eerste dag Drentse Wandel Vierdaagse 2007 vierde dag Drentse Wandel Vierdaagse 2007 Terug naar het overzicht van de Drentse Wandel Vierdaagse Terug naar het overzicht van driedaagsen en vierdaagsen op de homepage van Henri Floor Foto's Terug naar de homepage van Henri Floor 19e Drentse Wandel vierdaagse, tweede wandeldag, vrijdag 18 mei 2007.

19e Drentse Wandel vierdaagse 2007 Op vrijdag 18 mei 2007 was de tweede dag van de vierdaagse. Alle dagen verlieten we de start via het langs lopende fietspad. Door de Achter Esch verlieten we de start en liepen als eerste naar boswachterij Odoorn. Even liepen we langs het schapenpark, een groot heideveld. Door de bossen liepen we vervolgens naar Poolshoogte (6 km). Het theehuis dat hier lag was door een pyromaan afgebrand, maar nu stond er een noodvoorziening. De uitkijktoren beklommen we nu niet vanwege het aanvankelijke sombere weer.
DE POOLSHOOGTE (de Bloedberg of Brandheuvel)
Staatsbosbeheer begon in 1914 in het kader van de werkverschaffing grootschalig te ontginnen. Werklozen spitten de woeste grond om, legden windsingels en paden aan en plantten dennen, fijnsparren en eiken.
In 1926 werd het werkverschaffingwerk enige jaren stilgelegd, maar in 1931 begon een tweede ontginningsperiode.
Toen was inmiddels boswachter Meelker met het toezicht op het zich ontwikkelende bosgebied belast.
Meelker woonde in Exloo in de boswachterwoning aan de Boslaan.
Zoals hij temidden van zijn bossen leefde, zo leefde hij ook vóór zijn bossen.
Meelker dacht aan alles en dus ook aan de nachtmerrie van elke boswachter: brandgevaar.
Er zou een uitzichtheuvel moeten komen, vanwaar men tijdig zou kunnen waarschuwen.
Dus gingen in 1934 de arbeiders aan het werk om met schop en kruiwagen die heuvel volgens Meelkers aanwijzingen aan te leggen.
Het ontwerp was van zijn zoon, die landmeter was en die ook de naam ‘Poolshoogte’ bedacht. Uitziende over het bos zou men immers pools­hoogte kunnen nemen.
Heel bijzonder aan het ontwerp was, dat rondom de heuvel twee paden moesten worden aangelegd.
Een om omhoog te lopen en een om af te dalen.
Meelker en zijn zoon waren erg tevreden over het ontwerp.
19e Drentse Wandel vierdaagse 2007
Opnieuw kwamen we over het schapenpark/heideveld. We hoorden en zagen ook runderen lopen. Enige koeien droegen grote uiers met zich mee alsof ze op springen stonden. We kwamen langs een kunstwerk met de omschrijving "Ode aan de Zon".
Een beeld moet een poëtische inhoud hebben en dat dient uit de vorm afgelezen te kunnen worden. Inspiratie haal ik uit de mythologie, de vorm van de stenen en uit de geschiednis van de omgeving. Aldus Rob Schreefel, beeldhouwer uit Amsterdam.
Vervolgens zetten we koers naar Odoornerveen. Via De Lange´s Brug staken we het Oranjekanaal over. We passeerden twee kerkgebouwen en een oud huis dat nu ook Bed and Breakfast is. Bij de oversteek van Oranjekanaal liepen we even over de N376. Door boswachterij Sleenerzand werd het restaurant bij het openluchtmuseum Ellert en Brammert bereikt. De afgelegde afstond bedroeg hier 13½ km. We dronken hier samen koffie.
Daarna hebben we het Openluchtmuseum bekeken. Er waren opvallend weinig wandelaars die het openluchtmuseum bekeken, want de route ging ditmaal niet door het openluchtmuseum terrein. Voor ons was dat wel zo rustig en konden lekker plaatjes schieten. 19e Drentse Wandel vierdaagse 2007
De legende van Ellert en Brammert
Vrijwel elke streek en ieder land heeft zo in de loop der tijden zijn algemeen bekende verhalen welke zijn uitgegroeid tot legenden. Ook onze streek heeft zo zijn legende, die ook vrijwel in de gehele provincie bekend is. Het verhaal van de reuzen Ellert en Brammert, die aan de ingang van het openluchtmuseum staan. Het Ellertsveld ontleent zijn naam aan de meest bekende Drentse legende, namelijk die van Ellert en Brammert. In de loop der jaren is dit volksverhaal in verschillende versies overgeleverd, maar de kern is toch altijd hetzelfde gebleven. De overlevering zegt dat zo vier eeuwen geleden hier twee reuzen hebben gewoond: vader en zoon. Het waren ruwe kerels, die een onderaardse hut hadden gemaakt op het grote heideveld, tegenwoordig bekend onder de naam Ellertsveld. Vanuit hun hut stroopten de beide rovers de omgeving af. Wie niet dringend het Ellertsveld moest passeren, waagde zich er niet. Vanuit hun hol hadden Ellert en Brammert draden in alle richtingen over het veld gespannen. Deze draden waren met een bel verbonden. Als een argeloze reiziger ongemerkt een van deze draden raakte, begon de bel te klingelen. Ellert en Brammert trokken er dan onmiddelijk op uit om de reiziger met dikke knuppels neer te slaan en te beroven. Veel kooplieden vielen zo in handen van het roofzuchtige duo en wanneer ze het er levend van af brachten mochten ze nog dankbaar zijn. Op een dag, toen vader en zoon door de heide struinden, bemerkten ze op de es van het dorpje Orvelterveen een knap, jong meisje: Marieke. Het arme meisje werd meegesleept naar het hol en moest daar zeven jaar lang het huiswerk verrichten. Een nadeel van een vrouw in huis voor de rovers was, dat ze nooit meer samen op pad konden gaan. Steeds moest een van beiden Marieke bewaken. Eens toen vader Ellert alleen met Marieke in het hol was, gaf hij haar de opdracht om hem te scheren. Marieke rook haar kans en sneed tijdens het scheren hem met het vlijmscherpe scheermes de strot af. Terwijl de reus stervende in elkaar zakte, nam zij de benen naar huis. Toen Brammert ontdekte wat er met zijn vader gebeurd was, zette hij de achtervolging in. Hij kon haar net niet meer inhalen. De volgende morgen zag men dat er in de deur, die het meisje achter zich had dichtgeslagen, een grote bijl was blijven steken. Brammert had haar op een haar na gemist! Marieke en haar ouders verhuisden zo spoedig mogelijk naar een veiliger streek. En alle andere inwoners van Orvelterveen, die Brammerts wraak vreesden, verlieten het dorpje eveneens. Het duurde niet lang of het hele dorp was verplaatst. Wat er van dit oerdrentse verhaal waar is, is niet meer na te gaan. Orvelterveen is inderdaad een dorpje geweest tussen Orvelte en de Kiel. Bij onderzoek in 1911 heeft men daar nog lemen dorsvloeren van vroegere boerenhoeven onder het zand weg gegraven.
19e Drentse Wandel vierdaagse 2007 Later bleek dat we toch wat te lang in met openluchtmuseum waren geweest, want we moesten nu wel flink doorstappen om voor 5 uur bij de finish aan te komen.
We liepen verder en kwamen langs een oude gletsjerkuil, die nu heideveld was. Op een kruising bij een piknikbank troffen we vier Pieterpadwandelaars. We maakten hen nog attent op ons verslag van het Pieterpad op onze website. Vervolgens kwamen we langs een gebied met de naam De Kijl. Er waren hier meerdere dingen die met de naam De Kijl werden aangeduid. Na bosgebied Heerenkamp kwamen we langs Huize De Wenning. Hier hadden we wel eens een grote rust gehad. In het Orvelter Veld kwamen twee Pieterpadwandelaars aangelopen. Vervolgens kwamen we door boswachterij Schoonloo. Langs een meertje of wat daar voor door gaat met de naam Tweelingen vervolgden we ons pad en bereikten uiteindelijk manege Knollegruun. Na nog een Beeldentuin werd de rustpost in Herberg De Loohoeve te Schoonloo op 23 km bereikt. Schoonloo valt tegenwoordig onder de gemeente AA en Hunze, maar op een bord stond nog het internetadres www.natuurlijkrolde.nl ten teken dat Schoonloo voorheen tot de gemeente Rolde behoorde.
Door bosgebied Schoonlooërveld werd het Westdorperveld bereikt. We staken het kanaal Buinen-Schoonoord over en even later was er weer een rustpost in HCR De Aanhouder Wint te Eesergroen op 33 km.
Opnieuw betraden we boswachterij Odoorn alwaar bij Poolshoogte een rust op 36½ km was. Daarna was het nog een klein eindje naar de finish. Het IVV nummer was 10910.
naar de top van deze pagina

Henri Floor & Coos Verburg