Op vrijdag 27 april 2012 liepen wij de NS wandeling Elsterberg. In de ochtend had ik nog een afspraak van 10 tot 11 uur. Maar daarna was er nog voldoende tijd om een wandeling te maken. Samen net Coos reden we met de trein naar Rhenen. Rond half een in de middag begonnen wij aan de wandeling. Dit is voor ons doen vrij laat op de dag.
Coos had deze wandeling in 2011 nog gelopen. Zij had een wat ouder boekje en kwam er toen achter dat de route gewijzigd was. Die wijziging lag vooral in het begin van de route. Voorheen werd Rhenen aan de noordzijde verlaten. Nu voerde de route juist zuidwaarts naar de Rijn toe. We liepen onder de Rijnbrug door en de route voerde verder een eind door uiterwaarden. Twee wandelaarsters met rugzak liepen ons tegemoet met het Trekvogelpadboekje in hun hand.
Toen we het centrum van Rhenen inliepen, was er veel bedrijvigheid. Rhenen werd klaargemaakt voor de ontvangst van de koninklijke familie op 30 april. Rhenen was samen met Veenendaal de plaats waar koningin Beatrix haar opwachting zou maken. We zagen hier langs de kant een hele grote opgezette zwarte aap staan, die vermoedelijk uit Ouwehands Dierenpark afkomstig was. Bij het stadhuis kwam net een dame met een rolstoel uit een bestelbusje. Een ambtenaar vroeg aan haar of ze voor het trouwpaar naar binnen wilde gaan of daarna. Na de Cunerakerk werd de doorgaande weg in Rhenen overgestoken.
De Cunerakerk is genoemd naar Cunera van Rhenen martelares en
beschermheilige. De kerk is een van Nederlands mooiste laatgotische
hallenkerken. In 1940 bij de slag om de Grebbeberg werd
Rhenen grotendeels verwoest, maar al tijdens de oorlog weer
grotendeels opgebouwd.
We verlieten de bebouwde kom van Rhenen nabij de Koeheuvel. We dwaalden nu door bosgebied Lijster Eng naar de Leemkuil. Na een korte blik op het meertje geworpen te helpen liepen we verder over een lange zandweg door bosgebied. Eerst waren dat de stadsbossen van Rhenen overgaand in het Remmersteinsche Bosch. Daarbij kwamen we nog langs een gebouwtje waar politiehonden getraind worden. We liepen hier trouwens al door het Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug.
De Utrechtse Heuvelrug, een hoge zandrug in het vlakke landschap,
strekt zich uit van Hilversum tot aan Rhenen. In oktober 2003 heeft
de Utrechtse Heuvelrug met de fraaie bossen, heideterreinen,
vennen en stuifzanden officieel de status van Nationaal
Park gekregen. Via het Nationaal Park streven de eigenaren
(Staatsbosbeheer, Het Utrechts Landschap, Natuurmonumenten en
een aantal particuliere eigenaren) naar bescherming en verbetering
van natuur en recreatie.
We liepen nu naar de voormalige zandafgraving Kwintelooijen. Langs de bovenrand hadden we hier prachtige vergezichten op Veenendaal. We lasten hier een rust in op een bankje en lieten de vergezichten rustig op ons inwerken.
We liepen nu door de bossen van Landgoed Dikkenberg. Op een gegeven moment zagen we een ree midden op het pad staan en de kont van een tweede ree. We staken de Defensieweg over en na een klaphekje bevonden we ons in het Beschermde Natuurgebied Remmerden dat eigendom is van het Utrechts Landschap. Er waren hier veel bomen gekapt sinds de laatste keer dat ik hier geweest was. Het landschap was hier wel heel mooi. Er graasden hier ook runderen. Ook kwamen we langs natuurgebied Plantage Willem III.
Plantage Willem III is een voormalige tabaksplantage.
Vanaf de 17e eeuw was de tabaksteelt voor de
inwoners van Amerongen een belangrijke bron van inkomsten.
De tabaksteelt werd mogelijk gemaakt dankzij een gunstige
zuidelijke ligging in combinatie met een zandige bodem. Aan het
begin van de 20ste eeuw nam de verbouw van de tabak steeds meer
af. In de oorlogsjaren volgde nog een korte opleving, maar daarna
kwam al snel een einde aan de cultuur. Alleen het tabaksmuseum
en de droogschuren, nu in handen van Het Utrechts Landschap,
herinneren nog aan de vroegere tabaksbouw. In een van de schuren
is informatiecentrum de Amerongse Bergschuur gevestigd.
We kwamen bij de Veenendaalse straatweg te Elst en volgden deze even in de richting van Veenendaal. Nabij de voormalige jeugdherberg betraden we weer bosgebied. Het Amerongse bos werd bereikt.
Het Amerongse Bos is een van de oudste bossen op de Heuvelrug.
Sommige grove dennen staan er al sinds 1770. Het bos dankt zijn
leeftijd aan de kasteelheren van kasteel Amerongen, die het bos
lieten aanleggen om er te kunnen jagen. De imposante oude en
grote bomen met een weelderige ondergroei doen denken aan
een oerbos. Het heuvelachtige terrein zorgt voor onverwachte
vergezichten, aan de noordkant over de Gelderse Vallei en in
zuidelijke richting tot ver in de Betuwe.
In het Amerongse bos ligt op een hoogte van 62,5 meter de top van de Elsterberg, de naamgever van deze NS wandeling. Ongemerkt liepen we over de top. Er staat geen naamsvermelding bij de top. Even onder de top van de Elsterberg staan twee bankjes vanwaar weer een prachtig vergezicht is. Ook hier lieten we deze vergezichten rustig op ons inwerken.
De Elsterberg behoort met 62,5 meter hoogte samen met de
Amerongse berg (69 m) en de Galgenberg (50 m) tot de hoogste
toppen van de Utrechtse Heuvelrug. De bergen zijn ontstaan in
de ijstijd, toen een grote gletsjer laagjes zand zuidwaarts voor
zich uit omhoog schoof. Toen het warmer werd, smolt de gletsjer
en het water zocht zijn weg naar de randen van de stuwwal. Het
water sleet diepe dalen in de ondergrond uit en zo ontstonden de
smeltwaterdalen. De Elsterberg en de Amerongse Berg zijn voor
Nederlandse begrippen vrij hoog geworden, doordat de stuwwal
door een volgende gletsjer opnieuw werd opgestuwd.
Nu werd koers gezet naar het Egelmeer. Dit is geen indrukwekkend meer, want het "meer" staat vaak droog. Ditmaal lag er wel wat water in. Langs de kant stond nog een watermeter. Even liepen we hier over de Cuneraweg, maar spoedig sloegen we af over een zandpad met de naam Slaperdijk.
Eeuwenlang was de Gelderse Vallei het toneel van overstromingen.
Doordat de waterstand in de Rijn veel hoger was dan die van het
IJsselmeer, bezweek de dijk bij Rhenen regelmatig. Het water kon
ongehinderd de vallei instromen, zelfs tot in de stad Amersfoort. In
1652 werd daarom een slaperdijk aangelegd tussen de Amerongse
Berg en de Emminkhuizerberg, dwars door de Gelderse Vallei.
De Slaperdijk werd zo genoemd, omdat ze haar rustende bestaan
slechts verloor als de Grebbedijk doorbrak. In de 18e eeuw
werd tussen Rhenen en Amersfoort een verdedigingsstelsel, de
Grebbelinie aangelegd. Dankzij de Slaperdijk kon de lager gelegen
Gelderse Vallei ten oosten van de linie eenvoudig onder water
worden gezet om de vijand tegen te houden.
Bij wat woningen aangekomen was een parkoerswijziging. Dat kwam doordat verder het oorspronkelijke pad was afgesloten. De nieuwe route was wel gemarkeerd. Na nog een mooi natuurgebied nabij De Bokkesprong werd de Dwarsweg te Amerongen bereikt, nabij de spoorlijn Driebergen-Rhenen. We volgden nu zoveel mogelijk de spoorlijn tot aan NS station Veenendaal-West. Met de trein reisden we huiswaarts.
Ook deze NS wandeling was weer heel mooi. Voor wandelaars die van bossen houden is deze tocht zeker een aanrader.