Foto reportage Terug naar de homepage van Henri Floor Rondje om Texel op zaterdag 25 augustus 2007

tijdens Rondje om Texel Op zaterdag 25 augustus 2007 organiseerde Het Gouden Boltje voor de 37e keer de wandeltocht Rondje om Texel. Een tocht van 60 km over het strand langs de Noordzee en over het fietspad of de dijk langs de Waddenzee. Voor de eilandbewoners en de vaste walbewoners die de vrijdag er voor al op Texel gearriveerd waren, was de start om 6.30 uur. Anders was de start bij aankomst van de eerste boot even voor 7 uur.
Voor de 37e keer organiseerde de wandelsportvereniging Het Gouden Boltje het Rondje om Texel. 60 kilometer dienen de deelnemers af te leggen en daarmee is dit de langste tocht, die Het Gouden Boltje organiseert. De startdatum is steeds afhankelijk van het tij, het moet op tijd laagwater zijn bij de Slufter om deze geul met droge voeten te kunnen passeren. Vrijwilligers van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier in samenwerking met OOMS Avenhorn, maken een brug om deze geul te kunnen oversteken.
Het Rondje om Texel is een unieke mogelijkheid om in Nederland op één dag een geografische eenheid volledig wandelend te omcirkelen: eerst het Noordzeestrand en dan het afwisselende landschap langs de Waddenzeedijk. Kortom het is en blijft de moeite waard de plas over te steken en op Texel een prestatie neer te zetten die in de annalen van uw wandelsportloopbaan bijgeschreven kan worden.
Wij behoorden tot de vaste walbewoners die de vrijdag ervoor al waren afgereisd. Oorspronkelijk hadden wij het plan om te overnachten in een trekkershut nabij het plaatsje Den Hoorn, op camping Loodsmanduinen. Hier hadden we in het verleden al eerder overnacht. Maar toen we definitief besloten om met deze tocht mee te doen, was een trekkershut in het weekend van 25 op 27 augustus geheel bezet. Uiteindelijk konden we voor een trekkershut terecht op camping De Krim te De Cocksdorp, zo’n 20 km van de start. Maar we waren hiermee in ieder geval al op het eiland en konden zodoende om half zeven startten.
tijdens Rondje om Texel Bij een temperatuur van tegen de 25 graden reden we op vrijdag 24 augustus naar Texel. Daar aangekomen zagen we net een veerboot vertrekken, zodat we een half uurtje moesten wachten. Want het was inmiddels spitsuur en dan varen de boten om het half uur. Anders is dat om het uur. Van de extra wachttijd maakten we gebruik door wat foto’s nabij de aanlegsteiger te schieten.
Op zaterdagochtend liep onze wekker om half vijf af. Even na half zes verlieten we ons overnachtingadres, waardoor we tegen zes uur bij de startlocatie aankwamen. Het was hier nog rustig. Hierdoor konden we ons optimaal voorbereiden voor de start.
Even voor half zeven verlieten we de aanmeldlocatie, want 100 meter hier vandaan was de officiële start. Provisorisch waren twee palen in de grond gestoken met daartussen in een wit/rood lint gespannen. Na een korte toespraak van de voorzitster konden we starten. Over een dijk langs de Mokbaai verlieten we de start. De zon kwam langzaam met een rode gloed te voorschijn.
We kregen uitzicht op camping Loodsmanduinen en haalden herinneringen op aan een vorige keer dat we daar overnachtten. Voor de ingang van de Joost Dourleinkazerne van de Koninklijke Marine sloegen we af, na een controleknip van de organisatie te hebben gekregen. We verlieten de verharde weg. Een verharde weg zouden we pas na de 2e grote rust in de noordelijkste punt van Texel pas weer onder de voeten krijgen.
Door duinen kwamen we op een breed strand. Dit was natuurgebied De Hors.
De Hors is de strandvlakte op het zuidwestelijke deel van Texel. De vlakte grenst aan het Marsdiep en het Molengat. Op de Hors vindt primaire duinvorming plaats. Dwergsterntjes broeden er op wisselende plaatsen. De Hors is onderdeel van het Staatsnatuurmonument de Waddenzee. In de Horspolders en de Kreeftepolder liggen duinmeertjes, die zijn ontstaan na de aanleg van stuifdijken. Het zijn gebieden met een bijzondere flora en fauna. De naam 'hors' betekent 'een in zee liggende zandplaat die bij vloed nagenoeg geheel ondervloeit'.
tijdens Rondje om Texel Van De Hors hadden we uitzicht op Den Helder. Het strand is hier haast onafzienbaar lang. We liepen hier maar achter onze voorliggers aan, want die zullen wel de kortste vervolgweg weten. Na De Hors liepen we over het strand langs de Westerduinen. Er kwam hier een zeeschip aan gevaren die vlak voor de kust wel een half uur lang een zwart kleurige vloeistof uitspoot om vervolgens weer het ruime sop te kiezen. Wat die zwart kleurige vloeistof nou precies was, daar zijn we nog niet achter gekomen. Verder zaten hier hele grote kolonies meeuwen op het strand, vlak onder de duinen.
We passeerden een waarschuwingsbord waarop stond dat we na 100 meter een naaktstrand zouden betreden. De route liep ook over het naaktstrand. Er was echter nog geen nudist te zien, mede door het vroege uur. Bovendien was de temperatuur met 16 graden ook nog niet optimaal.
Naaktrecreatie is toegestaan op twee strandgedeelten.
Hoornderslag: ½ km ten zuiden van Paal 9, Den Hoorn.
Krimslag: 1 km ten zuiden van Paal 28, De Cocksdorp
Bij paal 17 was de eerste grote rust in strandpaviljoen Beachcafé “De Buren”. Vlak voordat we dit café betraden zagen we nog een groep ruiters over het strand door de zee lopen. Inmiddels waren we ook al ingehaald door flink wat vaste-wal-bewoners. Nadat de zon in het begin langzaam tevoorschijn was gekomen was er steeds meer bewolking op komen zetten.
Nadat het de eerste uren overwegend bewolkt was geweest, was het nu vrijwel bewolkt. Daardoor was de temperatuur van 16 graden eigenlijk niet verder oplopen. Op deze rustpost kregen we onze tweede controleknip. We konden hier voor de eerste keer over onze tassen beschikken. Coos was hier al gearriveerd en zij had ook al koffie voor mij klaargezet.
Na deze rustpost werden we gepasseerd door een wandelaar die op de eerste plaats staat in de OLAT Clubcompetitie. Hij had een fototoestel in zijn linkerhand. Hij zei vriendelijk goedendag. Maar we hadden niet het idee dat hij ons herkende. Later zagen we nog 5 namen van OLATters die met deze tocht hadden meegedaan. Ook van de LAT zagen we verschillende bekenden.
Daarna zetten we koers naar de Sluftergeul. Hier was, speciaal voor deze wandeltocht, een bruggetje gebouwd. Ook was een extra waterpost ingericht. Na de nodige foto’s te hebben gemaakt zetten we onze tocht voort in de richting van de vuurtoren.
De Slufter (en De Muy)
Omstreeks 1300 bestond Texel slechts uit de hoger gelegen keileemopstuwingen van het 'oude land'. Deze gronden waren veelal gescheiden of ten dele doorsneden met kreken, terwijl lager gelegen gronden regelmatig overstroomden. Los hiervan lag in het noorden het eilandje Eijerland.In de 14e, 15e en 16e eeuw vonden tal van bedijkingen plaats op het toenmalige Texel. De belangrijkste was Waal en Burg, gelegen tussen Den Burg, De Koog en De Waal, bedijkt in 1532 en weer bedijkt in 1617. Deze bedijking is van groot belang geweest, omdat zij een enorme slenk afsneed, waardoor het zeewater van west naar oost geen vrij spel meer had.Waarschijnlijk vreesde men later weer voor doorbraken, want in 1629/1630 volgde op bevel van de Staten van Holland de aanleg van een verbinding tussen de duinen bij De Koog en het eiland Eierland. Het aanleggen van deze stuifdijk was met de technische mogelijkheden van die tijd geen groot probleem, omdat het voormalige zeegat al in sterke mate was verzand.
Ten gevolge van aanstuivend zand, dat door het planten van helm werd vastgehouden, ontstonden aan de zeezijde van de stuifdijk nieuwe duinen en kreken. Daardoor werd het mogelijk aan de westzijde nieuwe stuifdijken aan te leggen. Omstreeks 1850 moet langs de huidige kustlijn een gesloten duinenrij hebben gestaan.
In 1851 brak deze duinenrij tijdens een zeer zware storm op drie plaatsen door en wel ter hoogte van de Muy, de kleine Slufter en iets ten zuiden van de weg bij de Krim (grote Slufter). In 1878 werd de doorbraak bij de Muy hersteld. De grote Slufter stoof dicht, terwijl de kleine Slufter nog steeds bestaat. Destijds lukte het niet de kleine Slufter af te sluiten, maar inmiddels beseft men de waarde van dit gebied en is van afsluiting geen sprake meer!
De Slufter is een ideale stek voor veel vogels, maar ook de vegetatie maakt het gebied boeiend. Onder invloed van het zoute water dat regelmatig in het gebied dringt, komt er veel lamsoor voor. Deze plant zorgt ervoor dat de vlakte in juli en augustus grotendeels lila gekleurd is. Andere planten die in de Slufter voorkomen zijn voornamelijk kweldergras en in mindere mate Engels gras. In en rond het duinmeer van de Muy worden regelmatig lepelaars en blauwe reigers waargenomen. Ook komen in de rest van het gebied diverse andere soorten vogels voor.
tijdens Rondje om Texel In het Torenrestaurant was de tweede grote rust en de 3e controlepost. Toen we hier rond kwart voor één arriveerden was het behoorlijk druk. En aangezien we na zo’n vermoeid traject geen zin hadden om in de rij te staan besloten we onze eigen natje en droogje te nuttigen.
Even na één uur vervolgden we ons pad. De bewolking was al enigszins opgelost, maar er bleef gelukkig nog voldoende bewolking over, waardoor de temperatuur niet te zeer opliep. We liepen naar De Cocksdorp en kwamen daarbij langs het gebouw van de reddingsmaatschappij. Ook kregen we een afslag voor fietsers (en wandelaars) naar Vlieland en Terschelling!
In vroeger dagen werd de post voor Vlieland via Texel over 'de Postweg', met de postvlet naar Vlieland gebracht, waar het met paard en wagen naar 'het Posthuys' werd gebracht. In 1947 werd door de TESO 'n oud vissersbootje gekocht, wat na een verbouwing een veerdienst onderhield tussen deze twee waddeneilanden. Vanwege de verzanding werd de dienst in 1963 uit de vaart genomen. Sinds die tijd is het toerisme enorm toegenomen en de geul naar Vlieland weer bevaarbaar geworden. Daarom durfden Sil en Janka het aan om in 1983 "de Vriendschap" te kopen en de lijn weer opnieuw te openen. Het succes is niet alleen te meten aan de enthousiaste reacties van de gasten, maar ook uit de talloze publicaties die in de loop der tijd zijn verschenen in de Nederlandse tijdschriften. De toon is consequent 'vol avontuur' en 'in stijl'.
Vanaf de start hadden we aanvankelijk noordwesten wind gehad, maar spoedig was deze gedraaid in zuidwestelijke richting. Daardoor hadden we nu ook de wind tegen
De route was nu verder geheel geasfalteerd en hadden daarbij wel fraaie uitzichten op de Waddenzee. Maar naarmate de tijd vorderde werd dit ook wel wat eentonig. Wel was het zo dat we meestal buitendijks liepen, maar af en toe ook binnendijks. En dan had je uitzichten op de dorpjes De Cocksdorp of Oosterend. Ons kwamen nog 4 japanners op twee tandems tegemoet gereden. Nabij de IJzeren Kaap hadden we nog een extra rustpost op één van de talloze bankjes die we onderweg passeerden. Even voor de kantine van de Wind- en KiteSurfclub van Texel passeerden we een oorlogsmonumentje.
Op deze plaats stortte in de avond van 9 november 1942 een bommenwerper neer van het type Halifax DT 539 DY-A. De gehele bemanning van 5 Canadezen en 3 Engelsen kwam hierbij om het leven.
Missie: De Halifax vertrok die middag vanaf de basis Pocklington, Yorkshire voor een aanval op Hamburg. Op de terugweg werd het toestel boven Harlingen door afweergeschut aangeschoten en stortte om 22.10 uur neer bij Nieuweschild. De Halifax probeerde buitendijks nog een noodlanding te maken wat mislukte en botste tegen de dijk, explodeerde en maakte een salto naar de binnenzijde van de dijk. tijdens Rondje om Texel
De namen van de bemanningsleden:
D. Th. Marler, Canada, 18 jaar
F.W. Read, Canadan 27 jaar
J.H. Zealand, Canada, 33 jaar
E.H. Kingsland, Canada, 21 jaar
M.K. Callan, Canada, 23 jaar
P. Richardson, Engeland, 27 jaar
W.A. Moir, Engeland, 26 jaar
S. Brooma, Engeland, 23 jaar
Ter nagedachtenis,
4-5 mei comité Texel
23 april 2003.
N.B. De plaquette is o.a. door vogelpoep niet 100% duidelijk, onjuiste teksten zijn mogelijk.
In de kantine van de Surfclub konden we thee krijgen en tegen betaling andere consumpties.
We vervolgden ons pad en liepen nu naar Oudeschild toe. Oudeschild is de mooiste doorkomstplaats van deze tocht. Want je komt eigenlijk niet door een andere plaatsen. Eerst passeerden we de jachthaven, gevolgd door de haven van Oudeschild met zijn talrijke vissersbootjes tot zeewaardige jachten. Op 51 km was de laatste grote rust. Deze was gelegen in een schuur waar met name touw voor (zee-)schepen was opgeslagen.
Buiten Oudeschild volgden we buitendijks onze vervolgroute. Nu, maar ook tussen de vorige twee grote rusten en de finish waren nu extra verzorgingsposten, waarbij we water, stukjes fruit en/of zuurtjes konden krijgen.
Zo’n twee km voor het einde was er nog een laatste verzorgingspost. Dit was een onbemande post en er was dus zelfbediening. Vlak voor de finish zaten en stonden mensen om de wandelaars te verwelkomen en met name om te kijken of hun familielid of kennis arriveerden. Wij arriveerden rond 18.50 uur. Bij het afmelden kregen we een plaatje voor in het wandelboekje en een medaille. Nieuw voor ons was het dat het nummer voor de hoeveelste maal je meedeed nu niet in de medaille was verwerkt, zoals de voorgaande keren, maar apart op het medaillelint was geplaatst. Het aantal deelnemers bedroeg 265.
We hadden bekende wandelaars gezien uit Den Haag, Heiloo, Zaanstad, Amersfoort, Drachten, Zuid-Laren, Nijmegen en zelfs drie wandelaars uit Heerlen.
Het was een goed georganiseerde tocht. Wel was de bepijling niet altijd even optimaal, maar omdat we al eerder hadden meegedaan wisten we meestal wel hoe we moesten lopen. Globaal is het zo, dat je steeds het water links moet houden. Toen we Oudeschild verlieten stond de bewegwijzering binnendijks vermeld, terwijl we wandelaars buitendijks hun tocht zagen vervolgen. En omdat wij het liefst zo autovrij mogelijk lopen, volgden wij toen de route ook buitendijks. Bij de finish, die gelegen was in het NIOZ-gebouw (Nederlands Instituut voor Onderzoek ter Zee) kregen we nog een consumptiemunt aangeboden. De volgende tocht is gepland voor zaterdag 14 juni 2008.
Na afloop aten wij warm in het nabijgelegen restaurant. Toen wij rond half negen het restaurant verlieten hoorden we opeens heel hard onze naam roepen. Eerst wilden we niet reageren, want wie kan nu nog onze naam roepen. Het bleek een dame helemaal uit Heerlen te zijn, die samen met haar man hier naar toe waren afgereisd. We vernamen op hun website dat zij op hun slaapkamer een kaart van Nederland hebben hangen en met spelden aangeven waar zij gewandeld hebben. En bij Texel stond nog geen speld.
Onder andere door de relatief geïsoleerde ligging van het eiland zijn op Texel een eigen dialect en diverse specifieke gebruiken ontstaan. Veel gebruiken zijn inmiddels verdwenen, maar andere zijn nog springlevend. Vooral in de winter is er veel activiteit op cultureel gebied; er zijn bijvoorbeeld meer dan tien amateurtoneelverenigingen actief.
Ouwe Sunderklaas
Een voorbeeld van zo'n springlevende traditie is 'Ouwe Sunderklaas' dat elk jaar op 12 december door de Texelaars gevierd wordt. De kinderen gaan 's middags, de ouderen 's avonds verkleed en gemaskerd de straat op om op humoristische wijze zaken aan de kaak te stellen die in dat jaar op het eiland voorgevallen zijn. Hiervoor worden borden met tekst gebruikt en wordt om herkenning te voorkomen met verdraaide stem gesproken. Na dit zogenaamde 'speulen' wordt het feest tot in de kleine uurtjes voortgezet in de cafés. Oorspronkelijk vond het feest in de huiskamers plaats; alleen in De Cocksdorp gebeurt dit tegenwoordig nog. Het ontstaan van Ouwe Sunderklaas wordt gezocht in de Germaanse midwinterfeesten, die gevierd werden om demonen te verdrijven en de lange donkere winteravonden te onderbreken. Slechts de naam zou afgeleid zijn van het Sinterklaasfeest.
'Meierblissen
Elk jaar op 30 april worden tegen zonsondergang op diverse plaatsen op Texel de zogenaamde 'Meierblissen' aangestoken. In de weken voorafgaand hieraan wordt door kinderen brandbaar materiaal verzameld. Het bijeengebrachte materiaal wordt op 30 april aangestoken, waarbij de aanwezigen rondom het vuur staan en aan ijzerdraad geregen aardappelen poffen. De kinderen smeren elkaar met roet in. De 'Meierblis' vormt een vreugdevuur, waarmee de komst van de lente en het licht gevierd wordt. 'Blis' is het Texelse woord voor vuur.
Texel dialect
Van oorsprong wordt op Texel dialect gesproken. Texelaars spreken overigens niet van Texel, maar zeggen 'Tessel'. Ook een woord als deksel wordt uitgesproken als 'dessel'. In het 'Tessels' zijn invloeden uit diverse vreemde en oude talen merkbaar. In de gezegden in Texels dialect, de zogenaamde sééggies, valt vooral de invloed van de schapenhouderij en de visserij op. Zo zegt men bijvoorbeeld van iemand die doelloos heen en weer loopt, dat 'Hee lóópt os een mál skéép' (Hij loopt als een mal schaap). Tegenwoordig wordt het dialect nauwelijks meer gesproken.
Ikzelf had al 8 keer eerder meegedaan met deze tocht. Dat was op de data 27-jun-81, 11-jun-88, 18-aug-90, 13-jun-92, 29-jun-96, 6-jun-98, 26-jun-99 en 13-mei-00. Op 27 jun 1981 werd deze tocht nog gewaardeerd met een afstand van 65 km. Coos deed voor de 7e keer mee. In 1981 en 1992 deed ze op de hiervoor genoemde data niet mee.
naar de top van deze pagina

Henri Floor & Coos Verburg


Info over
Texel
fotoreportage van Henri Floor