Op vrijdagavond 6 mei was de start van de 80 km lange Kennedymars vanuit Hilversum. Voor de start waren er eerst nog wat huishoudelijke mededelingen en opmerkingen ten aanzien van bijzondere aandachtspunten tijdens de tocht. Twee wandelaars, die respectievelijk 40 en 25 maal een Kennedymars hadden gelopen, werden gehuldigd.
Even na 22:00 uur verlieten we de start. Enerzijds was het toespraakje iets uitgelopen en anders liet ik de meeste wandelaars voorgaan. Het loopt niet lekker met een wandelstok in de menigte. We liepen in Hilversum langs o.a. de Sint Vituskerk, de KRO studio, de schouwburg Gooiland en verder door uitgaanscentrum Groest.
Na het TROS gebouw liepen we verder door het mediapark en kwamen langs NS station Hilversum Noord. Verderop volgden nog de studio van RTL Nederland.
Bij Bussum liepen we onder het ecoduct/natuurbrug nabij zanderij Crailoo. Daarna kwamen we langs de watertoren te Bussum uit 1906. Opnieuw kwamen we langs een treinstation. Ditmaal was dat NS station Bussum Zuid. Na het Vijverpark werden we eerst verrast door een passage zonder pijlen. We liepen achter onze voorgangers aan en die wisten een passage in te korten. We volgden hier de Gentiaanstraat in plaats van de Ceintuurbaan naar de rotonde. Vlak daarop werden we verrast door de stroopwafelpost.
Dit was nabij de bunker van Fort IV te Bussum.
Van de vijf verdedigingswerken die omstreeks 1870 als zogenoemde Offensief van Naarden werden gebouwd als voorlinie rond Bussum, is fort Werk IV de grootste.Het fort ligt vooruitgeschoven op het hooggelegen Gooi, en vormt een onderdeel van de Hollandse Waterlinie.
Door de hoge ligging wordt het fort niet zoals gebruikelijk omgeven door een watergracht, maar door een droge gracht waarin een muur met schietgaten en uitstulpingen is gebouwd. Links en rechts van het terrein staan twee bomvrije gebouwen (de kazematten). Daartussen is een stenen doorgang, de zogenaamde poterne, die toegang geeft tot de gracht. Op het middenterrein staat de fortwachterswoning.
Fort Werk IV is een veelhoekig (polygonaal) fort, dat is omgeven door een droge gracht.
Om zich tegen de in die gracht doorgedrongen aanvallers te verdedigen, heeft het werk vijf uitbouwen, (caponnières). Bovendien is het fort omringd door een muur die is voorzien van schietgaten.
Het is juist de combinatie van een droge gracht, een polygonale vorm en de muur met schietgaten, die maakt dat fort Werk IV uniek is in Nederland. Er is in Nederland geen ander type van dit fort gebouwd! In 1926 is het buiten militair gebruik gesteld en in 1969 is het op de monumentenlijst geplaatst.
Haast ongemerkt werd Bussum verruild door Naarden. Na het Bosch van Bredius liepen we over de Vestinggracht en door de Utrechtse Poort.
Verderop kwamen we langs het fel verlichte gebouw Het Arsenaal. Onze ogen moesten even wennen aan dit felle licht.
We verlieten Naarden langs de Naardertrekvaart en passeerden een bordje van het Naarderbos.
Nu liepen we vlak langs het Gooimeer. We kruisten de A6 snelweg en kwamen daarop in Muiderberg vlak langs strand. Opeens zagen we een lichtflits. Dit was geen bliksemflits maar de flits van een wandelfotograaf die de fraai verlichte kerktoren van Muiderberg fotografeerde.
Daarna liepen we door het Echo bos en kwamen langs het IJmeer. De Dijkweg bij Muiden bleek ook een klein plaatsje te zijn. We kregen nu fraaie uitzichten op het verlichte Muiderslot.
In Muiden kruisten we de Vecht nabij de sluizen en de Herengracht en café Graaf Floris V, de stempelpost van het Graaf Floris V pad. Het oorspronkelijke Graaf Floris V pad werd door dezelfde persoon uitgezet als deze Kennedymars.
Net buiten Muiden kwamen we langs de Maxis. Op de parkeerplaats was het nu uiteraard rustig. We kruisten de A1 bij Muiderbrug. Nu kwamen we bij de ongeveer 1 km lange weg waarop staalplaten lagen. Bij de eerste plaat ben ik bijna gevallen. In het toespraakje voorafgaande aan de tocht was er wel melding van staalplaten op een weg gemaakt, maar waar dat nu precies was wist ik niet meer.
We staken het Amsterdam Rijnkanaal over via een fietspad langs een spoorbrug. Daarop kwamen we door Diemerbos. Dit is een heel mooi natuurgebied zo dicht bij de grote stad Amsterdam.
Het Diemerbos is aangelegd tussen 1993 en 1997. Daarvoor lag hier een open, waterrijke polder. Maar het gebied heeft een nog veel langere historie. Ooit lag hier een indrukwekkend moerasbos met eiken. Tijdens de aanleg van het huidige bos werden oeroude stammen in het veen gevonden. Her en der in het bos liggen ze nu naast de paden.
Toen het Diemerbos werd aangelegd was houtproductie nog een belangrijk doel. Daarom werden percelen beplant met dezelfde bomen. Maar voor gevarieerde natuur zijn juist open plekken, ruigtes, riet en watertjes nodig. Daar krijgen nieuwe soorten een kans. Op een aantal plekken is het Diemerbos daar opnieuw voor ingericht.
Het Diemerbos vormt samen met de Bijlmerweide, het PEN-bos en de Gaasperplas een lint van natuurgebieden aan de zuidoostkant van Amsterdam. Ook zijn er verbindingen met natuurgebieden aan de oevers van het IJmeer, het Diemerpark en de Diemer Vijfhoek. Het bos bestaat uit twee delen met elk een eigen karakter.
Het grootste deel van het Diemerbos ligt ten westen van de A9 en grenst aan Diemen en Amsterdam-Zuidoost. Dit deel is het meest ingericht voor recreatie. U vindt er bijvoorbeeld picknickplekken, bankjes, waterpartijen, een speelbos voor kinderen en een grote ligweide. De verharde wandelpaden zijn geschikt voor rolstoelen, rollators en wandelwagens.
In het bos aan de andere kant van de A9 mag de natuur meer haar eigen gang gaan. Het Diemerbos loopt hier door tot het Amsterdam-Rijnkanaal. De natuur is hier waterrijk, met moerasbos, nat grasland, ruigtes, plassen en rietland. U kunt er bijzondere soorten planten en dieren observeren. Of het laarzenpad lopen en ervaren wat moeras is. Ook hier zijn ligweides om te luieren, een boekje te lezen of te spelen.
We kruisten de A9 snelweg en liepen daarop langs industrieterrein De Sniep te Diemen. We kruisten het riviertje de Diem, waar we nog nooit van gehoord hadden.
Het riviertje de Diem stroomt tussen Diemen en de Diemerzeedijk. Het loopt oostelijk van Diemen, dat hieraan zijn naam ontleent. Het riviertje wordt door het Amsterdam-Rijnkanaal doorsneden.
Na de natuurijsbaan van Diemen werd de eerste grote rust, na eerst nog 100 meter verkeerd te zijn gelopen, bereikt. Voor het oversteken van een weg stond een pijl rechtdoor. Dan verwacht je niet dat aan de overzijde een pijl naar links staat. De pijl stond vlak onder een auto, waardoor deze niet goed opviel. Ik had mijn GPS-apparaat bij de hand en ik had de ingetekende route geladen zodat ik snel kon zien waar ik verkeerd was gelopen.
We verlieten Diemen over de Weesperstraat. Daarop werd het grondgebied van de gemeente Amsterdam bereikt en volgden we de Weespertrekvaart.
Een trekvaart naar Weesp had wellicht niet de hoogste prioriteit van Amsterdam, maar een aantal ontwikkelingen maakten dat de aanleg toch aantrekkelijk werd. Ten eerste was in de jaren twintig van de 17e eeuw het graan uit de Oostzeelanden erg duur geworden als gevolg van de oorlog tussen Polen en Zweden. Inpolderingen ten behoeve van bouwland werden daardoor populair.
Zo werd in 1626 het Bijlmermeer drooggelegd en in 1629 het Diemermeer (of Watergraafsmeer). Omdat het Bijlmermeer in de gemeente Weesperkarspel lag, was de toestemming van Weesp nodig. Weesp wilde die wel geven, mits er ook scheepvaartvoorzieningen zouden komen. De ringvaarten van beide droogmakerijen konden vrij gemakkelijk ingericht worden als trekvaart. Ten tweede was Weesp in die tijd de belangrijkste Hollandse brandersstad, zodat er ook een economisch belang aanwezig was. Tenslotte kwam Amsterdam ook met Muiden en Naarden tot een akkoord over een trekvaart. Deze voor Weesp economisch gezien ongunstige ontwikkeling werd met een eigen trekvaart min of meer gecompenseerd.
Na kruising met de A9 snelweg ging de Weespertrekvaart over in het riviertje de Gaasp.
Op de provinciegrens van Noord-Holland met Utrecht bij Driemond werd het riviertje de Gein gevolgd.
Het begon nu langzamerhand licht te worden en we haalden nu ons fototoestel te voorschijn. Bij de eerste foto bleek nog te weinig licht te zijn.
We bleven de Gein een tijdlang volgen en passeerden de Broekzijder molen.
Nu kwamen we bij het witte bruggetje over het Gein dat ook afgebeeld was op het wandelplaatje. Zowel hier langs het Gein als elders op de wandeling zagen we deze dag heel veel fluitekruid bloeien.
We zetten nu koers naar het Amsterdam Rijnka
naal en kwamen daarbij langs Fort Nigtevecht. Het Amsterdam Rijnkanaal volgden we zo’n 5 km en hierlangs was ook nog een verzorgingspost.
Nabij Loenersloot staken we het Amsterdam Rijnkanaal over. Het kanaal werd aan de overzijde in tegengestelde richting gevolgd zodat we achteropkomers konden zien lopen. Spoedig verlieten we het kanaal en over de Spoorlaan werd Vreeland bereikt. Bij Hotel de Nederlanden werd de Vecht overgestoken via de Van Leerbrug, een ophaalbrug. Spoedig werd de bebouwde kom van Vreeland verlaten en staken wij de Vecht opnieuw over.
We volgden de Vecht nu naar Loenen aan de Vecht. In de bebouwde kom van Loenen kwamen we eerst langs korenmolen De Hoop uit 1901 en vervolgens langs het voormalige stadhuis van Loenen.
In Loenen werd de tweede grote rust bereikt. Deze was gelegen in cultureel centrum ’t Web. Buiten op een bank voor de grote rust troffen we twee Friezinnen, die op de gevoelige plaat werden vastgelegd. De temperatuur was nu dermate hoog opgelopen dat de korte broek tevoorschijn kon worden gehaald. Ook de bovenkleding werd van een laag ontdaan en verwisseld.
Loenen werd verlaten over het Jaagpad, een zandpad langs de Vecht.
Langs vrijwel de gehele Vecht zagen we langs de oevers talrijke fraaie huizen, soms paleisachtig, staan.
Met buurtschap Nieuwerhoek werd Loenen definitief verlaten.
Daarop werd Nieuwersluis bereikt.
We staken de Vecht over en liepen langs de voormalige Pupillenschool uit 1877. Later werd dit een kazerne en werd dit het Militair Penitentiair Centrum Nieuwersluis genoemd. Iets verder naar achteren ligt de vrouwengevangenis.
Over het geasfalteerde Zandpad werd, nog steeds lopend langs de Vecht, Breukelen bereikt.
Toen wij in het centrum bij de ophaalbrug kwamen, ging deze net open voor de doorvaart van een pleziervaartuig.
Nu kwamen we langs de voormalige Ridderhofstad Gunterstein. Aan het einde van de Laan van Guntherstein herkenden wij trajecten van het Waterliniepad, dat ik samen met Coos eind april 2009 heb gelopen. Het Waterliniepad was hier een weinig gebruikt graspad en ik moest er niet aan denken om daarop nu te lopen.
Op weg naar Tienhoven kwamen we eerst langs Fort Tienhoven.
Verderop liepen we langs het Breukelerveense Meer, de Stille Plas en de Tienhovense Plassen. Bij café Het Olde Regthuys was een stempelpost van een fietstocht door Midden Nederland. Langs de Molenpolder werd molen de Trouwe Wachter bereikt.
Buiten Tienhoven voerde de route langs de Eendenkooi Breukelerveen.
In een eendenkooi bevindt zich een flinke vijver.
Op de vijver komen enkele smalle sloten op uit.
Deze sloten worden de zogenaamde vangpijpen genoemd.
De beheerder van een kooi wordt de kooiker genoemd.
Om overvliegende eenden te lokken bevindt zich in de eendenkooi een groot aantal staleenden. Deze staleenden worden dagelijks gevoerd en zijn gewend aan de kooiker en zijn hond.
Bij het begin van het jachtseizoen laat de kooiker de kooikershond, langs de smalle sloten lopen om de rustende vreemde eenden te lokken.
De smalle sloten zijn aan beide kanten voorzien van rietschermen.
Hierdoor zien de eenden de kooiker niet.
Het kooikershondje laat hij voor en achter langs de schermen lopen.
Hierdoor worden de eenden nieuwsgierig door het verstopgedrag van het kooikerhondje.
Want het kooikerhondje heeft een opvallende, grote witte pluimstaart.
Deze verdwijnt steeds weer om verderop weer tevoorschijn te komen.
De eenden zwemmen achter het hondje aan de steeds nauwer wordende sloot in.
Onverwachts komt de kooiker nu achter de schermen vandaan en jaagt de eenden op.
De eenden vliegen dan verder de vangpijp in het licht tegemoet.
Aan het eind van elke pijp wordt het kooibos rond de kooiplas namelijk opengehouden.
Uiteindelijk vliegen de eenden tegen een schuin gespannen net aan, aan het einde van de pijp. De eenden vallen dan naar beneden.
Ze kruipen dan naar de enige schijnbare uitweg namelijk het vanghokje.
De kooiker laat het vanghokje dichtvallen zodat de eenden gevangen zitten en niet meer terug kunnen.
De laatste verzorgingspost was in Egelshoek. Tot hier ging het relatief goed. Maar hierna sloeg de warmte toe en was het echt afzien. De bekende laatste loodjes waren dit keer behoorlijk zwaar.
Na de Egelshoek voerde de route langs natuurgebied Einde Gooi en de Korporaal van Oudleusdenkazerne.
Op de fotogenieke Hoornboegsche Heide, waar we helemaal geen foto maakten, liep ons pad over een lichtgekleurd grintpad. Hierbij weerspiegelde het zonlicht flink hetgeen voor flinke vermoeidheid zorgde. De schaduwplekken werden nu optimaal benut.
Via het Laaperspark en NS station Hilversum Sportpark werd de finish bereikt om 14:13 uur. Daarmee hadden we deze Kennedymars in 16 uur en 10 minuten gelopen, voor mijn doen een goede prestatie.
De snelste wandelaar legde deze Kennedymars af net binnen de 10 uur en drie kwartier. De minst snelle wandelaar had op 5 minuten na 20 uur nodig.
Deze kennedymars was voor mij extra bijzonder omdat het mijn 10e kennedymars was. Klik
HIER voor het overzicht van al mijn gelopen Kennedymarsen. Ik heb echter nog een kennedymars te gaan om in aanmerking te komen voor de Kennedy Walker Zilver vermelding omdat dit systeem pas geldt sinds 1 januari 1994. En mijn eerste kennedymars dateert uit 1987.
Wij willen de organisatie en alle vrijwilligers hartelijk danken voor het mogelijk maken van deze mooie wandeltocht.
Aanbevelingen ten aanzien van deze toch al hele mooie tocht.
- |
|
Sommige pijlen bij afslagen stonden midden op een kruispunt. Als een pijl nou net voor een afslag staat, dan kost het de wandelaar minder energie om de route te vervolgen. Want je hebt al zoveel energie nodig om deze Kennedymars te lopen. Er is weliswaar een routebeschrijving, maar die leest bijna niemand tijdens het wandelen. |
|
- |
|
Speciale aandachtspunten, zoals staalplaten op het parkoers zou in een informatiebericht voor de start beschikbaar moeten zijn met afstandvermelding. Veel wandelaars lopen met een GPS en daardoor weet je steeds hoeveel je al afgelegd hebt. |
|
|
Henri Floor |