Fotoreportage alle foto's in het klein van de tocht diavoorstelling foto's nabestellen de in­ge­te­ken­de route zoals deze op www.afstandmeten.nl staat Terug naar het overzicht van de wandelverslagen van alleen FLAL-tochten Naar de alternatieve homepage van FLAL Terug naar de homepage van Henri Floor De Weerribbentocht

De Weerribben tocht met de FLAL vanuit Oldemarkt op 15 december 2012

langs de IJsselhammerweg te IJsselham Op zaterdag 15 december 2012 organiseerde de FLAL De Weer­rib­bentocht. De start was vanuit Za­len­cen­trum Dalzicht te Oldemarkt in de pro­vin­cie O­ver­ijs­sel. De route voerde aanvankelijk door het ei­ken­hout­land­schap van Paasloo. Daarbij liepen we even over het grondgebied van de provincie Fries­land. Daarna liepen we dicht langs de plaats Ol­de­markt om ver­vol­gens het Noordervenerbosch in te duiken. Daarna kwa­men we nog door buurt­schap IJs­sel­ham. De zon kwam er door en zorgde voor fraaie kleur­scha­ke­rin­gen die uiteraard op de ge­voe­li­ge plaat werden vastgelegd. Langs het Steen­wijk-Os­sen­zijl kanaal liepen we naar Os­sen­zijl.

Aan het begin van de 15e eeuw werd er een zijl of sluis aangelegd in de Zuidwende dijk op de plaats waar de Oudewegsloot (later de Ka­len­berger Gracht) werd ver­bon­den met een sloot naar de Linde. Omdat de zijl werd aangelegd in opdracht van de fa­mi­lie Osse, sprak men hierbij van Os­sen­zijl. De naam wordt voor het eerst genoemd in 1437. Later is hier de gelijknamige buurt­schap ontstaan. De fa­mi­lie Osse bezat tot in de 20e eeuw veel onroerend goed aan weerszijden van de Linde.

De Weerribben tocht met de FLAL vanuit Oldemarkt op 15 december 2012

Langs het Breeweerse pad Aan de rand van Ossenzijl was langs de Hoogeweg in natuurrecreatiebedrijf De Gele Lis op 13,2 km de eerste binnenrust. Het was er behoorlijk druk. Na toiletbezoek besloten we door te lopen. Op­nieuw liepen we door het Noordervenerbosch. Hier voer­de het pad onder andere over het Zompies zoek­pad. Wij hoefden hier niet te zoeken want de wan­del­rou­te was gemarkeerd. We ver­volg­den de Hoo­ge­weg. Dit was een lange asfaltweg die Ossenzijl met Ka­len­berg verbind. Maar deze weg liep wel mooi door natuurgebied. Op beschutte plaatsen lag nog ijs op het water. Op 17½ km was de 2e binnenrust in café res­tau­rant en Pan­nen­koe­ken­res­tau­rant De Weer­rib­ben. De wandeling voerde grotendeels door Na­ti­o­naal Park Weer­rib­ben-Wieden

De natuur van Na­ti­o­naal Park Weer­rib­ben-Wieden ziet er ongerept uit, maar dat is slechts schijn. Vanaf de twaalfde eeuw veranderde dit veenmoeras onder invloed van de mens. Er werden dijken aan­ge­legd waardoor de invloed van de Zuiderzee afnam. Sloten werden gegraven om het gebied te ontwateren en zo voor bewoning ge­schikt te maken. Toen men ontdekte dat gedroogd veen als brandstof kan dienen, werd turfwinning eeuwenlang de belangrijkstee brood­win­ning.

De Weerribben tocht met de FLAL vanuit Oldemarkt op 15 december 2012

in het Noordervenerbosch De turf werd in lange banen uitgebaggerd, waarbij men steeds een strook uitspaarde om de turfbagger daarop te laten drogen. Deze stroken noemde men legakkers. Er was grote vraag naar turf als brandstof. Daarom werd er veel turf gewonnen. De trekgaten werden steeds breder gemaakt en er kon bij storm een behoorlijke golfslag in ontstaan. Zelfs zoveel dat de smalle legakkers weggeslagen werden. Hierdoor zijn de grote plassen van De Wieden ontstaan. Na twee grote stormen, in 1775 en 1776 is zelfs het dorp Beulake in de golven verdwenen.

In De Weer­rib­ben kwam de turfwining later op gang. Men was inmiddels door ervaringen in De Wieden wijs ge­wor­den. Er werden regels gesteld aan de breedte die legakkers minimaal moesten hebben. Grote plassen zijn daar dan ook niet ontstaan. Ook in naam 'De Weer­rib­ben' is het ver­ve­nings­land­schap terug te zien 'Ribben' zijn de smalle stroken land waarop de uitgebaggerde turf te drogen werd gelegd. 'Weren' zijn de uitgeveende delen die weer vol­lie­pen met water.

De turfwinning bleef tot 1920 voor de streek van grote betekenis. Mede door de komst van nieuwe brandstoffen werd de turfwinning onrendabel. De mensen in het gebied schakelden over op andere inkomstenbronnen en vonden die in kleinschalige landbouw, visserij en rietteelt. Ondertussen werd men zich bewust van de natuurlijke en cultuurhistorische rijkdom van het door mensenhand gevormde landschap. Landbouw was in het natte moerasgebied zeer arbeidsintensief, omdat alles met de boot over het water moest. Boeren die stopten, verkoch­ten hun land aan natuurbeschermingsorganisaties. Tegenwoordig werken deze organisaties samen met de plaatselijke bevolking aan het behoud van deze rijke erfenis.


De Weerribben tocht met de FLAL vanuit Oldemarkt op 15 december 2012

langs de Hoogeweg Het tempo zat er nog steeds goed in en we besloten de rust in café res­tau­rant en Pan­nen­koe­ken­res­tau­rant De Weer­rib­ben ook over te slaan. We ver­volg­den de wandeling over de Hoogeweg. Daarbij kwa­men we langs ver­ve­nershuisjes en molen De Wicher. Even verderop kwa­men we ook nog langs een paaltjasker. Na de splitsing met de 25 km liepen we door buurt­schap Wetering. We liepen hier op korte afstand langs de Nieuwegracht Wetering. Daarbij kwa­men we nog langs een gemaal en een bo­ten­hel­ling.

Het ge­maal We­te­ring is één van de vier ge­ma­len die in 1941 zijn ge­bouwd bij de aan­leg van de ont­gin­nings­pol­ders in Noord­west-O­ver­ijs­sel. Het gemaal We­te­ring heeft drie pom­pen met een ca­pa­ci­teit van 225 m³ per mi­nuut. Twee van de drie pom­pen van het ge­maal We­te­ring zijn ge­re­vi­seerd in 1998 en nu in ge­bruik. Ook de bei­de mo­to­ren zijn ver­nieuwd. De ge­re­vi­seer­de pom­pen zijn van het fa­bri­kaat Werk­spoor, ty­pe cen­tri­fu­gaal. Het materiaal van de pomp­hui­zen is gietijzer. De derde pomp is in oorspronkelijke staat gebleven en de bedoeling is om deze installatie weer in de oorspronkelijk staat op te bouwen. De oude materialen zijn grotendeels bewaard gebleven.

De Weerribben tocht met de FLAL vanuit Oldemarkt op 15 december 2012

gemaal in Wetering Het gemaal Wetering heeft bijzondere cultuurhistorische waarde. Dit blijkt onder andere uit de opstelling van de bemalingsinstallatie. Het gemaal bemaalt twee polders, namelijk Wetering-oost en Wetering-west. De beide polders zijn via een onderleider met elkaar verbonden. Het water wordt van twee kanten aangezogen en onder 45 graden geloosd op de boezem. Verder is het gebouw voorzien van bijzondere bouw­kun­di­ge kenmerken. Dit blijkt uit zand­ste­nen­or­na­men­ten visjes, een wapensteen van voormalig waterschap Vollenhove en tal van overige bouwkundige kenmerken.

Sinds het gemaal Wetering in 1941 is gebouwd, is er uitsluitend klein onderhoud gepleegd aan het gebouw. Bij een inspectie in 2001 werden ernstige gebreken ge­con­sta­teerd aan de buitenzijde. Vooral het dak was een probleem omdat er lekkage ontstond. Dit leverde pro­ble­men op voor de elektrische mo­to­ren en de besturing. Besloten werd om het gemaal grondig te res­tau­re­ren. Begin 2004 is de res­tau­ra­tie afgerond. Sinds­dien is de bouwkundige staat van het gemaal weer optimaal.


Waar de Nieuwegracht Wetering over ging in de Heuvengracht Wetering staken we deze over. Nu zetten we koers naar buurt­schap Ne­der­land. Een plaatsnaambord troffen we niet aan, maar we had­den er ook niet op gelet, want we kon­sta­teer­den pas na afloop van de tocht dat we bij Ne­der­land waren geweest.

De Weerribben tocht met de FLAL vanuit Oldemarkt op 15 december 2012

buurtschap Nederland Ne­der­land is een enkele kilometers ten noorden van Blokzijl gelegen dorpje met nu ongeveer 25 inwoners, aan de weg van Baarlo naar Scheerwolde. De buurt­schap is in de 16e eeuw ontstaan. De naam duidt op laaggelegen land, vergeleken met het hoogveen dat eertijds in de buurt van de nederzetting lag. Maar Ne­der­land zelf is gesticht op een zandige hoogte in het landschap, wellicht een oude o­ver­wal van De Beek. De Beek of Beke diende voor de af­wa­te­ring van de hoge gronden ten westen van Steenwijk toen het hoogveen daar nog aanwezig was. Ten zuiden van Ne­der­land kwam de Beek uit in de Steenwijker Aa en zij vorm­de de grens tussen de kerspelen Vollenhove en Blan­ken­ham.

Langs de Heer van Diezenvaart ligt een bijzonder fiets- en wandelpad. Aan het begin van dit pad staat een vo­gel­kijk­hut. Vanuit de vogelobservatiehut kijkt u uit over de uit­ge­strek­te rietvelden van De Weer­rib­ben.

In de 19e eeuw was de nederzetting Nederland veel groter. Het dorp bestond destijds uit drie delen: Noord-Belt, Ne­der­land en Zuid-Belt. Er was een eigen school, waar J. de Dood, o­ver­le­den in 1892, de laatste schoolmeester was. De bevolking leefde van de vervening, maar toen die activiteit langzaam opschoof richting de nabijgelegen dorpen Wetering en Ka­len­berg, ver­plaat­sten de ver­ve­ners, de turfmakers en de school zich ook. Het graf van meester J. de Dood, in leven 'de laatste schoolmeester van Ne­der­land', vindt men vlakbij Ne­der­land op het kerkhofje van Baarlo. Wanneer hij aan het wandelen was, zei men, "de dood waadt door Ne­der­land". Na zijn dood in 1892 werd het schooltje ver­plaatst naar het verderop gelegen ‘Wetering’. In 2005 is een postzegel aan dit buurt­schap gewijd.

De Weerribben tocht met de FLAL vanuit Oldemarkt op 15 december 2012

Kalenberg Even voor vogelkijkhut De Weer­rib­ben zagen we aan de overkant van een kanaaltje mannen bezig om riet te dorssen. Verder volgden we over een be­bla­derd as­falt­fiets­pad de Heer van Diezenvaart op korte afstand parallel. Nu kwa­men we in Ka­len­berg. Hier maakten we veel foto's.

De geschiedenis van Ka­len­berg is nauw ver­bon­den met de geschiedenis van IJs­sel­ham. Toen IJs­sel­ham in tweeën werd gesplitst omdat een gedeelte van het dorp zich naar het oosten en een gedeelte zich naar het westen ver­plaat­ste, ontstond aan het zuidelijke gedeelte van de Oude Weg, de oorspronkelijke occupatie-as van IJs­sel­ham, na enige tijd toch weer een nieuwe buurt­schap. In 1313 wordt deze buurt­schap voor het eerst genoemd. Men spreekt dan van de 'Vrijstrate'. In 1323 werd deze buurt­schap voor het eerst 'Ka­len­berghe' genoemd. Som­mi­ge onderzoekers be­we­ren, dat de benaming 'Vrijstrate' erop duidt, dat Ka­len­berg zich reeds vroeg heeft bevrijd van de horigheid. In de 14e eeuw zouden er al eigen dorps­ra­den, 'consules' zijn geweest.

Ka­len­berg ligt aan de Ka­len­berger Gracht, die loopt langs de Oude Weg, de oorspronkelijke occupatieas van IJs­sel­ham. De Ka­len­berger Gracht sluit aan op de A­rem­ber­ger Gracht, die van Zwartsluis naar Belt-Schutsloot loopt. In vroeger tijden was het een drukke scheep­vaart­rou­te van Zwartsluis naar Friesland. In onze tijd wordt de route vooral gebruikt voor de pleziervaart. De Ka­len­berger Gracht begint oostelijk van Muggenbeet, aan het zogenaamde Einde van het Diep, in het Steenwijkerdiep of Nieuwe Diep en loopt vandaar in een rechte lijn in noord-westelijke richting naar Ossenzijl, waar de Gracht aansluit op de Linde en de verdere wateren in Friesland zoals de Helomavaart.


De Weerribben tocht met de FLAL vanuit Oldemarkt op 15 december 2012

Kalenberg De plaatselijke kerk was volgens mijn kaart nu eetgelegenheid 't Lokaal.

De kerk van Ka­len­berg is in 1881 als zodanig in gebruik ge­no­men. Maar ze is al gebouwd in 1843. Als kerk wordt ze niet meer gebruikt. Ze is gekocht door de buren, de fa­mi­lie Jongschaap, eigenaar van het recreatie- en rond­vaart­be­drijf De Vrijstate. Ze woonden ernaast en koch­ten het in 2005. De kerk was toen al lang voor de e­re­dienst gesloten. De oude naam is terug: ’t Lokaal. Vrij­dag 27 april 2007 is het gebouwtje in gebruik ge­no­men als ex­po­si­tie­ruim­te. Bij de inrichting en renovatie is de preekstoel en het glas-in-lood gebleven. En buiten is een groot terras waar men heerlijk aan het water van de Ka­len­ber­ger­gracht kan zitten.

We kwa­men weer in café res­tau­rant en Pan­nen­koe­ken­res­tau­rant De Weer­rib­ben. Nu besloten we hier wel te rusten. De afgelegde afstand bedroeg hier ongeveer 30 km. Een wandelaar, die niet van mij gewend is dat ik zo snel loop, vroeg informatief of ik de 25 km route liep. De laatste 5 km werden verder zonder pro­ble­men afgelegd. Na 6:20 uur werd de finish bereikt. Met een wandelaar uit Apeldoorn kon ik meerijden naar Zwolle. Vandaar reed ik verder met het openbaar vervoer huiswaarts.

naar de top van deze pagina

Henri Floor