Op zaterdag 5 april 2008 organiseert WS78 haar 6e lustrumtocht ter gelegenheid van haar 30 jarig bestaan. Wij mochten deze wandeltocht uitzetten vanuit Maarn. Het wordt ook de 30e keer dat er een tocht vanuit Maarn wordt georganiseerd.
Nadat wij het parkoers hadden uitgezet en opgemeten, liepen we op zaterdag 28 juli 2007 de tocht nog eens voor. Drie weken later zal de tocht ook met het bestuur worden voorgelopen. Coos had dit keer geen zin om mee te gaan. Zij besloot een andere wandeling te maken, namelijk de NS-wandeling Markelose Berg.
Oorspronkelijk had ik het plan om, nadat ik Coos om 7.00 op het NS-station had gebracht, door te rijden naar Maarn om met de wandeling te beginnen. Maar de regen hield mij hier nog even vanaf. Volgens de website www.buienradar.nl zou het om 8 uur wel droog zijn. Thuis is altijd nog wel wat te doen. Maar om 8.30 uur besloot ik dan toch naar Maarn af te reizen alwaar ik even voor 9 uur vertrok.
Bij vertrek motregende het nog licht en met een temperatuur van 16 graden besloten we toch al in de korte broek te starten. We verlieten Maarn langs het fraaie voormalige stadhuis. Tegenwoordig valt Maarn, evenals de andere plaatsen waar we doorkwamen, tot de gemeente Utrechtse Heuvelrug, sinds 1 januari 2006.
We hadden het fototoestel meegenomen maar vanwege de vochtigheid in het begin van de tocht lieten we deze nog maar in de rugzak zitten. We betraden de bossen en weldra werd het bosgebied Kaapse Bossen, deelgebied Doornse Berg, bereikt. De vele regen van de afgelopen tijd en ook de voorgaande nacht hadden duidelijk sporen in de bossen achtergelaten. De paden op de hellingen waren veranderd in beekjes, al of niet droog. Het water had veel zand mee naar beneden vervoerd en er was een geul in het pad uitgeschuurd. Daar waar het vlak was stonden grote plassen. Daar moest dan zoveel mogelijk omheen gelopen worden. Omdat de paden niet altijd breed waren, hadden we nu ook last van de overhangende takken van de bomen en struiken langs het pad. En omdat deze in de ochtenduren ook nog flink nat waren, bleven we niet geheel droog.
We staken een heideveld over dat in 2003 beroemd geworden is. Hier was het stilste plekje van Nederland. Op een bankje, waar we nu niet langs kwamen, stond de tekst: "De Stilte der natuur heeft veel geluiden", Henriëtte Roland Holst.
Het sombere weer bij aanvang van de tocht zorgden er ook voor dat het heel stil in de bossen was. We staken de Sandenburgerweg over en dwaalden nu verder door de Kaapse Bossen, deelgebied De Ruiterberg
Het pad bleef modderig. Bij de achterkant van camping De Bonte Vlucht betraden we de boswachterij van Leersum. Daarin passeerden we een paalcamping en een grafheuvel. Daarop werd de Maarsbergseweg bereikt. Deze staken we over en even later bevonden we ons in het Leersumse Veld. Bij het gebouwtje Veldschuur van Staatsbosbeheer stond aan de voorkant een piknikbank. Hier hielden we een korte rust. Op de parkeerplaats stonden verschillende auto’s Deze waren van trimmers of mensen die hun hond uitlieten.
Nu betraden we landgoed Breeveen. Dit is een groot heideveld met verlaagd, een piepklein vennetje.
Breeveen bij Leersum bezit één van de mooiste heideterreinen van de provincie Utrecht. Wie vanaf de parkeerplaats aan de Utrechtse Baan het bos ingaat, ziet vroeg of laat de begroeiing wijken en overgaan in een vlakte met voornamelijk struikheide. In het bloeiseizoen (augustus/september) gonst het hier van de insecten. Maar ook in andere tijden van het jaar is Breeveen zeer de moeite waard. Zo leeft er een populatie zand- en levendbarende hagedissen, groeien er het warkruid en de vleesetende zonnedauw en is de schorre roep van de raaf wel eens te horen. Ook zeldzame vogels als boomleeuwerik en roodborsttapuit voelen zich thuis in het open terrein. Om vergrassing en dichtgroeien van de heide te voorkomen, vindt begrazing met runderen plaats. Deze dieren, die ook op het aangrenzende Leersumse Veld (Staatsbosbeheer) grazen, eten gras en jonge bomen zodat de heide open blijft. Ook worden regelmatig (kleine) delen van de hei geplagd. Daarbij wordt de toplaag van de bodem met de daarin aanwezige voedingsstoffen verwijderd waardoor jonge heidestruikjes weer een kans krijgen. Vroeger was Breeveen veel vochtiger dan het nu is. Het grondwaterpeil is echter gezakt met als gevolg dat vochtminnende plantensoorten zoals klokjesgentiaan en beenbreek, zijn verdwenen. Ook dopheide is minder algemeen dan vroeger, maar komt op sommige plaatsen op Breeveen nog in redelijke hoeveelheden voor.
We vervolgden ons pad eerst langs het heideveld. Later staken we het heideveld alsnog over. We kwamen uit op een fietspad dat we nu enige km’s volgden naar de geplande soeppost. Als de tocht georganiseerd wordt, is het broedseizoen. Hierdoor konden we niet vlak langs de Leersumse plassen lopen.
Bij de geplande soeppost, op een boerderij, stonden talrijke caravans (kamperen bij de boer).
We dwaalden verder door bosgebied nabij de Leersumse Plassen. We zetten nu koers naar een wat meer landelijk gebied. We bleven nog veelal wel door bossen lopen, maar hadden nu ook regelmatig uitzichten op weilanden. Bij boerderij Bergstein betraden we weer de bossen. Eerst was dit de bossen van het Ginkelduin. Bij de overgang naar de bossen rondom de Amerongse Berg kwamen we bij een piknikbank op een parkeerplaats. Hier was net een man van rond de 70 op de fiets gearriveerd. Hij vertelde, dat hij elke zaterdag bij droog weer een fietstocht maakte vanuit zijn woonplaats Heelsum en dan hier een rust had. Daarna reed hij via Achterberg en Ede weer terug. In zowel Achterberg en Ede ging hij dan nog op bezoek bij een zus. De totale afstand van die fietstocht van deze man bedroeg ongeveer 63 km.
Over de flanken van de Amerongse berg kwamen we bij een plek, dat door ons Rijnzicht was genaamd. In de winter en in het voorjaar als er nog geen blad aan de bomen zit heb je hier vandaan een fraai uitzicht op de Rijn. Maar nu zag je de Rijn niet vanwege de vele bladeren aan de bomen.
Het Amerongse Bos is één van de oudste bossen op de Utrechtse Heuvelrug. Dat is op zichzelf niet zo bijzonder omdat de meeste bossen op de Heuvelrug pas ongeveer honderd jaar oud zijn. Het Amerongse Bos steekt hier echter met kop en schouders bovenuit: sommige grove dennen dateren uit 1770 en delen van het gebied doen met hun enorme woudreuzen, weelderige ondergroei en reusachtige, omgevallen stammen denken aan een oerbos. Het bos dankt zijn leeftijd aan de kasteelheren van het in de Amerongse Bovenpolder gelegen kasteel Amerongen. Zij lieten het bos aanleggen om er te kunnen jagen. Naast zijn ouderdom heeft het Amerongse Bos nóg een bijzonderheid. Het bos ligt namelijk op de 69 meter hoge Amerongse Berg, het hoogste punt van de Utrechtse Heuvelrug. Aan de zuidrand van het bos liggen oude bouwlanden met een aantal gerestaureerde tabaksschuren.
We daalden de Amerongse berg af, staken een provinciale weg over en kwamen daarop langs een oude begraafplaats te Amerongen. Op 19 km werd de geplande grote rust bereikt in café restaurant hotel Buitenlust. Iets verderop, daar waar de route linksaf slaat bij een ANWB-handwijzer richting Tabaks Museum kunnen alcoholisten 20 meter rechtdoor lopen om dan vervolgens bij café De Tram een trappist drinken. Normaal maken wij hier geen reclame voor, maar de grote rust is niet al te groot. En als dit op enige manier te ontlasten is, dan vermelden we dat. Na deze grote rust kwamen vrij snel achter elkaar langs het tabaksmuseum, de Sint Andrieskerk, een oude dorpspomp en een koningin Wilhelminaboom.
De Wilhelminaboom is in 1898 geplant omdat Wilhelmina toen koninging werd. De boom werd vlak voor de St. Andrieskerk geplant.
Na de grote rust liepen we om kasteel Amerongen heen. En toen kwamen we bij het punt, waarnaar deze tocht genoemd is, namelijk de Amerongse Bovenpolder.
De komende 2½ km liep het parkoers over weilanden en grasdijken. De mogelijkheid hier koeien aan te treffen was niet onmogelijk. Maar wij troffen ze deze dag niet op ons pad, maar zagen ze wel. Dit pad door de Amerongse Bovenpolder kan niet belopen worden als de Rijn buiten zijn oevers treedt. In dat geval moet een alternatieve route gelopen worden die 1 km korter is.
Na de Amerongse Bovenpolder liepen we enige honderden meters over de geasfalteerde Lekdijk. Daarop betraden we landgoed Zuylenstein. Ons pad voerde hier ook over een traject van het Trekvogelpad (de voormalige Heuvelrugroute) en het nieuwe Klompenpad Cotlandenpad.
Het Cotlandenpad, een klompenpad, is een rondwandeling van 9 km tussen de plaatsen Leersum, Amerongen en Wijk bij Duurstede. De route wordt gemarkeerd met orange markeringen in de vorm van een klomp.
Deze wandeling loopt over het landgoed Kolland dat 119 hectare groot is. Aan de ene kant vormt de Amerongerwetering de grens en aan de andere kant is het landgoed afgebakend door de Rijndijk tussen Wijk bij Duurstede en Amerongen. Beginpunten in het Cotlandpad zijn het Eethuis Touche in Leersum of de Groene Entree in Amerongen.
Nadat we een schaapskooi passeerden, verlieten we spoedig de bossen. We raakten even de rand van de bebouwde kom van Leersum. Na de Uiletoren kwamen we bij graftombe Nellestein.
Graftombe Nellesteyn is een imposant 14 meter hoog grafmonument. Op 13 juli 2007 werd het groot onderhoud aan de tombe van Nellesteyn in Leersum opgeleverd.
We kwamen uit bij restaurant d'Arthuizen aan de provinciale weg aan de westrand van Leersum. Over de parkeerplaats van voornoemde uitbater bereikten we een smal tegelpad waarover onze route verder liep. Langs voormalige volkstuintjes bereikten we de ingang van landgoed Broekuizen.
Nu was het niet ver meer naar de geplande koffiepost. Maar toen kwam er een verrassing. Het laatste deel van het pad dat langs het huis van de koffiepost loopt, was dichtgegroeid. Het onkruid en dergelijke stond anderhalf tot twee meter hoog. Met onze korte broek hadden we daar nu geen zin in om daar doorheen te lopen. Over drie weken zouden we daar ook doorheen moeten lopen als we met het bestuur de tocht voor zouden lopen. De route na de koffiepost was namelijk een paar honderd meter hetzelfde pad terug.
Kort daarop kwamen we bij een kwekerij. Coos en ik hadden hier nog de herinnering, dat we met een Euraudaxtocht hier een verzorgingspost hadden, waarbij Coos de verzorgingspost runde. Toen de groep wandelaars was vertrokken, waarbij ik de baankapitein was, gooide Coos de deur van de auto dicht, terwijl de autosleutels nog in het stopkontakt zaten en de deuren op slot zaten. Gelukkig was er bij die kwekerij een bekende van ons en hij bracht Coos toen even verderop naar een plek waar ik met de Euraudaxgroep langs zou komen. Ik had namelijk een reservesleutel bij me.
We volgden nu verder een traject van het Stichtse Dorpenpad naar Darthuizen. In dit buurtschap verlieten we het parkoers van het Stichtse Dorpenpad weer en volgden nu de Postweg over landgoed Sandenburg.
Sandenburg is een smalle strook bos die ligt tussen de provinciale weg van Doorn naar Leersum (N225) en de historische Postweg waarover vroeger de tram tussen Utrecht en Rhenen reed. Een herinnering aan dit tramverleden zijn de huisjes van de remise op Sandenburg. Sandenburg maakte oorspronkelijk deel uit van het gelijknamige particuliere landgoed met kasteel in het Langbroekerweteringgebied. In 1975 besloot de eigenaar van Landgoed Sandenburg, baron Van Lynden van Sandenburg, een strook bos aan Het Utrechts Landschap te verkopen. Sandenburg bestaat voornamelijk uit weinig gevarieerd naaldbos met brede beukenlanen. Inmiddels wordt dit bos geleidelijk omgevormd naar loofbos. Sandenburg ligt in het overgangsgebied van de hoge, droge, voedselarme, zandige Heuvelrug naar het lage, natte, voedselrijke rivierkleigebied. Om die reden vormt Sandenburg een belangrijke ecologische schakel die in de toekomst misschien wel door de das gebruikt gaat worden.
Vlak voor Doorn kwamen we bij Huize De Kaap, een conferentiecentrum, dat eigendom is van een Nederlandse bank. Ik wil geen reklame maken, maar de desbetreffende bank had tot voor kort de Deense wielrenner Michael Rasmussen onder kontrakt.
Via De Kaap bereikten we de provinciale weg van Doorn naar Leersum. Aan de overzijde was de fruitpost gepland. Inmiddels liepen we weer in de Kaapse bossen. Nu werd de Doornse Berg beklommen. Hoewel beklommen, de berg is slechts 52,9 meter hoog. Bovenop de top staat recentelijk (16 juni 2006) een nieuwe uitkijktoren.
29 meter hoog uitkijken over de Kaapse Bossen
In de Kaapse Bossen staat sinds 16 juni 2006 een nieuwe uitkijktoren. Bij helder weer zijn de piramide van Austerlitz, de toren van de Rhenense Cunerakerk, de Utrechtse Dom, de Doornse watertoren, de brug bij Culemborg, de Onze Lieve Vrouwekerk in Amersfoort én de contouren van de Veluwe te zien. Al vanaf 1900 staat er op het hoogste punt in de Kaapse Bossen een uitkijktoren: de Kaap. De vorige Kaap, die Natuurmonumenten begin 2006 uit veiligheidsoverwegingen verwijderde, was 19 meter hoog. Deze kwam nog maar nauwelijks boven
de bomen uit. De nieuwe, 29 meter hoge Kaap is opgebouwd uit metalen segmenten en bekleed met larikshout panelen en kan eventueel meegroeien met de boomhoogte, door het plaatsen van extra elementen.
Bouwkundig medewerker van Natuurmonumenten Tony de Haan ontwierp de Kaap. In zijn ontwerp hield hij rekening met mensen met hoogtevrees (“door het geknikte en gesloten ontwerp kijk je nooit de diepte in"). En hij ontwierp de panelen zo, dat zij kunnen winddrogen en buitengeluiden in de toren doordringen. Dankzij de spleten in het houtbeslag, krijgt ook het licht overal vrij spel tijdens klimmen en dalen.
De boswachter van de Kaapse bossen kreeg de opdracht spintvrij lariks te selecteren voor het houtbeslag, en douglas voor het regelwerk en de trappen. Omdat het hout vergrijst, zal de toren de komende jaren steeds minder opvallen tussen de bomen. Jaarlijks klimmen ongeveer zeventigduizend mensen de Kaap op. De bouw door Natuurmonumenten werd mogelijk door financiële bijdragen van de ministeries LNV en VROM, provincie Utrecht, het Bouwfonds Cultuurfonds, het ANWB Fonds, gemeenten Doorn en Maarn, Kwekerij Abbing, de Gravin van Bylandtstichting en Natuurmonumenten.
Nu zetten we koers naar Huis te Maarn. Dan volgden we nog een laatste bospad, waarin een beekje met geul zich had gevormd en dit liep niet echt lekker meer. Tien minuten voor zeven uur werd de finish bereikt. Daarmee hadden we de 40 kilometer en 375 meter afgelegd in 9 uur en 55 minuten.
Snel belde ik naar huis on te informeren of Coos al thuis was gekomen van haar wandeling. Dit was het geval waardoor ze het eten vast op kon zetten.