We hadden goed geslapen. Weliswaar was ik ’s-nachts wakker geworden van de kou omdat Coos een raam had opengezet en ik daardoor wat kou op mijn longen kreeg. Maar een paracetamol deed wonderen. Het overnachtingadres kostte slechts € 38 en was daarmee de goedkoopste overnachting. We kochten weer eerst broodjes en limonade en dit keer ook weer eens een banaan en Mühlermilch. Bij een postkantoor kochten we nog wat bijzondere postzegels van Duitsland voor onze postzegelverzameling. We verlieten Bad Münstereifel en dwaalden weer veel door de bossen. Na een uur lopen hadden we al een rust bij een schuilhut en aten en dronken wat. Langs overwegend de bosrand dwaalden we naar de Steinbachtalsperre. Hier was een Gasthaus waar we koffie dronken en een taartje aten. Dat was in Brauhaus Steinbach/Waldgasthaus Steinbach, J & M. Wolf, Talsperrenstrasse 105, 53881 Euskirchen, tel. 02255-958300.
Daarna liepen we langs het bijbehorende zwembad en het stuwmeer. Ook liepen we over de stuwdam. Het pad ging maar op en neer door het bos zonder dat we een bankje zagen. Uiteindelijk besloten we langs de kant van ons pad op gras te zitten. Daarna kwamen we door Queckenberg, een klein plaatsje. Omdat we voor een kerkje afsloegen in plaats van er na liepen we even verkeerd. Ook in het plaatsje Loch stonden verschillende vakwerkhuizen. Na een open stuk kwamen we weer door bosgebied. Op de 292 m hoge Beuelskopf stond een hele grote schuilhut. Hier stond vroeger een uitkijktoren, die echter in vlammen is opgegaan. Nog een laatste bospassage volgde alvorens Rheinsbach te bereiken. We kwamen nog langs het Rheinbacher Burg. Het overnachtingadres lag een kleine km van de route. We aten er ’s-avonds warm.

Geschichte der Rheinbacher Burg
Um 1180 wird der heute Hexenturm genannte Bergfried an der strategisch bedeutsamen Aachen-Frankfurter Heerstrasse erbaut. Zur gleichen Zeit wird erstmals Emelrich als erster des Geschlechts der Ritter und Herren von Rheinbach erwähnt. In der Folgezeit entsteht eine imposante Burganlage mit Vor- und Hauptburg. Ab 1296 bauen die Ritter und Herren von Rheinbach den Grossweiler Rheinbach durch Siedlungskonzentration zu einer Stadt aus. 1298 wird Rheinbach erstmals als "oppidum" bezeichnet. 1342/43 verkaufen die lezten Vertreter des Geschlechts von Rheinbach Burg und Stadt an den Erzbischof von Köln. Dieser bestimmt die Burg zum Verwaltungsmittelpunkt des Amtes Rheinbach und aller erzbischöflicher Einkünfte der Graftschaft Neuenahr. 1440 hat die Burg eine Besatzung von 12 Personen.
Zwischen 1631 und 1636 werden bei Hexenprozessen im Raum Rheinbach über 130 Menschen als Hexen oder Zauberer getötet. Vermutlich sind viele von Ihnen zuvor im Verliess des Burgturmes gefangen gehalten worden. Deshalb nennt man den Turm später Hexenturm. Um 1800 wird das Burggelände privatisiert und dort ein Mühlenbetrieb eingerichtet. 1913 kauft die Stadt Rheinbach die Burg, lässt alle jüngeren Gebäude abreissen und restauriert die Reste der Burganlage. In nationalsozialistischer Zeit wird auf dem südlichen Burggelände im Anschluss des Torturmes ein HJ-Heim errichtet. 1980 restauriert man den Burgturm erneut. 1988 wird die Gesamtanlage durch die Wiederherstellung des Burggrabes vervollständigt.

Informatie over Bad Münstereifel
Informatie over Rheinbach