De WS78 Goudse- en Reeuwijksehout wandeltocht vanuit Gouda

Op zaterdag 20 januari 2007 organiseerde WS78 een tocht van 40 kilometer vanuit Gouda. De start was vanuit het Wellant College.
Na de start moesten we eerst door woonwijken om het centrum te verlaten. Als eerste kwamen we langs het Ziekenhuis. Dit gebouw kregen we van twee kanten te zien. Daarna kwamen we langs het openlucht zwembad. Dit was uiteraard gesloten. Daarna liepen we langs de rand van het Groenhovenpark
Daarop werd de A12-snelweg bereikt. Hier liepen we over een soort noodbrug langs een water onder de A12 door. Nu lag voor ons een open gebied, namelijk Polder Bloemendaal.
De polder Bloemendaal ligt in de provincie Zuid-Holland, ten noorden van Gouda en ten oosten van de Gouwe en de gemeente Waddinxveen. Deze polder is de oudste van het hoogheemraadschap van Rijnland en werd gesticht in 1331 door Jan van Beaumont. In de jaren 70 is in het gedeelte tot aan de Rijksweg A12 een woonwijk van Gouda gebouwd, dat eveneens de naam Bloemendaal draagt. Daarvoor is gedeeltelijk een gemeentegrenswijziging doorgevoerd ten koste van het grondgebied van Waddinxveen.
Door deze nieuwbouwactiviteiten was een tekort in de gemeentebegroting van Gouda van 100 miljoen ontstaan, dat (plaatselijk) bekend is als "Het Gat van Bloemendaal".
Tijdens de ontwikkeling van het centrumgebied van de wijk Bloemendaal in 1970 bestonden bij de gemeente grootse ideeën van gelaagde bebouwing met woningen boven het winkelcentrum en hoge flats rondom. De ontwerpers waren beïnvloed door ecologische ideeën en baseerden hun plan op de groenzones die de omliggende woonbuurten met het centrum zouden verbinden. Aangetoond kon worden dat voornamelijk laagbouw kon voorzien in de aantallen die waren gepland en in de vier windrichtingen zouden met 4-hoog flatgebouwen, voldoende aantallen woningen worden gerealiseerd. Onder de flatgebouwen kunnen aanvullende voorzieningen hun plaats vinden. Het eenvoudige plan voorziet in doorlopende voetgangers routes door het centrumgebied en werd in 20 jaar tijd gerealiseerd.
Als onderdeel van de woonwijk kon de 'Bloemendaalseweg' worden geïntegreerd en nieuwe maatschappelijke functies voor de oude boerderijen gevonden. Het groen rond de boerderijen werd geïnventariseerd en behouden. Deze weg heette in vroeger eeuwen 'Cley weg' en vormde de ontsluitingsweg tijdens de ontginning vanaf ongeveer de 12e eeuw van het veen aan weerszijden.
Hier volgden we de Winterdijk op de gemeentegrens van Waddinxveen en Gouda. Dit was een smal pad tussen brede vaarten. We volgden dit pad 1½ kilometer. We vonden dit best gevaarlijk omdat door de harde wind het water af en toe over de dijk spoelde. Dat was vooral op die plekken waar haaks van links een vaart op onze vaart langs de Winterdijk uitkwam.
De Winterdijk werd in het verleden als jaagpad gebruikt door tuinders die in de polder Bloemendaal groenten kweekten (koudegrond teelt). Regelmatig brachten zij hun groente per schouw naar de veiling in Gouda. In de tijd dat de Winterdijk nog goed werd onderhouden door het Waterschap fietsten veel schoolkinderen uit Waddinxveen heen en weer via deze smalle kade. Tot aan de 80er jaren vulde de machinist van het Waterschap regelmatig het smalle paadje aan met gebroken puin en werd de vegetatie een paar keer per jaar gemaaid. Daarna is er maar weinig onderhoud meer geweest en werd de kade een speelplaats voor muskusratten. Het halfverharde paadje is maar zo’n 30 cm breed, en ook de Winterdijk zelf is erg smal, dus er zullen best wel eens kinderen of volwassenen met de fiets te water zijn geraakt.

We hoorden van een parkoersbewaker dat hij de tocht van de zomer had mee-voorgelopen bij temperaturen van rond de 30 graden. We moesten hier nog denken aan een artikeltje van Kees Chatellon die in een ver verleden (19 maart 1988) over een WS78 tocht schreef hoe het tijdens de tocht zelf was en hoe het tijdens het voorlopen wel niet kon zijn geweest.
Aan het eind van dit pad kwamen we uit op de Zwarteweg en volgden deze in de richting van het centrum van Waddinxveen. We hadden hier de regen en de wind recht tegen. We waren dan ook blij toen we bij de grote hefbrug over de Gouwe naar Waddinxveen aankwamen, want hier sloegen we af en volgden de Gouwe over de N207.
Hefbrug over de Gouwe
Dit monument is een geklonken stalen hefbrug met bijbehorend brugwachtershuisje uit 1935–1936, gebouwd door NV. De Vries Robbé & Co. uit Gorinchem in het kader van de verbreding en kanalisering van de Gouwe, ter verbetering van de waterverbinding tussen Amsterdam en Rotterdam. Vrijwel identieke bruggen bevinden zich in Boskoop en Alphen aan den Rijn.
De hefbrug is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische waarde als expressie van de infrastructurele ontwikkeling rond de verbreding en kanalisering van de Gouwe en vanwege de architectonische waarde als representatief voorbeeld van een stalen hefbrug uit het midden van de jaren dertig. In stedenbouwkundig opzicht is de hefbrug van belang vanwege de unieke samenhang met de bruggen in Alphen aan den Rijn en Boskoop, de beeldbepalende situering en de indrukwekkende silhouetwerking in het landschap. De hefbrug heeft een hoge zeldzaamheidswaarde, als één van de weinig gaaf bewaard gebleven hefbruggen, in samenhang met de identieke bruggen in Alphen aan den Rijn en Boskoop.
De doorvaartwijdte bedraagt 25 meter, doorvaarhoogte in gesloten toestand is 2,56 meter en in geopende toestand 35 meter. De breedte tussen de leuningen is 9 meter. De betonnen landhoofden zijn bekleed met gele bakstenen, voorzien van betonnen dekplaten en hoekstenen. Het betonnen veelhoekig brugwachtershuisje aan de zuidzijde van de burg heeft een met koper bekleed dak. De kozijnen van de vensters en deuren zijn gemoderniseerd.
Hier op de hoek stond trouwens een aardig oud gebouw met een mooie gevel waar nu een meubelzaak in gevestigd was. Aan de overkant van de Gouwe zagen we een aardig kerkje We volgden de Gouwe tot een afslag naar recreatie- annex caravanpark "Breedijk".
De Gouwe is een gekanaliseerde rivier in Zuid-Holland, die van noord naar zuid een traject van de Oude Rijn naar de Hollandse IJssel aflegt. Aan de noordkant bevindt zich de Gouwsluis te Alphen aan den Rijn. Dan volgen de dorpen Boskoop en Waddinxveen en aan de zuidkant de stad Gouda, waar de Gouwe zich vertakt in een oude stroom door de stad en een westelijk kanaal (Gouwekanaal) er langs. Bij Gouda bevindt zich van oudsher een dam met een tol.
Kenmerkend voor de Gouwe zijn de drie opvallende hefbruggen bij Alphen, Boskoop (de Boskoopse hefbrug) en Waddinxveen.
De Gouwe maakte deel uit van de voornaamste (verplichte) scheepvaartverbinding in Holland, die Dordrecht met Haarlem en later met Amsterdam verbond. De steden aan de route hielden samen met de graven van Holland, die bij Gouda en Spaarndam tol hieven, deze route in stand, tot ongenoegen van steden als Delft en Leiden.
Nog steeds is de Gouwe een belangrijke route voor de binnenvaart. Naar het noorden wordt de stroom voortgezet in het Aarkanaal (de voormalige Kromme Aar). De Gouwe fungeert tevens als boezemwater voor het Rijnland.

We passeerden een schuur waarvan de toegangsdeur openstond. Hier konden we even rustig uit de wind en de regen onze regenbroek aantrekken..Het caravanpark bestond uit een lange brede vaart waar aan beide zijden huisjes of caravans stonden met kleine tuintjes. Een omgevallen berk op een tuinhuisje trok hier de meeste aandacht. We zagen deze dag trouwens verschillende malen omgewaaide bomen na de zeer zware storm van donderdag 18 januari 2007.
Over de Middelburgse Weg liepen we door het gehucht Middelburg. Langs de kant van de weg stonden talrijke monumentale boerderijen. Even later was in het centrum van Reeuwijk-dorp de soeppost. De afgelegde afstand bedroeg hier 10 km.
Reeuwijk-Dorp is in de 13e eeuw ontgonnen. Aanvankelijk was het dorp de hoofdkern van de bestuurlijke eenheid Reeuwijk. In de 19e eeuw verloor het dorp deze positie aan Reeuwijk-Brug. In Reeuwijk-Dorp ontstond geen lintbebouwing zoals op andere plekken in de gemeente, maar concentreerde de bebouwing zich rond de kruising Dorpsweg/Kerkweg/Nieuwdorperweg waar de kerk staat. Toen rond 1900 een Rooms Katholiek complex werd gebouwd met een kerk, klooster/school en landbouwcoöperatie kwamen er nieuwe huizen tussen deze gebouwen en de oude kern. Tussen 1930 en 1965 werden nog meer nieuwe woningen gebouwd.
Het begon wat harder te regenen. We passeerden in het centrum van Reeuwijk-Dorp een grote kerk. De toegangsdeur stond open en binnen in de hal was een kapelletje ingericht. Er brandde hier maar één kaarsje. Misschien was ik wel de enige wandelaar die hier naar binnen was geweest. Buiten de grote kerk stond nog een grote Jezus-figuur.
We verlieten Reeuwijk-Dorp over de Kerkweg. Gelukkig was hier een van de hoofdweg afgescheiden fietspad en zoals vaak tijdens deze tocht opnieuw langs een vaart. Opnieuw hadden we de wind en de regen tegen. De weerssituatie was niet bevorderlijk voor het humeur van menig wandelaar. Mij wij liepen hier vrijwel alleen en hadden geen last van andermans humeur. Aan het einde van de Kerkweg staken we een brug over en meteen daarna sloegen we af. We moesten over een hekwerk klauteren en aan de andere kant lag alleen maar modder rondom het hek. Er waren hier ook al 400 wandelaars gepasseerd en die hadden samen er een mooie modderzooi van gemaakt. Daarbij hadden ze wel hulp gehad van de gestaag neervallende regen. Voor sommigen was dit wellicht het hoogtepunt van de tocht. Voor anderen het dieptepunt.
Ons pad voerde hier fraai over een graspad tussen de Tempel-polder en Polder Reeuwijk. Het was hier flink modderig en na een bocht kregen we de wind ook nog eens tegen. Hadden we buurtschap Tempel aan de zuidkant gepasseerd, aan de noordkant passeerde we dit buurtschap opnieuw.
De Tempelpolder is halverwege de 18e eeuw verveend. Hierdoor bleef de bebouwing beperkt tot een smalle strook. Aan de Zijdeweg kwamen enkele boerderijen te staan. De lintbebouwing werd uitgebreid langs de Oud-Reeuwijkseweg en Oudeweg. De wegen werden van de bebouwing gescheiden door sloten. In de 19e eeuw verdween Tempel als zelfstandige gemeente door samenvoegingen.

Na het gehucht Spoelwijk zetten we koers naar Zwammerdam, maar 1½ kilometer daarvoor liepen we weer zuidwaarts. Op de Dammerkade, een geasfalteerd pad, kwamen ons nog twee wandelaars achterop gelopen. Eerst dachten we dat het de pijlophalers waren, maar het bleken twee bestuursleden te zijn die bij de start hun hand- en spandiensten hadden verricht en nu lekker pratend hun tocht liepen. We hadden in ons hoofd dat de Dammerkade een mooi graspad was, maar hier lag een asfaltpad. Later bedachten we dat er ook een Dammerkade lag bij de Ankeveense Plassen. En hiermee waren we in de war.
We bevonden ons inmiddels in de gemeente Bodegraven, Maar voordat de grote rust werd bereikt, kwamen we nog door Oud Bodegraven. We liepen al geruime tijd vrijwel alleen. Opeens doemde daar een parkoersbewaker op. Het bleek dat we nummer laatst waren op dat moment. Met ons huidige wandeltempo zouden we de organisatie in de problemen kunnen brengen en daarop werd aangeboden om ons vanaf de grote rust naar de koffiepost te rijden. Deze mededeling zorgde ervoor dat we de grote rust oversloegen. Maar onze weg door Oud Bodegraven was 1½ kilometer lang en langs de kant van de weg zagen we naast talrijke boerderijen ook enige fraaie beeldhouwwerken. Een paar maal zagen we een haast levensgrote geel/rode markering van een lange afstandpad. Op deze plek kon men met een soort vlot naar de overkant van een brede sloot varen.
De officiële grote rust was in het AC restaurant, maar men kon ook in de wat rustiger Mac Donalds rusten. Al voor de grote rust was het droog geworden en de zon liet zich nu ook af en toe zien. Later op de dag werd het zelfs licht bewolkt. De afgelegde afstand bedroeg hier bijna 23 kilometer.
Nadat we de rust rond half twee hadden gepasseerd vervolgden we ons pad en liepen even later onder de A12 snelweg door. Daarna sloegen we af en dwaalden door natuurgebied Reeuwijkse Hout. Ons pad liep hier over talloze vlonders. Wel was het hier lawaaierig omdat dit natuurgebied langs de A12 ligt.
Het beheer van de Reeuwijkse Hout is er op gericht een gevarieerd natuurgebied te laten ontstaan met een grote rijkdom aan flora en fauna. Om dat te bereiken, kent het gebied een afwisseling van bospercelen, graslanden en weilanden.
In de bossen blijven beheerders zo veel mogelijk aan de kant staan. Ze helpen hooguit de natuur een handje door het dichte bos hier en daar uit te dunnen. Dan dringt het zonlicht weer door tot op de bodem en krijgen planten en struiken een kans. Zo kan in relatief korte tijd een wilde bosstructuur ontstaan.
De gras- en hooilanden worden begraasd en bemaaid om te voorkomen dat ze dichtgroeien. Een klein deel van de sloten wordt niet meer schoongemaakt, zodat een moerasachtig milieu ontstaat. Op den duur zullen deze sloten verlanden.
Bezoekers klagen wel eens dat het gebied er onverzorgd bijligt. Snoeien, maaien en aanharken gebeurt inderdaad slechts spaarzaam. Afgewaaide takken en omgewaaide bomen blijven in het gebied liggen. Soms worden met opzet bomen omgelegd. Dood hout is immers een bron van leven voor schimmels, mossen en paddestoelen. Insecten leggen hun eieren in vermolmd hout. Vogels doen zich te goed aan insecten. Zo blijft de kringloop van de natuur op volle toeren draaien.
Aan het eind van het Reeuwijkse Hout liepen we langs de noordkant van Reeuwijk. We volgden hier een smalle asfaltweg langs boerderijen waar auto's elkaar alleen maar konden passeren op uitwijkstroken of bij inritten van boerderijen. We volgden daarna fraaie paden tussen talrijke meren allen behorend tot de Reeuwijkse Plassen. Dit traject was misschien wel het mooiste deel van de tocht, mede door het mooie weer.
De Reeuwijkse plassen bestaan uit dertien plassen en liggen tussen Bodegraven en Gouda, en ten oosten van het dorp Reeuwijk. Ze zijn van elkaar gescheiden door smalle weggetjes. De plassen hebben allemaal een rechthoekige vorm, waarin de vroegere verkaveling van de weilanden nog valt te herkennen. De totale oppervlakte is circa 735 hectare.
Op Broekvelden/Vettenbroek na zijn de plassen in de 18e eeuw ontstaan door turfwinning. Vanuit het lintdorp Sluipwijk werd het veen tot onder het grondwaterpeil afgegraven, om te worden gedroogd tot turf die werd opgestookt door de pottenbakkerijen en bierbrouwerijen van Gouda. In de 19e eeuw ontstonden plannen om de plassen in te polderen, maar daar is het nooit van gekomen. Op 20 juli 1930 werd door Provinciale Staten van Zuid Holland definitief tegen inpoldering beslist. Broekvelden/Vettenbroek is in de jaren zeventig ontstaan als zandwinningsput voor de aanleg van de A12 en de wijk Bloemendaal in Gouda.
Tegenwoordig worden de plassen gebruikt voor recreatie. De plassen Sloene, Broekvelden/Vettenbroek, Klein Elfhoeven en Ravensberg zijn verboden voor motorvaartuigen. Op de overige plassen zijn motorvaartuigen toegestaan, met een maximumsnelheid van 6 kilometer per uur. Op 's-Gravenbroek en Elfhoeven worden zeilwedstrijden gehouden, onder andere de jaarlijkse Goudse Zeilweek. De plas Broekvelden/Vettenbroek is ingericht voor windsurfers. Voor alle types boten is op alle plassen met uitzondering van de surfplas een vaarontheffing vereist, een dagontheffing voor een kano kostte in 2005 2,45 euro. Er wordt streng en zonder gedogen gehandhaafd. Het gebied wordt beheerd door het Natuur- en Recreatieschap Reeuwijkse plassen en omgeving. Behalve voor watersport wordt een aantal plassen ook gebruikt voor de jacht op watervogels, op veel eilandjes en oevers zijn schuilhutjes van jagers te vinden.
De 13 Reeuwijkse plassen zijn:, 's-Gravenbroek, Elfhoeven, Vrijhoef, Kalverbroek, Nieuwenbroek, Roggebroek, Groot Vogelenzang, Klein Vogelenzang, Gravekoop, Sloene, Broekvelden/Vettenbroek, Klein Elfhoeven en Ravensberg.
In buurtschap Sluipwijk behorend tot Reeuwijk was de koffiepost. De afgelegde afstand bedroeg hier 30 kilometer.
Letterlijk omringd door de plassen ligt het buurtje Sluipwijk rondom de Hervormde kerk. In de 14e eeuw komt de naam voor als ’Slupic’ wat zijn oorsprong vindt in het woord sluw in de betekenis van schraal. Dit verwees weer naar het land, dat na ontginning schraal bleek te zijn. De naam Sluipwijk was voor zowel de polder als de gemeente in gebruik. Leuk detail is dan ook de kern van het dorp Sluipwijk, rondom de kerk, niet in de gelijknamige polder ligt, maar in de polder Reeuwijk. Sluipwijk heeft nooit een eigen raadhuis gehad. De gemeenteraad vergaderde in een plaatselijke herberg.

Later kwam ik er thuis achter dat ik hier de 62.000 kilometer in mijn wandelboekje had bereikt. Coos had deze afstand al begin juni 2006 bereikt. In het infobulletin lazen we dat Rolf Craanen in dit weekend de 120.000 kilometer zou halen. Dat werd de volgende dag tijdens een OLAT wandeltocht vanuit Soerendonck. We hadden inmiddels trek en dorst gekregen omdat we de grote rust hadden overgeslagen. We hadden inmiddels de achterkant van het peleton genaderd en konden ons een rust van 20 minuten nu wel permitteren.
Ons pad bleef fraai langs of door de Reeuwijkse Plassen lopen. In het oostelijke deel van buurtschap Platteweg staken we de fraaie Korssendijkse Brug, een ophaalbrug over. We bleven de noordoost kant van Gouda volgen tot vlak voor de spoorlijn bij Gouda werd bereikt. Daarop dwaalden we een tijdlang door het natuurgebied Goudse Hout
Het natuurrecreatiegebied De Goudse Hout ligt in de gemeenten Reeuwijk en Gouda. Deze gemeenten hebben het beheer van De Goudse Hout uitbesteed aan: Het Natuur- en Recreatieschap Reeuwijkse Plassen en omgeving. In - wat in de wandeling het Schap heet - participeren ook de gemeente Waddinxveen en Boskoop.
De Goudse Hout is een onverbrekelijk deel van het Reeuwijkse plassen gebied. De Hout vormt de overgang tussen stad en platteland door middel van een half open landschap van afwisselend gras- en ruigte percelen. Het oude verkavelingpatroon is tot dusver behouden gebleven. Dit redelijk bereikbare gebied wordt vooral bezocht door recreanten uit de onmiddellijke omgeving welke dicht bij huis rust en natuur zoeken. De toename van het aantal vijftig plussers zal de behoefte aan wandel- en fietspaden doen groeien. Het huidige gebruik is momenteel beperkt tot wandelen, fietsen en hond uitlaten. De Goudse Hout biedt echter goede mogelijkheden voor verschillende vormen van intensieve recreatie en vormen van route gebonden recreatie.
Aan de noord-westkant van buurtschap Platteweg was nog de fruitpost op 36½ km
De naam Graaf Floris V kwam ook nog om de hoek kijken. Want we passeerden nog een snackbar met de naam Graaf Floris.
We hadden van een wandelaar gehoord dat hij een apart item over bruggen en bruggetjes wilde maken. Daartoe wilde hij van elk bruggetje een foto maken. Er was een andere wandelaar die het aantal bruggetjes heeft geteld waarover we tijdens de wandeling kwamen. Hij telde 82 bruggen.
Parkoerstechnisch was het best een mooie tocht geworden. De eerste 20 kilometer stond vooral in het teken van de harde wind met regen. Het tweede deel stond in het teken van het mooie zonnige weer.
De totale afstand bedroeg 39,660 kilometer. Het IVV-nummer was 11752.
Klik HIER voor de betekenis van de buttons die boven aan dit verslag staan.

Henri Floor