Op zaterdag 29 december 2012 organiseerde de FLAL de Koelandsteeg wandeltocht. De start was vanuit de kantine van voetbalvereniging Haren, gelegen op sportpark de Koepel te Haren. We spraken de wandelaar bij de start waarvan we vernomen hadden, dat de voorgaande dag bij hem een kies was getrokken. We vroegen hem of het wel weer ging waarop hij antwoorden dat hij niet op zijn tanden loopt. Er zijn wandelaars die soms wel op hun tandvlees lopen, maar dat is een ander verhaal. Ook zagen we sinds lange tijd Alie uit Beetgum weer. Het is er in de drukte bij de start niet meer van gekomen om haar te spreken, maar we wensen jou natuurlijk het allerbeste toe. Even voor negen uur kregen we van de voorzitster de routebeschrijving van het 35 km parkoers persoonlijk uitgereikt.
Het was bij de start nog niet echt licht. We besloten daarop nog even te wachten met fotograferen. Over de Onnerwegweg, Hertenlaan, Ruitersteeg, Westerse Drift, Emmalaan en Nesciolaan werd, nog steeds in Haren, de Vondellaan bereikt. Deze staken we over en volgden een water aan onze rechthand en weilanden aan onze linkerhand. We liepen de bebouwde kom van Haren weer in en nabij het Hendrik de Vriesplantsoen kregen we uitzicht op molen De Hoop.
We kwamen uit op de Rijksstraatweg en volgden deze naar Groningen. Als je niet beter wist, dan zou je denken, wat daar nou aan is om met een wandeltocht 2 km langs een verkeersweg te lopen. Toch viel het alleszins mee. Want langs de kant van de weg stonden talrijke fraaie huizen die haast de groottte van een kasteel hadden. Op de info van de FLAL was al melding gemaakt dat de plaats Haren het Wassenaar van Groningen is. Op mijn overnachtingadres in Haren, vernam ik dat als je mensen vertelt dat je in Haren bent komen wonen, dat dan de eerste vraag is of je aan de westzijde van de spoorlijn woont of aan de oostzijde. Want aan de westzijde van de spoorlijn woont over het algemeen de gegoede burgerij. En wij liepen langs de westzijde van de spoorlijn.
Van een medewandelaar vernamen we, dat de Rijksstraatweg aangelegd was op een uitloper van de Hondsrug en derhalve wat hoger lag. De weg werd in het verleden door de Romeinen gebruikt voor het innen van belastingen. Enkele namen van opvallende huizen waren 't Huis de Wolf, 't Klaverblad en Hondsrug.
Naast een benzinepompstation was de inrit naar stadion Essenberg. Groningen werd bereikt. Over de Esserweg liepen we in de richting van buurtschap Essen. We passeerden daarbij begraafplaats Esserveld. Maar voor buurtschap Essen verlieten we de Esserweg en de plaats Groningen weer. Over de Kerklaan liepen we Haren weer in. Daarbij kwamen we nog langs de Biologische Wijngaard De Groene Parel en Hortus Haren. Laatstgenoemde gaat pas op 1 april open. We gingen er van uit dat dit geen 1 april mop is, want het is dan ook pasen.
Vanaf de kruising van de Kerklaan met de Kromme Elleboog liep de route gelijk met mijn aanlooproute vanaf mijn overnachtingadres. Bij de Oude Brinkweg vroegen we aan een dame of dat de weg was, waaraan het huis lag waar het bekende facebookfeestje werd gehouden. Ik had namelijk gehoord dat de desbetreffende straat evenwijdig liep met de Kromme Elleboog. Maar het bleek een weg verderop te zijn, namelijk de Stationsweg.
Meteen na de Stationsweg lag aan onze rechterhand Het Witte Kerkje dat ook op de gevoelige plaat werd vastgelegd. We kwamen bij de hoofdingang van sportpark Haren welke tekst op een grote steen stond ingegraveerd samen met het stichtingsjaar 1953. Nu heeft dit sprotpark de naam De Koepel. We konden hier rusten bij een afgelegde afstand van 10 km, maar we besloten door te lopen.
We staken de spoorlijn van Assen naar Groningen over en kwamen langs de werkplaats van Nedtrain. Bij het begin van de Dorpsweg van buurtschap Onnen sloegen we af en volgden het fraaie Boerlandspad. Verderop kwamen we langs de natuurijsbaan van Onnen. Door de relatief hoge temperatuur van 11 graden lag er uiteraard geen ijs op de ijsbaan.
Na de Koepelkerk volgden we de Koelandsdrift. In een weiland werd net een pony en een wit paard voorzien van stro. Toen we aan de boerin vroegen of dat nou het paard van sinterklaas was, antwoordde zij dat haar schoonzus dat ook al had gevraagd toen ze het paard kreeg. Toen we de Lisahoeve passeerden moest ik aan mijn buurmeisje denken die Lisa heet.
Na de Koelandsdrift kwamen we ook nog over de Koelenbergsteeg. Hoe de organisatie van deze wandeltocht aan de naam Koelandsteeg is gekomen, is mij nog niet duidelijk geworden. Als ik de naam via google.nl opzocht, kreeg ik alleen verwijzingen naar deze wandeltocht.
Een week later, met de FLAL-tocht vanuit Eernewoude, heb ik de parkoersbouwer en dus ook de bedenker van de tochtnaam gesproken. Hij zei dat we tijdens de wandeling de Koelandsteeg een keer gekruist hebben en dat dit de naam van de tocht is geworden. Daarop heb ik de ingetekende route grondig bestudeerd. Er is geen straat met de naam Koelandsteeg, die we gekruist hebben. Wel is er een straat met de naam Koelandssteeg. Conclusie: de naam van de wandeltocht is foutief weergegeven.
Over de Appelbergenweg kwamen we nu bij een groot moerasgebied met de naam Grote Veen dat gelegen is in bosgebied Appelbergen dat op zijn beurt weer onderdeel is van de Hondsrug. Voor een huis langs de Appelbergenweg stond in de voortuin de contouren van een grote arrenslee met rendier ervoor, die bij donker weer met verlichting beter uit de verf zou komen dan nu met de zonneschijn. Bij een groot ven stond een monument ter nagedachtenis aan de omgekomen mensen tijdens de meistaking van 1943.
Het 'Monument Slachtoffers Meistaking 1943' in Glimmen (gemeente Haren) is een Drentse zwerfkei, waarop twee bronzen plaquettes zijn aangebracht. De gedenksteen is geplaatst op een aantal kleinere keien. Het monument is 1 meter 10 hoog, 70 centimeter breed en 50 centimeter diep.
De tekst op de linker plaat luidt: OMGEBRACHT TIJDENS DE MEISTAKING 1943; daaronder volgen 15 namen met daaronder de tekst: ZIJ LIGGEN IN DIT VEENMOERAS BEGRAVEN MAAR ZIJN NOOIT GEVONDEN.'
De tekst op de rechter plaat luidt: OMGEBRACHT TIJDENS DE MEISTAKING 1943; daaronder volgen 19 namen met daaronder de tekst: BIJ DEZE PLEK ZIJN ZIJ IN 1945 TERUGGEVONDEN EN ELDERS BEGRAVEN.'
Het water achter het monument is ontstaan door de afgravingen door de Landmacht, toen ze in september 2003 de vermisten probeerden op te graven. Tot die tijd was het venig moeras.
Even voorbij paviljoen Appelbergen kwamen we de parkoersbouwer op de fiets tegen. Hij maakte een praatje met een wandelaar. Na het Kleine Veen volgden wij de Hoge Hereweg, die even later overging in de Zuidlaarderweg.
Nu werd op 17 km Herberg De Blankehoeve bereikt. Buiten stond een tafel waar koffie en thee gekocht kon worden evenals een appelpunt. Wij kozen ervoor om binnen te zitten en daar kon ook koffie en thee gedronken worden. In de herberg waren talrijke ruimtes. Wij hebben niet de moeite genomen om ze allemaal te bezoeken, want in één ervan moest een man van de EHBO zitten die ons startnummer had kunnen noteren. Wij hadden trouwens goede herinneringen aan deze herberg want van vrijdag 14 op zaterdag 15 september van dit jaar hadden wij hier overnacht tijdens onze rondwandeling over het Drenthepad. Hoewel deze herberg een km van het Drenthepad verwijderd was, was op dat moment deze overnachting het geschiktste.
Het fraaie landhuis werd rond 1850 gebouwd in opdracht van Jonkheer Mr. Oncko Queryn van Swinderen. Hij kocht de grond destijds voor 400 gulden en liet er een architectonisch hoogstandje op bouwen. Het huis had veel bekijks door de smeedijzeren balustrade die destijds veel voorkwam in het Middellandse Zeegebied.
Het landhuis kent een rijke geschiedenis en heeft verschillende functies gehad. Het gebouw had zelfs jarenlang een andere naam, Blankeweer. De naam is afkomstig van een vesting (sterkte) die al sinds 1400 bestond om de verbinding met Groningen en het zuiden te controleren. Die sterkte is destijds gebouwd door Frederik van Blankenheim, toenmalige Bisschop van Utrecht. De naam is dan hoogstwaarschijnlijk ook samengesteld uit Blankenheim en sterkte, wat een ander woord is voor 'weer'. Vandaar de naam Blankenweer.
Vanaf ongeveer 1875 tot 1907 verhuurt Jonkheer van Swinderen zijn grote landhuis voor 200 gulden per jaar aan Ipojé Kranenburg. De familie Kranenburg was destijds eigenaar van de tabaks- en sigarenfabriek 'De Groninger Vlag', de voorloper van Niemeyer Tabak. De Blankeweer was voor de rijke familie slechts een zomerverblijf, waar zij zo nu en dan met het hele gezin met paard en wagen, en later met de paarden- of stoomtram, naartoe reden. Toch was de familie zo gecharmeerd van het huis dat zij er steeds vaker naartoe gingen. Zo werden zij de eerste forensen in het gebied. Nadat Kranenburg in 1907 de huur opzegde, werd het huis nog bewoond door de families Mellema en Abbring. In de jaren '30 werd de Blankeweer volledig opgeknapt waarbij en deel van de oorspronkelijk schoonheid verloren ging.
Na lange tijd dienst te hebben gedaan als woonhuis, werd het landhuis in 1959 opgekocht door het Algemeen Welzijnsfonds. Opnieuw werd er ingrijpend verbouwd, zo werden de paardenstallen afgebroken en werd de woonkamer twee keer zo groot gemaakt. Dit alles om een twintigtal verstandelijk gehandicapten te huisvesten. Later kwam het pand in handen van stichting NOVO zodat de Blankeweer tot 1996 een woongemeenschap voor verstandelijk gehandicapten herbergde.
We liepen weer verder en dwaalden nu een tijdlang door het Noordlaarderbos in de provincie Groningen. Daarna voerde ons pad over de Vijftig Bunder. Deze weg liep langs natuurgebied Vijftig Bunder. De kaart gaf aan dat hier een tankgracht uit de 2e wereldoorlog ligt.
Tankgracht in natuurgebied 50 Bunder te Westlaren
Het geallieerde leger werd bij de bevrijding van Drenthe geconfronteerd met kilometerslange tankgrachten, aangelegd in het najaar van 1944 en het voorjaar van 1945 (de zogenaamde Frieslandriegel). Nog altijd kan men in het voorjaar, wanneer het land onbebouwd en vers geploegd is, aan de kleurverschillen zien waar in de oorlogstijd de tankgracht gelopen heeft. In natuurgebieden was het echter niet meteen nodig de tankgrachten te dichten en dat bleef eigenlijk zo. Dit heeft tot gevolg dat in de natuurgebieden van Drenthe nog honderden meters aan tankgracht te vinden zijn.
Na camping Tienelsheem en camping De Timp werd over de Tienelsweg Zuidlaren bereikt. We liepen niet door het centrum. In Zuidlaren liggen zeven brinken. Wij bezochten een brink aan de Koningstraat. Hier lag een oude drinkpoel waar we langs liepen.
Over de Schutsweg werd Zuidlaren verlaten. In het buitengebied waren een aantal jagers actief. Wij wilden twee jagers ongemerkt op de foto zetten. Dat lukte echter niet. Toen we dichter bij de jagers kwamen vroegen zij of de foto gelukt was. Toen we zeiden, dat dit niet het geval was, zeiden ze dat we nog een poging mochten doen. Ze riepen zelfs hun jachthond erbij, zodat die ook op de foto kwam.
Via buurtschap Tolhuis werd de provincie Drenthe verlaten. Daarop werd Noordlaren bereikt. Via de fraaie Kerkstraat werd de Bartholomeuskerk bereikt.
De Bartholomeuskerk te Noordlaren was in de 13e eeuw de opvolger van een houten kerkgebouwtje dat bij een kloosterboerderij hoorde. Het is een eenbeukige gotische kerk bij een vroeg 13e eeuwse bakstenen toren. In de toren hangt een klok uit 1721 en het klaviersorgel werd in 1876 gemaakt door van Oeckelen uit Glimmen.
Hier tegenover lag in Dorpshuis De Hoeksteen op 28 km de derde binnenrust. Binnen hingen aan de muren talrijke fraaie wandkleden. We vervolgden ons pad weer en passeerden op korte afstand het haventje van Noordlaren dat aan het Noordlaardervaartje ligt en het naastliggende voormalige Huiskamerrestaurant Het Oude Veerhuis. Sinds 24 september 2012 werd dit pand weer als woonhuis ingericht. Over de Lageweg werd Noordlaren verlaten en er werd weer koers gezet naar het Noordlaarderbos.
Het Noordlaarderbos is na 1880 aangeplant als productiebos. Natuurmonumenten haalt plaatselijk lariks, fijnspar, en douglas weg waardoor ruimte ontstaat voor inheemse soorten als berk, beuk en eik.
In een gemengd bos voelen meer diersoorten zich thuis. In het Noordlaarderbos komen veel roofvogelsoorten voor: sperwer, havik, ransuil en wespendief. Ook broeden er de wielewaal en nachtegaal. Het bos wordt veel bezocht door reeën. Andere zoogdieren die er voorkomen zijn steenmarter en hermelijn.
In de late steentijd liep hier de enige betrouwbare weg in de omgeving. In de middeleeuwen werd deze route, die een verbinding vormde tussen Coevorden en Groningen, intensief gebruikt. Wanneer de weg in natte perioden onbegaanbaar was, maakte men een spoor parallel aan het oude. In droge tijden verstoven de oude, kapot gereden sporen. Zo ontstonden de hoogteverschillen in het bos. Sommige sporen zijn nog herkenbaar als diepe groeven die van noord naar zuid lopen.
Langs de Leemweg lag een smalle sloot waar het water opvallend hard stroomde. Vanwege wateroverlast was er verderop een parkoerswijziging. Na paviljoen Appelbergen werd de spoorlijn Groningen-Assen weer gekruist. Nu bevonden we ons in Glimmen. Op een parkeerplaats langs de Hoge Hereweg zagen we nog een 47 jaar oude Volvo Amazon staan. Op de hoek van de Hoge Hereweg en de Oude Boerenweg in buurtschap Harendermolen stond een huis met mooie wit/rood/groen gekleurde luiken.
Bij de spoorwegovergang, waar we op de heenroute overgestoken waren, verliet ik de route. Het was nu niet ver meer naar de finish. We hadden de auto's op de parkeerplaats al zien staan. Aan een medewandelaar had ik mijn startkaart met nummer 001 al afgegeven. Ik liep nu de kortste weg naar NS station Haren. Hierdoor kon ik een eerdere trein huiswaarts nemen en was ik nu om 7 uur thuis in plaats van half acht.
Hoewel de eerste 10 km parkoerstechnisch wat tegenviel, waren de talrijke grote huizen het aanzien meer dan waard. Bovendien was het nu in de bossen door de vele regenval erg drassig en modderig. Wat dat laatste betreft kwamen we in de route van de 25 km nog volop aan onze trekken. Het was een hele mooie droge dag geworden. Er deden 425 wandelaars mee. We willen de organisatie hartelijk danken voor de organisatie van deze tocht.