Op zaterdag 9 februari 2013 organiseerde WS78 De tocht naar Klein Amsterdam. De start was vanuit café Concordia te Brummen. Toen we op het station aankwamen wist ik niet meteen welke kant we op moesten lopen. Want het station van Brummen is maar klein en het viel niet meteen op wat nu de voorzijde was. Een wandelaar maakte mij attent op een pijl, maar ik zei daarop dat er geen WS78 bijstond. Hoe wisten we dan dat dit een pijl naar de start van de WS78 tocht was. De wandelaar wist beslist dat dit de pijl voor de WS78 tocht was en hij vroeg aan mij of ik voor de eerste keer bij WS78 meeliep. Hij liep al 25 jaar mee.
Bij de start trof ik een wandelaar uit Zwaag. Hij vroeg of ik weer eens bij WS78 kwam wandelen. Het was per slot van rekening ook al meer dan 2 maanden geleden dat ik een tocht bij WS78 liep. Om precies te zijn 2 maanden en 1 dag en dat was de tocht vanuit Ermelo. Ook bij de start raakte ik even aan de praat met een wandelaar uit Groesbeek. Het was de 2e keer dat hij bij WS78 liep. De eerste keer was 5 jaar geleden.
Toen ik de start verliet, sprak ik nog een wandelaar uit Gouda. Het was hem opgevallen dat ik al geruime tijd geen verslagen meer had gepubliceerd en vroeg zich af of ik met het schrijven van verslagen was gestopt. Als je alleen op deze
link kijkt, dan was op 9 februari 2013 het laatste verslag van 8 december 2012. Maar als je op deze link kijkt, dan zie je al mijn verslagen.
Het had wat gesneeuwd zodat de wegen, paden, bossen en weilanden enigszins wit waren. Na de start volgden we de weg naar de spoorlijn en na de spoorwegovergang sloegen we af. Over de Oude Eerbeekseweg verlieten we de bebouwde kom van Brummen. We kwamen langs Huis Den Bosch. Het huis lag een eind van de weg af en langs de weg lag een sloot omzoomd met veel riet waardoor het huis zich niet gemakkelijk liet fotograferen.
Het voorste gedeelte van Huis Den Bosch dateert van omstreeks 1600.
De achterkant, uitkijkend over de lelievijver, is pas in het begin van de 18e eeuw gebouwd.
In 1600 was het 'Erve en Goet Bos' eigendom van Johan van Doetinchem tot Spykerbosch. In 1642 ging het over op Johan van Gesscher, burgemeester van Deventer, en in 1832 naar de familie Verstege.
Van hun zoon Bartold Joost (generaal majoor Versteghe) erfde zijn neef mr. Donysius Everwijn het goed in 1866. Bij zijn dood kwam het goed aan zijn zoon D.C. Everwijn, die met zijn speciale Duiste bosbouwopleiding, zijn behoefte aan ontginnen en bouwen, en het aanleggen van een schitterend park het een feestelijk aanschijn wist te geven.
Sinds het overlijden van D.C. Everwijn in 1963 is het nog steeds in handen van deze familie.
In 1943 werd Den Bosch gevorderd door Seyss Inquart, ten behoeve van de school van 'anständige Mädchen' door zijn dochter geleid. In 1945 hebben de bevrijders, de Canadezen, en de Leuvenheimse school nog enige tijd in Den Bosch domicilie gehad.
Het park is na 1963 steeds meer ingegroeid, maar het blijft herinneren aan de glorietijd van weleer
We kwamen uit op de Spankerensche weg. Daarop kwamen we bij Huize Wild Baan. Dit was een prachtig bouwwerk.
Landgoed Wildbaan behoorde tot de 16e eeuw onder de Geldersche Toren in Spankeren. In de eerste helft van de zeventiende eeuw woonde er Gerhard Casyn van der Hell tot de Wildbaan, een zeer belangrijk figuur in die tijd, onder andere burgemeester van Arnhem. Van 1678 tot 1795 was de Wildbaan een leen van de Staten van Gelderland. Na 1814 was het respectievelijk in bezit van de families baron Van Rhemen van Rhemenshuizen, baron Schimmelpenninck van der Oye en (sinds 1845) van mr. H.A.C. Metelerkamp.
Diens opvolger, neef A.J.P. Metelerkamp, bekend paardenfokker in die dagen en kolonel bij de Cavalerie, liet de oude Wildbaan afbreken en in 1910 herrijzen in de huidige vorm.
Het huis is gebouwd in de zogenaamde Amsterdamse stijl (trapgevel-grachtenhuis), op wens van mevrouw Metelerkamp, geboren Den Tex, dochter van de burgemeester van Amsterdam.
In de tijd dat de families Metelerkamp het huis bezaten had het de reputatie dat het er zou spoken. 's Avonds laat zouden in de keuken verschillende deuren van kasten plotseling vanzelf opengaan!
Na de oorlog werd de Wildbaan (1952) het bezit van een r.k. orde van missionarissen, die er in 1961 een kapel liet aanbouwen. Sinds 1970 is het gebouw in gebruik van de Stichting Philadelphia als tehuis voor geestelijke gehandicapten.
De Wildbaan Groep, die sinds 1995 eigenaar is, heeft het huis samen met de gemeente geheel laten restaureren, het heeft thans een woon- en kantoorbestemming.
We verlieten de bebouwde kom van Leuvenheim zonder dat we gemerkt hadden dat we de plaats waren ingelopen. Nu werd het natuurgebied De Wildbaan betreden. Na boerderij De Kievit werd bosgebied Leuvenheimse Heide doorkruist. Door Het Zaaibroek kwamen we bij Huize De Knoevenoord.
Na de Rensco Hoeve werd op 10 km de soeppost bereikt. Deze dag kregen we uiensoep. Nu zetten we koers naar het Apeldoornskanaal. Deze werd bij de Hallse Brug bereikt. Maar we staken het kanaal echter niet over. Eerst liepen we nog een lus via het ABKhuis, een natuurvriendenhuis van het NIVON. Opnieuw kwamen we bij het Apeldoornskanaal en liepen er nu vlak langs. Ook bij de volgende brug, de Eerbeekse Brug, bleven we langs het kanaal lopen.
Het Apeldoorns kanaal werd onder koning Willem I (1772-1843) aangelegd. Hendrik Jan Lijsen, een beambte van paleis Het Loo, was de bouwmeester van het kanaal.
In 1825 werd in Apeldoorn, bij de “steenweg” naar Deventer, de eerste spade in de grond gestoken voor het omvangrijke karwei. Schop en kruiwagen waren nog favoriet bij het graven van het 32 km lange traject van de dorpskern van Apeldoorn tot de uitmonding in de IJssel bij Hattem. In Apeldoorn werd een kleine haven aangelegd. De officiële opening vond plaats op maandag 13 april 1829. De kosten van aanleg hadden ongeveer fl. 300.000 bedragen en waren voor het grootste gedeelte gefinancierd door de koning zelf. De nieuwe vaarweg kreeg als naam Griftkanaal.
De kanaalafmetingen waren bescheiden. Het kanaal had aanvankelijk een bodembreedte van 6,5 meter en een diepte van 1,60 meter. De breedte op de waterspiegel bedroeg bijna 11 meter. In het kanaal werden 5 eenvoudige houten sluizen gebouwd teneinde het hoogteverschil van 12 meter tussen Apeldoorn en Hattem te overbruggen. De sluizen waren 22 m lang, 4,30 m breed en 1,42 m diep, geschikt voor schepen van 40 à 50 ton. T.b.v. de watervoorziening werd het kanaal gevoed door Veluwse sprengen en beken.
Boerderij 't Groote Blaar werd bereikt via de Blaarweg. Nu kwam haast wel het mooiste traject van de wandeltocht, namelijk de Mestweg. De Mestweg was een zandweg vol met al of niet bevroren plassen. Aan het begin van de weg stond een verwijzing voor een alternatieve route. Maar de hoofdroute was een WS78 waardige route. Er zaten ook meerdere modderpassages in. Ikzelf loop wel eens tochten bij de FLAL en daar noemen dit soort paden FLAL-paden of we zijn aan het FLALlen.
Het mooie van deze weg was het natuurschoon om dat we hier door de Empese en Tondense Heide liepen. Er was zichtbaar veel houtkap geweest. Talrijke bomen lagen keurig gezaagd op elkaar gestapeld. We werden door 2 wandelaars ingehaald voor wie dit traject heel envoudig was. Want zij hadden 2 weken tevoren meegedaan aan de Bosse 100 en hadden zelfs 110 km gelopen. Deze Bosse 100, die dit jaar voor de 26e keer werd georganiseerd, was dit jaar heel zwaar door de sneeuw en de koude en het losse zand in de Loonse en Drunen Duinen die onder de sneeuw lag.
Empese en Tondense heide
Dit kwetsbare natuurgebied bestaat uit vochtige heide, moeras, bos en natte schrale graslanden.
Deze graslanden zijn blauwgroen gekleurd door blauwe zegge, een kleine grasachtige plant.
In heel Nederland is nog maar 30 hectare blauwgrasland aanwezig.
Tien procent hiervan ligt in de IJsselvallei.
Het wordt ernstig bedreigd door verdroging.
Kwetsbare plantensoorten zijn op hun retour of helemaal verdwenen.
Natuurmonumenten grijpt in om de achteruitgang van dit mooie gebied te stoppen.
Twee los van elkaar gelegen terreinen zijn met elkaar verbonden zodat de verdroging nu daadkrachtig wordt aangepakt.
Het gebied is nu alleen te bezichtigen vanaf het Zandpad, de Mestweg en de Lage Steenweg.
Het gebied zelf is vanwege zijn kwetsbaarheid alleen toegankelijk onder begeleiding van boswachters.
In de zomer kunt u tijdens een laarzenexcursie de natte heide bewonderen.
Op de Empese en Tondese Heide is veel te zien. In de graslanden groeit nog altijd een aantal bijzondere planten als Spaanse ruiter en gevlekte orchis. In het gebied is de grauwe klauwier waargenomen. Op en rond de heide komen kamsalamander en meer dan tien zeldzame insectensoorten voor, waaronder de gouden sprinkhaan, zompsprinkhaan, tengere pantserjuffer en heideblauwtje.
De grote rust werd bereikt bij Boerderij De Diederik te Klein Amsterdam. Tot hier was het vrij zonnig geweest. Daarna nam de bewolking toe. Na de rust liepen we over 't Honsveld en langs het voormalige kerkje Bethel werd koers gezet naar Huize Empe. Over een fraaie pad liepen we over landgoed Empe langs een grote vijver waarin het landhuis fraai in weerspiegelde.
We kwamen bij een boerderij in Empe waar 2 paardekoppen naar buiten staken. Verder liepen door de Tondensche Enk en buurtschap Voorstonden. Op 29 km werd de koffiepost in Oeken bereikt. Net toen we de koffiepost verlieten, kwamen de twee pijlophalers aangelopen. We liepen dus ver in de achterhoede.
Het dorp `OEKEN` maakt deel uit van de gemeente Brummen in de provincie Gelderland. Het telt ongeveer 450 inwoners. De Voorsterweg en Buurtweg zijn de twee hoofdwegen waaraan de meeste woningen zijn gelegen. Verder wordt het dorp voornamelijk gekenmerkt door het landschappelijke karakter. De inwoners van Oeken zijn voor hun voorzieningen hoofdzakelijk gericht op Brummen en Eerbeek.
De taalkundige betekenis van oeken is brommen -grommen -mompelen -pruttelen
Door bosgebied werd de Oekense beek bereikt. De beek was te breed om overheen te springen, want we liepen op een gegeven moment aan de andere zijde van de beek terug.
De Oekense beek is een lange, gekanaliseerde beek die de omgeving van de Brummense landgoederen visueel doorsnijdt. Mede door beperkte overgangen is deze lastig te overbruggen.
Verderop kwamen we nog door de natuurgebieden Voorstonden en Leusveld. Huize Leusveld, uit 1911 werd rond kwart voor vijf gepasseerd. Nadat we de Rhienderensche Beek hadden gekruist werd de fruitpost bereikt. We waren verbaasd dat deze onbeschut lag. Na kasteel Engelenburg werd de finish om klokslag half zes bereikt.
Het was een hele mooie tocht geworden. Vooral de bijna 3 km lange Mestweg was heel mooi. We danken de organisatie voor deze tocht. Het IVV-nummer was 11631.
|