
Op dinsdag 3 juli 2012 liepen we in Deventer eerst in rondwandeling. We zagen talrijke mooie gevels. De grote kerk was gesloten wegens renovatie. Maar de kerk hadden we nog niet zo lang geleden al bezichtigd vanwege de begrafenis van een oom. De 5 km lange rondwandeling werd uiteindelijk ingekort, mede vanwege de warmte en de te verwachte warmte in de loop van de dag.
Deventer is een van de oudste steden van Nederland en heeft een rijk historisch verleden. Al in de 8e eeuw was hier een handelsnederzetting, die zich snel ontwikkelde tot een van de weinige grote vroegmiddeleeuwse steden. In de 10e eeuw begon de grote opleving van de handel voor Deventer. Deze zette door tot ver in de late middeleeuwen. Deventer was een prominent lid van het Hanzeverbond en mocht zich zelfs Keizerlijke Vrije Hanzestad noemen. De keizerskroon siert dan ook nog steeds het stadswapen. Deventer was vooral in de 14e en 15e eeuw belangrijk als jaarmarktstad. De stad werd hèt ontmoetingspunt voor handelaren die overal vandaan kwamen. Het oude Deventer is goed te zien in de buurten het Bergkwartier en het Noorderbergkwartier, op de pleinen het Grote Kerkhof en de Brink.
We liepen weer naar het voetveer en pakte de route hier op. We liepen echter niet over het verharde voetpad maar een graspad dicht langs de IJssel. Bij het naderen van de jachthaven moesten we dat pad echter verlaten.
Verderop, toen de doorgaande verkeersweg scherp naar rechts afsloeg, verlieten we de weg en volgden een graspad naar de IJssel. Dit pad volgden we een paar kilometer. Ter hoogte van het kleine Blokhuis, het voormalige café Blokhuis te Terwolde, aan de overzijde van de IJssel, sloegen we eerder af dan we verwacht hadden. Dat had te maken met zandwinning hier in de uiterwaarden.
Verderop staken we de N337 over. Dat is ter hoogte van Diepenveen. We kwamen nu in Rande. Hier was een rustpunt. Coos had deze route al eens met een vriendin gelopen. Toen wij 200 meter voor het rustpunt bij een boerderij bij een bankje kwamen, stelde ik voor op het bankje te rusten. Maar Coos attendeerde mij op het rustpunt bij de boerderij.
Nu zetten wij koers naar Huize De Haere. Eerst kregen we, vanaf een boog bruggetje fraai uitzicht op De Haere. Verderop kwamen we bij een folie. Deze oud uitziende ruïne was pas 150 jaar oud. Toen we de folie betraden begon, onverwachts voor ons, een muziekje te spelen. We konden erbij gaan zitten om de muziek en het gezongen lied rustig in ons te laten opnemen.
Temidden van het statige groen van landgoed De Haere ligt de gelijknamige havezate. Het deftige landhuis stamt uit de 14e eeuw en kent een rijke geschiedenis van voorname bewoners en wapengekletter. De benedenverdieping van het kasteel is ingericht als uitspanning en kan in die hoedanigheid bezocht worden.
De gecombineerde strakke Franse en Engelse parkachtige tuin van het kasteel is zeker het bewandelen waard. Zeer apart is de zogeheten 'ruïne-folly' uit 1870. De toenmalige kasteelheer liet deze middeleeuws ogende ruïnetoren aanleggen als tuindecoratie. Voor die tijd een onbegrijpelijk fenomeen.
Na de zonnewijzer en een oude boom, waaraan aan een tak allemaal tierlantijntjes hingen, kwamen we in het Kapelbos. Dit particuliere terrein was voor wandelaars opengesteld.
De onverharde wegen en paden werden verlaten. Nabij een spoorlijn lagen, aan beide zijden van de weg, nog oude Shermantank Kazematten. Verderop kwamen we nog langs kasteel Groot Hoenlo. Via Boskamp werd Olst bereikt. Hier liepen we nog even door naar het centrum en dronken er koffie. Met de trein reisden we daarna huiswaarts.
Het waren weer twee prachtige, zonnige dagen geweest met temperaturen rond de 23 graden.