nabij Maarn Na de grote rust zitten er in het parkoers geen echte geschikte gelegenheden in de route om eens lekker te zitten. Daardoor nam de vermoeidheid ook toe. Een km voor de kof­fie­post voerde de route over een 80 km weg waar nogal eens hard wordt gereden. Nu viel het wel mee, mede doordat er meer verkeer dan normaal was. En het bestuurslid, dat met de hodometer liep, liep zoveel mogelijk op het midden van de weg zodat aankomende auto's toch afremde en opzij ging als de auto's dichterbij kwamen. De vele auto's die er nu reden waren voor het merendeel oudere sportwagens die met een toertocht meededen.

Naast de geplande kof­fie­post kwamen we langs een slagboom. Deze slagboom deed nu dienst als zitbank voor een ingelaste rust. Later hadden we soortgelijke rusten. Even na zes uur kwamen we bij de finish. Derhalve deden we over deze tocht 10 uur. Het weer was beter dan voorspelt. De voorspelde lichte regen in de middag is gelukkig uitgebleven.




















naar de top van deze pagina
welkom in Palmstad De wandeling uit Maarn voert dit keer over de grondgebieden van de plaatsen Maarn, Doorn, Palmstad, Driebergen, Werkhoven, Cothen, Wijk bij Duurstede, Overlangbroek, Darthuizen en Leersum.

Maarn wordt verlaten langs het voormalige Raadhuis. Als eerste komen we door bosgebied van het beschermde na­tuur­ge­bied De Pol. Daarna dwalen we, hoofdzakelijk langs wit/rood gekleurde markeringen van het Trekvogelpad door de bossen van landgoed Huis te Maarn. Na landgoed SBI/Zonheuvel komen we bij de doorgaande weg van Maarn naar Doorn en steken deze voorzichtig over. Verder voert de route over landgoed Stameren.

Op één van de hoogste toppen van de Utrechtse Heu­vel­rug (boven de 48 meter), tussen Maarn en Doorn, ligt Stameren. Stameren bestaat uit een gevarieerd bos met kleine heideveldjes. Opvallend zijn de vele verwilderde rododendrons die er groeien. Stameren kent een rijke flora en fauna. Verschillende soorten vogels worden er waargenomen, zoals groe­ne specht, ransuil, raaf en geelgors worden. Ook reptielen zoals hazelworm en levendbarende hagedis laten zich af en toe zien. Verder zijn bijzondere zoogdieren zoals boommarter, das, dwerg­vleer­muis en laat­vlie­ger in het gebied aangetroffen. Interessant voor­ko­men­de soorten op de heideterreintjes zijn: stekelbrem, kruipbrem, klein warkruid en en dwergviltkruid. Deze staan allemaal op de rode lijst.

Stameren Het landgoed is ongeveer een eeuw oud. Het gelijknamige huis werd in 1904/1905 gebouwd op een toen nog kale Heu­vel­rug. Door de 'meedogenloze' weers­om­stan­dig­he­den werd het huis ook wel 'Waai en Braai' genoemd. 'Waai' staat voor wind en 'braai' voor hoge tem­pe­ra­tuur in de zomer. Rond het huis werd een parkachtige tuin aangelegd, waarvan nog een aantal elementen resteert. Een voorbeeld hiervan zijn de solitaire bomen die de open ruimte (een heideterreintje) voor het huis versterken. Op het heideterreintje in de noordwesthoek van Stameren ligt een urnenveld met grafheuvels uit de ijzertijd. Het verhaal gaat dat hier een zonnetempel stond waar de Germanen hun goden vereerden.


Ongemerkt gaat landgoed Stameren over in Beschermd na­tuur­ge­bied Hoog Moersbergen.

Hoog Moersbergen werd in de tweede helft van de 19e eeuw door de bebouwing van Doorn gescheiden van Moersbergen. Het landhuis dat in 1900 werd gebouwd is in 1935 alweer afgebroken. Alleen het centraal gelegen acacia- en taxusbosje herinnert nog aan dit buiten. Verder bestaat Hoog Moersbergen uit natuurlijk, jong bos van eiken en berken. Ook in dit gebied liggen verscheidene grafheuvels.

We komen bij de ingang van de Marinierskazerne te Doorn en lopen daarna over Landgoed Beukenrode.

Op 31 maart 1955 werd de Marinierskazerne vernoemd naar een officier van het Korps Mariniers, F.A. van Braam Houckgeest (1837-1922). Als eerste luitenant der mariniers onderscheidde deze zich door zijn moedig optreden op de kust van Guinea in 1869 tijdens de strijd om Commenda. Hiervoor werd hij bij Koninklijk Besluit van 23 april 1870 benoemd tot Ridder der 4e klasse der Militaire Willemsorde. Van Braam Houckgeest was niet alleen een moedig marineman maar ook een kundig amateur-historicus. Hij was zeer geïnteresseerd in de historie van zijn eigen korps en publiceerde daarover samen met de oud-majoor der mariniers P.A. Leupe in 1867 een zeer gedetailleerd boek.

Beukenrode Het monumentale pand "Beukenrode" kent een rijke historie.
Op de plaats van het huidige Jachthuis stond in de achttiende eeuw een hofstede met bijbehorende geometrisch aangelegde tuin met vijver. In 1819 kwam de hofstede in bezit van één van de drie grote landeigenaren in Doorn. Hij liet op de plek van de hofstede een zomerhuis bouwen. De vijver werd een S-vormige slingervijver die er nog steeds is. In 1872 werd het zomerhuis afgebroken. Een nieuw huis werd gebouwd, het toenmalige "Beukenrode", dat inmiddels het Jachthuis wordt genoemd. Het Jachthuis is gebouwd in Italiaanse neorenaissance stijl. Het huis is tot 1950 particulier bewoond gebleven. In 1950 vestigden de Broeders van Onze Lieve Vrouwe van Lourdes er een internaat voor jongens in de leeftijd van 12 tot 18 jaar met aanpassingsproblemen. In de tachtiger jaren heeft de Sint Augustinusstichting de taak van de Broeders overgenomen. De stichting wil het landgoed en het Jachthuis zoveel mogelijk in de oorspronkelijke staat behouden voor het nageslacht.


De doorgaande weg van Driebergen naar Doorn wordt bereikt en o­ver­ge­sto­ken te Palmstad.

Palmstad maakte tot 1 januari 2006 deel uit van de gemeente Doorn. De buurt­schap ontstond tussen 1915-1940. Toen was voor Doorn de behoefte om uit te breiden maar wel los van de eigenlijke dorpskern. Er werd een aantal kleine wijken gebouwd. Deze groeiden vanzelf tot een soort van eigen buurtjes. In 1919 werd de grootste wijk door de woningbouwvereniging "Patrimonium" gerealiseerd. Toen werden 20 ar­bei­ders­wo­nin­gen gebouwd. De buurt kreeg de naam "Palmstad".


Via dit buurt­schap lopen we naar kas­teel Moersbergen.

Landgoed Moersbergen ligt tegen de voet van de Utrechtse Heu­vel­rug, op de overgang naar het Kromme Rijngebied. Moersbergen is ontstaan in de Mid­del­eeu­wen. Bekend is dat het kas­teel in 1435 al bestond. De naam die op een drassige oorsprong lijkt te duiden, is goed met de ligging te verenigen. Het kas­teel is gedurende de volgende eeuwen steeds be­woond geweest en heeft in 1539 zelfs de status van ridderhofstad verkregen. Ondanks talrijke latere verbouwingen heeft het kas­teel nog steeds een middeleeuws uiterlijk. Dit is te danken aan de verbouwing van 1927. In 1962 schonk de toenmalige eigenaar J.A.W. Luden het kas­teel met bij­be­ho­ren­de gronden aan Het Utrechts Landschap. Bijzonder is dat het gebouw nog steeds particulier wordt be­woond.


We bereiken de Gooyerdijk en volgen deze smalle asfaltweg in de richting van Driebergen. De weg gaat over in een begroeid klompenpad. Verderop steken we de Langbroekerwetering over. Hier wordt de soeppost bereikt. Daarna zetten we koers naar de Kromme Rijn, de naamgever van deze tocht.

Kromme Rijn met zicht op Werkhoven De Kromme Rijn is een rivier in het zuiden van de provincie Utrecht en stroomt van Wijk bij Duur­ste­de naar de stad Utrecht. De rivier is ongeveer 26 kilometer lang en was vroeger de hoofdroute van de grote Europese rivier De Rijn.

De rivier is ongeveer 3000 jaar terug ontstaan en vormde sinds ongeveer het jaar 47 na Christus de noordelijke grens van het Romeinse rijk. In die tijd was ze ongeveer 100 meter breed en liep ze langs Zeist (tot het jaar 295 na Christus) en de Marsdijk (Nieuw-Wulven). In de eeuwen erna was het een belangrijke verbindingsroute tussen Utrecht en Dorestad.

Vanaf het jaar 860 verlegde de Rijn haar loop en werd de Lek belangrijker. De Rijn werd smaller en verlandde steeds vaker. In 1122 besloot de Utrechtse bisschop Godebald dat de Rijn moest worden afgedamd. Hierdoor werd het landelijke gebied beter beschermd tegen o­ver­stro­min­gen en kon het worden ontgonnen. De Kromme Rijn verlandde en Utrecht was vanaf dat moment niet meer aangesloten op een hoofdrivier. Het rijnwater stroomde verder via de Lek. Vanaf ongeveer het jaar 1500 is de naam Kromme Rijn in gebruik.

De Kromme Rijn is momenteel gemiddeld 2 meter diep en 10 tot 15 meter breed. Het verval is ruim 2 meter, van 2,70 NAP naar 0,50 NAP. Op enkele plaatsen is de sterk meanderende rivier afgesneden. Soms zijn er verhogingen in het landschap zichtbaar. Dit komt of door o­ver­stro­min­gen of door graafwerkzaamheden.

De Kromme Rijn trekt eerst door het open landschap van Cothen en komt via de bossen bij Beverweerd en Bunnik uiteindelijk in de stedelijke omgeving van Utrecht. Pas wie de geschiedenis kent, zal de rivier beter begrijpen en al haar schoonheid ervaren. Lees meer op www.rivierkrommerijn.nl over de ooit zo grote rivier, waaraan Utrecht en indirect ook Leiden, Woerden en Alphen aan de Rijn hun ontstaan hebben te danken.


Kromme Rijn met zicht op de oude watertoren te Werkhoven Ik had in eerste instantie van WS78 het verzoek gekregen om een tocht vanuit Driebergen uit te zetten. Bij die tocht had ik al het nodige voorwerk gedaan en daarbij wilde ik de route ook naar de Kromme Rijn laten lopen. Later kreeg ik te horen dat Driebergen door iemand anders zou worden uitgezet en of ik nog wel belangstelling had om een tocht vanuit Maarn uit te zetten. Al een heleboel keren had ik te horen gekregen dat er vanuit Maarn geen tocht meer georganiseerd zou worden, maar dit keer bleek Maarn dus toch weer op het programma te staan.

We komen bij de Kromme Rijn en steken deze via een brug over. Verderop slaan we af en volgen, na een klaphekje, het Guldenhoevepad. Bij de weg van Bunnik naar Wijk bij Duur­ste­de voert de route onder een verkeersbrug, die over de Kromme Rijn loopt, door. Daarbij moeten we flink door de knieën gaan, want de doorgang onder de brug is niet al te hoog. Via de Wa­ter­to­renweg, die langs een voormalige wa­ter­to­ren loopt en nu be­woont is, wordt de Kromme Rijn weer bereikt. Hier staat een grenspaal, de grens van het voormalige Romeinse Rijk.

De wa­ter­to­ren van Werkhoven werd gebouwd in 1937. Het ontwerp was van MABEG. De hoogte is 43,3 meter en het reservoir is van beton, dubbelwandig en kan 360 m3 water bevatten. Momenteel wordt de wa­ter­to­ren particulier be­woond.

Nu volgen we de Kromme Rijn over een graspad. Na een kort stuk over een asfaltweg volgen we opnieuw een graspad langs de Kromme Rijn die overgaat in een asfaltpad. We komen aan de rand van Cothen. Hier in Cothen is de grote rust in een relatief nieuw sport­cen­trum.

Vikinghof Cothen wordt verlaten over een asfaltweg met de naam Zandpad. De weg gaat over in een zandpad. We steken de doorgaande weg van Bunnik naar Wijk bij Duur­ste­de weer over, gevolgd door de Kromme Rijn en zetten nu koers naar het Beschermde na­tuur­ge­bied Vikinghof.

Vikinghof ligt aan de Kromme Rijn in de gemeente Wijk bij Duur­ste­de. Het heeft een bijzondere geschiedenis: het is een oud zwembadterrein. De bassins, kleedhokjes en tegelpaden zijn allemaal opgeruimd. Het natuurlijk reliëf is nu weer mooi te zien. Langs de Kromme Rijn ligt een hoge oeverwal die overgaat in een oude geul. De bassins in de geul hebben plaatsgemaakt voor een grote poel. Vikinghof is niet groot, maar wel een afwisselend gebied. Vanaf het wandelpad is dat goed te zien. Het voert langs de poel, struwelen en grasland naar de rivier. Daar sluit het aan op het 'jaagpad', dat aan de westkant overgaat in een fietspad.

Het Vikinghofterrein is een stapsteen in de ecologische verbindingszone langs de Kromme Rijn. Door de aanleg van natuurvriendelijke oevers en de inrichting van kleine na­tuur­ge­bieden krijgt de rivier een grotere betekenis voor de natuur. Een groot deel van de oevers is beschoeid met houten palen. Tussen Bunnik en Utrecht is de beschoeiing verwijderd of deels weggezaagd. Weidebeekjuffers, zwanenbloem maar ook het ijsvogeltje en de aalscholver zijn daar nu weer te zien.

Wijk bij Duur­ste­de heeft een boeiende geschiedenis en de archeologische rijkdom is dan ook bijzonder groot. Ook op Vikinghof is bij onderzoek op de oeverwal langs de Kromme Rijn een archeologische vindplaats aangetroffen, die wellicht te maken heeft met restanten van de middeleeuwse hofstede: Huis Riebeeck. Jan van Riebeeck, een koopman in dienst van de VOC, stichtte in 1652 Kaapstad. Het is bekend dat de familie Van Riebeeck bezittingen had in Wijk bij Duur­ste­de; wellicht dat de bodemsporen die gevonden zijn op Vikinghof de restanten zijn van hun hofstede.


Wijk bij Duurstede We zijn inmiddels aan de rand van Wijk bij Duur­ste­de aangekomen. Maar verder dan de rand komen we niet. Wijk bij Duur­ste­de wordt weer verlaten. Door bosgebied wordt nu koers gezet naar bosgebied van O­ver­lang­broek. Na een paar lange paden wordt buurt­schap Darthuizen bereikt. Hier wordt de kof­fie­post bereikt.

Na de kof­fie­post wordt koers gezet naar de doorgaande weg van Doorn naar Leersum. Net hiervoor is de splitsing met de 60 km route. De 60 km loopt via landgoed Hartheuvel en landgoed Dartheide naar de doorgaande weg van Leersum naar Maarsbergen en voert via boswachterij Leersum naar de bossen ten noorden van Amerongen.

In Amerongen komen we langs een oude begraafplaats. We krijgen uitzicht op de uiterwaarden en komen langs kasteel Amerongen en de Sint Andrieskerk. In het centrum van Amerongen is dan een café rust. Amerongen wordt verlaten. In Leersum komen we nog langs kasteel Zuylenstein en een schaapskooi.

kasteel Zuylestein Landgoed Zuylenstein heeft een lang verleden. Het was eens een kasteel dat begon als ridderhofstede. Het kasteel is in 1945 gebombardeerd en na de oorlog afgebroken. Alleen het oorspronkelijke poortgebouw staat er nog. Op de plaats van de ridderhofstede staat nu een nieuw huis. De unieke renaissancetuin is wel bewaard gebleven.

De doorgaande weg van Amerongen naar Leersum wordt o­ver­ge­sto­ken. Langs de bosrand komen we bij voetbalvereniging HDS in de bebouwde kom van Leersum. We komen langs de Uiletoren en het Mausoleum op de Donderberg.

De uilentoren is een heel aparte toren in Leersum. Deze toren is genoemd naar de uilen die er op staan. Voor het dorp be­te­kent de toren een soort oriëntatiepunt voor afspraken of wandelingen. Jaarlijks wordt de uilentorenloop gehouden, waar veel Leersummers aan meedoen.

Op de Donderberg heeft de familie van Nellesteyn, die op Broekhuizen woonde, een mausoleum laten bouwen in. De ontwerper liet zich inspireren door mausolea uit de oudheid. Het gebouw ligt dusdanig dat het tevens als uitkijktoren dient.

kasteel Broekhuizen
Daarna lopen we nog over landgoed Broekhuizen en bewonderen het gelijknamige kasteel van meerdere kanten.

Buitenplaats Broekhuizen ligt dateert uit 1794. Het is een neoclassistisch gebouw dat in 1819 uitgebreid werd. Het grote omringende park dateert uit omstreeks 1800.


De koffiepost wordt weer bereikt voor de 60 km lopers. Verder wordt de route van de 40 km gevolgd. De eerstvolgende km is hetzelfde traject als de eerste km van de 60 km. Via de omgeving van a­siel­zoe­kers­cen­trum Hoogstraten en camping de Bonte Vlucht komen we opnieuw door boswachterij van Leersum.

Verder loopt de route nog over landgoed Maarsbergen en een nieuw landgoed met de naam Jonge Bossen van Doorn. Een km voor de finish is nog de fruitpost in Maarn.




















naar de top van deze pagina


kasteel Amerongen Op woensdag 27 februari 2013 besloten we om de Kromme Rijn tocht voor te lopen. We besloten de 60 km lange tocht in twee etappes te lopen. Normaal begin je dan bij de officiële start en loop je de eerste 30 km. Maar het 30 km punt is slecht met het openbaar vervoer bereikbaar. Bovendien vonden we het fijner om zowel het beginpunt als het eindpunt bij een bushalte te laten beginnen of eindigen. Elke dag precies 30 km lopen lukte niet goed. Deze dag liepen we 28 km en de volgende wandeldag 32 km.

We reden deze dag naar bushalte Amerongense Berg. Dat was op 38,4 km van de route. Dat was in de lus van de 60 km. Want de basisroute is 40 km en vanuit de koffiepost is een lus van 20 km gemaakt. Na ongeveer 22 km kwamen we bij station Maarn. We besloten de laatste 600 meter naar de start te laten schieten alsmede de eerste 600 meter, want we liepen door naar Palmstad om vandaar met de bus huiswaarts te rijden. Wel liepen we Maarn nog in voor een bezoek aan de bakker. Want de plaatselijke bakker heeft namelijk ook nog een koffiecorner.

We maakten deze dag onderweg nog foto's. Klik HIER voor de gecombineerde fotoreportage van 27 februari en 6 maart beginnend vanuit Maarn.

Landgoed Broekhuizen te Leersum Op woensdag 6 maart 2013 besloten wij het tweede deel van de 60 km lange WS78 Kromme Rijn tocht voor te lopen. Deze dag stond dus 32 km op het programma. Met de bus reden we naar Palmstad. Hier pakten we de route op. Dat was op 6 km van de officiële start. Het was deze dag aanvankelijk bewolkt, maar in de loop van de middag probeerde de zon er door te komen. Met ongeveer 16 graden was het voor de tijd van het jaar zeer warm.

Het viel deze dag op dat er in de bossen veel hout was gekapt. Verderop langs de Kromme Rijn waren de meeste knotwilgen geknot. Door het rustige weer weerspiegelden de knotwilgen fraai in het water. De grote rust in Cothen was dicht en de kantine van de naastliggende tennisclub ging ook net op slot toen wij er aankwamen. Daarop liepen we naar een snackbar in het centrum van Cothen. Want we hadden dorst gekregen. En we hadden nog 18 km te gaan vanaf Cothen.

Op één punt na klopte de route. In Cothen was een smal pad gedeeltelijke verdwenen vanwege nieuwbouw. Rond 4 uur in de middag schatte we in, dat als we goed door zouden lopen, dat we de bus van bushalte Amerongseberg van 17:23 konden halen. Bij aankomst bij de bushalte hadden we nog 10 minuten over.

Klik HIER voor de gecombineerde fotoreportage van 27 februari en 6 maart beginnend vanuit Maarn.




















naar de top van deze pagina


Op zaterdag 16 maart 2013 organiseerde WS78 de Kromme Rijn tocht. Wij als parkoersuitzetters mochten op vrijdag 15 maart meehelpen met de bepijling. Met 6 man kwamen we om 9 uur samen bij de startlocatie om de pijlen in ontvangst te nemen. Twee personen pijlden de eerste 20 km. Twee anderen pijlden de tweede helft van de 40 km terwijl wij de lus van de 60 km pijlden. We reden naar restaurant d'Arthuizen en begonnen vandaar te pijlen. De lus van de 60 km begon eigenlijk bij de koffiepost, maar het was voor ons handiger om bij voornoemd restaurant te beginnen. Het was uiteindelijk toch nog een hele klus, want we deden er ruim zeven uur over.

Op zaterdag mochten de 60 km lopers volgens het draaiboek vanaf 7 uur starten. Het was de bedoeling dat ik voor de lopers met de fiets het parkoers opreed om te controleren of de pijlen er allemaal nog hingen. Groot was dan ook de verbazing toen we zagen dat er al om kwart voor zeven werd gestart. Het grootste deel van de route is een rotparkoers voor fietsers. Maar omdat wijzelf de route hebben uitgezet wisten we meteen bij wie we moesten klagen.

Nadat de route de bebouwde kom had verlaten, werden de bossen betreden en met een stijgend parkoers was dit niet makkelijk te fietsen. Pas na 5 km werden de twee snelste wandelaars ingehaald. Daarna was het wisselend stuivertje verwisselen met de twee snelle wandelaars. Op de soeppost, die op 10,6 km was, moest de koffie nog warm gemaakt worden, want de soep was nog lang niet klaar.

Even verderop kwamen we bij het Gulden Hoevepad. Dit 1,265 km lange pad heeft geen zijpaden en heeft een doorgangspassage van 30 meter waarbij de hoogte ongeveer 1,60 meter was. Niet bepaald aangenaam voor een fietser. Trouwens ook niet voor een wandelaar. We besloten hier een alternatieve route te nemen. We reden trouwens meerdere keren alternatieve routes, want het graspad en later het asfaltpad langs de Kromme Rijn vond ik ook geen ideale fietsroute. Maar het was ook een wandeltocht.

Op 20 km was de grote rust in Cothen. We moesten hier contact opnemen met de beheerder, want een gepland doorgangshek was nog op slot en op het tegelpad naar dat doorgangshek moest nog een voetbaldoel van het pad verwijderd worden. We kwamen twee controleurs tegen van de wan­del­or­ga­ni­sa­tie Booksteps, die vanuit Wijk bij Duurstede een tocht hadden en gedeeltelijk over ons traject samenliep.

Nadat Wijk bij Duurstede werd verlaten kwamen we bij het begin van het 1315 meter lange blubberpad waar je na afloop iedereen over hoorde praten. Zowel dit pad als het volgende pad van 1305 meter volgden we een alternatieve route.

Na de koffiepost volgden we de 60 km lus, waarvan de eerste km samenliep met de 40 km en die na afloop van de 60 km lus opnieuw gevolgd moest worden. In de lus van de 60 km kwamen we de twee snelste wandelaars regelmatig tegen. Voor het laatst zag ik hen bij de grote rust in Amerongen. Zij liepen daar door, terwijl ik besloot hier te rusten.

Omdat ik in het verleden een dubbele longontsteking heb gehad, kleed ik mij meestal heel warm. Dat was deze dag ook het geval. Door de inspanning ga ik dan ook zweten. Doordat er in het parkoers talrijke open trajecten waren en het ook redelijk hard waaide, werd ik behoorlijk koud. Nadat ik Amerongen had verlaten en weer in Leersum kwam, besloot ik de controle van het parkoers te staken en een warme locatie op te zoeken.

Coos die inmiddels op de laatste 10 km onderweg was, constateerde bij punt 88 dat er pijlen weg waren gehaald. Dat was ook nog eens op het punt waar de parkoersomschrijving niet geheel juist was. Ikzelf reed naar restaurant d'Arthuizen te Leersum en kwam hier weer op temperatuur. In het restaurant zat ik aan een tafel waar ik zicht had op de voorbijkomende wandelaars. Ik heb ze niet allemaal gezien, want ik dutte af en toe weg. Twee uur later ging het weer beter en besloot ik de kortste weg naar de fruitpost te nemen. Hier kon ik namelijk mijn fiets stallen om deze op een later geschikt moment op te halen.

De eigenaar van de fruitpost ken ik goed en ik werd uitgenodigd om binnen te komen. Ze hadden stoelen voor een raam geplaatst en hadden goed zicht op de wandelaars. Buiten aan de weg hadden ze een pop geplaatst met daaronder de tekst "proficiat WS78'ers". Later mochten we bij de finish van talrijke wandelaars complimenten in ontvangst nemen. Er was een wandelaars uit Volendam die ons een mooi cadeautje gaf.

Klik HIER voor de fotoreportage die we op 27 februari en 6 maart maakten.

Er waren deze dag 395 deelnemers, 115 op de 60 km en 280 op de 40 km. De deelname aan de 60 km route was een ongekend goed succes voor WS78. De FLAL, die deze dag ook een tocht had en ook een 60 km had, had slechts ongeveer 35 deelnemers op de 60 km. Het IVV-nummer was 11646.
Deze tocht was de laatste, die wij voor WS78 hadden uitgezet. Onderstaand alle door ons uitgezette tochten voor WS78:
    1. 1 oktober 1988, Wolfheze
    2. 7 oktober 1989, Maarn
    3. 9 februari 1991, Wolfheze
    4. 19 oktober 1991, Den Dolder
    5. 29 januari 1994, Driebergen
    6. 3 januari 1998, Bilthoven
    7. 20 maart 1999, Maarn
    8. 15 januari 2000, Bilthoven
    9. 18 maart 2000, Maarn
    10. 17 maart 2001, Maarn
    11. 16 maart 2002, Maarn
    12. 15 maart 2003, Maarn
    13. 20 maart 2004, Maarn
    14. 19 maart 2005, Maarn
    15. 18 maart 2006, Maarn
    16. 10 februari 2007, Driebergen
    17. 5 april 2008, Maarn
    18. 21 maart 2009, Maarn
    19. 20 maart 2010, Maarn
    20. 19 maart 2011, Maarn
    21. 17 maart 2012, Maarn
    22. 16 maart 2013, Maarn
naar de top van deze pagina

Henri Floor