Tweedaags Gronings wandelfestival Tocht om de Noord, zondag 30 september 2012

We hadden niet goed geslapen. We hadden overnacht in hotel De Boegschroef. Onze kamer lag vlak bij een generator die, zo hadden wij het idee, vrijwel de gehele nacht lawaai maakte. Normaliter worden we in de nacht enige malen wakker en slapen daarna weer snel in. Maar nu duurde het inslapen door het lawaai van die generator veel langer. Wat wel mooi was bij dit hotel, dat op steenworp van de startlocatie lag, was dat je vanaf 5 uur in de ochtend, speciaal vanwege de wan­del­tocht, kon ontbijten. Toen wij om kwart voor zes ontbeten, dachten we vanwege de zeer opgeruimde eetzaal, dat we de eerste waren. Het bleek dat al zeven kamers leeg waren.

De bus voor vertrek naar Bedum op zondag 30 september 2012 stond vlak bij de ingang van het hotel. Rond kwart voor acht kwamen we in Bedum aan en vertrokken vrij snel daarna. Bedum werd verlaten langs gebouw De Regenboog en de Walfriduskerk. Op het toegangshek van De Regenboog stond School met den Bijbel. Over het Zevenbruggetjespad, waarvan nog maar twee bruggetjes intact waren, liepen we naar Huize Ter Laan.

Het Zevenbruggetjespad is van oorsprong een kerkepad dat van Ter Laan naar Bedum liep. Er zijn in dit pad nooit zeven bruggetjes geweest. Zeven betekent hier veel. Een deel van het Zevenbruggetjespad is door nieuwbouw van Bedum verdwenen.

We staken de spoorlijn Groningen-Delfzijl over. Hoewel hier op zaterdag maar 1 trein per uur rijdt, was het nu extra rustig vanwege werk­zaam­he­den aan het spoor. Op de grens van de gemeente Bedum met Loppersum werden we middels een bord welkom geheten in de gemeente Loppersum. We zouden later nog vele malen welkom worden geheten. Bij het betreden van elk dorp, Loppersum telt 17 dorpen, stond het welkomstbord. De totale oppervlakte van Loppersum is 111 km².

De gemeente Loppersum ligt in de Fivelboezem: een inham aan de zee en de oorsprong van de voormalige rivier de Fivel: een prachtig cultuurlandschap. Aan de Fivelboezem heeft zich ongeveer 1000 jaar voor de jaartelling een kleikwelder ontwikkeld die omringd werd door een hoger gelegen kwelderwal. Deze kwelderwal werd bewoond vanaf ongeveer 650 voor Christus. Omdat het gebied bij extreem hoog water nog regelmatig onder water stond, hebben de bewoners verhoogde woonplaatsen opgeworpen, de z.g. wierden. Die wierden zijn nu nog steeds in het landschap herkenbaar.

Tussen 1000 en het midden van de 15e eeuw werd de Fivelboezem door haar bewoners ingepolderd, met behulp van kloosterlingen.

In de Mid­del­eeu­wen werden in alle dorpen kerken gebouwd, die vermaard zijn vanwege hun ar­chi­tec­tuur, gewelfschilderingen en orgels. Ook had in die tijd bijna ieder dorp een of meer borgen, de meeste zijn helaas in de 18e en 19e eeuw gesloopt.

De grote boerderijen, met hun prachtige onder ar­chi­tec­tuur gebouwde voorhuizen, getuigen van wel­ge­steld­heid van de boeren in de 19e eeuw. Ook ontstonden in die tijd grote siertuinen bij die boerderijen, de zogenaamde slin­ger­tui­nen. Loppersum is één van de mooiste landbouw­gebieden van Nederland. De huidige landbouw is modern met goed ontwikkelde bedrijven.


Er was al meteen een heel mooi welkom in de gemeente Loppersum. Bij de eerste boerderij langs de Fraamweg werden we getrakteerd op een ei. Hoewel we bij het ontbijt al een ei hadden gegeten, ging een tweede ei er ook goed in.

We staken de spoorlijn opnieuw over. In de tuin van een boerderij langs de Halteweg stonden beelden in de tuin. Daarop kwamen we langs een blauw raamwerk met aan de onderkant het internetadres www.landschapsbeheergroningen.nl. We maakten er een foto van, want we hadden het idee dat er een fotowedstrijd aan verbonden was.

We staken de Eemshavenweg / N46 over en langs de Wolddijk was een rustmogelijkheid. Er stond hier een Kaldi Mobiel, een koffie-apparaat waar we zelfs lekkere Latte Macchiato konden krijgen. Het duurde wel even voordat het gemaakt was en bovendien stonden er mensen voor ons. De vorige dag was pittig geweest. Ik besloot hier mijn rechterknie te verwennen met een mee­ge­no­men elastische steunband.

We vervolgden ons pad en staken de Wes­ter­wijt­wer­der­maar over. We liepen over de Cran­ge­weer­ster­weg. Kinderen stonden bij een afslag met snoepjes. We werden welkom geheten bij zorgboerderij De Heemen. Het duurde echter nog 1½ km voordat boerderij De Heemen daad­wer­ke­lijk werd bereikt. Eerst volgden we een breed graspad overgaand in een betonweg.

De Heemen is een bijzondere boerderij, waar zorg wordt besteed aan mens, dier en omgeving. Het is een open, ruime, en multifunctionele plek waar je mag zijn zoals je bent . De Heemen is dagelijks bezig met:
  • Boeren op een boerderij met 75 melkkoeien, weilanden en akkers. (62 ha)
  • Zorgen voor drie personen, kleinschalig op PGB (persoonsgebonden budget) basis.
  • Buurten voor mensen uit de omgeving. Er zijn ver­schil­len­de mogelijkheden om elkaar te ontmoeten en samen iets te ondernemen
  • Zorgen vanuit een voormalig arbeiderswoning, waar we van 9.00 tot 15.00 dagzorg bieden aan (jong)volwassenen, en van 15.30 tot 19.30 naschoolse zorg voor kinderen in de basisschoolleeftijd.
Op boerderij De Heemen hebben ze 75 melkkoeien en 50 kalveren. De landerijen zijn 62 hectare groot. Dit land wordt gebruikt om al het vee het hele jaar door te voeren. Ze hebben ongeveer 50 hectare weiland. Op het overige land verbouwen ze maïs en tarwe. In de twee oude schuren zijn ligboxen gebouwd voor de koeien en de kalveren. De hoogzwangere koeien verblijven in een nieuwe loods in een ruim strohok, met uitloop naar buiten. De kleinste kalfjes houden ze in strohokken. Daarnaast is er schuurruimte voor opslag van voer en machines.

De koeien worden twee keer per dag gemolken in een draaicarrousel. Het melken duurt elke keer ongeveer 2 uur. De koeien geven per dag gemiddeld tussen de 25-30 liter. De melk wordt om de drie dagen opgehaald en dient als grondstof voor allerlei zuivelproducten.

Er worden elk jaar ongeveer 60 kalfjes geboren. De meisjes blijven op de boerderij en worden na twee jaar melkkoe. Twee maanden voor het kalven heeft de aanstaande moeder een rustperiode en wordt zij niet meer gemolken. In de zomer lopen de koeien en de kalfjes in de wei.

Naast de koeien zijn er ieder voorjaar veel weidevogels. Zij beschermen hun nesten en hun jongen en treffen maatregelen om het de vogels zo veel mogelijk naar hun zin te maken.

Zij verbouwen maïs als voedsel voor de koeien. Het maïsperceel ligt aan een ommetje dat veel door mensen uit Stedum gelopen wordt. Rond het perceel loopt een maaipad dat open staat voor wandelaars.

Tussen het maïs en het maaipad staat vanaf mei tot en met september een bloemenrand. Dit heet een FAB rand (Functionele Agro Biodiversiteit). Deze bloemenpracht zorgt voor een beter evenwicht tussen schadelijke en niet schadelijke insecten. Zo kunnen we het nuttige mooi samenvoegen met het aangename.

De Heemen heeft een rijke historie. De boerderij staat op een kwelderwal. Op deze kwelderwal was 600 jaar voor Christus al bewoning. De zee drong regelmatig het kwelderlandschap van de Fivelboezem binnen en daarom werden woonplaatsen opgehoogd om perioden van hoge waterstand te overleven. Boerderij de Heemen ligt ook op een wierde en die ligt evenals een hele reeks boerderijen in een U-vorm in het landschap van Usquert naar Middelstum, door Cran­ge­weer naar Ten Post en weer omhoog via Garrelsweer, Wirdum, Oosterwijtwerd en Godlinze naar Spijk.

De boerderij is een rietgedekt rijksmonument. Het betreft een kop-hals-romptype uit 1826, met een gedeeltelijk onderkelderd voorhuis.


Bij de spoorwegovergang nabij station Stedum sloegen we af de Stationstraat in. Bij de be­graaf­plaats was een gebouw van de stichting historie Stedum. Hier doorheen voerde de route. Bij Pitt Fotografie bekeken we foto's van scheepswrakken.

We kwamen bij de Hervormde Bartholomeuskerk in Stedum. De kerk was niet te bezichtigen. Toen we er langs liepen hoorden we kerkgezang.

De hervormde kerk van Stedum is een grote romano-gotische kruiskerk uit de 13e eeuw. In de kerk bevindt zich een marmeren graftombe gemaakt door Rombout Verhulst voor Adriaan Clant in 1672 (Adriaan Clant was één van de ondertekenaars van de Vrede van Munster in 1648).

We liepen inmiddels door de Hoofdstraat van Stedum. Bij een stand werd een onderzoek gedaan naar onze gemoedstoestand. Er waren vier ver­schil­len­de gemoedstoestanden waaruit we er één konden kiezen die het beste bij ons paste. Voor elke gemoedstoestand was een apart gekleurd velletje papier waarop je je naam en woonplaats kon vermelden.

Nu werd koersgezet naar boerderij Niehof. In een grote schuur speelde een blaasorkest. Het klonk goed met de goede akoestiek. We dwaalden door de boerderij naar buiten en over een wit bruggetje werd de boerderij verlaten. Daarna liepen we nog over een bouwterrein. Het bijzondere hiervan hebben we niet kunnen achterhalen.

Boerderij Niehof staat aan de Lopsterweg. Het is een kop-hals-rompboerderij uit 1875. Hier heeft de Gro­nin­ger schrijfster Sien Jensema (1896-1994) gewoond, bekend van "Berend Kopstubber" (1939), "Hidde Betuun" (1952) en haar vrije bewerking van het bijbelboek "Ruth" (1984).

Over de Lellensterweg kwamen we bij boerderij Lutjewijtwerd. De bewoners reden net weg met hun auto.

Op een driesprong sloegen we af en bereikten het plaatsje Lellens. Net achter het bord van de bebouwde kom van Lellens werden we door drie dames welkom geheten. Ze zagen er zo mooi uit dat ze op de gevoelige plaats werden vastgelegd.

In Lellens bekeken we de plaatselijke kerk van binnen. Daarna kwamen we bij een schavot bij 2 in rode klederdracht geklede mannen die mij uitnodigde om mijn hoofd er in te plaatsen en daarop gefotografeerd te worden met mijn eigen toestel. Ik sloeg de uitnodiging af.

Voor een plattegrond van het voormalige huis te Lellens werd 't Proathoeske bereikt. Hier vonden we een plekje in de zon en enigszins uit de wind om de koffie op te drinken en een hapje te eten. Ook hier waren mensen verkleed, maar waar het om ging werd niet duidelijk. Het was deze dag ook al de tweede wandeldag en er trad al ver­moeid­heid op. In zo'n situatie ga je je niet meer in allerlei zaken verdiepen. Maar ik bleef wel fotograferen. Zo ver­moeid was ik nou ook weer niet. Lellens werd verlaten.

De volgende doorkomstplaats was Kröd­de­bu­ren dat onder Ten Post valt. Bij het naderen van Kröd­de­bu­ren kregen we zicht op molen Olle Widde uit 1812. Bij het bord van de bebouwde kom van Ten Post met daaronder de naam van Kröd­de­bu­ren hing een foto van de inwoners van het dorp. Er stonden 55 inwoners op de foto. Bij een Bed and Breakfast adres in Kröd­de­bu­ren was een stempelpost. Hier was tevens de start van de 23 km route. Langs een vijver werd Kröd­de­bu­ren verlaten.

Bij het Pie­re­wiets­houk­je volgden we de oude Stadsweg die naar Groningen liep.

Op de hoek van de Stadsweg en de Hemerterweg lag Pie­re­wiets­houk­je. Dit huis lag zodoende aan een historische knooppunt. De Stadsweg is vanaf Pie­re­wiets­houk­je tot aan de Meedenweg nog in de oorspronkelijke staat. Hal­ver­we­ge lag de borg Tammingahuizen. Het huis was vroeger een stopplaats van de postkoets, daar werden de paarden gewisseld. Je kon er ook slapen. Daarom stond achter het huis een hele grote schuur. Deze is in de oorlog weg gewaaid en later vervangen door een kleinere. Tot 1928 woonde Arnoldus Balkema in het huis. De naam Pie­re­wiets­houk­je is echter afgeleid van de volgende bewoners, namelijk van Piet Wierenga die Pierewiet werd genoemd, ook zijn zoon Dirk Wierenga werd Pierewiet genoemd. Het huis zou ongeveer ca 1950 zijn afgebroken. Van Pie­re­wiets­houk­je is niet veel beeldmateriaal bekend. Er bestaat één foto en een schilderij, gemaakt door meester Veldman, geschilderd in 1943. Om de historie van Pie­re­wiets­houk­je te markeren hebben de Gemeente Ten Boer en de Historische Vereniging Ten Post in 2008 een in­for­ma­tiebord geplaatst.

In het begin stonden teksten langs de kant van de grasweg zoals Het eindpunt kan nooit zo interessant zijn als de weg ernaar toe.

We kwamen uit op de Delleweg. Hier kwamen ons 3 Morgan sportauto's tegemoet gereden. Daarop werd Winneweer bereikt. Bij het gelijknamige café werden we verwelkomd door het Ainrommer Shantykoor. We gingen eerst op zoek naar koffie. Daarvoor moesten we het café in. Maar er werd gerookt zodat we het café sneller uit waren, dan dat we er in waren gegaan. We liepen weer terug naar het Ainrommer Shantykoor en luisterden naar hun optreden en rusten op een muurtje. We aten hier wat en spraken noodgedwongen ons mee­ge­no­men water aan.

Het koor is opgericht in 1999 te Eenrum, een dorp in de gemeente De Marne, prov. Groningen . Het koor bestaat uit ongeveer 25 leden. Onder leiding van zang pedagoge Annemarie de Bie uit Ezinge wordt er twee en drie stemmig gezongen. Het repertoire is shanty's en zeemansliedjes, in het Grunning's, Nederlands, Duits, Engels, Frans en Spaans. Ons motto "Wat wie doun, doun wie goud"

In Winneweer staken we het Damsterdiep over en vervolgden de Stadsweg. Bij een watertappunt konden we onze dorst lessen.

Na Winneweer werd Garrelsweer aangedaan. Deze plaats heeft de meeste indruk op ons gemaakt. Op 7 ver­schil­len­de plaatsen in dit dorp met 600 zielen, stonden inwoners ge­schied­kun­di­ge in­for­ma­tie te geven. Bij alle in­for­ma­tie werd steeds duidelijk dat ze het jammer vinden dat er geen HEMA in dit dorp is.

Onder vier bogen die door inwoners werd vastgehouden liepen we het dorp in. Bij de eerste in­for­ma­tie kon ook honing en jam worden gekocht. We besloten dit niet te doen, want we moesten de last dan natuurlijk wel zelf naar de finish meeslepen.

Voor Garrelsweer was ooit een grote toekomst weggelegd. Reden waarom het dorp in 1056 het markt-, tol en muntrecht kreeg toegekend. Maar daar dacht het riviertje de Fivel heel anders over. Het slibde dicht en in plaats van Garrelsweer werd Ap­pin­ge­dam de stad met rechten.


We kwamen bij de Hervormde kerk met grote be­graaf­plaats. Bij de kerk stond het monument Köster van Garrelsweer.

De Köster van Garrelsweer werd beroemd door zijn optreden tijdens een kerkdienst: Domie haar 's Zotterdag 's oavends bie Trientje Mui in kroug zeten, en doar was 't rieklijk loat worden. Nou mos e Zundag's mörgens wel preken. De köster haar gemainte verzöcht om te zingen, en dit was oflopen. Hai keek es schuuns noar boven, noar preekstoul. Domie zat ter er wel, mor was onder 't stichtelijk gezang hail ongemaarkt onder zaail goan. Köster, hail zachies:" Domie, 't is oet !, en nog es weer:" 't is oet Domie". Mor Domie dreumde dat e nog in haarbaarg zat en zee:" Den mout Trientje mui der nog mor weer ain ientappen" . Dat was nou nait zo hail stichtelk, moar 't was slim dudelk. Boeren en börgers knivvelden even, mor köster zee tegen gemainte:" Din maor eerst weer van veuren of aan"!

En zoo is 't spreekwoord in de wereld komen, as ter es wat mishottjet : Din maor weer van veuren of aan, net as de köster van Garrelsweer.

Kort samengevat: De dominee viel tijdens de kerkdienst bij de samenzang in slaap en de koster zei: We beginnen maar weer van voren af aan!

Langs het Damsterdiep loopt aan de noordzijde de Trekweg waarover ooit de schepen door het water werden getrokken.

De huidige Hervormde kerk is gebouwd in 1912. De kerk is gebouwd in Noord-Zuid richting. Omdat de vorige kerk in Oost-West richting stond is ter herinnering aan deze kerk de nok van de kerktoren in die richting gebouwd. De familie Rengers van de borg Tuwinga in Ten Post had het hier vroeger voor het zeggen. Bij het overlijden van Edzard Rengers hebben de klokken vijf dagen geluid. Oorspronkelijk waren de graven van de familie Rengers gelegen voor de preekstoel. Door de herbouw in 1912, met daarbij het draaien van de kerk, zijn de graven buiten de kerk komen te liggen.

In de 17de eeuw werd het Damsterdiep tussen de stad Groningen en Ten Post gegraven. In Ten Post werd het Damsterdiep aangesloten op het dan reeds bestaande water 'de Delf'. De schepen werden voortgetrokken over trekpaden als zeilen niet mogelijk was. In Garrelsweer is nog een klein stukje trekpad over: de Trekweg. In de bochten stonden rolpalen.

Halverwege de 11e eeuw was Garrelsweer, gezien zijn ligging bij de Fivel, de Delf en het Vismaar, een belangrijke plaats met handelsverbindingen in Noord- en Oost-Europa. In die tijd verwierf Garrelsweer naast het recht van markt en tol, ook het recht om munten te slaan. 950 Jaar later, in 2007, heeft Garrelsweer zijn eigen vlag gekregen. De Garrelsweerster vlag bestaat uit drie horizontaal kronkelende banen in de kleuren geel, blauw en groen. De blauwe baan symboliseert het Damsterdiep, de andere twee de omliggende voor akkerbouw gebruikte akkers en groene weilanden.

Niet de slag bij Heiligerlee in 1568 is het begin geweest van de 80-jarige oorlog maar scher­mut­se­lin­gen in Garrelsweer bij het Vismaar. Johan Rengers van Ten Post schreef hierover. Hij schreef dat op de 21ste mei 1568 Graaf Lodewijk, in eigen persoon, met 150 schutters en 20 paarden tussen Garrelsweer en het Vismaar 'scher­mut­sel­de' met het volk van Aremberg. Er vielen 9 doden. De heer Abel Eppens, die woonde op de wierde Eekwerd, bevestigde het schrijven van Johan Rengers toen het leven van Abel op schrift werd gesteld.

Tijdtafel in Garrelsweer
Al in 1979 heeft de toenmalige Commissie Dorpsvernieuwing Garrelsweer contact opgenomen met de Gemeente Loppersum om “ de mogelijkheid te onderzoeken om te komen tot een kunstwerk met betrekking tot de historie van Garrelsweer “. Door de gemeente werd de kunstenares Ina de Boer gevraagd hiervoor een ontwerp te maken. Ina de Boer maakt deel uit van het kunstenaarscollectief “ Voko Lichen “ in Weiwerd. Ze werkt veel met hout en het is dus ook niet verwonderlijk dat dit beeld uit hout is gemaakt.
Het eerste ontwerp van 1983 was erg uitgebreid met zelfs be­plan­tings­ad­vie­zen voor de omgeving. Het latere ontwerp van april 1984 was veel eenvoudiger en dit is het uiteindelijk ook geworden. Als plaats werd gekozen voor het grasveldje bij de Christelijke Basisschool. Op 31 mei 1985 werd het onthuld.
Op de foto hiernaast gaat over het muntrecht. Op 25 april 1057 wordt aan Gerleviswert (Garrelsweer) markt- tol- en muntrecht verleend door Koning Hendrik IV.
De middelste afbeelding stelt een kanon voor als verwijzing naar de 80 jarige oorlog. Volgens de kronieken van Johan Rengers van Ten Post en Abel Eppens van Eerwert, begon de 80 jarige oorlog met scher­mut­se­lin­gen bij het vismaar in Garrelsweer. Dit was op 21 mei 1568
De bovenste afbeelding stelt de horizon voor Een open horizon duidend op de toekomst.


De route voerde nog door de tuin van de voormalige burgemeesterswoning van Garrelsweer. Daar zagen we in een stal nog een paar (echte) ezels. Tussen Garrelsweer en Wirdum stonden een aantal traktoren te pronken langs te kant.

Daarop werd Wirdum bereikt. Hier kwamen we langs de statige Sybellema-heerd. Langs het Damsterdiep waren boten afgemeerd. In de plaatselijke school van Wirdum hingen fraaie kinderschilderijen. Bij het verlaten van Wirdum stond bij Melkveebedrijf Overzet een spandoek met de tekst De melkveehouders uit Wirdum groeten u.

Bij Eekwerderdraai staken we het Damsterdiep over. Door een bospassage kwamen we via Huize Rusthoven bij Huize Ekenstein. Hier was een stempelpost en de start voor de 15 km lopers. Drie leden van treifel.nl toonden hun muzikale kunsten.

Triefel maakt vrolijke volksmuziek uit West Europa. Dit doen we met tal van instrumenten, vaak net iets anders dan gebruikelijk, door traditionele melodieën bijvoorbeeld te combineren met Afrikaanse of Zuid-Amerikaanse ritmes. In de meeste nummers uit ons repertoire worden 2 doedelzakken begeleid door percussie (=slag­in­stru­men­ten) (djembé / cajón). Maar we gebruiken ook accordeon, didgeridoo (blaas­in­stru­ment) en onze stemmen. De melodieën die we spelen zijn grotendeels gearrangeerde traditionals (deels mid­del­eeuws), maar een aantal zijn ook speciaal voor ons geschreven

Over de Alberdaweg liepen we in de richting van Ap­pin­ge­dam. Langs de weg stonden stalletjes met kleurrijke kalebassen. Over de Tjamsweersterweg liepen we naar Tjamsweer.

Het wierdedorp Tjamsweer ontstond in de dertiende eeuw op een hoger gelegen kwelderwal. Vanaf de vijftiende eeuw concentreerde de beperkte dorpsbebouwing zich aan het zuidelijker gelegen Damsterdiep. Bij de kerk op de wierde bouwde men alleen een pastorie en een armenhuis.

De Hervormde kerk is een gepleisterde eenbeukige kerk met driezijdig gesloten koor en een slanke ongelede toren met lantaarn. Zeer waarschijnlijk werd in 1538 de dorpskerk herbouwd, nadat tijdens het beleg van Ap­pin­ge­dam in 1536 de twaalfde-eeuwse tufstenen kerk was verwoest tijdens scher­mut­se­lin­gen tussen de Bour­gon­di­ërs en Geldersen. Boven de dichtgemaakte zuidin­gang zit een latei (draagconstructie) met opschrift en het jaartal 1538, alsmede het wapen en de naam van Unico Ripperda.
Volgens een gedenksteen is de kerk in 1598 en in 1631 hersteld. De kerk is in 1880 gepleisterd en voorzien van gecementeerde grafrijstenen. De bouw van de slanke toren (ter vervanging van een in het midden van de achttiende eeuw ingestorte westtoren) is blijkens een fraaie gevelsteen in Lodewijk XV-vormen begonnen in 1748 en voltooid in 1776 met de koepelvormig bekroonde opengewerkte houten lan­taarn.
De bouw ge­schied­de in opdracht van Margarita Bouwina Rengers van Farmsum-Tjarda van Starkenborgh. In de toren hangt een klok uit 1678, gego­ten door F. Hemony en afkomstig uit de afgebroken kerk van Bellingeweer.
Naar plannen van P.L. de Vrieze zijn in 1967/1968 de toren en in 1976/77 de kerk gerestaureerd. Het omgrachte kerkhof bevat interes­sante grafmonumenten. De grafkelder van de familie Alberda van Ekenstein werd in 1883 gebouwd en heeft een ver­hoogd ingangsgedeelte in neogotische vormen met hardstenen details en boven de deur het familiewapen. De graftombe van de familie De Boer stamt uit om­streeks 1884. De gietijzeren grafmonu­menten voor H.D. Bos en zijn vrouw H.J. Huisman en voor T.L. Doornbos en zijn vrouw G. Omges werden beide gegoten door de Asser IJzergieterij van H.J. Koning te Foxham


Over het het Dominee Christophoripad liepen we nu naar Jukwerd. Hier bezochten we eveneens de plaatselijke kerk. Het gehele interieur van de kerk was verdwenen. Een kunstenaar had het geheel naar eigen smaak heringericht. Na de kerk heette de weg Kloosterweg.

Bij boerderij Akkermansheerd was weer een rustpost. Buiten op een tafel lag een suikerbiet waar we wat van af konden snijden om te proeven hoe het smaakte. Bij het bordje Geniet van hetgeen je ziet liepen we over een ponton naar de naastliggende boerderij. Op deze boerderij zagen we voor het eerst hoe een koe zichzelf met een draaiende borstel zich schoonmaakt.

We zagen dit voorval bij toeval. We dachten namelijk dat de route hier door de koeienstal liep. Dat hadden we namelijk al eerder meegemaakt. En aan het einde van de doodlopende stal zagen we het voorval van de koe met de draaiende borstel. In de Stands Swing over Melkstal konden ruim 100 koeien per uur gemolken worden.

De N53 werd gekruist en werd Marsum bereikt. Bij het toegangspad naar de Mauritiuskerk stond vermeld dat de kerk open was, maar er stond geen pijl dat we naar die kerk toe moeten lopen. We zagen dan ook diverse wandelaars de kerk voorbij lopen. Wij liepen er wel naar toe. De kerk heeft een heel opvallende blauw gekleurd orgel. Het werd echter niet duidelijk of het orgel ook bespeeld werd, want het stond op een vreemde plaats. Aan de achterkant van de kerk zagen we een paar oude grafstenen uit de 19e eeuw.

Even verder was een schuur open. Er stond onder andere een grote carnavalswagen in. Het gevaarte stelde een locomotief voor. Aan de wanden van de schuur hingen talrijke foto´s waaronder naakt­fo­to's van vrouwen.

Nu werd koers gezet naar Nansum. Langs de Nansumerweg zagen we meerdere bunkers uit de tweede wereldoorlog. Op de Nansumerweg in de richting van Delfzijl waren de bermen geel gekleurd door bloemen.

Na het bord van de bebouwde kom van Delfzijl kwamen we in Uitwierde. Op een groot grasveld stonden talrijke kraampjes. Stonden, want door het gevorderde duur was men druk bezig om alles op te ruimen.

We kwamen bij de Nederlands Hervormde kerk uit 1839. De kerktoren stond los van de kerkzaal. De toren kon worden beklommen. Daartoe moest je eerst een trappetje aflopen alvorens de trap naar boven kon worden bereikt. We zagen hier een bekend echtpaar, die inmiddels 13 jaar getrouwd zijn en hun domicilie in Heerlen hebben.

Even voor Biessum moesten we door een donkere tent lopen. Hier kregen we het geheime stempel. In Biessum waren ook verklede ruiters. De donkere tent waar we doorheen waren gelopen had ook een andere betekenis. Want we waren nu in het jaar 1812 terecht gekomen. We kregen in Biessum een dienstplichtige kaart uitgereikt. Deze dag was de Franse kolonel Maufroy in Biessum om te zeggen hoe blij hij is dat we ons hadden ingeschreven voor het leger van Napoleon.

Delfzijl werd bereikt. Bij het kunstwerk van Neptunes liepen we naar de zeedijk. Hier zagen we dat de opgestelde kanonnen werden ingepakt en weggevoerd. Jammer voor diegene, die na ons nog kwamen en die kanonnen niet konden zien. Nu was het niet ver meer naar de finish.

Als laatste kwamen we nog langs het Videopaviljoen Coop Himmelb(l)au in de haven van Delfzijl.

Het kunstwerk is vervaardigd door de Oostenrijkse architectengroep Coop Himmelb(l)au. Nadat het tijdelijk, in 1990, stond opgesteld in Groningen in het kader van de culturele manifestaite "What a Wonderful World" heeft het kunstobject zijn definitieve bestemming gekregen in Delfzijl. Het is het enige buiten-kunstwerk van Coop Himmelb(l)au in Europa. Een tweede kunstwerk staat in New York.
Alhoewel het in eerste instantie de bedoeling was dat het in de stad Groningen zijn uiteindelijke bestemming zou krijgen, lukte het de stad niet om een geschikte locatie te vinden. Delfzijl heeft er voor gezorgd dat het kunstobject niet langzaam wegroest en tot schroot vergaat. Het staat nu aan de dijk bij het nieuwe kantoor van Groningen Seaports.
Coop Himmelb(l)au is een coöperatie van Oostenrijkse architecten, opgericht door Wolf Prix, Helmut Swic­zins­ky en Michael Holzer. Zij vergaarden in 1988 in­ter­na­ti­o­na­le roem samen met Peter Eisenman, Zaha Hadid, Frank Gehry en Daniel Libeskind door de De­con­struc­ti­vist Architecture-expositie in het Museum of Modern Art.
Hun werk omvat ontwerpen van openbare gebouwen, kantoorgebouwen en onderzoeksfaciliteiten en ook theaters en ten­toon­stel­lings­ruim­ten. Het bureau bouwde in Nederland onder andere de bovenbouw van één van de paviljoenen van het Gro­nin­ger Museum, een "chaos van glas en staal". Voor de stad Leeuwarden ontwierp het bureau een podium op het Wilhelminaplein, maar dit werd niet gerealiseerd.


Wij hebben enorm genoten van deze tweedaagse. Wij willen de organisatie hartelijk danken voor de organisatie voor deze tocht. Als de gezondheid het toelaat, dan willen wij deze tweedaagse elk jaar lopen.


Henri Floor