Westerborpad, Weesp-Hilversum

Op zaterdag 2 juni 2012 vervolgden wij met het Westerborkpad. Met de trein reden we naar station Weesp. We maakten eerst een kleine wandeling door het centrum van Weesp. We volgden de Stationsweg en sloegen af bij de Slijkstraat. Daarop werd de Nieuw­straat betreden waaraan de Synagoge lag.

Het gebouw, waar de Synagoge van Weesp in gevestigd is, heeft een rijk en roerig verleden. Van garage, via ar­beids­bu­reau biedt het nu, naast de synagoge, ook onderdak aan de jaarlijkse Weespers aan de Wand kunstmanifestatie en talloze exposities het hele jaar door.

De joodse inwoners van Weesp namen in 1774 een huissynagoge aan de Korte Middenstraat in gebruik. Tegen 1840 stond het gebouw op instorten. Bovendien was het door de toename van het aantal joodse inwoners van de plaats te klein geworden. Daarop werd besloten een nieuwe synagoge te bouwen. Dankzij een grootscheepse inzamelingsactie kon dit gebouw op de hoek van de Nieuw­straat en de Hanensteeg eind oktober 1840 ingewijd worden.

Tijdens de bezetting heeft de bevolking van Weesp deelgenomen aan de Februaristaking op 25 en 26 februari 1941. Voor het einde van dat jaar waren alle joden uit Weesp weggevoerd. Verreweg het grootste deel van hen is in de concentratiekampen omgekomen. De synagoge werd geplunderd, alleen de Heilige Ark is in goede staat bewaard gebleven.


In de Sleutelsteeg, een zijstraat van de Nieuw­straat zagen we nog het huis van defamilie Van der Wal.

Verderop langs de Nieuw­straat kwamen we langs de Grote of Laurens Kerk. Voor het stadhuis aan het Grote Plein sloegen we de Gasthuissteeg in. Hieraan lag de Sint Bartolomeus Gast- en Armenhuis.

We kwamen uit op de Middenstraat. Aan deze weg meteen het Weesper Automaten Kabinet op. Aan de voorzijde van het huis waren verschillende zeer kleurrijke afbeeldingen bevestigd.

Via de Pieter Jacobstraat liepen we naar de brug die ons over de Vecht voerde. Voor het Bastion de Bakkerschans stond een standbeeld ter na­ge­dach­te­nis aan de tweede wereldoorlog. Bastion de Bakkerschans werd ook het Torenfort aan de Ossenmarkt genoemd.

We liepen onder een spoorlijn door. Nu volgden we ongeveer 4 km de Lange Muidenweg langs de Vecht. Aan onze linkerzijde lagen woonboten aan aan onze rechterhand lagen meerdere grote boerderijen zoals de Johanna's Hoeve, Groot Batavia, Huis te Capelle, Honswijck en Klein Batavia. Verder kwamen we hier nog langs gemaal Honswijk en zagen we een hele mooie grote klaproos.

Voordat we de A1 snelweg kruisten, zagen we aan de andere oever van de Vechtt nog een groot oud statig woonhuis liggen, Huize Vechthoeve. Muiden werd be­reikt. Het bleek, dat deze dag een bij­zon­der e­ve­ne­ment plaats vond en wel een muziekaal programma onder de naam Klas­siek aan de Sluis. Op www.klassiekaandesluis.nl lazen we onder andere:

Goud, parels en edelstenen
Onder deze titel heeft artistiek leider André Heuvelman een prachtig romantisch programma samengesteld. Van klas­sie­ke evergreens tot aan ‘onontdekte’ pareltjes, alles passeert de revue in een 1˝ uurdurend concert. Een ensemble bestaande uit musici van het Concertgebouw Orkest, het Rotterdams Philharmonisch Orkest en het Radio Fil­har­mo­nisch orkest, aangevuld met speciale gasten voert de diverse composities uit. Ook gaan we op zoek naar het muzikale talent van Muiden en Muiderberg. Deze editie wordt op de Music Box (een houten ritme box) door jongeren met een verstandelijke beperking de Bolero ingestudeerd. De uitvoering maakt deel uit van het avondconcert. Klassiek aan de Sluis wordt gepresenteerd door Hans van den Boom.


We kwamen langs Fort H dat nu een res­tau­rant is. Toen we hier met het Waterliniepad langs kwamen dronken we hier koffie, maar nu was de uitbater nog niet open.

Fort H is een bunker gebouwd tijdens de Frans-Duitse oorlog van 1870. De reden hiervoor was om het vestigingstelsel van Muiden uit te breiden en te verbeteren. In de periode tussen 1874-1878 werden in de schansen bomvrije onderkomens, schuilplaatsen en remises aangelegd. Uniek aan deze bunkers is dat ze vanuit de lucht of voorkant nauwelijks te zien waren. Fort H deed dienst als opslagplaats voor munitie en ander militair materieel. Om die reden heeft Fort H ook de zware stalen deuren, die u terug ziet in het huidige res­tau­rant. De laatste actieve dienst van Fort H vond plaats tijdens het uitbreken van de 2e Wereldoorlog. De in Muiden gelegerde militairen moesten machteloos toezien hoe de Duitse vliegtuigen ongehinderd over de vesting vlogen richting Rotterdam.

Over de Herengracht lopend, kwamen we langs de Sint Nicolaaskerk. Langs de waterkant lagen talrijke boten. Bij de sluis ging de brug net open. We wilden bij café res­tau­rant Graaf Floris V van Muiden koffie drinken. Maar ook deze uitbater was nog niet geopend. Daarop besloten we in het tegenoverliggende café van Ome Ko koffie te drinken. Hier trotseerden we de sigarettenrook in het begin van het café. In dit café arriveerde even later een wan­de­laarster die ook het Westerborkpad liep.

Toen we nabij het Muizenfort Muiden verlieten, passeerde ons de eerder genoemde dame met een stevig wandeltempo. Nu liepen we over een grasdijk. Daarbij kregen we aanvankelijk prachtige vergezichten op het Muiderslot.

Tot aan Muiderberg nleven we de grasdijk volgen. Onderweg daar naar toe stond nog een in­for­ma­tie­bord dat ons attent maakte of we belangstelling hadden voor het Dijkleger.

In periodes van zeer hoog water hebben de waterschappen veel mensen nodig voor het bewaken van de dijken. Zij zoeken daarom versterking van het dijkleger: bewoners die – samen met medewerkers van het waterschap - over de dijken willen patrouilleren om zwakke plekken in de dijken op te sporen. Bijvoorbeeld beschadigingen aan de dijk door drijvende boom­stam­men, die tegen de dijk botsen. Of zand dat door kwelwater onder de dijk uitspoelt. Het waterschap kan dan snel maatregelen nemen om die beschadigingen tegen te gaan. Zo kunt u als bewoner van het gebied uw steentje bijdragen aan veilige dijken in dit gebied.

We kruisten nog een pad over particulier terrein met recht van overpad. Het pad was alleen toegankelijk voor doorgaande wan­de­laars. Even voor Muiden verlieten we de dijk voor een rust in het Echobos. Op een grote grasvlakte stonden 3 picknickbanken uitnodigend.

In Muiderberg sloegen we iets te vroeg af omdat we bang waren anders de grote joodse be­graaf­plaats mis te lopen. Later kwam de markering van links er bij. Het bleek dat de be­graaf­plaats gesloten is. Het zou goed zijn als in een volgende druk van het Westerborkpadboekje de melding wordt gemaakt dat de be­graaf­plaats op zaterdag gesloten is. Op de website van de Joodse be­graaf­plaats staat dat ze alle dagen geopend zijn met uitzondering van feestdagen. Kennelijk is de zaterdag ook een feestdag.

Via buurtschap Hakkelaarsbrug werd de A1 weer gekruist. Even later werd ook de Hanzespoorlijn gekruist. Bij molen De Onrust sloegen we af en volgden een graspad langs de Uitwatering van het Naar­der­meer. Aan het begin van het pad zijn ar­bei­ders bezig om riet hier in handzame bundels vast te binden.

Molen De Onrust is in 1809 gebouwd om het Naar­der­meer te bemalen. Tot op de dag van vandaag wordt het waterpeil van het natuurgebied nog steeds door molen en molenaars keurig op peil gehouden. Zonder de hulp van moderne apparaten. Het type molen is een achtkant grondzeiler. Deze aanduiding wijst op de vorm en op de manier waarop de molenaar (vanaf de grond) de zeilen kan voorleggen.

Bij De Visserij aan de Keverdijk, bij het beginpunt van rondvaarten van Natuurmonumenten op het Naar­der­meer hadden we een rust. In het verleden kwam ik hier eens met Coos en vriendinnen en toen was hier een mogelijkheid om een rondvaart te maken omdat een aantal mensen niet waren komen opdagen. We maakten er toen echter geen gebruik van. De rondvaart duurde 3 uur en we hadden toen ook nog 10 km te gaan.

Na een mooie bospassage werd gebouw De Machine be­reikt. Hier hielden we weer een rust. De bewoonster van dit huis, Annie Mostert, woonde hier al 60 jaar en schonk naar keuze koffie of thee.

Zoals alle natuurgebieden in Nederland is ook het Naar­der­meer resultaat van menselijk ingrijpen. Maar van oorsprong is het een van de weinige natuurlijke veenmeren in ons land, niet ontstaan door afgraving voor turf- of zandwinning. Het dateert uit de ijstijd, toen kwelwater vanuit de Utrechtse Heuvelrug zijn weg zocht naar het westen. Het Naar­der­meer werd tussen 1623 en 1629 met succes drooggelegd, maar in 1629 weer onder water gezet om de oprukkende Spanjaarden tegen te houden. In 1883 werd opnieuw een poging gedaan het meer droog te leggen. Voormalig stoomgemaal De Machine herinnert hieraan. Maar het was niet te betalen: dagelijks moest 65000 kubieke meter kwelwater worden weggepompt.

In 1895, elf jaar voor Natuurmonumenten eigenaar werd, is het stoomgemaal omgebouwd tot twee woon­hui­zen, o­ve­ri­gens zonder enige voorziening. De 87-jarige Annie Mostert kan daarvan getuigen. Ze woont hier al 65 jaar. Wanneer ze zin heeft, schenkt ze koffie en thee aan passerende wan­de­laars en fietsers. „We hadden niets. Water haalden we uit de regenput en koken deden we op het petroliestel. Tegenwoordig heb ik alles: gas, warm water, een septic tank. Maar ik heb het wel zelf moeten aanschaffen. Natuurmonumenten heeft hier nooit veel gedaan.“

Annie’s grootvader is in 1895 in De Machine komen wonen – ’hij hield koeien’ – en haar vader werd er in 1898 geboren. Ook haar schoonouders hebben er gewoond, vanaf 1937. En toen Annie in 1947 trouwde, bleef zíj er wonen met haar man. „Hij werkte voor Natuurmonumenten, sloten uitbaggeren en riet snijden. Zwaar werk, elke avond kwam hij onder de bagger thuis.“ Na een aantal jaren hield haar man het voor gezien. „Hij kon in de chemische fabriek van Naarden 41 gulden per week verdienen, 16 gulden meer dan bij Natuurmonumenten. En hij ging ’s morgens als een heertje de deur uit en kwam er ’s avonds als een heertje weer in.“

Intussen deed Natuurmonumenten weinig tot niets aan het onderhoud van het gebied. Annie: „Na 45 jaar kon je hier niet meer roeien, zoveel troep zat er in het water.“ Met moderne machines is dat euvel opgelost, en tegenwoordig zijn er genoeg vrijwilligers te vinden om riet te snijden in het natuurgebied.

Verder lopend over de Meerkade werd Naarden be­reikt. Voor Naarden kwamen we nog langs boerderij Stadszicht . Hier woonde Annie Mostert van haar 7e tot haar 22e levensjaar.

De boerderij heeft de naam Stadszicht, want vanaf de boerderij heb je een vrij zicht op de vestingstad Naarden


Station Naarden-Bussum, dat op het grondgebied van Bussum ligt, was oorspronkelijk ons eindpunt. We besloten echter nog een traject te lopen. Van NS Weesp tot NS Naarden-Bussum hadden we de route op ons GPS apparaat zitten. Deze route hadden we gedownload van de website www.danyell.nl. Danyell hartelijk dank nog hiervoor. Maar van het nu volgende traject waren we "overgeleverd" aan de beschrijving van het Westerborkpadboekje en de markeringen.

Als eerste werd nu koers gezet naar de synagoge van Bussum aan de Kromme Laan.

De Joodse Gemeente Bussum is, in tegenstelling tot de meeste Joodse Gemeenten in Nederland, een nog "jonge" gemeente. De stichting ervan vond plaats in 1917.

Lang daarvoor, midden 18e eeuw, was er al een Sefardische Joodse Gemeente in Naarden. Naarmate de verbindingen met het Gooi beter werden, mede naar aanleiding van de aanleg van de spoorverbinding Am­ster­dam - Amersfoort, kwamen er meer Am­ster­dammers in het Gooi wonen. Onder hen waren ook een aantal Joden. Deze laatste categorie ging veelal in Bussum wonen en in tegenstelling tot twee eeuwen daarvoor, waren dit meestal Askenazische Joden, die zich niet zo thuis voelden in een Sefardische omgevingen en die ook de afstand naar Naarden te groot vonden. Rond 1917 besloten zij een eigen Gemeente te stichten. Op Shabbat werden in pension "Gans" de diensten gehouden. Omstreeks 1919 trokken zij in een eigen sjoelgebouw aan de Hoogeweg, dat al spoedig te klein werd.

Het huidige pand, in de Kromme Englaan werd begin dertiger jaren van de Apostolische Gemeente gekocht en in september 1931 als sjoel in gebruik genomen.

Ongeveer daarmee samenvallend werd de Joodse Gemeente Naarden wegens gebrek aan leden opgeheven. Het was echter pas ca. 1990 dat een aantal waardevolle zaken uit die oude Naardense sjoel aan de Bussumse Joodse gemeente werd overgedragen. De uit de 17e eeuw stammende koperen kronen, die bij opheffing van "Naarden" in handen kwamen van het NIK, kregen in 1991 een plaatsje in de Bussumse sjoel.

Sefardische Joden zijn joden wier voorouders in Spanje en Portugal leefden. De term Sefardim is afgeleid van het Hebreeuwse woord "Sefarŕd", dat Spanje betekent.

Asjkenazische joden zijn joden uit Oost-, Midden- en West-Europa. Ashkenaz is middeleeuws Hebreeuws voor het gebied langs de Rijn waar zij zich oorspronkelijk vestigden, het gebied dat nu Duitsland heet.
Het woord Asjkenazim is afgeleid van het Hebreeuwse woord Asjkenaz dat in de Tenach als koninkrijk samen met de koninkrijken Mini en Ararat wordt genoemd (Jeremia 51:27). Asjkenaz lag dus ergens in de buurt van de Ararat, en heeft eigenlijk niets met Europa te maken.


Op de hoek van de Brinklaan en de Brediusweg lieten we de Latte Macchiato goed smaken.Omdat het goed smaakte namen we nog een 2e glas. Bij het afrekenen vernamen we pas de prijs. Elk glas kostte maar liefst vier euro.

Verder liepen we over de Brediusweg. Talrijke grote oude en dure huizen konden we hier aan­schou­wen. Aan het einde van de Brediusweg lag een Joodse be­graaf­plaats. Het was hier niet mogelijk op de Joodse be­graaf­plaats te betreden omdat dit hek op slot was. Toen we aan het eind van de Brediusweg afsloegen en de Amersfoortseweg opliepen was de ingang van de Oude be­graaf­plaats. Op deze be­graaf­plaats vonden we een banken in de zon en we besloten hier een rust te nemen. Toen we hier naar rechts keken zagen we de Joodse be­graaf­plaats achter de Oude be­graaf­plaats liggen. Hier bleek het toegangshek wel open te zijn.

Verder liepen we over de Amersfoortseweg. Langs de kant stonden enige zeer luxe huizen. Het uitzzicht naar de weg was hier niet je van het. Langs de weg stonden namelijk grote geluidsschermen omdat hier de afslag Bussum was van de A1-snelweg.

Over de Huizerweg liepen we weer naar centrum Bussum. Daar viel de Sint Vitus kerk op

De Sint-Vituskerk is een neogotische basiliek. De kerk werdrond 1884 gebouwd. De toren lijkt veel op de kerktoren van Eemnes-Buiten. Aanvankelijk werd de kerk na de sluiting gebruikt als zaal voor e­ve­ne­menten. Nu is er een appartementen complex.

We liepen hier verkeerd omdat we de rode lijn van een verkeersweg volgden in plaat van de rode lijn van de wan­del­rou­te. Dit is vaak ook onduidelijk in het wandelboekje. Het zou goed zijn om de wan­del­rou­te een andere kleur te geven die beter opvalt.

Over de Laarderweg werd Bussum verlaten. Bij een huis stond een meer dan levensgrote opblaasbare ooievaar met speen in de tuin. Op de voorruit van het huis was zogenaamd een ooievaar tegenaan gevlogen.

Aan de rand van de Bussumer- en Weisterheide hadden we nog een rust op een bankje. Een echtpaar met 2 kleine kinderen liepen hier. Een jongetje viel meerdere keren op de grond. Alsof er niets gebeurt was stond hij op en liep hij gewoon weer verder. Wat was om jaloers op te worden dat hij nog zo lenig was.

Na kruising met de Nieuw Crailoseweg werd Hilversum be­reikt. Via het geel gekleurde gebouw van de Noorderbe­graaf­plaats werd NS Hilversum Noord be­reikt. Hier kwamen net een aantal wan­de­laars aangelopen, die uit de passerende stoptrein waren gestapt. We keken elkaar aan maar zeiden verder niets.

We volgden de spoorlijn naar NS Hilversum centraal. Nabij het station moachten we nog een extra lusje maken. Daarbij kwamen we langs een oude politiepost.

De gemeente Hilversum liet de post in 1919 bouwen vanwege de vele opstootjes in de buurt. Het omvatte een wachtruimte, twee cellen en een aanbouw voor de slangenwagen (brandweerwagen) en de rijwielbrancard (fietsenstalling). Bij de restauratie zijn oorspronkelijke elementen teruggebracht. De post is in 1934 opgeheven. Het gebouw is in 2008 aangekocht door Huurders- en koperscorporatie Dudok Wonen en gerestaureerd. Nu zit er een praktijk in voor acupunctuur, tuina massage & fysiotherapie. Dudok Wonen renoveerde het Dudok monument begin dit jaar en maakte het geschikt als kantoorruimte.

Maar de belangrijkste reden van het ommetje was het feit, dat we langs het huis van de familie Philips aan de Professor Donderstraat kwamen. Toen we daar liepen keken we op huisnummer 23 of er nog iets herkenbaars was uit die tijd. Later, toen ik dit verslag schreef en achtergrond informatie opzocht bleek dat het om huisnummer 11 ging. Nummer 23 sloeg op het 23e informatiepunt.

Suze Philips (1926) woonde met haar ouders, broer Meijer en zusjes Nettie en Beppie in Hilversum aan de Professor Donderstraat 11. Vader was eigenaar van een 'Winkel van Sinkel'. In november 1942 werd de familie gedwongen te verhuizen naar Am­ster­dam. In april 1943 werden Suze naar kamp Westerbork gedeporteerd. Aangekomen in kamp Westerbork schreef Suze brieven aan haar vriendin Alie.

Met de trein en dus reden we huiswaarts. Het was weer een mooie, droge en zonnige dag geworden.

Henri Floor