Foto's van de NS wandeling Mergelland naar het overzicht van de NS-tochten Terug naar de homepage van Henri Floor NS wandeling Mergelland

Inleiding
Op zaterdag 2 juni 2007 organiseerde Euraudax de Ronde om de Sint Pietersberg. Dit was een 25 kilometer lange tocht. Hier had Coos heel veel zin in om deze tocht te lopen. Ikzelf dacht daar anders over. We besloten samen naar Maastricht af te reizen met de trein. Op NS Utrecht troffen we een wandelaar uit Amersfoort die ook naar Maastricht ging. En met z'n drieën kwamen we in Maastricht aan. Hier ging Coos naar de start van de Euraudax-tocht, terwijl ik begon aan een oude NS-wandelroute, te weten de 12 kilometer lange Mergelland-route. De uitgave dateerde van juni 1997, maar was nog goed te lopen. De route liep naar Valkenburg. Vandaar zou ik de trein naar Schin op Geul nemen om vandaar de oude NS wandelroute Gerendal te lopen. De Gerendal route is 10 kilometer lang en loopt ook naar Valkenburg.

tijdens de NS-wandeling Mergelland Mergelland-route
Om 9.38 uur arriveerden we met de trein in Maastricht. Hier scheidde onze wegen zich, zie inleiding. Recht tegenover het station stond op een hoek een fraai gebouw dat tevens een hotel was. We verlieten het station aan de voorzijde en wandelde in zuidelijke richting tot de eerste tunnel. Kort hierna ben ik nog herkend door een automobilist die op weg was naar de hierboven genoemde Euraudaxtocht, maar aanvankelijk verkeerd gereden was. Nadat we de spoorlijn waren onderdoor gelopen zagen we een groot gebouw, dat van boven een bolvorm had en waar een kruis opstond. Vermoedelijk was dit een kerk.
We bleven nu vrijwel steeds in oostelijke richting lopen. We passeerden nog het gebouw van de Koninklijke marechaussee en de R.K. Heilige Antonius van Padua (Scharn) kerk en op verschillende kruisingen stonden verkeerslichten. Onze weg werd steeds rustiger.
Aan de rand van de bebouwde kom stond een rood veldkruis omringd door rozen met de tekst: "Heer bescherm ons en onze natuur".
Veld- en wegkruisen zijn in Limburg veelal te vinden op kruispunten en splitsingen. Ze zijn oorspronkelijk bedoeld als baken en uiting van devotie. Soms is een kruis eenvoudig, vaker weelderig versierd. Veelal staan de kruisen nabij een groep lindebomen, omdat het kruis van Christus gemaakt zou zijn van lindehout. We zien in Limburg het ‘hagelkruuts’ om het gewas te beschermen tegen hagel, het’ moordkruuts’ op de plaats van het onheil, soms met het moordwapen op het kruis afgebeeld, het ‘kruuts aan de galg’ op de plaats waar boeven zijn gestraft. Ook bij ziekte en oorlog en ter herdenking van omgekomen plaatsgenoten werden devotiekruisen geplaatst. Uit de aanwezigheid van bloemen, slingers of kransen kunt u afleiden of het kruis ook nu nog voor de streekbewoners een rol speelt in het religieuze leven.
tijdens de NS-wandeling Mergelland Hier aan de rand van Maastricht lag een groot weiland aan onze voeten. Er was recentelijk gemaaid en het gras lag nu in langgerekte hopen verder te drogen. Dit leverde een fraai gezicht op.
We hadden al een tijdlang naar een bankje uitgekeken om onze trainingsbroek uit te doen om vervolgens verder in de korte broek te kunnen lopen. Het was deze dag aanvankelijk wat heiig overgaand in zonnig weer. Er was op www.l1.nl bij het weerbericht een temperatuur van 25 graden voorspeld, maar die temperatuur is niet geheel gehaald.
Maar daar waar wij de doorgaande (verkeers-)weg naar Bemelen verlieten, konden we op een muurtje bij een huis alsnog de korte broek aandoen. Er waren al talrijke trimmers in korte broek en T-shirt voorbij gehold.
Over een veldweg vervolgden we ons pad naar Bemelen. We kregen uitzicht op kale rotsen in de heuvels nabij Bemelen. Op een kruising bij Bemelen liepen we even van de hoofdroute af en beklommen de Bemelerberg. Het was intussen tijd geworden voor een rust. Boven op de Bemeleberg stond een bankje waarop we heerlijk konden rusten en het eerste deel van ons lunchpakket konden opeten. Ondertussen genoten we van de prachtige vergezichten. Door het nog wat heiige weer was het uitzicht niet optimaal. Maar we zagen in de verte nog wel een flinke berg, welke wellicht de Sint Pietersberg kon zijn.
We daalden weer af van de Bemelerberg en vervolgden ons pad. Langs de kant van ons pad stond een informatiebord over een Tuynheg.
Langs de grens van natuurreservaat Bemelerberg van Stichting het Limburgs Landschap loopt een zogenaamde tuyn- of tuunheg, die is aangelegd en onderhouden wordt door de Vogelwerkgroep Bemelen. Tuynen of tuunge is een oude vlechmethode. Het nagenoeg uitgestorven ambacht van het heggentuybnen werd hier op 13 april 2002 in ere hersteld. Enkele van de laatst nog levende heggenvlechters droegen hun kennis en technieken over aan een nieuwe generatieve heggenvlechters; leden van de vogelwerkgroep Bemelen. Geleerd werd hoe met oude gereedschappen als een klamatsch en picker een dichte heg van takken te maken. De techniek bestaat uit het aan beide zijden van een deels nog bestaande heg verticale stokken van dood (snoei)hout te plaatsen. Vervolgens worden horizontaal binders (lange dikkere stokken) geplaatst. Deze worden daarna bij elkaar getrokken waardoor het dood materiaal samen wordt geperst met de bestaande heg. Op deze manier ontstaat een veekerende vlechtheg waar schaap nog kip doorheen kan.
We kwamen nog door een holle weg. En door de regen van voorgaande nachten waren er nog natte passages in de route.
Holle wegen zijn in de loop der eeuwen in het landschap uitgesleten door de uitschurende werking van het afstromende water. Ook de druk van paardehoeven en wagenwielen kan van invloed zijn geweest. Gronddeeltjes (löss) werden vermalen en daardoor gemakkelijker met het afstromende water meegevoerd. Soms zijn holle wegen meer dan vijf meter diep en zijn de zijkanten voorzien van steile bermen. Bij hevige regenval verandert de holle weg in een beekje en voert dan veel modder af. Met name in de omgeving van Bemelen is het grote aantal holle wegen opvallend.
We passeerden een weiland waar tussen de 150 en 200 schapen graasden. Kennelijk wilden ze allemaal even aandacht hebben of ze waarschuwden elkaar. Want er was enige tijd een flink geblaat. We vonden het zo grappig dat we er even bij bleven stilstaan.
De mergelgroeve in het natuurreservaat Bemelerberg.
Mergel is een soort zachte kalksteen, op het Zuid-Limburgse plateau in tientallen meters dikke lagen te vinden onder de deklaag van löss. Het gesteente werd (en wordt nog) gebruikt voor bemesting, huizenbouw, glasfabricage en cementbereiding. De mergel werd in blokken uitgezaagd. Zo zijn de gangen in de mergelgroeven ontstaan. Op het mergellandplateau vindt u kalkgrasland. Kalkgras is een schrale grassoort, die op voedselarme kalkgronden groeit. Staatsbosbeheer laat op beschermde kalkgraslanden schapen grazen, die ervoor zorgen dat bomen en struiken geen kans krijgen.
Ons pad steeg en we kwamen voor Terblijt op een groot plateau uit. We kregen hier nog een fraai uitzicht op de kerk van Berg en Terblijt. Dit pad over het plateau volgden we naar Terblijt. Aan de rand van Terblijt stond op een hoek een grote boerderij die uit mergel was opgetrokken. Er deed zich nu een bijzondere gelegenheid voor. Het hekwerk naar het tegenover de boerderij liggende weiland was geopend. Daarop liepen we het weiland een eind in om een foto van de gehele hiervoor genoemde boerderij te kunnen maken. Met de Heuvellandvierdaagse zijn we hier al vaak geweest. Maar dan deed zich niet deze situatie voor
Aan het eind van het dorp Terblijt kruisten we een georganiseerde toer-fietstocht. Alle deelnemers hadden vier cijferige rugnummers. Verderop bereikten we de doorgaande weg van Maastricht naar Valkenburg en staken deze over. Aan de rand van Berg en Terblijt betraden we natuurgebied De Bergse Heide. Over een grintpad daalden we af naar de Geul. En dit pad langs de Geul volgden we tot in Valkenburg. Het was nog geen drie weken geleden dat we hier ook hadden gelopen met de
Ronde van Zuid-Limburg. De eerder genoemde Heuvellandvierdaagse wordt in de tweede week van augustus georganiseerd vanuit Berg en Terblijt.
De Zuid-Limburgse boerderijen hebben een ommuurd binnenhof, dat werd gebruikt als bedrijfsruimte. Het hof wordt doorgaans aan drie kanten omgeven door stallen, schuren en woning. De vierde zijde is meestal een muur, soms ook schuur of stal. De ramen en deuren zijn op de binnenplaats gericht, die slechts door een afsluitbare poort kan worden bereikt.
Na de tuin van kasteel Halder was het nog een klein eindje naar station Valkenburg. Het was 12.50 uur toen we hier aankwamen en 8 minuten later vertrok de trein naar Schin op Geul. Hier vervolgden we met de NS wandelroute Gerendal.
Station Valkenburg is het oudste station van Nederland (1853) en is geheel uit mergelsteen opgetrokken.


Foto's van de NS wandeling Gerendal naar het overzicht van de NS-tochten Terug naar de homepage van Henri Floor NS wandeling Gerendal op zaterdag 2 juni 2007

tijdens de NS-wandeling Gerendal NS Gerendal route
In de trein van Valkenburg naar Schin op Geul zat een gepensioneerde man, die 30 jaar bij de spoorwegen had gewerkt. Hij moest zijn ei kwijt. Gelukkig duurde de treinrit maar 5 minuten. Hij moest er ook in Schin op Geul uit. Toen wij op het perron van Schin op Geul te langzaam liepen voor die gepensioneerde man besloot hij toch maar verder te lopen. Iedere keer als wij een stap deden bleef hij staan in de hoop dat we hem alsnog zouden inhalen. We waren al verschillende keren op station Schin op Geul geweest en dachten de weg naar het centrum van Schin op Geul te kennen. Maar we kenden het wandelpad vanaf het station naar de kerk geheel niet en waren derhalve verbaasd over het pad. We kwamen in Schin op Geul langs de kerk en we liepen hier even over de begraafplaats van de kerk.
Nadat we de Geul waren overgestoken verlieten we Schin op Geul langs sportvelden. Daarna staken we een paar weilanden over. Op één weiland was het pad niet goed te herkennen omdat er pas gemaaid was. Toen we bij een stegeltje aankwamen had een koe zijn kop er doorheen gestoken om toch maar een grasspriet van het gemaaide gras te kunnen bereiken. Toen de koe voor ons opzij ging, besloten we wat gemaaid gras in zijn weiland te gooien.
We staken op de grens van Strucht en Oud Valkenburg de doorgaande verkeersweg over en betraden nu het Gerendal. Op de hoek van de weg stond nog een ijscoman, maar aan ons zal deze uitbater geen geld verdienen. Want van ijs krijg je maar dorst. Een eind verderop sloegen we van de geasfalteerde weg af en volgden een tijdlang een pad op de scheiding van bos en weiland en aan de voet van de hellingbossen.
Het Gerendal is één van de opmerkelijkste natuurgebieden in Zuid-Limburg, dat bestaat uit bos, kalkgrasland en akkers. Het heeft een oppervlakte van ongeveer 80 ha. Dit dal is geen dal in de gebruikelijke zin van het woord. Het is namelijk niet uitgeslepen door een rivier of beek, maar door de afvloeiing van regen- en smeltwater. Zo’n dal wordt een droogdal genoemd of op z’n Limburgs een grub(be). Het Gerendal is bekend om zijn rijke flora en fauna. Het kalkgrasland bevat veel warmte- en lichtminnende planten, waarvan het groeimilieu zoveel mogelijk op natuurlijke wijze in stand wordt gehouden (bijvoorbeeld door beweiding met koeien en schapen).
De naam hellingbos wordt gegeven aan die bossen, die gelegen zijn op uiterst steile hellingen of terrasranden. De hellinggronden waren niet geschikt voor agrarisch grondgebruik en bleven op die manier bebost. Dit bos heeft echter altijd wel een functie gehad in het boerenbedrijf. Als veeweide, als houtproducent en leverancier van vruchten. De hellingbossen genieten faam vanwege de bijzondere bloemen in het voorjaar. Op de vruchtbare, kalkrijke grond groeien dan bosanemoon, gevlekte aronskelk, diverse orchideeën en het sterk geurende daslook. Op vochtige plaatsen wordt het zeldzame goudveil en longkruid aangetroffen.
tijdens de NS-wandeling Gerendal Verderop steeg ons pad steil, want we volgden een lang trappad. Als we van tevoren hadden geweten dat het pad zo lang zou zijn, dan hadden we de treden wel geteld. Verderop daalde ons pad weer door een holle weg.
Holle wegen zijn meestal onverharde wegen met opvallend (tot enkele meters) hoge bermen. Het lijkt of zulke wegen zijn uitgegraven of aangelegd, maar in werkelijkheid zijn ze door de uitspoeling van regenwater ontstaan. Paarden en karren diepten de weg honderden jaren achter elkaar verder uit, waardoor een holle weg ontstond. Door het jarenlange gebruik werd de weg steeds holler. De hoge bermen geven het landschap een intiem karakter en zijn interessant vanwege de plantengroei.
Op een driesprong waar we rechtsaf moesten slaan zagen we even naar links een bankje met leuning staan. Daarop besloten we hier even te rusten. Tijdens onze rust passeerden daar zeker vijf groepen wandelaars van 2 tot 4 mensen. Ook enige terreinfietsers waren aktief.
We kwamen uit nabij de orchideeëntuin en besloten deze te bezichtigen. We waren al heel wat keren op deze plek geweest, maar nog nooit hadden we de orchideeëntuin bezichtigd. Daar maakten we nu eens een einde aan. Bij de ingang van de orchideeëntuin stond vermeld dat de toegang gratis was onder de voorwaarde dat je je in het gastenboek inschreef.
Nabij een wit huis van Staatsbosbeheer bevond zich de toegang tot de orchideeëntuin, die uniek voor Nederland is (van half mei tot eind juni geopend en gratis toegankelijk). Er staan ruim twintig soorten wilde orchideeën. In het Gerendal groeien 23 soorten. 15 soorten kan je zien bloeien in de orchideeëntuin van het Gerendal. Hier staan ook de meest bedreigde orchideeënsoorten.
Na de orchideeëntuin liepen we het Gerendal verder uit. Na een kapelletje staken we in Oud Valkenburg de doorgaande verkeersweg over en bereikten kort daarop kasteel Schaloen.
Het kasteel, oorspronkelijk uit de 13e eeuw, is na een verwoesting in de 16e eeuw in 1656 herbouwd. Het huidige uiterlijk is bepaald na een restauratie eind vorige eeuw. Bij het kasteel ligt de IVN-heemtuin Sjloens Heim, opengesteld van mei tot en met september. U ziet hier een schat aan Limburgse veldgewassen, een vogelbos met observatiepost en een imitatie-mergelgroeve. In het poorthuis van het kasteel vindt u Taveerne ’t Poarthoes (dagelijks geopend vanaf 10.00 uur).
Bij de Sjloens Heim konden we de IVN-Heemtuin bezichtigen maar daar hadden we niet zoveel zin meer in. Na een brug over de Geul passeerden we de drie beeldjes. Een eind verderop waren twee diertjes, die wat op een wezel leken, zo druk met elkaar aan het vechten dat ze zich verder nergens aan stoorden. Uiteindelijks rolden ze de Geul in. Langs de Geul lopend werd Valkenburg bereikt. Op een grote parkeerplaats waar vaak ook markt wordt gehouden kwamen vijf motorrijders op vier drie-wiellige motoren aanrijden. Eén van hen deed inkopen in dezelfde supermarkt als dat wij boodschappen deden. Talrijke mensen sloegen deze motorrijders gade.
Na de tuin van kasteel Halder gingen we aan het eind van de weg niet rechtsaf, maar linksaf. Aan de rechterkant van de weg lag even verderop een park voor het gemeentehuis. Aan het eind van het park loopt een grintpad dat langs een mammoetboom komt. Even verderop werd station Valkenburg bereikt.
Mammoetboom Sequoiadendron gigianteum
In het Krijttijdperk was deze boomsoort hier inheems. Tijdens het Quartier, ongeveer een miljoen jaren geleden, werd hij echter uit Europa verdrongen. Herontdekt in 1769 in de wouden van Californië. Na 1834 weer in Europa ingevoerd. Deze boom, geplant in 1895, heeft thans een omvang van 4,60 meter en een hoogte van 30 meter. De botanische naam is afgeleid van het Indiaanse opperhoofd Se-Que-Yah. Hij stelde het eerste Indianenschrift op.
Het station van Valkenburg is het oudste station van Nederland (1853) en is geheel uit mergelsteen opgetrokken. Valkenburg staat voor massatoerisme. Het stadje trekt ’s zomers tienduizenden dagjesmensen en toeristen. Valkenburg biedt de toerist vermaak in de vorm van vele attracties. Daarnaast zijn er herinneringen aan een rijk verleden.
naar de top van deze pagina

Henri Floor