Op zaterdag 17 november 2007 organiseerde de FLAL een wandeltocht vanuit Kollum. De start was vanuit zalencentrum De Colle gelegen aan de Kerkstraat 4. Wij waren de vorige dag al “neergestreken” in Kollum. Toen wij op zoek waren naar een restaurant zagen we enige fraaie gebouwen in Kollum, waar de 25 km lopers ook langs zouden komen. Daarop besloten we voor de start het dorp in te lopen om alvast een paar foto’s maken. Vlakbij de start hadden we uitzicht op de Hervormde St. Maartenskerk.
We verlieten Kollum in de richting van Kollumeroudzijl. Langs de kant van de weg stonden fraaie boerderijen
Bij Kollumeroudzijl volgden we de N358 over een parallelweg. Dit was ook een traject van de ANWB autoroute Lauwersland. Voor een monument van een zittende man sloegen we af in de richting vanKollumerpomp, Warfstermolen en de Slikstaete-camping annex Bêd en Brochje.
Het verzetsmonument in Kollumerpomp (gemeente Kollumerland en Nieuwkruisland) is een wit natuurstenen beeld van een zittende mannenfiguur met in zijn rechterhand een geweer. Tussen zijn knieën staat een jong meisje. De linkerhand van de man rust beschermend op de schouder van het kind. Man en kind kijken blij, maar waakzaam vooruit over het Friese land. Links op de zetel van de man is het wapen van de gemeente Kollumerland aangebracht en rechts het wapen van de provincie Friesland. Achterop de zetel is een afbeelding van de Nederlandse Leeuw ingebeiteld. Het beeld is geplaatst op een zuil van oude kloostermoppen, waarin een oorkonde is gemetseld. Ook is onder aan de zuil een witte natuurstenen band met opschrift ingemetseld. Het beeld is 2 meter 30 hoog, 98 centimeter breed en 1 meter 12 diep. De zuil is 2 meter 80 hoog.
Nabij de camping volgden we een zand/grintweg waarop talrijke grote plassen lagen. Hier werden door wandelaars talrijke foto’s gemaakt van weerspiegelende wandelaars in de plassen. We staken het Pompsterried over en kregen weer uitzicht op Kollum. We kwamen langs een watergemaal warvan niet duidelijk was waarvoor het precies diende.
De oude slenk de Pompsterried is een uitloper van de Lauwerszee. De oostwest verlopende lijn waarop De Pomp ligt is een zeedijk uit de 14de eeuw. Op de plaats van De Pomp loopt een Ryd (tegenwoordig Ried) door de dijk. Toen de dijk er nog niet was, zorgde deze Ryd voor de waterafvoer op de Waddenzee. Langs de gehele Fries-Groningse kust tot in Oost-Friesland toe, vind je de benaming Ryd voor deze natuurlijke, door de zee in het slik uitgesleten afwateringen. Het begrip Pomp of Pump, Pumpe of Pomper (afhankelijk van het taalgebied) is een oude benaming voor een waterdoorlaat door een dijk of onder een weg. Tegenwoordig heet het een duiker.
De Pomp maakte waterverplaatsing mogelijk van de ene kant van de doorstroombelemmering naar de andere kant. Het oude gezegde 'Door de pomp gaan' (van mening veranderen) is hiervan afgeleid. De meest eenvoudige doorlaat had aan de zeekust vaak een eenvoudige vloedklep. Bij eb werd het water vanzelf op eigen stroom afgevoerd. Bij vloed echter drukte het opkomende water de klep dicht. Het Ried kreeg later de naam Pompsterryd en stroomt nog steeds door het landschap.
Ons pad voerde verder over de Hessenweg naar de N355 verkeersweg. Verschillende keren kregen we uitzicht op de paraboolantennes van Burum. Bij de N355 volgden we de parallelweg naar Burum. In Burum kwamen we langs de school voor gereformeerd lager onderwijs. Tegenover een kerk stond in de tuin van een huis een soort houten pop van boomstammen. Tijdens het fotograferen hiervan werd ik zelf gefotografeerd.
Voor de kerk lag een oude begraafplaats. Sommige grafstenen werden ondersteund. Langs een paar miniatuurmolens van ongeveer 2 meter hoogte werd de (jacht-)haven van Burum bereikt. En even verderop was in Molen de Windlust de wagenrust ingericht.
Vlakbij stond een oud, roodgekleurd kerkgebouw met bovenop een haan. Daardoor waren we van mening dat het om een protestantse kerk ging. Later zagen we aan de andere kant van de kerk een afbeelding op een zijmuur van Villa Kakelbont. Boven de hoofdingang stond Gereformeerde Kerk Burum. Dan kan haast ook niet anders als er in de plaats een gereformeerde school voor lager onderwijs is.
Toen we op een bankje bij de molen onze consumptie opdronken en wat aten, haalde de man die naast mij zat, zijn fototoestel te voorschijn. Er kwamen enige heel bekende wandelaars aangelopen en die legden wij ook op de gevoelige plaat vast.
Burum heeft ongeveer 625 inwoners. Het dorp heeft een dorpshuis (Toutenburg), een christelijke basisschool (Op de Hoogte), grondstation voor satellietcommunicatie van Xantic, een hervormde kerk met mooie toren, een beeldentuin en de koren- en pelmolen Windlust. Deze verrijkt het silhouet van Burum. Al in 1694 wordt een molen op deze plaats vermeld. De huidige molen dateert uit 1787 en is vele malen hersteld en gerestaureerd. In een oorkonde uit 1408 wordt voor het eerst het dorp Burum genoemd, monnikenlatijn voor het woord 'buren'. Burum is een terpdorp, in de vroege Middeleeuwen ontstaan op een kwelderwal.
Na de verzorgingspost volgden we weer een traject van de ANWB Lauwersland autoroute. We kregen opnieuw uitzicht op de paraboolantennes. Met die paraboolantennes kan kontakt gemaakt worden met satellieten in de ruimte. De grootste paraboolantenne had een doorsnee van 32 meter. Bij een afslag was een markering van Historische wandelpaden (Kollum 7,5 kilometer, Visvliet 3,5 kilometer en Warfstermolen 1,5 kilometer)
Daarop werd It Greate Ear (Grondstation voor satellietcommunicatie) bereikt. We hoorden veel wandelaars zeggen dat alle paraboolantennes dringend een wasbuurt nodig hadden. Oordeel zelf maar bij het zien van de foto's.
it Greate Ear
...Grondstation voor satellietcommunicatie...
...Station 12...Xantic BV Satellite Earth Station...
Stratos Burum Teleport
..in de Burumer volksmond blijft het "it Greate Ear" (het grote oor) heten.
Op het 25 ha. grote terrein staat een communicatiecentrum met o.a. paraboolantennes die aanvankelijk kolossaal van omvang, maar naarmate de tijd voortschreed kleiner en kleiner werden.
In het grondstation (tegenwoordig teleport geheten) wordt, via het gewone telefoonnet en straalzenders, het Europese en intercontinentale verkeer vanuit Nederland en een aantal omliggende landen verzameld. Het station functioneert daarbij als "toegangspoort". Antennes stralen het verkeer op naar één van de boven de aarde hangende satellieten. Op tal van plaatsen in de wereld zijn soortgelijke stations gevestigd, die dit verkeer weer opvangen en via het eigen kabelnet doorzenden naar de uiteindelijke bestemming.
We sloegen op een gegeven moment scherp rechtsaf. Dat was vlak nadat twee wandelvrienden uit Noord-Holland ons gepasseerd waren. Er was hier een mogelijkheid om over gras af te steken. Dat deden wij dan ook. Dat zagen de twee hiervoor genoemde wandelaars en ze maakten de nodige opmerkingen. Ze vonden dat wij toch minimaal dit gebeuren in ons wandelverslag moesten opnemen.
We liepen een kort stuk tegengesteld van de heenroute. Toen we hier op de heenweg liepen, zagen we al de eerste snelle wandelaars ons tegemoet komen. We liepen nu over de straat De Goudberg in buurtschap Augsbuurt. Maar aan het eind van de weg troffen geen berg met goud aan.
Augsbuurt is een klein komdorp van middeleeuwse oorsprong dat in 1654 / 1656 aan de toen gegraven Stroobosser Trekvaart kwam te liggen. Het is het kleinste dorp van de gemeente met nog geen 75 inwoners. In Augsbuurt springt de voormalige N.H. kerk in het oog. Ongeveer op de standplaats van het huidige gebouw stond al in 1347 een kapel. De kerk is gebouwd in 1782 ter vervanging en wellicht op de grondslagen van de oudere. Hij doet nu dienst als Muziekkapel. Het is een eenvoudig bakstenen gebouw met een nieuwe toren (1917). Gedurende het winterseizoen wordt er iedere zondagmiddag gemusiceerd, ook worden er exposities gehouden. Er zijn verder geen voorzieningen. Hiervoor zijn de inwoners op bijvoorbeeld Kollum aangewezen.
Door gehucht Zevenhuizen liepen we weer terug naar Kollum. Daarbij passeerden we de Kollumer zuivelboerderij. In Kollum kwamen we langs een geheel blauw gekleurd huis. Voor sportvelden sloegen we af en na de ijsbaan van Kollum, die er vrij nat bij lag, bereikten we de eerste grote rust. Deze was gelegen in de kantine van de Kollumer Tennis Club. We lieten ons de erwtensoep met schijfjes worst goed smaken.
Buiten Kollum kruisten we de N358. Op een grote boerderij waar we langs kwamen stond de tekst Tadema State.
Over het betonpad de Fogelsanghloane werd koers gezet naar museum Fogelsangh State te Veenklooster/Feankleaster. In de tuin van een boerderij stond een zelfgemaakte ark van Noach.
Over de Brink van Veenklooster liepen we naar het Lytse Slot.
Fogelsangh State te Veenklooster is eigenlijk geen museum, maar een opengesteld particulier buitenhuis. Sinds de bouw in 1646 is het in particuliere handen geweest, het vererfde steeds, werd nooit verkocht en is nu eigendom van Kyra Livia baronesse van Harinxma thoe Slooten die het vruchtgebruik van het huis heeft ondergebracht in de “Stichting Fogelsangh State”. Het huis staat op of nabij de plek waar in de 12de eeuw een Praemonstratenser klooster heeft gestaan, de Olijfberg. Over dit klooster is weinig bekend. Volgens de kronieken zouden er bij de watervloed in 1287 twintig nonnen zijn verdronken. In 1480 werd er melding gemaakt van het feit dat de Prior van de Olijfberg uit het convent Cusemar in Groningen vijf jonkvrouwen had geroofd. In 1580, ten tijde van de reformatie, wordt het klooster, zoals alle kerkelijke bezittingen, geconfisceerd en wordt het eigendom van de Staten van Friesland. In 1639 wordt het door Theodorus van Fogelsangh gekocht en in 1646 gaat het naar diens broer Pibo Doma, die zich niet Fogelsangh, maar naar zijn moeder Doma noemt. Het schilderij van Pibo Doma, met het net ondertekende koopcontract op tafel, geschilderd in 1667 door Pieter Nason, hangt in de Hall.
Aan de Kleasterwei staat het herenhuis “Villa Nova”, dat door de inwoners van Veenklooster 'het lytse slot' (het kleine slot) wordt genoemd. Het werd in 1870 gebouwd voor Anna Adriana van Halteren, de weduwe van baron van Heemstra. De voorgevel van het witte herenhuis doet sterk denken aan de voorgevel van Fogelsanghstate. In 1985 overleed de laatste adellijke bewoonster, Catharine Adeline van Welderen, baronesse Rengers. Het huis wordt nu deels bewoond en doet deels dienst als expositieruimte.
Aan de rand van Veenklooster sloegen we af over een zandweg, Ulkeloane genaamd. De zon was inmiddels gaan schijnen en deze zorgde voor mooie kleurschakeringen. Daarop werd buurtschap Triemen bereikt.
Het gehucht “Triemen” vormt sinds 1940 een zelfstandige eenheid binnen de gemeente, daarvoor viel het onder het noordelijk gelegen Westergeest. Het dorp heeft nu bijna 375 inwoners, een dorpshuis (De Bazuin) en een christelijke basisschool (De Bining). De Triemen wordt het eerst genoemd in een oorkonde van 1467, de naam Trema, hetgeen zeewering betekent. Het ligt aan het Lykpaed. Het Lykpaed loopt vanaf de Dôlle naar de Strobossertrekweg.
Op weg naar Westergeest kwamen we langs een Bioresonantiepraktijk. Wij kenden het woord bioresonatie geheel niet. Later, toen we thuis kwamen bracht Google uitkomst.
De Bioresonantie is een geneesmethode waarbij het lichaam herstelt door middel van de juiste afstemming van externe en lichaamseigen informatie. De Bioresonantie therapie biedt de mogelijkheid om de grondoorzaken van uw gezondheidsklachten op te sporen en deze te behandelen. De therapie ziet het afweer- (immuun) systeem van het lichaam, organen, weefsels, beenderen van het lichaam als een aanééngesloten keten is die één geheel vormt. Verstoring in één schakel van deze keten kan tot onbalans leiden van de hele keten (het lichaam) en klachten en /of pijnen kan veroorzaken. Een ziekte is een verstoord evenwicht van ons afweersysteem wat vaak wordt veroorzaakt door meerdere oorzaken. Worden deze oorzaken van de verstoringen weggenomen, dan verdwijnen meestal de klachten door het zelfherstellend vermogen van het lichaam.
We staken een kanaal over en in Westergeest werd camping De Greidpôlle bereikt. Op het toegangspad stond een meisje van een jaar of 8 die ansichtkaarten van de camping uitdeelde.
Op camping De Greidpôlle troffen we twee organistoren van de Gietense tweedaagse. We vroegen hen wanneer deze in 2008 was. Het was gelukkig niet op 14 juni 2008, want dan is er Rondje Texel. Zij vonden dat we deze tocht niet konden lopen, omdat we dan naar Maarssen moesten gaan vanwege één van de lustrumtochten van de KNBLO. Daarop zeiden we dat WS78 de lustrumtocht voor de KNBLO vanuit Lelystad zou organiseren op 18 oktober 2008. Daarop zeiden zij, dat ze dan niet konden omdat de FLAL dan een tocht heeft. We maakten hen er op attent, dat ze dan niet consequent waren als je wel de lustrumtocht van de KNBLO vanuit Maarssen moet lopen en niet de lustrumtocht van de KNBLO vanuit Lelystad.
We liepen Westgeest uit. Daarop kwamen we langs camping Oané Swemmer dat gelegen is aan het Nieuwe Zwemmer kanaal. Over het Prellepaed werd koers gezet naar Oudwoude. We liepen in Oudwoude alleen door het noorderlijke gedeelte van de plaats.
Oudwoude ligt op de noordelijke rand van de Wouden, waar dit landschap overgaat in het landschap van de voormalige kwelders. Het dorp heeft 839 inwoners, een christelijke en openbare basisschool (CBS “De Tarissing” en OBS “Van Heemstra”), een 15e eeuws laat-gotisch kerkje, pastorie en een paintballcentrum. Oudwoude is, gelijk de naam al zegt, oud. In 1443 kwam het al voor als Olte-Wolde. Waarschijnlijk is hier of in de directe omgeving een oud bos of woud geweest. In dit oude bos of woud brachten onze voorouders vele offers aan hun goden, dit zou de naam 'De Wygeast' (de gewijde hoogte) verklaren. De bebouwde kom van het dorp ligt verscholen tussen de elzensingels in het zo specifieke woudenlandschap terwijl het noorden van het dorp in principe al gerekend wordt tot de noordelijke Friese kleistreek.
Spoedig daarna liepen we langs buurtschap Wijgeest/Wygeast naar de N358. Hier moesten we volgens de routebeschrijving zeer goed oppassen bij het oversteken van deze gevaarlijke weg. Aan de overkant zagen we voor plas Zandwielen een monument van de Landinrichting Kollumerland. Door het Tochmaland liepen we terug naar Kollum.
We herkenden ons overnachtingadres waar we langs kwamen. Er lag nog wel een sloot, een verkeersweg en een parallelweg tussen. Met onze routebeschrijving maakten we een zwaaibeweging. Want je wist maar nooit of ze naar buiten zouden kijken. En ja hoor, tijdens de tweede zwaaiperiode zagen we, dat er werd teruggewuifd. Na 7 ¼ uur werd de finish bereikt.
Coos had het 25 kilometer parkoers gelopen. Vanuit startadres De Colle was vanaf 10 uur een sinterklaasprogramma. Coos heeft Sinterklaas en zwarte pieten nog gezien. Tijdens de wandeling liepen we nog verschillende keren over trajekten van de ANWB-fietsroute Elfstedenroute Lauwersland-ronde.
Er waren 493 deelnemers. Van de voorzitter hoorden we dat de opkomst voor deze streek boven verwachting was. We vonden het parkoerstechnisch enigszins tegenvallen. We liepen bijna alleen maar over verharde wegen. Wel volgden we veelal rustige wegen. Er zaten trajecten in het parkoers waaruit je kon opmaken dat de parkoersuitzetters goed bekend waren in de omgeving.
Er was voor deze dag een kans van 10% op regen voorspeld en een 30% kans op zon. We waren bij de start dan ook verbaasd dat de wegen nat waren. Tijdens de tocht bleef het voor 99,99% droog. De zon heeft een paar uur geschenen, echter na 1 uur in de middag. En toen waren de meeste 25 km lopers wel binnen. Maar wij liepen het 40 km parkoers.