tweede dag van de Swaddekuier Tweedaagse terug naar het overzicht van de Swaddekuier tweedaagse Terug naar het overzicht van 2-, 3- en 4-daagsen op de homepage van Henri Floor Swaddekuier tweedaagse alle foto's in het klein van de tocht diavoorstelling foto's nabestellen Terug naar de homepage van Henri Floor Swaddekuier 2-daagse, 1e wandeldag, vrijdag 31 juli 2009
Swaddekuier tweedaagse

nabij Twijzelerheide
De wandelroutes van de Swaddekuier zijn uitgezet in het gebied van het Nationaal Landschapspark de Noordelijke Wouden in Friesland. In het door elzensingels en dijkswallen omzoomde coulisselandschap zijn veel landschappelijke elementen te vinden die hun oorsprong vinden in de ijstijd. Het beleven van natuur en cultuur staat voorop bij de Swaddekuier. De organisatie wil die natuur- en cultuurbeleving afwisselen met muziek en oude gebruiken op de routes. De natuur en cultuur in het Nationaal Landschapspark de Noordelijke Wouden, zal de Swaddekuier 2009 tot een rijke wandelervaring maken.
Op vrijdag 31 juli was de start van de Swaddekuier 2-daagse wandeltocht vanuit Buitenpost.
Buitenpost/Bûtenpost ligt halverwege Groningen en Leeuwarden. Die ligging is vanouds van belang geweest voor de ontwikkeling van dit (grens)dorp. In vroegere tijden heeft Buitenpost te lijden gehad van de strijd tussen de Friezen en de Groningers. De naam verwijst naar buitenste wacht of voetbrug, die destijds post werden genoemd.
In de loop van de tijd vestigden leden van voorname Friese families zich in Buitenpost; rouwborden in de Nederlandse hervormde Kerk herinneren daaraan. In de 19e eeuw begon Buitenpost voordeel te trekken uit de ligging tussen twee hoofdsteden. Het dorp werd pleisterplaats voor de postwagens. De paarden verdwenen en trein (in 1866 werd de spoorlijn tussen Groningen en Leeuwarden geopend) en auto's kwamen. Spoorlijn en rijksweg hebben in belangrijke mate bijgedragen tot de ontwikkeling van Buitenpost en de ligging daaraan is nog steeds van groot belang.
Swaddekuier tweedaagse

langs het Kukhernsterpaad Na een korte toespraak van de voorzitter mochten we, zonder het zingen van het Friese volkslied, om 7 uur vertrekken. Twee dagen tevoren werd bij het begin van de Meerslag om Bolsward, een 3-daagse wandeltocht, wel het Friese Volkslied gezongen.

Wij verlieten Buitenpost via boerderij Haersma State en volgden de weg Egypte naar de spoorlijn Leeuwarden-Grongingen.
Haersma State is een boerderij van het stelptype op een terrein met grachten er om heen. De kelders waren bedoeld om in te wonen. De Buitentoegang is in het midden omlijst en bereikbaar langs een stoep met vijf treden met balies langs de zijden. Boven de ingang is een dakkapel met vleugelstukken. Op de schuur staat een uilebord zonder zwanenhalzen en een windwijzer met een haas. Een beboomde oprijlaan voert naar de boerderij. Op het weiland er voor staat een ooievaarsnest’. De boerderij is in 2003 gerestaureerd.
Na het viadukt onder de N358 gingen de asfaltwegen over in fietspaden. We volgden nu een heel lang vrijliggend betonfietspad. We liepen hierbij nog langs de Swadde, de grensrivier van de gemeente Achtkarspelen waartoe ook Buitenpost toe hoort. Naar dit riviertje, dat hier niet meer dan een sloot leek, is deze 2-daagse genoemd. Bij buurtschap Zandbulte zat even een flinke slinger in het parkoers. Swaddekuier tweedaagse

een Tjasker in natuurgebied Het Houtwiel
Zandbulten is een streekdorp zonder officiële dorpsstatus. Het ontstond in de 18de eeuw op de ontgonnen heide. De bebouwing concentreerde zich op een splitsing van paden, de tegenwoordige Achterwei, Hanenburch en het Wyldpaed. De laatste dankt zijn naam waarschijnlijk aan de tijd dat hier nog volop op wild werd gejaagd. De spoorlijn van Groningen naar Leeuwarden sneed het Wyldpaed in 1866 in delen.
We staken de eerder genoemde spoorlijn weer over en zetten nu koers naar Twijzelerheide.
Twijzelerheide/Twizelerheide is vanouds één van de heidedorpen. Vanwege de ligging aan de grens met twee andere gemeenten (Dantumadeel en Kollumerland c.a.) is de bevolking mede ‘noordelijk’ gericht. Voor de werkgelegenheid is men in belangrijke mate aangewezen op bedrijven in de omgeving en ook op Leeuwarden. Als heidedorp heeft Twijzelerheide buiten de bebouwing langs de hoofdwegen vroeger overwegend een verspreide bebouwing gehad. Door de uitbreidingen na 1945 is in de loop der jaren de vorming van een dorpskom op gang gekomen.
In Twijzelerheide was op 7,4 km een verzorgings- en stempelpost bij Theeschenkerij Jinkepaed.

Swaddekuier tweedaagse

langs de Petsloot We vervolgden ons pad door buitenwijken en zetten nu koers naar Kuikherne. Hier staken we het gelijknamige kanaal over. Opnieuw staken we de spoorlijn over en even later de N356 verkeersweg. We moesten hier goed opletten bij het oversteken, want de N356 is een 100 km weg en dan wordt er dus hard gereden. Nu volgden we een traject van de Goddeloze Singel.
De Goddeloze Singel maakt deel uit van een eeuwenoud pad, het ruim 40 km lange kloosterpad van 1453. In de middeleeuwen werd dit pad als handelsroute gebruikt door de Schiere (= grijze) monniken van het cisterciënzer klooster Claercamp bij Rinsumageest en de Sint-Bonifaciusabdij in Dokkum om in Veenwouden te komen waar de woontoren (stins) Schierstins nog aan deze tijd herinnert. Van hieruit liep het pad verder naar het klooster van Smalle Ee bij Drachten.
Er zijn verschillende versies waar de naam Goddeloze Singel vandaan komt.
Er zou een tollenaar met de naam Gerben Goddeloos bij de brug over de Valomsevaart hebben gewoond. Hij hief tol en hij runde een kroeg. Hij stond bekend om zijn gevloek en getier. Mensen die niet betaalden zou hij hardhandig hebben aangepakt. Ook gaat het gerucht dat er zelfs wel een lijk onder de brug dreef.
In een andere versie woonde er een visser die alle duivels uitschold. Uiteindelijk werd hij door de satan zelf te grazen genomen en werd zijn hoofd achterstevoren op zijn romp geplaatst.
We waren blij dat het nu niet zondag was. De route voerde hier fraai door natuurgebied Het Houtwiel.
Langs de Goddeloze Singel passert u het waterrijke natuurgebied Het Houtwiel. Dit uitgestrekte moerasgebied was ooit deel van de hoogvenen die vroeger een groot deel van Friesland bedekten. Al in de 15de eeuw werd er turf gewonnen. Dat ging door tot in de 20ste eeuw. Door al het graven ontstonden poelen en plassen, petgaten en legakkers. Nu zijn er uitgestrekte rietvelden te zien, die worden doorsneden met brede sloten. Elzenbosjes en opgeschoten wilgen geven het gebied een ruig karakter. Er ligt een weidevogelreservaat met open graslanden. In het riet nestelen de kleine karekiet, rietzanger, rietgors en baardmannetjes. De rietvelden zijn ook het broedgebied van de bruine kiekendief, die zich vaak jagend laat zien. Het Houtwiel was lange tijd een leeg en moeilijk toegankelijk moeras. Het domein van vissers, jagers en boeren. In Friesland zijn de meeste van zulke moerasgebieden ontgonnen, vooral voor de landbouw. Dat lot is Het Houtwiel bespaard gebleven, waardoor er voor natuurliefhebbers nog veel valt te genieten. Een prachtige plek daarvoor is de uitzichtheuvel die ter hoogte van ‘It Goddeloas Tolhûs’ ligt.
Swaddekuier tweedaagse

nabij de Petsleatswei Een wandelaar uit Damwoude haalde een grote verrekijker uit zijn rugzak te voorschijn en tuurde naar vogels in de verte. Bij It Goddeloas Tolhûs verlieten we de Goddeloze singel. We staken de N356 opnieuw over, nu nabij buurtschap De Valom. Bij mini camping De Zilveren Maan aan de noordkant van Zwaagwesteinde was weer een rust- en stempelpost
Zwaagwesteinde is een heidedorp. Dit type dorp ontstond op het grondgebied van oudere dorpen. Het had geen kerk. In de 16de eeuw was Zwaagwesteinde een boerendorp. Dat veranderde in de 18de eeuw, toen losse arbeiders, veenarbeiders en venters zich tussen de bestaande woudboerderijtjes vestigden. Zij woonden in ongekende armoede in hun holen en plaggenhutten. Eind 18de eeuw vestigde de joodse koopman Salomon Levy zich in het vensterdorp. Hij bracht werkgelegenheid in de vorm van kleinhandel in onder andere textiel, venten en kramen en kledingnijverheid. Rond 1910 verbeterden de leefomstandigheden van de bewoners van de plaggenhutten door toedoen van de woningcorporaties en de Woningwet. Maar de laatste plaggenhut werd pas in 1939 gesloopt.
De naam Zwaagwesteinde, ook wel Westerein genoemd, komt van het westelijke einde van Kollumerzwaag. Het dorp is ontstaan als het westelijk gedeelte van het dijkdorp Kollumerzwaag. Dit dankt zijn naam aan de zwaag van Kollum, een keileemrug op de grens van een redelijke hoge streek en lagere veengebieden aan de noord- en westzijde. De inwoners van Zwaagwesteinde hadden lange tijd de naam ruig volk te zijn. In vertellingen over zijn jeugd in en rond Veenwouden in het begin van de 20ste eeuw noemt Theun de Vries het dorp ‘De Zwarte Kuil’ vanwege de reputatie van diepe armoede, brutale marskramers en messentrekkers.
Tekenend voor die armoede waren de vele plaggenhutten, of spitketen zoals ze in Friesland worden genoemd, in Zwaagwesteinde. Een spitkeet moest volgens oud gebruik in één nacht worden gebouwd. Als de schoorsteen ’s ochtends niet rookte, had de eigenaar van het land waarop de hut verrees het recht deze weer af te breken. Veel plaggenhutten werden daarom ‘prefab’ gemaakt en in de omgeving verstopt. ’s Nachts werd dan met man en macht gewerkt om de spitkeet ’s ochtends af te hebben. De kleine plaggenhutten werden bewoond door grote gezinnen, echtparen met meer dan tien kinderen waren geen uitzondering. Sommige gezinnen hadden nauwelijks meer dan een dak boven hun hoofd, een tafel en een bedstee. Bij gebrek aan borden en bestek werden de aardappelen van de tafel gegeten. Privaten werden vaak door meerdere gezinnen gebruikt en vuil water werd via open goten en slootjes afgevoerd. Alleen de sterksten overleefden deze slechte hygiënische omstandigheden.
Swaddekuier tweedaagse

nabij de Petsleatswei Op het terras kwam eerst een wandelaar uit Buitenpost bij ons zitten. Even later werd zijn plaats ingenomen door wandelaars uit Haarlem en Almere. Deze laatste twee wandelaars hadden de eerste twee dagen aan de Meerslag om Bolsward meegedaan.

Nu volgden we lange tijd een fietspad langs de Petsloot. De Petsloot was niet bepaald een sloot, maar meer een vaart of een kanaal. En het was er behoorlijk druk met pleziervaartuigen. Er voeren meer boten langs dan dat we wandelaars of fietsers hier zagen. Vlak voor de rust in Westergeest kwamen we langs een oude kerk met oude grafstenen.
Westergeest is een streekdorp en kenmerkt zich door een diluviale zandkop, een natuurlijke verhoging van het landschap. Op deze zandkop is rond 1150 een kerk gesticht vanuit de St. Bonifatiusabdij in Dokkum. In bijna de hele historie van de kerk wordt er in de kerk begraven. De oudste grafzerken van de abdis dateren uit de tweede helft van de 11e of begin 12e eeuw. De kerk behaalde landelijk het nieuws toen in 1895 de muurschilderingen herontdekt werden, de oudste die tot op dat moment in Nederland gevonden waren. Na onderzoek van deskundigen zijn de muurschilderingen weer overgekalkt en zijn nu nauwelijks meer te zien.
Swaddekuier tweedaagse

de kerk van Westergeest In Westergeest was op 26,7 km in café Foestrum een rust- en stempelpost. Het was hier al de tweede keer dat opeens een wandelaar naar mij toe kwam en tegen mij zei: "dag meneer Floor". Nou loop ik zo ver van huis en nog steeds wordt ik herkend. In het café werd door de dame achter de bar gerookt en op de muur was een bordje geplaatst met de tekst rookruimte. Door de openstaande deuren hadden we gelukkig geen last van de rook.

We liepen verder langs voornoemde Petsloot, die meer op een vaart of een kanaal leek maar nu ook van naam was gewijzigd, namelijk Nieuwe Zwemmer. Nabij Oudwoude was de laatste stempelpost. Hier voerde de route vreemd door een grote boerenschuur vol met traktoren. De reden hiervoor was, dat we langs de enige toiletten van deze verzorgingspost kwamen. Daarna kwamen we door een andere grote schuur, een grote koeienstal. Aan het eind hiervan werd melk of karnemelk naar keuze ingeschonken. Meteen hierna was de stempelpost. Er werd hier live muziek ten gehore gebracht door een muziekant. We zagen hier noch twee bekenden uit Zaandam, die het 20 km parkoers liepen.

Op korte afstand langs de N358 liepen we naar de spoorlijn Leeuwarden-Groningen, op dezelfde plaats waar we deze tocht op de heenweg waren overgestoken. Vlak voor de spoorlijn troffen we nog een groepje van 4 dames waarvan er twee met reflektievesten liepen. Eén liep met een geel reflectievest en de ander met een oranje. Ze liepen beiden met een zelfde soort rugzak waar achterop een beertje bevestigd was. Na het maken van een paar foto's gaven wij ons internetadres. Eén van de dames verklaarde nog diezelfde avond naar de website te kijken. Toen we dat de volgende dag vroegen, bleek ze dat toch niet gedaan te hebben. De totale afstand bedroeg 35,7 km, een afwijking van 4,3 km van de opgegeven 40 km. Dat is toch een behoorlijke afwijking.
naar de top van deze pagina

Henri Floor