
Op zaterdag 2 juni 2007 liep ik de oude NS-wandelroute Mergelland. Deze wandeling loopt van Maastricht naar Valkenburg. Aansluitend liep ik toen ook de oude NS-wandelroute Gerendal. Deze wandeling loopt van Schin op Geul naar Valkenburg met een flinke slinger door het Gerendal en langs de orchideeëntuin. Dat vond ik zo'n mooie wandeling dat ik besloot om deze op dinsdag
19 juni 2012 herhaalde. De beslissing werd mede genomen doordat ik nog een vrij reizen kaartje van het spoor had en dat tot 30 juni geldig was.
Om 11.04 uur arriveerden we met de trein in Maastricht herhaalde. De oorspronkelijke route verliet het station aan de voorzijde. Wij verlieten het station aan de achterzijde. Deze wandeling volgt tot Bemelen dezelfde route als de huidige NS wandelroute Savelsbos. En daarin wordt het station ook aan de achterzijde, uitgang Meersenerweg. Dat heeft mede te maken met het feit, dat de voorzijde van het station zodanig veranderd is, dat het niet echt meer leuk is om daar te wandelen.
We sloegen voor de Koepelkerk, een groot rond gebouw, af en volgden de Scharnerweg. We staken de A2-snelweg over die hier plaatselijk de N-status heeft. De weg naar het zuiden was tijdelijk afgesloten vanwege een ongeval, want op alle rijstroken stond een auto waaronder een ambulance, twee auto's betreffende het ongeluk en een politieauto met blauwe zwaailichten.

We bleven nu vrijwel steeds in oostelijke richting lopen. We passeerden nog het gebouw van de Koninklijke marechaussee en de R.K. Heilige Antonius van Padua (Scharn) kerk. Bij de tweede rotonde sloegen we stomp rechtsaf. Deze weg, de Wethouder van Caldenborghlaan bleven we nu volgen. Onze weg werd steeds rustiger. De weg ging over in de Bemelerweg.
Aan de rand van de bebouwde kom stond een rood veldkruis omringd door rozen met de tekst: "Heer bescherm ons en onze natuur".
Veld- en wegkruisen zijn in Limburg veelal te vinden op kruispunten en splitsingen. Ze zijn oorspronkelijk bedoeld als baken en uiting van devotie. Soms is een kruis eenvoudig, vaker weelderig versierd. Veelal staan de kruisen nabij een groep lindebomen, omdat het kruis van Christus gemaakt zou zijn van lindehout. We zien in Limburg het ‘hagelkruuts’ om het gewas te beschermen tegen hagel, het’ moordkruuts’ op de plaats van het onheil, soms met het moordwapen op het kruis afgebeeld, het ‘kruuts aan de galg’ op de plaats waar boeven zijn gestraft. Ook bij ziekte en oorlog en ter herdenking van omgekomen plaatsgenoten werden devotiekruisen geplaatst. Uit de aanwezigheid van bloemen, slingers of kransen kunt u afleiden of het kruis ook nu nog voor de streekbewoners een rol speelt in het religieuze leven.
We sloegen een veldweg in. We keken nu naar een bankje uit om onze trainingsbroek uit te doen om vervolgens verder in de korte broek te kunnen lopen. Bij het eerste bankje was een man een auto aan het uitladen. Dat was dus geen geschikt bankje. Verderop, in Bemelen, aan de voet van de Bemelerberg was het wel goed mogelijk. Net toen we de korte broek hadden aangedaan kwamen twee wandelaarsters aangelopen. Op weg naar Bemelen waren we trouwens nog langs een mergelgroeve. Dat was onder andere te zien aan meerdere kale rotsen.
De mergelgroeve in het natuurreservaat Bemelerberg.
Mergel is een soort zachte kalksteen, op het Zuid-Limburgse plateau in tientallen meters dikke lagen te vinden onder de deklaag van löss. Het gesteente werd (en wordt nog) gebruikt voor bemesting, huizenbouw, glasfabricage en cementbereiding. De mergel werd in blokken uitgezaagd. Zo zijn de gangen in de mergelgroeven ontstaan. Op het mergellandplateau vindt u kalkgrasland. Kalkgras is een schrale grassoort, die op voedselarme kalkgronden groeit. Staatsbosbeheer laat op beschermde kalkgraslanden schapen grazen, die ervoor zorgen dat bomen en struiken geen kans krijgen.
Het was deze dag aanvankelijk wat heiig overgaand. 's Ochtends hadden we op buienradar nog gezien dat het zicht in de omgeving van Maastricht 9 km betrof, maar het was kennelijk daarna heiig geworden.
Op een kruising bij Bemelen hadden we even van de hoofdroute afwillen gaan voor de beklimming van de Bemelerberg. Maar zoals gezegd was het zicht niet optimaal en had een beklimming dan ook geen zin, want we zouden dat dan voor de vergezichten doen.
We vervolgden ons pad. Langs de kant van ons pad stond een informatiebord over een Tuynheg.
Langs de grens van natuurreservaat Bemelerberg van Stichting het Limburgs Landschap loopt een zogenaamde tuyn- of tuunheg, die is aangelegd en onderhouden wordt door de Vogelwerkgroep Bemelen. Tuynen of tuunge is een oude vlechmethode. Het nagenoeg uitgestorven ambacht van het heggentuybnen werd hier op 13 april 2002 in ere hersteld. Enkele van de laatst nog levende heggenvlechters droegen hun kennis en technieken over aan een nieuwe generatieve heggenvlechters; leden van de vogelwerkgroep Bemelen. Geleerd werd hoe met oude gereedschappen als een klamatsch en picker een dichte heg van takken te maken. De techniek bestaat uit het aan beide zijden van een deels nog bestaande heg verticale stokken van dood (snoei)hout te plaatsen. Vervolgens worden horizontaal binders (lange dikkere stokken) geplaatst. Deze worden daarna bij elkaar getrokken waardoor het dood materiaal samen wordt geperst met de bestaande heg. Op deze manier ontstaat een veekerende vlechtheg waar schaap nog kip doorheen kan.
We kwamen nog door een holle weg. En door de regen van voorgaande nachten waren er plaatselijke vele natte passages in de route. Hier nabij Bemelen waren vier keer passages waarbij de wandelschoenen zowel vies van de modder als nat van het water werden.
Holle wegen zijn in de loop der eeuwen in het landschap uitgesleten door de uitschurende werking van het afstromende water. Ook de druk van paardehoeven en wagenwielen kan van invloed zijn geweest. Gronddeeltjes (löss) werden vermalen en daardoor gemakkelijker met het afstromende water meegevoerd. Soms zijn holle wegen meer dan vijf meter diep en zijn de zijkanten voorzien van steile bermen. Bij hevige regenval verandert de holle weg in een beekje en voert dan veel modder af. Met name in de omgeving van Bemelen is het grote aantal holle wegen opvallend.
Ons pad steeg en we kwamen voor Terblijt op een groot plateau uit. We kregen hier nog een fraai uitzicht op de kerk van Berg en Terblijt. Dit pad over het plateau volgden we naar Terblijt. Aan de rand van Terblijt stond op een hoek een grote boerderij die uit mergel was opgetrokken. Met de Heuvellandvierdaagse kwamen we hier ook vaak langs.
We bleven de doorgaande weg door Terblijt volgen. Langs de kant stonden enige fraaie typisch Limburgse boerderijen die op de gevoelige plaat werden vastgelegd. Aan het eind van het dorp Terblijt kwamen we nog langs Mergelgroeve Blom.
Mergelgroeve blom is een 7 hectare groot particulier Natuurgebied dat door Martin Blom in 1955 werd aangekocht.
Van 1956 tot 1999 werd uit de voormalige groeve zand, grind en mergel gewonnen.
Dit ten behoeve van de aanleg van wegen, kalkbemesting en tegelproductie.
Ter bescherming en uitbreiding van bedreigde flora en fauna is dit gebied
met onder andere subside van de Provincie Limburg en het Ministerie van LNV (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit)
door de familie Blom ingericht.
Kalkwanden zijn gehandhaafd in combinatie met soortenrijke graslanden, bos,
struweel met poelen voor de geelbuikvuurpad en de vroesmeesterpad.
Het gebied wordt begraasd door Kune Kune varkens, landgeiten en schapen.
Verderop bereikten we de doorgaande weg van Maastricht naar Valkenburg en staken deze over. Aan de rand van Berg en Terblijt betraden we natuurgebied De Bergse Heide. Over een grintpad daalden we af naar de Geul. En dit pad langs de Geul volgden we tot in Valkenburg. Het was ruim een maand geleden dat we hier ook hadden gelopen met de Ronde van Zuid-Limburg. De eerder genoemde wordt in de tweede week van augustus georganiseerd vanuit Berg en Terblijt.
De Zuid-Limburgse boerderijen hebben een ommuurd binnenhof, dat werd gebruikt als bedrijfsruimte. Het hof wordt doorgaans aan drie kanten omgeven door stallen, schuren en woning. De vierde zijde is meestal een muur, soms ook schuur of stal. De ramen en deuren zijn op de binnenplaats gericht, die slechts door een afsluitbare poort kan worden bereikt.
Na de tuin van kasteel den Halder was het nog een klein eindje naar station Valkenburg. We besloten hier de tocht af te breken, want het laatste stuk naar het station van Valkenburg zouden we ook nog lopen met de NS wandeling Gerendal. De vorige keer dat we deze tocht liepen waren we naar het station van Valkenburg gelopen en vandaar met de trein naar Schin op Geul gereisd. Omdat het eigenlijk niet zover naar Schin op Geul is, namelijk ongeveer 3½ km, besloten we er naar toe te wandelen.
In het centrum van Valkenburg bezochten we nog een supermarkt voor aanvulling van de watervoorraad. Het was hier en langs de Geul wel een puinhoop. Dit vanwege renovatie van de Geul en enige wegen. We bleven langs de Geul lopen. Bij de Drie Beeldjes, waar we later ook nog langs kwamen, zaten enige oudere mannen op een bank. We vroegen of zij hier goed bekend waren. Dat bleek het geval te zijn. We vroegen hen of zij ook wisten waar het vierde beeld staat. Het bleek een klein Mariabeeld te zijn dat in een nis van een boomstam stond. Uiteindelijk kwamen we in Schin op Geul hier liepen we naar het station voor het officiële startpunt van de NS wandeling Gerendal