Op
vrijdag 8 juni 2012 reisden wij met de trein naar Antwerpen. bij station Antwerpen-Centraal arriveerden wij om 11:00 uur. We maakten een stadwandeling door het centrum. We hadden een rondwandeling in GPS-format gedownload en vervolgens op ons GPS-apparaat geplaatst. We kwamen langs het gebouw van de Vlaamse Opera. Daarna stond het Begijnhof op het programma.
De oorsprong van het Begijnhof gaat terug tot 1545, nadat het oudere begijnhof, gelegen buiten de stadswal om veiligheidsredenen was afgebroken. De begijnen vestigden zich op een terrein tegen de stadswal tussen de Ossenmarkt, de Paardenmarkt en de Rodestraat.
De oorspronkelijke kerk dateert van 1546, maar ze werd in 1827-1830 vervangen door de huidige.
Oorspronkelijk was het een pleinbegijnhof, maar door de aangroei van het aantal begijnen was het nodig een bijkomend woonblok te bouwen langsheen de westkant. Het resultaat is het pittoreske steegje dat thans een van de markante zichten van Antwerpen is.
Alhoewel het begijnhof in de loop van de geschiedenis verschillende aanpassingen heeft gekend bleef het oorspronkelijke karakter als oase van rust rond een stemmige en altijd groene binnentuin tot heden bewaard.
Daarna volgde de Universiteit Bibliotheek Hof van Lierden.
Het ‘Hof van Lierde‘ werd tussen 1515 en 1520 gebouwd in opdracht van burgemeester Arnold van Liere. Na de dood van de eigenaar bracht de stad Antwerpen hier de ‘Engelse Natie’ onder, die echter weer vertrok na de Spaanse furie in 1576. In de 17de eeuw werd er ondermeer een renaissancegalerij bijgebouwd. Bevoegd Vlaams minister Geert Bourgeois prijst het Hof als “een prachtig 16de-eeuws complex waar men tot in het buitenland over sprak. Albrecht Dürer was hier in 1520 te gast en beschreef het stadspaleis in superlatieven in een brief naar huis. Het is zeer belangrijk dat deze historische parel intact wordt bewaard voor de toekomst.”
Er wordt in de gebouwen al onderwijs gegeven sinds 1607, toen de Jezuïeten hier een kostschool vestigden. Nu huisvest het gebouw vooral horecazaken ten behoeve van studenten, professoren en personeel van de Universiteit Antwerpen.
Daarna kwamen we bij de kerktoren van de Sint Jacobskerk. Hier stond een verwijzing dat de kerk te betreden was via een ingang om de hoek. Maar die bleek ook gesloten te zijn.
De Sint Jacobskerk is een zandstenen kerk en de begraafplaats van de beroemdste inwoner van Antwerpen: de schilder Rubens. Bij het overlijden van Rubens, in 1640, werd hij begraven in zijn familiekapel. In de kerk aan de Lange Nieuwstraat, die tussen 1491 en 1656 gebouwd werd, hangt ook één van Rubens laatste werken. Verder zijn er ook andere familiegraven.
Daarna liepen we naar de St. Nicolaasplaats. Hier was (in het verleden) de Koninklijke Poppenschouwburg Van Campen gevestigd.
Verder liepen we langs de gesloten St. Carolus Borromeus kerk met fraaie toren.
De St. Carolus Borromeuskerk is een Barokke jezuïetenkerk die zich aan het Hendrik Conscienceplein in Antwerpen bevindt. De kerk is gebouwd tussen 1615 en 1621.
De St. Carolus Borromeuskerk werd ontworpen door leden van de Jezuietenorde, zoals Francois Aguillon en Pieter Huyssens. Na de opheffing van de jezuïetenorde in 1773 werd de kerk enige tijd gebruikt voor godsdienstonderwijs en sinds 1803 is het gebouw in gebruik als parochiekerk.
De kerk werd gewijd aan de stichter van de jezuïetenorde, Ignatius van Loyola. Zijn heiligverklaring werd gevierd met veel festiviteiten gevierd en de kerk werd ter ere van hem gebouwd. Toen de jezuïetenorde in 1773 werd afgeschaft werd er een nieuwe patroonheilige gekozen voor de kerk: Carolus Borromeus (van Milaan).
Nog steeds is de St. Carolus Borromeuskerk een indrukwekkend kunstwerk en een schoolvoorbeeld van kerkelijke barokbouwkunst.
Daarop werd de Grote Markt bereikt. Hieraan domineerden het fraaie stadhuis en de Onze Lieve Vrouwe Kathedraal. Langs de Grote Markt staan hele mooie huizen met trapgevels en fraaie beelden op de trapgevels, vaak ook nog met een gouden kleur. We brachten een bezoek aan de Kathedraal. De toegang bedroeg vijf euro. De kerk was van binnen wel mooi, maar er werd op veel plaatsen in de kerk gerenoveerd waardoor er veel in de steigers stond.
De Lieve Vrouwe Kathedraal is met een toren van 123 meter de blikvanger van Antwerpen. De Kathedraal is gebouwd tussen 1352 en 1521. De Kathedraal aan de Groenplaats beschikt onder meer over een indrukwekkende kunstverzameling, waaronder drie werken van schilder Peter Paul Rubens. De Onze Lieve Vrouwe Kathedraal is de Kathedraal van het bisdom Antwerpen. De toren is de hoogste kerktoren van de Benelux.
Het merendeel van de parken die Antwerpen rijk is, vindt men buiten het stadscentrum. Het grootste park in het stadscentrum is het stadspark. Het is maar liefst 14 hectare groot. Het is gelegen in de Joodse wijk, niet ver van het Centraal Station.
Toen de grote fortificaties rondom Antwerpen werden gebouwd tussen 1860 en 1865, werden de bestaande Spaanse fortificaties overbodig. Vanaf 1867 tot 1869 werd er gewerkt om op de plek van de Spaanse fortificaties een park aan te leggen. De aanleg stond onder leiding van de Antwerpse architect E. Van Cuyck. Het park werd aangelegd in de Engelse landschapsstijl naar een ontwerp van de landschapsarchitect E. Keilig.
In het park bevindt zich ook een vijver. Door de aanleg van de Antwerpse metro en vele ondergrondse parkeergarages is het waterniveau in de vijver de laatste jaren flink gedaald. Gelukkig daalt het water vandaag de dag niet meer. In 1869 werd er een witte voetgangersbrug geplaatst welke steun vindt op de rotsen aan de oevers van de vijver.
In het stadspark vindt men ook een monument ter nagedachtenis aan de slachtoffers uit de Eerste Wereldoorlog. Daarnaast is er een aantal bunkers uit de Tweede Wereldoorlog en een grote speeltuin. In het park vindt men een grote variëteit aan bomen, struiken en planten. Het groen wordt goed bijgehouden net zoals de wandelpaden. Deze zijn ideaal om op te skaten of om gewoon te kuieren op een lekkere namiddag.
Daarna liepen we naar ons overnachtingadres. Na het diner liepen we nog naar een locatie waarvoor we met name gekomen waren, een feestzaal ter ere van het huwelijk van een nicht.
Op >9 juni 2012 liepen we van ons overnachtingadres naar station Antwerpen Centraal. Daarna liepen we naar Grote Markt. In het stadhuis, dat aan de Grote Markt ligt, zou het officiële gedeelte van de trouwerij plaatsvinden. We waren nog wat te vroeg en keken vervolgens nog wat rond. We liepen naar de Schelde en zagen daar Kasteel Het Steen liggen.
Het Steen is een prachtig kasteel uit omstreeks 1200 wat jarenlang een gevangenis is geweest. Het bouwwerk staat aan de Schelde en is mooi om te gaan bekijken. Het is het oudste gebouw van Antwerpen en werd de Antwerpse Burcht genoemd. In 1520 werd het imposante gebouw verbouwd en werd het voortaan "'s Heeren Steen" genoemd. Tot 1827 is Het Steen als een gevangenis gebruikt en sinds 1952 is in het Steen het Nationaal Scheepvaartmuseum gevestigd.
Na de huwelijkvoltrekking liepen we naar een plein waar een openluchtreceptie plaatsvond. Na de receptie bezichtigden we de St. Andrieskerk.
’t Schelt, zoals de rivier hier genoemd wordt is 350 km lang en is hier ongeveer 400 meter breed. De bron ligt in Frankrijk bij Gouy op het Plateau van Saint-Quentin. De Bovenschelde is dat deel tot aan Gent, waar deze samenvloeit met de Leie. De Zeeschelde is het deel tussen Gent en Antwerpen, waar deze nog onder invloed van de getijden staat. Voorbij Antwerpen wordt de rivier de Westerschelde genoemd en dat deel ligt in Nederland. Op internationaal vlak zijn goede afspraken gemaakt tussen Nederland en België over het gebruik van de Westerschelde in het Scheldeverdrag uit 1839.
Opnieuw liepen we naar de Schelde toe. Ditmaal voor een bezoek aan de St. Anna tunnel. Dit bleek een tunnel onder de Schelde door te zijn speciaal voor voetgangers. Met twee lange roltrappen die met hout bekleed waren, daalden we af en liepen onder de Schelde door. Aan de andere zijde hadden we fraaie panorama's op Antwerpen aan de Schelde.
De Sint-Annatunnel is een voetgangers- en fietserstunnel onder de Schelde in de Belgische stad Antwerpen. De bouw van de Sint-Annatunnel begon in 1931 en de tunnel werd in 1933 geopend.
Deze 572 meter lange tunnel, die zich maar liefst 31,57 meter onder de grond bevindt, wordt door de Antwerpenaren ook wel de Voetgangerstunnel genoemd en verbindt sinds 1933 de Linkeroever met de stad. Ofwel, het oudere met het nieuwere Antwerpen. Beide kanten hebben een lift voor 80 personen of maximaal 6.000 kg, en twee maal twee authentieke houten roltrappen. Deze roltrappen waren voor die tijd een echte nieuwigheid. De uitwendige diameter van de tunnel bedraagt 4,74 meter, de inwendige 4,30. De beide toegangsgebouwen zijn van de hand van Emiel Van Averbeke.
Voor de aanleg van de tunnel bestonden er twee overzetboten: de Sint-Annekensboot bij het Steen en de treinboot Land van Waas / Pays de Waes tussen de twee spoorwegstations: Vlaams Hoofd of later Antwerpen-West op de Linkeroever en Antwerpen-Waas aan de Sint-Michielskaai. Over een permanente oeververbinding was men het in 1874 reeds eens. Er waren meerdere plannen voor een brug, maar die werden telkens verworpen omdat die de scheepvaart zou belemmeren. Pas in 1931 werd de knoop doorgehakt en koos men voor een tunnel.
De eigenlijke horizontaal gelegen tunnel werd volledig in de Boomse klei uitgegraven door middel van een handschild. De tunnelbekleding bestaat uit gietijzeren elementen met loodvoegen. De kostprijs bedroeg 40 miljoen BEF (ongeveer 1 miljoen euro). De werken startten op 28 juni 1931 en werden op 14 augustus 1933 voltooid.
We liepen weer terug de Schelde onderdoor en verder naar ons hotel. We hadden nog net tijd om ons te douchen alvorens we naar het feest van onze getrouwde nicht gingen.
Op zondag 10 juni liepen we na ons ontbijt naar de dichts bijzijnde tramhalte en reden naar de vogeltjesmarkt.
De Vogelenmarkt in Antwerpen is ontstaan in de 16e eeuw op de Meir en is van oorsprong een markt waar men pluimvee, kleinvee en wildbraad kocht. In 1912 is de Vogelenmarkt, in de volksmond ook wel vogeltjesmarkt genoemd, naar de Oude Vaartplaats verplaatst. Hier werd de markt verder uitgebreid met de handel in kleding, schoenen, lederwaren, antiek en etenswaren. In de loop der jaren is de markt flink in omvang gegroeid en breidt zich steeds verder uit in de omliggende straten en pleinen.
De vogeltjesmarkt is zeer populair onder de Nederlandse toeristen. Iedere stadsgids over Antwerpen zal een pagina over de geroemde vogeltjesmarkt bevatten. De markt trekt al jaren duizenden bezoekers. Wanneer het weer meezit, ligt het bezoekersaantal van de markt in de buurt van de honderdduizend.
De oorspronkelijke handelswaar van de Vogelenmarkt zal men er niet meer vinden. Kraampjes met vogels en ander pluimvee zijn teruggedrongen naar nog maar een klein deel van de markt. Er is nog steeds veel kritiek van dierenliefhebbers op de markt, aangezien het pluimvee vaak in te kleine ruimtes worden gehouden tijdens de markt. Tot aan begin jaren negentig werden er ook nog veel jonge honden en katten verkocht op de Vogelenmarkt.
Het overige deel van de markt biedt niet veel meer dan de gemiddelde weekmarkt in Nederland. Marktlui prijzen de laatste huishoudproducten aan en verder is er goedkope kleding, gereedschap, speelgoed, eten en drinken te koop. Op de Tabakvest worden voornamelijk tweedehands goederen, curiosa, maar vaak ook kitsch aangeboden. De omvang van de markt, de ligging, de sfeer door de omliggende terrasjes en het goed gekozen tijdstip (de zondagochtend) zijn naast de jarenlange reputatie, de grootste succesfactoren van de Vogelenmarkt
We wisten vooraf niet precies was de vogeltjesmarkt voorstelde. maar het bleek een markt te zijn waar je allerhande verschillende spullen kon kopen, ook diverse soorten voedsel. We keken nog wat rond in Antwerpen, maar we waren toch veel meer vermoeid dan we verwacht hadden. Het slenteren bleek veel vermoeiender te zijn dan een wandeltocht lopen.
We kwamen nog langs het Toneelhuis aan de Komedieplaats. vervolgens was een huis met houten gevel langs de Stoelstraat ook bezienswaardig. Daarna liepen we naar de St. Pauluskerk. Het bleek dat er net een dienst aan de gang was. Daarop besloten we verder rond te kijken en hier later terug te komen. We kwamen bij een oud gebouw van het loodswezen en hiernaast hadden we nog een rust en dronken onze vertrouwde latte macchiato. Daarna kregen we uitzicht op de MAS.
De DAB Loodswezen die in dit prachtige huis is gevestigd organiseert en levert de loods aan boord van een schip. De loodsen verblijven op de loodskotter en varen van daaruit met een jol naar het schip. Zee- en kustloodsen begeleiden schepen vanaf zee tot in de monding van de Schelde. Daar neemt een rivier- of kanaalloods het roer over. Zij kunnen tot 7 schepen per dag begeleiden. Slechts 45 dagen per jaar is de zee zo ruw, dat het te gevaarlijk is om in volle zee over te stappen – dan gaat men per helikopter.
De dienst voert per jaar ongeveer 100 000 beloodsingen uit met een totale omzet van €70 miljoen. De dienst werkt nauw samen met het Nederlandse loodswezen.
Verderop besloten we de kortste weg naar de Sint Pauluskerk te nemen. Daarbij kwamen we door de Verversrui. We wisten niet dat hier de rosse buurt was gelegen en Coos voelde zich hier niet op haar gemak. Toen we weer bij de St. Pauluskerk aankwamen bleek deze gesloten te zijn.
We besloten naar het station te gaan. Het was nog lang geen vier uur, het tijdstip waarop we onze terugreis hadden geboekt. Na informatie bleek dat we ook de trein van twee uur terug konden nemen. Na drie uur reizen werd ons huis weer bereikt. Het was een zeer geslaagd weekend geworden.
|
Henri Floor
|