
Op maandag 2 juli 2012 begonnen wij aan de NS wandeling IJsselvallei. We hadden de voorgaande dag gekeken naar de weersvoorspelling. Omdat er droog weer was voorspeld besloten we de zondagavond ervoor een hotelreservering te doen via internet in Deventer, want deze NS wandeling is officieel een tweedaagse tocht. De totale afstand van deze tweedaagse bedraagt 30 km en hadden we desgewenst ook in één dag kunnen lopen. Deze wandeling met overnachting was mij aangeboden door Coos ter gelegenheid van mijn verjaardag in de maand juni.
's-Ochtends moest Coos nog wel eerst naar de tandarts voor de halfjaarlijkse controle en ikzelf werd nog door een sportmasseuse onder handen genomen. Daarna reisden we met de trein naar Zutphen alwaar wij tegen half een in het begin van de middag aankwamen.
Door de strategische ligging aan de samenvloeiing van
twee rivieren, de Berkel en de IJssel, was Zutphen in de
middeleeuwen een belangrijke handelsstad en sloot zich
in 1285 aan bij de Hanze. Over zee en over de IJssel naar
de Rijn vervoerden de Zutphenaren voornamelijk haring,
boter en bier en namen wijn mee terug. Over land en
gereed waarvoor Maximiliaan van Habsburg toestemming
had gegeven als voogd van zijn zoon Philips de Schone.
Dat was een reactie op de plannen van Deventer, dat al
in 1482 toestemming had, maar er uiteindelijk langer
over deed om de brug te voltooien.
Vanaf het station in Zutphen liepen we over het Stationsplein in westelijke richting. Op een parkeerplaats zagen we nog een Renault 4 staan. Wij hebben in het verleden een Renault 4 gehad en dan is het heel mooi om nog zo'n auto te zien. We staken de IJssel over. Nadat Zutphen werd verlaten volgden we de dijk langs de IJssel, hier Vliegerdijk genaamd, in noordelijke richting. We liepen over de naastliggende grasdijk. Het gras kriebelde wel aan onze blote benen, want het was korte broeken weer.
Een oud fabrieksgebouwtje met een grote en hoge schoorsteen stond te koop. Nadat we de gemeente Zutphen hadden verlaten, liepen we een traject over het grondgebied van Empe (gemeente Brummen). Verder liepen we over het grondgebied van Voorst. We kregen uitzicht op de kerk van Gietelo. Nabij ruïne Nijenbeek verlieten we de geasfalteerde dijk. Over een graspad kwamen redelijk dicht bij slot Nijenbeek. We moesten wel even van de route af om het slot van dichterbij te bezichtigen.
Buitendijks, in een landschap doorsneden met oude
IJssellopen staat de toren van Nijenbeek. Deze toren is
alles wat resteert van het kasteel dat vroeger ook wel
Het Hooge Huis werd genoemd. Het kasteel wordt
voor het eerst vermeld in 1266. Nijenbeek speelde in de
Hanzetijd een belangrijke rol. Begunstigd door de ideale
ligging in een IJsselbocht, vlakbij de grens tussen Gelre
en het Oversticht, fungeerde het als Gelders waakhuis.
Deze plek bij de IJssel was gevreesd, omdat vooral
de Overijsselse Hanzekooplieden regelmatig met hun
handelskonvooien beroofd of geblokkeerd werden. Het
kasteel werd bekend als de plaats waar Eduard zijn broer
Reinald III tien jaar lang opsloot, als gevolg van een ruzie
tussen de Heeckerens en de Bronckhorsten. Volgens de
verhalen van vooral 19e eeuwse romantici zou Reinald
na de dood van zijn broer zo dik zijn geworden dat de
muren moesten worden gesloopt om hem vrij te krijgen.
Het slot werd in 1945 door de geallieerden onder vuur
genomen, omdat de Duitse troepen er zich in hadden
verschanst. Wat resteert is een imposante en romantische
ruïne.
Verderop liep vlak langs een geasfalteerde weg een graspad dat wij volgden. Het pad kwam weer op de asfaltweg uit. Ten noordoosten van Voorst liepen we dicht langs de IJssel. Er waren hier een aantal schilderessen neergestreken, die de IJssel op hun schildersdoek vastlegden. Er lag hier een gedenksteen uit de tweede wereldoorlog. Op 12 mei 1945 trokken de geallieerden hier in de gemeente Voorst over de IJssel.
Bij een boerderij werden kersen verkocht. Wij besloten een pond te kopen. Het waren hele grote kersen en ze smaakten prima. Bij een museumcafé besloten we nog koffie te drinken. We verlieten de asfaltweg bij een bankje. Nu volgden we weer een graspad over de dijk.
We kregen uitzicht op gebouwen van Deventer. We liepen onder de A1-snelweg door. In een huis nabij de Bolwerkersmolen hadden we in het verleden een oom en tante wonen, die inmiddels zijn overleden. Coos had hier nog heel veel goede herinneringen aan overgehouden.
De Bolwerksmolen kwam gereed in 1863 en is de enige
windhout- zaagmolen in Overijssel. Het is een achtkantige
bovenbuitenkruier. De molen heeft acht velden die met
riet bedekt zijn. Het kruiwerk zit boven in de molen en
wordt van buitenaf bediend. Van de molen draait alleen
de kap. Vanaf de stelling, de omloop rondom de hele
molen, kon de molenaar de zeilen op de wieken leggen
en het kruiwerk bedienen. Binnen, op de zaagvloer, zijn
de grote sleden te zien, waarop de te zagen stammen
vroeger en ook nu weer door de drie zaagramen worden
gehaald. De molen is van mei tot en met september te
bezichtigen op dinsdag en zaterdag.
Na de molen was het niet ver meer naar het voetveer dat ons de IJssel overzette. Met het bootje Stokvis voeren we naar de overzijde.
Een deel van de IJsselkade, De Welle, werd gebruikt
als los- en laadplaats voor de koggen en andere
vrachtschepen van de Hanzesteden. De rivier was hier
breed genoeg. De schepen meerden in die tijd af aan
houten beschoeiingen die langs de rivieroevers voor
de stad werden opgetrokken. In de 16e eeuw, toen
Deventer zijn grootste economische bloei bereikte,
besloot het stadsbestuur de houten kaden te vervangen
door stenen muren. De gemeente Deventer is druk bezig
met de restauratie van de oude kademuren langs de
Welle. Aan de Welle bevond zich ook de tolplaats waar
de tol voor passerende schepen werd geïnd. Sinds 1241
bezat Deventer namelijk de rechten voor de Katentol,
een tolplaats die zich oorspronkelijk bij het nabij Zwolle
gelegen Katen bevond, maar door de Deventernaren naar
hun eigen stad werd overgebracht. De tol werd voldaan
aan de tolgaarder die per roeiboot de passerende
schepen aandeed. Voor het geval handelslieden zich aan
de tolplicht wilden onttrekken had men een tweede
roeiboot achter de hand.
Na een paar straten werd ons overnachtingadres bereikt. 's-Avonds aten we bij restaurant De Kroon voor € 25 een verrassingsmenu.